Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer, van 8 januari 2004, nr. MJZ2003132977, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken,
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Verkeer
en Waterstaat;
Gelet op richtlijn nr. 96/29/Euratom van de Raad van de Europese Unie van 13 mei 1996 tot vaststelling van de
basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen
de aan ioniserende straling verbonden gevaren (PbEG L 159) en de artikelen 15c, derde lid, 16, eerste lid, 21, eerste en tweede lid, 29, eerste lid, 29a, derde lid, 31, eerste lid, 32, eerste, vierde en vijfde lid, 67, eerste lid, 76, derde lid, van de Kernenergiewet en artikel 8.41, tweede lid, van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 2 april 2004, nr. W08.04.0032/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer, van 4 juni 2004, nr. MJZ 2004054618, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens Onze Minister van Economische Zaken,
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Verkeer
en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan: