1. Tenzij anders is aangegeven, geldt het onderstaande met ingang van 1 juni 2004
tot voorshands 1 juni 2007, onder het voorbehoud van een eventuele wijziging in de
relevante omstandigheden, waaronder jurisprudentie, wetgeving of beleid. Verlenging
(na evaluatie) is mogelijk, zo nodig onder nadere of afwijkende voorwaarden.
2. Van het bedrag van € 11,34 is € 8,51 vrij vergoedbaar, mits er geen beroepskosten
op declaratiebasis worden vergoed.
Een uitzondering hierop geldt voor kosten die de werknemer als intermediair van zijn
werkgever moet maken (zoals de kosten van een busreparatie) en voor de kosten van
een onverwachte hotelovernachting. De compensatie van dergelijke intermediaire kosten
kan eveneens onbelast plaatsvinden.
Zodra daaraan in de praktijk behoefte blijkt te bestaan, zullen de CAO-partijen en
de Belastingdienst op praktische wijze invulling geven aan de toegestane intermediaire
kosten; CAO-partijen kunnen eventuele concrete situaties daartoe aandragen.
3. Als een werkgever tevens op declaratiebasis beroepskosten vergoedt, is punt 2 niet
van toepassing. In dat geval moet de werkgever de vrij vergoedbare kosten integraal
aannemelijk maken.
Voorbeeld:
Een werknemer declareert telefoonkosten en consumpties tot een totaalbedrag van € 12,48.
De werknemer krijgt daarvoor een vergoeding en krijgt daarnaast ook de volledige daggeldvergoeding
van € 11,34. De werknemer ontvangt dan dus in totaal een vergoeding van € 23,82. De
werkgever heeft in dit geval de keuze om:
-
– een vrije vergoeding te geven voor de totale aantoonbare werkelijke kosten ter behoorlijke
vervulling van de dienstbetrekking; of
-
– het meerdere ten opzichte van € 8,51 tot het loon van de werknemer te rekenen, waarbij
er op de werkgever geen bewijslast rust om kosten aan te tonen.
4. Op onherroepelijk vaststaande belastingaanslagen en gemaakte afspraken wordt niet
teruggekomen.
5. Voor zover de naheffingstermijn nog niet is verstreken (1999 en volgende) streeft
de Belastingdienst er, mede uit het oogpunt van eenheid van beleid en uitvoering,
naar om punt 2 ook over inmiddels verstreken jaren toe te passen, bijvoorbeeld met
betrekking tot aangehouden bezwaar- en beroepschriften. Dit lijdt uitzondering als
de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zich daartegen verzetten, bijvoorbeeld
als er:
6. Uitgaande van punt 5 bestaat de mogelijkheid dat punt 2 vóór 1 juni 2001 niet toepasbaar
is, omdat er ook is gedeclareerd. Uit praktische overwegingen heeft de werkgever in
dat geval de keuze (zie ook het voorbeeld bij punt 3) om
-
– punt 2 toe te passen zonder rekening te houden met declaraties; of
-
– punt 2 niet toe te passen, maar aan de hand van zijn eigen bedrijfsgegevens het belastingvrij
te vergoeden bedrag aannemelijk te maken.
7. Als een bepaalde werkgever op basis van zijn eigen specifieke bedrijfsgegevens
eventueel een hoger bedrag dan € 8,51 als vaste vrije vergoeding zou kunnen betalen,
kunnen andere werkgevers daaraan geen rechten ontlenen.