Wet van 13 mei 2004 tot partiële wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie,
de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke indeling,
de Beroepswet, de Wet op de economische delicten en enige andere wetten (Veegwet modernisering
rechterlijke organisatie)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Beroepswet, de Wet op de economische delicten en enige andere wetten enkele wijzigingen van technische of ondergeschikte aard aan
te brengen als gevolg van de modernisering van de rechterlijke organisatie;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: