3.2 Actor: minister van Verkeer en Waterstaat
[Regeling vervallen per 26-04-2009]
264.
Handeling: Het vaststellen van algemene maatregelen van bestuur op grond van de Wet
geluidhinder.
Grondslag: Wet geluidhinder, diverse artikelen.
Periode: 1980–
Product:
* Besluit geluidproductie motorvoertuigen (Stb. 1981, 741);
* Besluit geluidproductie bromfietsen (Stb. 1985, 474);
* Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen (Stb. 1985, 474);
* Besluit geluidproductie torenkranen (Stb. 1986, 348); De Besluiten geluidproductie:
torenkranen, stroomaggregaten, motorcompressoren, sloophamers en grondverzetmachines
zijn op 9 oktober 1995, Stcrt. 199, vervangen door de ministeriële regeling: Regeling
geluidproductie bouwmachines (overigens onder verantwoordelijkheid van DGM/IBPC!).
* Besluit geluidproductie stroomaggregaten (Stb. 1983, 564);
* Besluit geluidproductie motorcompressoren (Stb. 1983, 565);
* Besluit geluidproductie sloophamers (Stb. 1983, 563);
* Besluit geluidproductie grondverzetmachines (Stb. 1988, 634);
* Besluit geluidproductie gazonmaaimachines (Stb. 1988, 246);
* Besluit luchtkussenvoertuigen Wet geluidhinder (Stb. 1989, 393); Valt onder de
verantwoordelijkheid van DGM/IBPC (voor zover het gaat om bedrijfsmatige luchtkussen-voertuigen).
Indien het recreatieve luchtkussenvoertuigen betreft is het een verantwoordelijkheid
voor GV.
* Besluit geluidinformatie huishoudelijke apparaten (Stb. 1992, 218); Onder verantwoordelijkheid
van DGM/IBPC.
* Besluit recreatie-inrichtingen Wet geluidhinder (Stb. 1981, 687); Het Besluit recreatie-inrichtingen
Wet geluidhinder, het Besluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder en het Vergunningenbesluit
categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder zijn vervangen door het Inrichtingen- en
vergunningenbesluit milieubeheer. Dit laatste besluit valt onder de verantwoordelijkheid
van DGM/B.
* Besluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder (Stb. 1982, 671);
* Vergunningenbesluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder (Stb. 1982, 474);
* Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen (Stb. 1982, 465); Dit
besluit is in 1993 herplaatst. De citeertitel is: Besluit grenswaarden binnen zones
rond industrieterreinen, Stb. 1993, 393.
* Besluit saneringsmaatregelen industrieterreinen Wet geluidhinder (Stb. 1982, 485);
Dit besluit is vervangen door het Besluit saneringsmaatregelen industrieterreinen
1994, Stb. 1994, 962.
* Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen (Stb. 1981, 688); Dit besluit is
in 1993 herplaatst. De citeertitel is: Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen,
Stb. 1993, 395.
* Besluit ondergrens zones van wegen (Stb. 1981, 626)
* Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer (Stb. 1985, 614); Dit besluit is in 1993
herplaatst. De citeertitel is: Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer, Stb. 1993,
397.
* Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen (Stb. 1981, 688);
* Besluit geluidhinder spoorwegen (Stb. 1987, 122); Dit besluit is in 1993 herplaatst.
De citeertitel is: Besluit geluidhinder spoorwegen, Stb. 1993, 396.
* Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg (Stb.
1983, 657);
* Besluit zonering buitenlands luchtvaartterrein Zuid-Limburg (Stb. 1994, 38);
* Heffingbesluit geluidhinder wegverkeer (Stb. 1986, 559);
* Tijdelijk vergoedingenbesluit lagere overheden (Stb. 1986, 16);
* Besluit houdende uitvoering van artikel 148, eerste lid, van de Wet geluidhinder
(Stb. 1982, 180;
* Vrijstellingsbesluit geluidproductie motorvoertuigen landsverdediging, (Stb. 1981,
822);.
Opmerking: Onder deze handeling vallen ook die activiteiten die gericht waren op de
totstandkoming van algemene maatregelen van bestuur die nimmer werden vastgesteld.
Voorbeelden hiervan zijn de regelingen voor de geluidsproductie van buitenboordmotoren
en kettingzagen.
In het kader van deze handeling wordt veel overleg gepleegd met betrokken overheidsinstanties
en belangengroepen.
Waardering: B, 1
454.
Handeling: Het verlenen van tijdelijke ontheffingen op het verbod om niet toegelaten
typen bromfietsen te mogen vervaardigen, in te voeren, in voorraad te hebben, af te
leveren of te vervoeren.
Grondslag: art. 3, onder e, Besluit geluidproductie bromfietsen.
Periode: 1985–
Waardering: V, 5 jaar
911.
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van subsidieprogramma’s in het kader van de Bijdrageregeling
milieutechnologie en de Stimuleringsregeling milieutechnologie.
Grondslag: Bijdrageregeling milieutechnologie, SMT (Stb. 1995, nr. 84)
Periode: 1995–
Opmerkingen: Het programma wordt uitgevoerd door de NOVEM.
Waardering: B, 5
1306.
Handeling: Het aanwijzen van personen of instellingen die toezicht houden op de naleving
van de Kernenergiewet.
Grondslag: Art. 58 ,lid 1–3, Kernenergiewet
Periode: 1969–
Product:
* Beschikking toezicht naleving Kernenergiewet (Stcrt. 1969, 38);
* Beschikking houdende nadere aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Kernenergiewet
(Stcrt. 1969, 252);
* Beschikking houdende nadere aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Kernenergiewet
(Stcrt. 1969, 253);
* Beschikking houdende aanwijzing toezichthoudende ambtenaren (Stcrt. 1988, 228
Opmerkingen: Deel van deze handeling maakt onder andere uit:
* Het aanwijzen van geneeskundigen die medisch toezicht houden op personen die werken
met radioactieve stoffen of ioniserende straling uitzendende toestellen;
* Het aanwijzen van een ambtenaar die op basis van artikel 25, eerste lid, onder a
van de Warenwet die gegevens registreert betreffende het bereiden, voorhanden hebben,
vervoeren, toepassen, binnen Nederlands grondgebied brengen of ontdoen van radioactieve
stoffen;
* Het aanwijzen van een dienst of instelling die verifieert of straling uitzendende
toestellen regelmatig gecontroleerd worden;
* Het aanwijzen van ambtenaren die de zorg hebben over het meetprogramma maakt ook
deel uit van deze handeling;
* Het aanwijzen van geneeskundigen die belast zijn met het medisch toezicht op personen
die met straling in aanraking kunnen komen;
* Het toelaten van personen, die zijn aangewezen om de naleving van internationale
overeenkomsten te controleren;
* Het controleren van de administratie van een inrichting inzake het voorhanden hebben,
toepassen en zich ontdoen van radioactieve stoffen;
Waardering: B, 5
1337.
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de houders van vergunningen die voortkomen
uit kernenergiewet
Bron: Landelijk Handhavingsproject Inspectie-programma Stralenbescherming Kernenergiewet
1991–1992, 1993/71
Periode: 1969–
Waardering: B, 5
1369.
Handeling: Het registreren van de gegevens op de door Gedeputeerde Staten aangelegde
en bijgehouden lijst van de zweminrichtingen en de niet-ingerichte zwemplaatsen in
oppervlaktewater.
Grondslag: art. 10b, lid 2, Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden
Periode: 1984–
Waardering: V, 5 jaar
1444.
Handeling: Het verbieden of door bevel doen staken van werkzaamheden die verricht
worden met radioactieve stoffen, splijtstoffen, radioactieve ertsen en ioniserende
straling uitzendende toestellen.
Grondslag: Art. 36, lid 1, Kernenergiewet
Periode: 1969–
Waardering: B, 5
1722.
Handeling: Het tezamen met de minister belast met het milieubeheer geven van aanwijzingen
aan provinciale staten omtrent de inhoud van het provinciale afvalstoffenplannen
Grondslag: Art. 87, lid 1, art. 88, lid 1, Afvalstoffenwet,
Periode: 1979– 1993
Waardering: V, 5 jaar
1723.
Handeling: Het overeenstemmen met de minister belast met het milieubeheer over het
opstellen van nationale Milieubeleidsplannen (NMP’s).
Grondslag: Art. 4.3-4.6 Wet Milieubeheer
Periode: 1985–
Producten: Milieurapport
Nationaal Milieubeleidsplan.
Waardering: B, 1
1724.
Handeling: Het overleggen met de minister belast met het milieubeheer over het vaststellen
van een tijdstip waarop het Nationaal Milieubeleidsplan gaat gelden, en het verlengen
van de geldigheidsduur met twee jaar.
Grondslag: art. 4.6, eerste lid, Wet Milieubeheer
Periode: 1993–
Waardering: B, 1
1725.
Handeling: Het jaarlijks overleggen met de minister belast met het milieubeheer over
het vaststellen van nationale milieuprogramma’s.
Grondslag: Art. 4.7-4.8 Wet Milieubeheer
Periode: 1990–
Waardering: B, 1
1726.
Handeling: Het, na Gedeputeerde Staten gehoord te hebben, geven van aanwijzingen over
de inhoud van het provinciale Milieubeleidsplan.
Grondslag: Art. 4.11 en 4.13 Wet Milieubeheer
Periode: 1993–
Waardering: B, 5
1727.
Handeling: Het overeenstemmen met de minister belast met het milieubeheer over het
organiseren en opzetten van onderzoeksprogramma’s inzake de bescherming van het milieu.
Bron: IMP Lucht 1985–1989, p. 52; Meerjarenprogramma 1988–1992 milieuonderzoek; deel
IIIH: projectbeschrijving straling.
Periode: 1985–
Product: bijv. IT 2000
Waardering: V, 10 jaar
1728.
Handeling: Het overeenstemmen met de minister belast met het milieubeheer over het
onderhouden van onderzoeksprogramma’s inzake de bescherming van het milieu.
Bron: Meerjarenprogramma 1988–1992 milieuonderzoek
Periode: 1985–
Opmerking: Voorbeelden zijn:
De onderzoeksprogramma’s van het ministerie van Economische Zaken op het gebied van
energiewinning (Nationaal Onderzoeksprograama Kolen NOK, Nationaal Onderzoeksprograama
Zonne-energie NOZ), zie hierover nader PIVOT-rapporten 82 en 82 inzake het energiebeleid
De onderzoeksprogramma’s op het gebied van technologiebevordering en kernenergie,
eveneens aangestuurd door dat ministerie.
Waardering: V, 10 jaar.
1729.
Handeling: Het in samenwerking met andere ministers doen uitvoeren van onderzoeksprogramma’s.
Bron: Klimaatverandering, over de oorzaken en de gevolgen van het broeikaseffect
Periode: 1989–
Waardering: B, 1
1731.
Handeling: Het overeenstemmen met de minister belast met het milieubeheer over het
voorbereiden, vaststellen, wijzigen of intrekken van algemene maatregelen van bestuur
die betrekking hebben op de bescherming van het milieu tegen het gevaar van schade
door ioniserende straling.
Grondslag: Kernenergiewet, diverse artikelen.
Periode: 1976–
Opmerkingen: Andere ministers kunnen bij deze handeling betrokken zijn.
Product onder andere:
* Besluit ongevallen kerninstallaties (Stb. 1976, 138)
Waardering: V, 10 jaar
1732.
Handeling: Het overeenstemmen met de minister belast met het milieubeheer over het
aanwijzen van gebieden ten aanzien waarvan in de provinciale milieuverordening geen
nadere regels mogen worden gesteld die betrekking hebben op de agrarische bedrijfsvoering.
Grondslag: Art. 1.2, lid 5, Wet milieubeheer
Periode: 1993–
Waardering: B, 6
1733.
Handeling: Het krijgen van advies van de minister belast met het milieubeheer bij
de opstelling van een milieu-effectrapport bij een vergunningsaanvraag aan een lager
overheidsorgaan.
Grondslag: Art. 41 ai Wet algemene bepalingen milieuhygiëne
Periode: 1986–
Waardering: V, 20 jaar.
1734.
Handeling: Het in samenwerking met andere ministeries opstellen van informatie over
industriële werkzaamheden .
Periode: 1992–
Product: De serie Procesbeschrijvingen Industrie, met branche-gewijze te ordenen rapporten.
Opmerkingen: De handeling wordt uitgevoerd in het kader van het Samenwerkingsproject
Procesbeschrijvingen Industrie Nederland
Waardering: B, 3
1735.
Handeling: Het – eventueel tezamen met de ministers van Binnenlandse Zaken, Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en Sociale Zaken en Werkgelegenheid
– vaststellen van alarmregelingen of beschermingsplannen, inzake de bescherming van
mens en milieu tijdens (de dreiging van) een ongewoon voorval, voor inrichtingen.
Periode: 1976–
Producten:
* Beschikking inzake aanwijzing kernenergiecentrale Dodewaard, 4 mei 1976 (Stcrt.
1976, 91);
* Beschikking inzake aanwijzing kernenergiecentrale Borssele, 4 mei 1976 (Stcrt. 1976,
91);
* Beschikking inzake aanwijzing Hoge Flux Reactor Petten, 15 juni 1981 (Stcrt. 1981,
137);
* Beschikking inzake aanwijzing kerncentrale Doel (België), 21 juni 1983 (Stcrt. 1983,
123);
* Beschikking inzake aanwijzing Studiecentrum voor Kernenergie Mol, 12 augustus, 1985
(Stcrt. 1985, 157);
* Beschikking inzake aanwijzing kerncentrale Emsland te Lingen, 20 maart 1988 (Stcrt.1988,
73);
* Beschikking inzake vaststelling alarmregeling kernenergiecentrale Borssele, 16 juni
1988 (Stcrt. 1988, 107);
* Beschikking inzake wijziging alarmregeling kernenergiecentrale Borssele, 28 februari
1992 (Stcrt. 1992, 53);
* Beschikking inzake vaststelling alarmregeling kernenergiecentrale Dodewaard, 16
juli 1987 (Stcrt. 1987, 141);
* Beschikking inzake vaststelling alarmregeling Hoge Flux Reactor Petten, 7 september
1981 (Stcrt. 1981, 181);
* Beschikking inzake vaststelling alarmregeling Kerncentrale Doel, 17 augustus 1981
(Stcrt. 1981, 181);
* Beschikking inzake vaststelling alarmregeling Studiecentrum voor Kernenergie Mol,
12 augustus 1985 (Stcrt. 1985, 157);
* Beschikking inzake vaststelling alarmregeling kernenergiecentrale Emsland te lingen,
11 april 1988 (Stcrt. 1988, 73).
Opmerking: De hier vastgestelde producten hebben voornamelijk betrekking op kerncentrales,
maar kunnen ook betrekking hebben op andere milieugevaarlijke inrichtingen, waarbij
de minister een toetsende bevoegdheid heeft.
Waardering: B, 6
1736.
Handeling: Het overeenstemmen met de minister belast met het milieubeheer over het
aanwijzen van diensten/ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de milieuwetgeving.
Grondslag: Gezondheidswet (Stb. 1958, 397)
Periode: 1958–
Opmerkingen: Het bepalen dat door de minister van Milieubeheer aangewezen ambtenaren
uitsluitend belast zijn met het toezicht inzake bepaalde gevallen of categorieën van
gevallen maakt deel uit van deze handeling.
Product: O.a. Besluit 1961 (Stb. 1961, 480)
Waardering: B, 5
1737.
Handeling: Het stellen van regels aan ambtenaren – die toezicht houden op de naleving
van de Kernenergiewet – inzake hun taakinvulling
Grondslag: Art. 58, lid 4, Kernenergiewet
Periode: 1969–
Product: Toezicht naleving kernenergiewet (Stcrt. 1969, 239)
Waardering: B, 4
1738.
Handeling: Het vaststellen van beleidsstandpunten inzake het gedogen van situaties,
die niet in overeenstemming zijn met milieuregels.
Periode: 1989–
Product: o.a. Nota Gedoogbrieven ,TK, 1989–1990, 21137, nr. 26.
Waardering: B, 1
1739.
Handeling: Het overeenstemmen met de minister belast met het milieubeheer over het
stellen van (nadere)regels betreffende de taakvervulling van de diensten/ambtenaren
die toezicht houden op de naleving van de milieuwetgeving.
Grondslag: Wet milieubeheer: artikel, 18.4, lid 2. e.a.
Periode: 1979–
Opmerkingen: Voorbeelden: Het geven van bindende aanwijzingen over de uitoefening
van het door de minister verleende mandaat met betrekking tot de publiekrechtelijke
dwangsom.
Waardering: B, 5
1740.
Handeling: Het kennisnemen van een lijst van de zweminrichtingen en de niet-ingerichte
zwemplaatsen in oppervlaktewater, opgesteld door Gedeputeerde Staten
Grondslag art. 10b, lid 1, Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden
Periode: 1984–
Waardering: V, 5 jaar
1741.
Handeling: Het overeenstemmen inzake het voorbereiden, opstellen en evalueren van
beleidsstandpunten inzake de strafrechtelijke handhaving in nota’s, notities etc.
Periode: 1983–
Product O.a. notitie aanpak van de zware criminaliteit.
Waardering: B, 1
1742.
Handeling: Het eventueel in samenwerking met andere ministeries leveren van bijdragen
bij het ontwerpen en evalueren van monitoringsstelsels.
Bron en: Kadertekst milieubeleidsmonitoring Art. 4 en 7 Besluit luchtkwaliteit grondslag
stikstofdioxide. e.a. NMP2.
Periode: 1992–
Opmerkingen: Een monitoringsstelsel is een gestructureerd en weloverwogen geheel van
afspraken en voorzieningen, zoals organisatirestructuren, fysieke meetnetten, statistische
methoden e.d. om zo efficiënt mogelijk gegevens te kunnen verzamelen. Het opzetten
van monitoringsstelsels is voorgeschreven in enkele besluiten tegen de luchtverontreiniging.
Monitoringgstelsels kunnen in andere gevallen leiden tot nadere aanwijzingen in de
verslaglegging van organen, ondernemingen en instellingen die op grond van regelingen,
vergunningen of verleende subsidies daartoe verplicht zijn.
Voorbeeld kan zijn:
Monitoring Systeem Water (MSW) van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit, tot registratie van de kwaliteit van het grondoppervlak,
de kwaliteit van het ondiepe grondwater en het boskarteringsprogramma
Waardering: B, 2
1743.
Handeling: Het overeenstemmen met het opzetten en operationeel houden van systemen
inzake de vaststelling van de omvang van emissies naar lucht.
Grondslag: Art. 4 en 7 Besluit luchtkwaliteit stikstofdioxide. e.a.
Periode: 1962–
Waardering: V, 2 jaar na uitwerking van het milieubeleidsplan
1744.
Handeling: Het (laten) opstellen van (totaal)overzichten van de gegevens die zijn
verkregen door het monitoren van de verschillende doelgroepen.
Periode: 1985–
Opmerkingen: Andere ministeries, diensten en instellingen kunnen bij deze handeling
betrokken zijn zoals bijvoorbeeld bij het opstellen van emmissie-overzichten, het
ministerie van LNV en VW, het RIVM en het TNO.
Bijvoorbeeld:
-
* Emisieregistratie Nederland 1993, met voorspellingen voor 1994;
-
* Emissies in Nederland, trends, thema’s en doelgroepen, 1992;
-
* Emissies vuilstortplaatsen;
-
* Industriële emmissies in Nederland, Vierde inventarisatienota, 1988.
Waardering: B, 2
1745.
Handeling: Het opzetten van nationale programma’s ter uitvoering van internationale
onderzoeksafspraken.
Bron: Directieplan Lucht en Energie 1995
Periode: 1991–
Producten: o.a. Nationaal Onderzoeksprogramma Klimaatbeheersing en National Remote
Sening Programma NRSP-2 (i.s.m. Verkeer en Waterstaat)
Waardering: B, 1
1746.
Handeling: Het uitvoeren van saneringen van vervuilde bodems in beheer van het Rijk.
Periode: 1945–
Opmerkingen:
-
• Sanering houdt in, na het oriënterend onderzoek:
-
1. het uitvoeren van nader onderzoek;
-
2. het uitvoeren van saneringsonderzoek;
-
3. de uitvoering van de feitelijke sanering.
-
• Bij een ongewoon voorval, waarbij de waterbodem ernstig is of dreigt te worden aangetast,
neemt RWS als waterkwaliteitsbeheerder de noodzakelijke maatregelen om de verontreiniging
weg te nemen.
-
• Het gaat om saneringen langs rijkswegen, veroorzaakt (meestal) door vestigingen van
benzinestations.
Waardering: V, 30 jaar
3.5 Actor Minister van Defensie
[Regeling vervallen per 26-04-2009]
264.
Handeling: Het vaststellen van algemene maatregelen van bestuur op grond van de Wet
geluidhinder.
Grondslag: Wet geluidhinder, diverse artikelen.
Periode: 1980–
Product: Vrijstellingsbesluit geluidproductie motorvoertuigen landsverdediging, Stb.
1981, 822.
Opmerking: Onder deze handeling vallen ook die activiteiten die gericht waren op de
totstandkoming van algemene maatregelen van bestuur die nimmer werden vastgesteld.
Voorbeelden hiervan zijn de regelingen voor de geluidsproductie van buitenboordmotoren
en kettingzagen.
In het kader van deze handeling wordt veel overleg gepleegd met betrokken overheidsinstanties
en belangengroepen.
Waardering: B 1
362.
Handeling: Het adviseren aan B. & W. en andere instellingen van bevoegd gezag over
de aanvraag van hinderwetvergunningen met betrekking tot al dan niet militaire inrichtingen
met explosieven en/of schietterreinen.
Grondslag: Art. 8 en 16, Hinderwet
Periode: 1952–1993.
Waardering: V, 5 jaar na aflopen vergunning
396.
Handeling: Het op aanvraag adviseren van gemeentebesturen bij het verlenen, herzien
of intrekken van milieuvergunningen of ontheffingen daarvan met betrekking tot al
dan niet militaire inrichtingen met explosieven en/of schietterreinen
Grondslag: Art 8.7, lid 1, art. 13, Wet milieubeheer en Overlegkader Ambtenaren, belast
en bron met de milieu-inspectie.
Periode: 1952–1993
Waardering: B, 5
403.
Handeling: Het registreren van meldingen inzake het verlenen of wijzigen van Wm-vergunningen
met betrekking tot al dan niet militaire inrichtingen met explosieven en/of schietterreinen.
Bron: Landelijk handhavingsprojekt gemeentelijk milieubeleid, 1990–1994/1995–1997.
VROM 1995/104.
Periode: 1952–
Waardering: B, 6
1721.
Handeling: Het opstellen van interne richtlijnen inzake het verlenen of wijzigen van
Hinderwet- of milieuvergunningen met betrekking tot al dan niet militaire inrichtingen
met explosieven en/of schietterreinen en het uitoefenen van controle daarop.
Product: Handboek Bureau adviseur milieuvergunningen
Periode: 1952–
Opmerkingen: In dit handboek worden de voorschriften verwerkt die in de Hinderwet,
de Wet Milieubeheer, het Inrichtingen- en Vergunningenbesluit Milieubeheer, het Vuurwerkbesluit
en andere milieuregels zijn opgesteld, de normen die op grond van de Best Available
Technique in EG-verband worden opgesteld (BAT-normen) met betrekking tot milieugevaarlijke
stoffen en emissies, alsmede voorschriften die binnen Defensie bekend zijn met betrekking
tot de hantering en opslag van explosieven.
Waardering: B, 5
523.
Handeling: Het geven van aanwijzingen bij aanvragen aan Gedeputeerde Staten van vergunningen
voor geheime militaire inrichtingen in het kader van de luchtverontreiniging, de geluidhinder
en andere milieuvoorschriften.
Grondslag: Art. 6, sub 2, Vergunningenbesluit inrichtingen luchtverontreiniging.
Periode: 1971–1993.
Opmerkingen: De Hinderwetvergunning kent in beginsel aan de gemeenten de bevoegdheid
toe om vergunningen te verlenen, ook voor militaire inrichtingen. De provincie geeft
vergunningen af aan inrichtingen die een risico vormen voor de luchtverontreiniging.
In 1981 coördineert de provincie op grond van de Wet Algemene Bepalingen Milieubeheer
een aantal gecombineerde aanvragen voor hinderwet- en andere milieuvergunningen. De
bevoegdheden van de daarbij betrokken actoren blijven daarbij gehandhaafd.
Waardering: B, 6
1306.
Handeling: Het aanwijzen van personen of instellingen die toezicht houden op naleving
van de Kernenergiewet.
Grondslag: Art. 58 lid 1–3, Kernenergiewet
Periode: 1969–
Product:
* Beschikking toezicht naleving Kernenergiewet (Stcrt. 1969, 38);
Beschikking houdende nadere aanwijzing toezichthoudende ambtenarenenergiewet (Stcrt.
1969, 252);
* Beschikking houdende nadere aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Kernenergiewet
(Stcrt. 1969, 253);
* Beschikking houdende aanwijzing toezichthoudende ambtenaren (Stcrt. 1988, 228);
Opmerkingen: Deel van deze handeling maakt onder andere uit:
* Het aanwijzen van geneeskundigen die medisch toezicht houden op personen die werken
met radioactieve stoffen of ioniserende straling uitzendende toestellen;
* Het aanwijzen van een ambtenaar die op basis van artikel 25, eerste lid, onder a
van de Warenwet die gegevens registreert betreffende het bereiden, voorhanden hebben,
vervoeren, toepassen, binnen Nederlands grondgebied brengen of ontdoen van radioactieve
stoffen;
* Het aanwijzen van een dienst of instelling die verifieert of straling uitzendende
toestellen regelmatig gecontroleerd worden;
* Het aanwijzen van ambtenaren die de zorg hebben over het meetprogramma maakt ook
deel uit van deze handeling;
* Het aanwijzen van geneeskundigen die belast zijn met het medisch toezicht op personen
die met straling in aanraking kunnen komen;
* Het toelaten van personen, die zijn aangewezen om de naleving van internationale
overeenkomsten te controleren;
* Het controleren van de administratie van een inrichting inzake het voorhanden hebben,
toepassen en zich ontdoen van radioactieve stoffen.
Waardering: B, 5
1334.
Handeling: Het periodiek controleren van al dan niet militaire inrichtingen met explosieven
en/of schietterreinen op de naleving van de milieuregels.
Grondslag: Diverse milieuwetten.
Periode: 1970–
Opmerkingen: Deel van deze handeling maakt ook uit:
Toezichthoudende bevoegdheden zijn de bevoegdheid inzage te krijgen en afschrift te
nemen van boeken en andere zakelijke bescheiden;
de bevoegdheid met apparatuur alle plaatsen te betreden;
de bevoegdheid zich te laten vergezellen door bepaalde aangewezen personen;
de bevoegdheid goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen en daarvan monsters
te nemen.
Waardering V, 10 jaar na geldigheid van de desbetreffende milieuvergunning
1335.
Handeling: Het opstellen c.q. aankondigen van procedures bij het repressief en preventief
controleren van vergunningplichtige en niet-vergunningplichtige inrichtingen op de
naleving van de milieuregels.
Grondslag: Diverse milieuwetten.
Periode: 1970–
Product: Inspectierichtlijn, periodiek inspectierooster.
Opmerking: Deze richtlijnen kunnen ook in het Handboek worden opgesteld.
Waardering: B, 4
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de houders van vergunningen die voortkomen
uit kernenergiewet.
Bron: Landelijk Handhavingsprojekt Inspectie-programma Stralenbescherming Kernenergiewet
1991–1992, 1993/71.
Periode: 1945–
Waardering: B, 5
1344.
Handeling: Het instellen van een beroep bij GS of de minister van VROM tegen een beschikking
afgegeven door andere overheden aan al dan niet militaire inrichtingen met explosieven
en/of schietterreinen
Periode: 1952– 1993
Waardering: B, 5
1345.
Handeling: Het doen van meldingen aan de minister van Defensie en/of VROM met betrekking
tot het gedogen van situaties bij al dan niet militaire inrichtingen met explosieven
en/of schietterreinen of militaire operaties, die nog niet in overeenstemming zijn
met milieuregels.
Periode: 1945–
Waardering: B, 1
1346.
Handeling: Het adviseren van het bevoegde gezag bij het verlenen, het instandhouden
en intrekken van gedoogbeschikkingen aan houders van al dan niet militaire inrichtingen
met explosieven en/of schietterreinen of militaire operaties die tijdelijk niet aan
de milieuregels voldoen..
Bron: Gedoogbrieven, TK, 1989–1990, 21137, nr. 26.
Periode: 1945–
Waardering: V, 2 jaar na verstrijken van de geldigheid doordat een vergunning is toegekend
of andere voorwaarden zijn gesteld.
747.
Handeling: Het adviseren van het bevoegd gezag inzake bevelen tot staking van werkzaamheden,
bevelen tot sluiting, wijziging van vergunningsvoorwaarden of intrekking van vergunningen
aan al dan niet militaire inrichtingen met explosieven en/of schietterreinen
Bron: Staking van werkzaamheden en/of sluitingsbevel: Art. 26, onder b, Hinderwet,
art. 18.13, Wet milieubeheer e.a., art. 33 en 34 Wet inzake de luchtverontreiniging,
art. 33, Wet geluidhinder; art. 51, Afvalstoffenwet, art. 49, lid 1 Afvalstoffenwet,
art. 13, Wet chemische afvalstoffen. Intrekking c.,q. wijziging van vergunningsvoorwaarden:
art. 8.39, lid 1 onder a en b, art. 18.14, lid 1,Wet milieubeheer, art. 8.1, Wet milieubeheer,
art. 3.1, 3.2, 4.1 Inrichtingen- en vergunningenbesluit Milieubeheer (Stb. 1993, 50).
Periode: 1945–
Opmerking: Indien dit advies op eigen initiatief van de inspecteur wordt uitgebracht,
heeft dit het karakter van een verzoek.
Waardering: B, 6
1427.
Handeling: Het behandelen van een beroep tegen een beschikking afgegeven door personen
of instellingen die zich bezig houden met de naleving van de Kernenergiewet
Grondslag: Besluit Stralenbescherming Kernenergiewet (Stb. 1986, 465)
Opmerkingen: Het behandelen van een verzoek voor herkeuring, afkomstig van een persoon
die een medisch onderzoek heeft gehad dat al dan niet resulteerde in het verbod om
werkzaamheden te verrichten met radioactieve stoffen of straling uitzendende toestellen,
maakt deel uit van deze handeling.
Waardering: B, 6