Wet van 17 juni 2004, houdende regels ter vergroting van de kenbaarheid van publiekrechtelijke
beperkingen ten aanzien van onroerende zaken (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
onroerende zaken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter bevordering van de
rechtszekerheid ten aanzien van onroerende zaken, de toegankelijkheid van overheidsinformatie
en een goede vervulling van publiekrechtelijke taken, de kenbaarheid van publiekrechtelijke
beperkingen ten aanzien van onroerende zaken te vergroten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: