Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a. Minister: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
-
b. Staatssecretaris: Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
-
c. Ambtelijke Leiding: de ambtelijke leiding van het Ministerie door de secretaris-generaal
en de vervanging van de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal;
-
d. diensten:
-
– Concernstaf;
-
– Auditdienst;
-
– Gemeenschappelijke Dienst;
-
– Directoraat-Generaal Milieu;
-
– Directoraat-Generaal Wonen;
-
– Directoraat-Generaal Ruimte;
-
– Rijksgebouwendienst;
-
– Inspectoraat-Generaal VROM;
-
– Ruimtelijk Planbureau;
-
e. Hoofden van dienst: de directeur-generaal Milieubeheer, de directeur-generaal Wonen
de directeur-generaal Ruimte, de directeur-generaal Rijksgebouwendienst, de secretaris-generaal
als manager belast met de dagelijkse leiding van de Concernstaf en de Auditdienst,
de plaatsvervangend secretaris-generaal als manager belast met de dagelijkse leiding
van de Gemeenschappelijke Dienst, de inspecteur-generaal VROM, de directeur van het
Ruimtelijk Planbureau;
-
f. Hoofden van de organisatieonderdelen: de directeur Financiële en Economische Zaken,
de directeur Personeel Organisatie en ICT, de directeur Concerncommunicatie, de directeur
Auditdienst, de directeur VROM-administratiekantoor, de directeur Facilitaire en Informatiedienst,
de directeur VROM Advies- en Expertdienst en de directeur Juridische Zaken;
-
g. mandaat: de bevoegdheid om in naam van de Minister of de Staatssecretaris besluiten
te nemen of beleidsregels vast te stellen;
-
h. volmacht: de bevoegdheid om namens de Staat in naam van de Minister of de Staatssecretaris
privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
-
i. machtiging: de bevoegdheid om in naam van de Minister of de Staatssecretaris handelingen
te verrichten die noch besluiten noch privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
-
2 Onverminderd de Ambtelijke Leiding van het Ministerie door de secretaris-generaalzijn
de Hoofden van dienst belast met de dagelijkse leiding van hun dienst en die onderwerpen
die, mede op grond van in de Bestuursraad gemaakte afspraken, aan hen als lid van
de Bestuursraad zijn toegewezen. Zij ondernemen alle activiteiten die noodzakelijk
zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van het door de Minister en de Staatssecretaris
bepaalde beleid.
-
3 De Hoofden van dienst zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun dienst binnen
de daarvoor door de Secretaris-generaal gestelde kaders, en met uitzondering van de
taken en bevoegdheden, welke zijn opgedragen aan de hoofden van de organisatieonderdelen.
De taken en bevoegdheden van de hoofden van de organisatieonderdelen kunnen door de
Minister nader worden aangevuld.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
De Hoofden van dienst en de Hoofden van de organisatieonderdelen zijn gemachtigd tot
het aangaan van (financiële) verplichtingen en het doen van betalingen, voorzien in
de vastgestelde begrotingen van hun respectievelijke diensten of organisatieonderdelen.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
De secretaris-generaal doet de voordracht aan de Minister respectievelijk de Staatssecretaris
van het operationeel plan VROM. In het operationeel plan VROM wordt per dienst nader
bepaald welke activiteiten door de dienst zullen worden ondernomen, welke resultaten
zullen worden behaald en welke middelen zowel wat het beleid als wat het beheer betreft
daarvoor in beginsel beschikbaar zijn. Tegelijkertijd wordt bepaald wanneer en in
welke vorm, het Hoofd van dienst verantwoording aflegt en informatie verstrekt over
de voortgang van het beleid en over het beheer.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
-
1 De Hoofden van dienst en de Hoofden van de organisatieonderdelen informeren terstond
de Minister, de Staatssecretaris en de Secretaris-Generaal bij zwaarwegende omstandigheden
en gebeurtenissen, aangaande de hen toegekende taken en bevoegdheden.
-
2 Elke functionaris aan wie bij of krachtens deze regeling mandaat is verleend, heeft
een informatie- en signaleringsplicht jegens degene die het mandaat heeft verleend,
zodanig dat deze de eigen verantwoordelijkheid goed vorm kan geven.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
De Hoofden van dienst leggen binnen twee maanden na afloop van het begrotingsjaar
verantwoording af over hun activiteiten. Voor de verantwoording over de activiteiten
bedoeld in artikel 4, wordt het tijdschema aangehouden dat jaarlijks door de concernstafdirecteur Financiële
en Economische Zaken wordt voorgeschreven.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
-
1 De Hoofden van dienst en de Hoofden van de organisatieonderdelen kunnen, onder voorwaarden
en binnen de vastgestelde kaders, bestanddelen van de aan hen verleende bevoegdheden,
verlenen aan personen die onder hun verantwoordelijkheid werkzaam zijn
-
4 Het Hoofd van dienst van de Gemeenschappelijke Dienst draagt zorg voor de registratie
van alle regelingen, zoals bedoeld in lid 3, in het Centraal Register (onder)mandaat,
volmacht en machtiging VROM 2004.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Indien de Hoofden van dienst stukken afdoen als bedoeld in artikel 3, luidt de ondertekening:
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
dan wel, voortvloeiend uit de taakverdeling tussen de minister en de staatssecretaris:
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
voor deze:
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
De Minister kan de taken en bevoegdheden, genoemd in deze regeling, met onmiddellijke
ingang wijzigen of intrekken.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-01-2005]