Wet van 1 juli 2004 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering
van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003 (PbEG L 176)
en richtlijn nr. 2003/55/EG (PbEG L 176), alsmede in verband met de aanscherping van
het toezicht op het netbeheer (Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband
met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet aanpassing behoeven ter uitvoering van de richtlijn van 26 juni 2003, nr. 2003/54/EG,
betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en
houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG (PbEG L 176), van de Verordening van 26 juni 2003, nr. 1228/2003, betreffende de
voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit
(PbEG L 176) en van de richtlijn van 26 juni 2003, nr. 2003/55/EG, betreffende gemeenschappelijke
regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG (PbEG L 176) en dat de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet eveneens aanpassing behoeven om de betrouwbaarheid van het transport van elektriciteit
en gas te waarborgen, de handhaving van beide wetten te versterken en voorzieningen
te kunnen treffen ingeval van tekortkomingen in het netbeheer;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: