Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur

[Regeling vervallen per 14-02-2014.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 13-08-2004.]
Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 14-12-2001 en zichtdatum 03-10-2024.
Geldend van 05-03-2011 t/m 13-02-2014

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 juli 2004, nr. SAS/2004072357, Directoraat-Generaal Milieubeheer/Directie Stoffen, Afvalstoffen, Straling/Afdeling Niet Gevaarlijke Afvalstoffen, houdende regels met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op richtlijn nr. 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PbEU 2003, L 37), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 2003/108/EG van 8 december 2003 (PbEU L 345), de artikelen 8.45, 10.16, eerste lid, 10.17, eerste lid, 10.19, 10.61, 21.6, zesde lid, en 21.8 van de Wet milieubeheer alsmede artikel 4, eerste lid, van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen en reikwijdte

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. richtlijn nr. 2002/96: richtlijn nr. 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PbEU 2003, L 37);

    • b. elektrische en elektronische apparatuur: apparaten die elektrische stromen of elektromagnetische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die:

      • 1°. onder een van de in bijlage IA bij richtlijn nr. 2002/96 genoemde categorieën vallen, en

      • 2°. bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom;

    • c. afgedankte elektrische en elektronische apparatuur: elektrische of elektronische apparaten die afvalstoffen zijn, daaronder begrepen alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt;

    • d. preventie: maatregelen ter vermindering van de hoeveelheid en de milieuschadelijkheid van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en de daarin aanwezige materialen en stoffen;

    • e. recyclen als product: opnieuw gebruiken van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur of onderdelen daarvan voor hetzelfde doel als waarvoor zij oorspronkelijk zijn ontworpen, daaronder begrepen verder gebruik van de apparatuur of de onderdelen daarvan die bij inzamelpunten, distributeurs, recyclingbedrijven of fabrikanten worden ingeleverd;

    • f. terugwinning van energie: gebruik van brandbare afvalstoffen om energie op te wekken door directe verbranding met of zonder andere afvalstoffen, en met terugwinning van de als gevolg daarvan opgewekte warmte;

    • g. recyclen als materiaal: na een verwerking opnieuw gebruiken van materialen voor het oorspronkelijke doel of voor andere doeleinden, daaronder niet begrepen terugwinning van energie;

    • h. verwerking: activiteiten na de afgifte van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur aan een inrichting voor het verwijderen van gevaarlijke afvalstoffen, demontage, shredderen, nuttige toepassing of voorbereiding voor verwijdering, en andere handelingen voor de nuttige toepassing of verwijdering van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;

    • i. financieringsovereenkomst: een lening- lease-, huur- of afbetalingsovereenkomst of een regeling met betrekking tot enige apparatuur, ongeacht of volgens die overeenkomst of regeling, dan wel volgens een bijkomende overeenkomst of regeling, eigendomsoverdracht van het apparaat zal of kan plaatsvinden;

    • j. de producent: degene die, ongeacht de verkooptechniek:

      • 1°. onder zijn eigen merk elektrische en elektronische apparatuur vervaardigt en verkoopt,

      • 2°. onder zijn eigen merk elektrische en elektronische apparatuur wederverkoopt die door andere leveranciers is vervaardigd of ingevoerd en verkocht, met uitzondering van de wederverkoop van apparatuur wanneer het merk van degene, bedoeld onder 1°, op het apparaat zichtbaar is, of

      • 3°. in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf elektrische en elektronische apparatuur invoert in, respectievelijk uitvoert uit Nederland;

      met uitzondering van degene die uitsluitend voorziet in financiering op grond van of in het kader van een financieringsovereenkomst;

    • k. distributeur: degene die op commerciële basis elektrische en elektronische apparatuur levert aan degene die deze apparatuur zal gebruiken;

    • l. afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens: afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die afkomstig is:

      • 1°. van particuliere huishoudens,

      • 2°. van commerciële, industriële, institutionele of andere bronnen en die naar aard en hoeveelheid met die van particuliere huishoudens vergelijkbaar is;

    • m. gevaarlijke stoffen of mengsels: mengsels die als gevaarlijk moeten worden beschouwd in de zin van richtlijn nr. 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PbEU L 200) of stoffen waarvoor de criteria van een of meer van de volgende gevarenklassen of categorieën van bijlage I bij de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels vervuld zijn:

      • 1°. de gevarenklassen 2.1 tot en met 2.4, 2.6 en 2.7, 2.8 typen A en B, 2.9, 2.10, 2.12, 2.13 categorieën 1 en 2, 2.14 categorieën 1 en 2, en 2.15 typen A tot en met F;

      • 2°. de gevarenklassen 3.1 tot en met 3.6, 3.7 schadelijke effecten op de seksuele functie en de vruchtbaarheid of de ontwikkeling, 3.8 andere effecten dan een narcotische werking, 3.9 en 3.10;

      • 3°. gevarenklasse 4.1;

      • 4°. gevarenklasse 5.1.

  • 2 Onder de in bijlage IA bij richtlijn nr. 2002/96 genoemde categorieën elektrische en elektronische apparatuur vallen in ieder geval de producten, bedoeld in bijlage IB bij die richtlijn.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Deze regeling is niet van toepassing op:

  • a. elektrische en elektronische apparatuur die deel is van andere apparatuur welke geen elektrische en elektronische apparatuur in de zin van deze regeling is;

  • b. elektrische en elektronische apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van Nederland of een van de andere lidstaten van de Europese Unie, alsmede wapens, munitie en oorlogsmateriaal daaronder niet begrepen apparatuur die niet voor specifiek militaire doeleinden is bestemd.

§ 2. Inname

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 2 De gemeenteraad en burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat er op ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente of binnen de gemeenten waarmee wordt samengewerkt, in voldoende mate gelegenheid wordt geboden voor de houders en distributeurs om afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens ten minste om niet achter te laten.

  • 3 Aan het bepaalde in het eerste lid wordt uiterlijk zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling voldaan.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

De distributeur neemt bij het ter beschikking stellen van een nieuw product een soortgelijk na gebruik vrijgekomen product, zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, dat hem wordt aangeboden, ten minste om niet in.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

De inname, bedoeld in de artikelen 3 en 4, kan worden geweigerd indien de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur bij gebruik is verontreinigd en daardoor een risico voor de gezondheid of veiligheid oplevert voor degene die inneemt.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Onverminderd de artikelen 3 en 4, kunnen producenten innamesystemen voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens invoeren en exploiteren op voorwaarde dat deze systemen in overeenstemming zijn met de doelstellingen van richtlijn nr. 2002/96.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

De producent draagt er zorg voor dat afgedankte, door hem geproduceerde elektrische en elektronische apparatuur, niet zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, gescheiden wordt ingezameld.

§ 3. Verwerking

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 1 De producent draagt er zorg voor dat de door de gemeente en distributeur ingenomen afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens die door hem is geproduceerd vanaf de in artikel 3, tweede lid, bedoelde plaats en vanaf de distributeur wordt opgehaald, vervoerd en verwerkt.

  • 2 De producent draagt er zorg voor dat afgedankte, door hem geproduceerde elektrische en elektronische apparatuur, niet zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, wordt vervoerd en verwerkt.

  • 3 De verwerking van de ingenomen afgedankte elektrische en elektronische apparatuur geschiedt met gebruik van de beste beschikbare technieken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag verbindt zodanige voorschriften aan de omgevingsvergunning voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met betrekking tot een inrichting voor het verwerken van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, dat ten minste de selectieve behandeling van materialen en onderdelen, bedoeld in bijlage II bij richtlijn nr. 2002/96, wordt gerealiseerd en waarbij de verwerking ten minste omvat het verwijderen van alle vloeistoffen.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op een inrichting als bedoeld in artikel 3, tweede lid, en de inrichting van de in artikel 4 genoemde distributeur voorzover het ingenomen afgedankte elektrische of elektronische apparatuur betreft die tijdelijk wordt opgeslagen voorafgaand aan het vervoer naar een inrichting voor verdere verwerking.

  • 4 Het bevoegd gezag verbindt uiterlijk negen maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling de voorschriften, bedoeld in het eerste en tweede lid, aan alle vergunningen als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer voor inrichtingen die afgedankte elektrische en elektronische apparatuur verwerken, die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling golden.

§ 4. Nuttige toepassing

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 1 De producent draagt er zorg voor dat bij verwerking van de afgedankte, door hem geproduceerde elektrische en elektronische apparatuur, bedoeld in artikel 8, gedurende een kalenderjaar:

    • a. voorzover het apparatuur van de categorieën 1 en 10 van bijlage IA bij richtlijn nr. 2002/96 betreft:

      • ten minste 80 gewichtsprocent nuttig wordt toegepast, en

      • ten minste 75 gewichtsprocent als product of materiaal (van onderdelen, materialen en stoffen) wordt gerecycled;

    • b. voorzover het apparatuur van de categorieën 3 en 4 van bijlage IA bij richtlijn nr. 2002/96 betreft:

      • ten minste 75 gewichtsprocent nuttig wordt toegepast, en

      • ten minste 65 gewichtsprocent als product of materiaal (van onderdelen, materialen en stoffen) wordt gerecycled;

    • c. voorzover het apparatuur van de categorieën 2, 5, 6, 7 en 9 van bijlage IA bij richtlijn nr. 2002/96 betreft:

      • ten minste 70 gewichtsprocent nuttig wordt toegepast en

      • ten minste 50 gewichtsprocent als product of materiaal (van onderdelen, materialen en stoffen) wordt gerecycled;

    • d. voorzover het gasontladingslampen betreft ten minste 80 gewichtsprocent als product of materiaal (van onderdelen, materialen en stoffen) wordt gerecycled.

  • 2 Voor de berekening van de in het eerste lid genoemde percentages, wordt het recyclen als product voorzover dit volledige apparaten betreft, niet meegeteld.

  • 3 Voor de berekening van de in het eerste lid genoemde percentages, wordt afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die wordt uitgevoerd naar landen buiten de Europese Gemeenschap niet meegeteld, met uitzondering van apparatuur waarvan degene die uitvoert kan aantonen dat de nuttige toepassing, de recycling als product of materiaal heeft plaatsgevonden in omstandigheden die gelijkwaardig zijn aan de voorschriften, bedoeld in artikel 9.

§ 5. Financiering

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 1 De producent draagt zorg voor de financiering van het beheer van afgedankte, door hem geproduceerde elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, voorzover het apparatuur betreft die na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht.

  • 2 De producent die op de markt aanwezig is op het moment waarop de kosten ontstaan van het beheer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens welke apparatuur voor 13 augustus 2005 op de markt zijn gebracht, draagt zorg voor de financiering van het beheer van die afgedankte apparatuur naar evenredigheid van zijn marktaandeel op het moment waarop de kosten van het afvalbeheer ontstaan.

  • 3 De in het eerste en tweede lid genoemde zorg voor financiering begint bij de afgifte op de in artikel 3 bedoelde plaats alsmede bij de in artikel 4 genoemde distributeur.

  • 4 Bij het op de markt brengen van elektrische en elektronische apparatuur als bedoeld in het eerste lid stelt de producent een waarborg waaruit blijkt dat het beheer van die apparatuur, wanneer die wordt afgedankt, zal worden gefinancierd overeenkomstig het eerste lid.

  • 5 De in het vierde lid bedoelde waarborg kan de vorm hebben van een recycleverzekering, geblokkeerde bankrekening of deelneming van de producent aan passende financiële regelingen voor de financiering van het beheer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

  • 6 De kosten van het afvalbeheer, bedoeld in het eerste lid, worden bij de verkoop van nieuwe producten niet afzonderlijk getoond aan de kopers.

  • 7 De kosten van het afvalbeheer, bedoeld in het tweede lid, kunnen bij de verkoop van nieuwe producten afzonderlijk worden getoond aan de kopers, voorzover de getoonde kosten de reële kosten niet overstijgen.

  • 8 Het zevende lid geldt voor de elektrische en elektronische apparatuur, genoemd in bijlage IA bij richtlijn nr. 2002/96, onder categorie 1, tot 13 februari 2013 en voor de elektrische en elektronische apparatuur, genoemd onder categorieën 2 tot en met 10 van die bijlage, tot 13 februari 2011.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 1 De producent draagt zorg voor de financiering van het beheer van afgedankte, door hem geproduceerde elektrische en elektronische apparatuur, niet zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, voorzover het apparatuur betreft die na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht.

  • 2 De ontdoener financiert het beheer van door hem afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, niet zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens, voorzover het apparatuur betreft die voor 13 augustus 2005 op de markt is gebracht.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid, kunnen producenten en ontdoeners andere financieringsregelingen overeenkomen.

§ 6. Informatieverplichtingen

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 1 De producent voorziet de door hem geproduceerde elektrische en elektronische apparatuur die na 13 augustus 2005 op de markt wordt gebracht van:

    • a. een symbool zoals opgenomen is in bijlage IV bij richtlijn nr. 96/2002,

    • b. een aanduiding waardoor de producent duidelijk is te identificeren, en

    • c. een aanduiding waaruit blijkt dat het apparaat na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht.

  • 2 Het in het eerste lid, onder a, genoemde symbool wordt duidelijk zichtbaar aangebracht. Indien, gelet op de afmetingen of functie van het product, het niet mogelijk is daarop het symbool, bedoeld in het eerste lid, onder a, aan te brengen, wordt dat symbool aangebracht op de verpakking, de gebruiksaanwijzing of het garantiebewijs van de elektrische en elektronische apparatuur.

Artikel 13a

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 1 Het is verboden elektrische en elektronische apparatuur in te voeren, voor handelsdoeleinden voorhanden te hebben, aan een ander ter beschikking te stellen of uit te voeren indien de ingebouwde batterijen en accu’s niet eenvoudig uit de apparatuur gehaald kunnen worden.

  • 2 Een gebruiksaanwijzing bij apparatuur vermeldt:

    • a. de wijze waarop de batterijen en accu’s uit de elektrische en elektronische apparatuur gehaald kunnen worden;

    • b. informatie over het type batterij of accu, dat in de elektrische en elektronische apparatuur is ingebouwd.

  • 3 Een producent of distributeur levert bij de elektrische en elektronische apparatuur, waarin batterijen of accu’s zijn ingebouwd, een gebruiksaanwijzing die voldoet aan het tweede lid.

  • 4 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing wanneer een permanente verbinding tussen de elektrische en elektronische apparatuur en de batterij of accu vereist is voor de continuïteit van de stroomvoorziening vanwege:

    • a. de veiligheid en de prestaties;

    • b. medische redenen;

    • c. de data-integriteit.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

  • 1 De producent die een nieuw type elektrische en elektronische apparatuur op de markt brengt, verstrekt voor deze apparatuur informatie over de recycling als product of materiaal en de verdere verwerking, aan inrichtingen die deze apparatuur repareren, onderhouden of verwerken.

  • 2 De in het eerste lid genoemde informatie bevat tevens aanwijzingen over de verschillende onderdelen en materialen van de apparatuur, alsmede over de plaatsen in de apparatuur waar zich gevaarlijke stoffen en mengsels bevinden indien de in het eerste lid genoemde inrichtingen deze informatie nodig hebben om aan deze regeling te kunnen voldoen.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde informatie wordt door de producent verstrekt in de vorm van handboeken of in de vorm van elektronische media en wordt verstrekt binnen het jaar nadat de apparatuur op de markt is gebracht.

§ 7. Verslaglegging en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

De producent maakt bij het indienen van een mededeling als bedoeld in artikel 4 van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur gebruik van het in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen formulier.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

De producent informeert de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer binnen 6 maanden na afloop van ieder kalenderjaar over de resultaten van de uitvoering van de artikelen 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 alsmede over de hoeveelheid op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur in het desbetreffende jaar, waarbij hij gebruik maakt van het in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen formulier.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Een wijziging van een van de bijlagen bij richtlijn nr. 2002/96 gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan die wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

De artikelen van deze regeling, met uitzondering van artikel 14, zijn eerst met ingang van 13 augustus 2005 van toepassing op verlichtingsapparatuur als bedoeld in onderdeel 5 van bijlage IA bij richtlijn nr. 2002/96.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

[Red: Wijzigt het Besluit aanwijzing toezichtambtenaren VROM-regelgeving.]

Artikel 20

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

[Red: Wijzigt de Regeling nadere regels kca-logo.]

Artikel 21

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 13 augustus 2004, met uitzondering van:

  • a. artikel 10 dat met ingang van 1 januari 2005 in werking treedt,

  • b. artikel 16 dat met ingang van 1 januari 2006 in werking treedt,

  • c. artikel 20 dat met ingang van 13 augustus 2005 in werking treedt.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 juli 2004

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Bijlage 1. , behorende bij artikel 15

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

FORMULIER MEDEDELING

De in het formulier gestelde vragen moeten zo volledig mogelijk beantwoord worden. Indien u bij de uitvoering van uw verplichtingen gebruik maakt van diensten van derden, noemt u dan ook altijd de namen van de vervoerders, verwerkers of anderen die door u zijn gecontracteerd. Eventuele bijlagen kunnen ook bijgevoegd worden ter ondersteuning van uw ingevulde mededeling.

Een mededeling kan ook door producenten gezamenlijk worden uitgevoerd waarbij het tevens mogelijk is dat een collectieve uitvoeringsorganisatie namens de aangesloten deelnemers een mededeling indient.

Het formulier kan gezonden worden aan SenterNovem, ter attentie van Uitvoering Afvalbeheer/PBA, Postbus 93144, 2509 AC Den Haag (telefoonnummer helpdesk SenterNovem 030-2147979). U kunt het formulier ook digitaal opvragen zodat de mededeling digitaal kan worden uitgevoerd. De ingevulde mededeling zal worden beoordeeld, overeenkomstig artikel 4 van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur. Op deze procedure is titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

A. Gegevens bedrijf

Naam

..............................................................

Bezoekadres

..............................................................

Postadres

..............................................................

Telefoonnummer

..............................................................

Faxnummer

..............................................................

E-mailadres:

..............................................................

Nummer KvK

..............................................................

Contactpersoon

..............................................................

Telefoonnummer

..............................................................

Naam ondertekenaar

..............................................................

Functie ondertekenaar

..............................................................

Datum ondertekening

..............................................................

Handtekening

............................................................

B. Algemene vragen

Voor een juiste beoordeling van uw mededeling, is het noodzakelijk dat u een aantal algemene gegevens verstrekt over de elektrische en elektronische apparatuur die u produceert of importeert alsmede over de verkoopstructuur.

Productcategorieën waarvan u producent bent

..............................................................

..............................................................

Wie zijn de uiteindelijke gebruikers van uw producten, zijn dit particuliere huishoudens of bedrijven of beide?

..............................................................

..............................................................

Worden uw producten rechtstreeks aan de eindgebruiker afgeleverd of wordt gebruik gemaakt van detailhandel?

..............................................................

..............................................................

Gaat u op individuele wijze of collectieve wijze uitvoering geven aan de verplichtingen van de regelgeving?

..............................................................

..............................................................

Indien u bij een collectief bent aangesloten dat (een deel van) de verplichtingen namens u uitvoert, meldt u dan de naam en adresgegevens van dat collectief.

C. Specifieke vragen

In het gedeelte hieronder dient u aan te geven op welke wijze uitvoering gegeven zal worden aan de in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur (verder: Rea) gestelde verplichtingen. Indien bepaalde vragen niet op u van toepassing zijn, kunt u dat aangeven bij de desbetreffende vraag.

Artikel 6 Rea: Gaat u zelf een inname-systeem opzetten voor afgedankte apparatuur van particuliere huishoudens? Zo ja, dan dient u aan te geven op welke wijze u dit systeem gaat invoeren en exploiteren. Tevens dient u aan te geven op welke wijze u zorg draagt dat dit systeem in overeenstemming is met de doelstellingen van richtlijn nr. 2002/96.

..............................................................

..............................................................

Artikel 7 Rea: Op welke wijze geeft u uitvoering aan de verplichting dat de producent zorg draagt voor gescheiden inzameling van afgedankte, door u geproduceerde apparatuur, niet zijnde afgedankte apparatuur van particuliere huishoudens.

..............................................................

..............................................................

Artikel 8, eerste lid Rea: Op welke wijze geeft u uitvoering aan de verplichting dat door de gemeente en distributeur ingenomen afgedankte apparatuur van particuliere huishoudens vanaf de in artikel 3, tweede lid, bedoelde plaats en vanaf de distributeur worden opgehaald, vervoerd en verwerkt.

..............................................................

..............................................................

Artikel 8, tweede lid Rea: Op welke wijze geeft u uitvoering aan de verplichting dat afgedankte apparatuur, niet zijnde apparatuur van particuliere huishoudens, wordt vervoerd en verwerkt.

..............................................................

..............................................................

Artikel 8, derde lid Rea: Op welke wijze garandeert u dat de verwerking van de ingenomen afgedankte apparatuur geschiedt met gebruik van de beste beschikbare technieken?

..............................................................

..............................................................

Artikel 11, eerste en derde lid Rea: Op welke wijze gaat u de financiering regelen van het afvalbeheer van apparatuur die na 13 augustus 2005 op de markt wordt gebracht?

..............................................................

..............................................................

Artikel 11, tweede, derde, zevende en achtste lid Rea: Op welke wijze gaat u de financiering regelen van het afvalbeheer van apparatuur die voor 13 augustus 2005 op de markt is gebracht? Betrek in uw antwoord uw marktaandeel. Maakt u gebruik van de mogelijkheid van het zevende lid om bij de verkoop van nieuwe producten de kosten van het afvalbeheer afzonderlijk aan de kopers te tonen?

..............................................................

..............................................................

Artikel 11, vierde en vijfde lid Rea: Op welke wijze gaat u de verplichting om een waarborg te stellen, invullen?

..............................................................

..............................................................

Artikel 12, eerste lid en derde lid Rea: Op welke wijze geeft u uitvoering aan de verplichting dat de producent zorg draagt voor de financiering van het afvalbeheer van apparatuur, niet zijnde apparatuur van particuliere huishoudens, voorzover het apparatuur betreft die na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht. Meld hierbij tevens of u gebruik maakt van de afwijkingsmogelijkheid die in het derde lid is genoemd. Indien u van deze mogelijkheid gebruik maakt vermeldt u tevens de overeengekomen financieringsregelingen.

..............................................................

..............................................................

Artikel 12, tweede en derde lid Rea: Geef aan of u gebruik maakt van de afwijkingsmogelijkheid die in het derde lid is genoemd, met betrekking tot de financiering van het afvalbeheer van apparatuur, niet zijnde apparatuur van particuliere huishoudens, voorzover het apparatuur betreft die vóór 13 augustus 2005 op de markt is gebracht. Indien u van deze mogelijkheid gebruik maakt, vermeldt u tevens de overeengekomen financieringsregelingen.

..............................................................

..............................................................

Artikel 14 Rea: Op welke wijze gaat u uitvoering geven aan de verplichtingen om informatie te verstrekken over een nieuw type apparatuur.

..............................................................

..............................................................

Artikel 16 Rea: Op welke wijze gaat u de resultaten monitoren ten behoeve van de uitvoering van artikel 16? Hoe valideert u deze gegevens zodat ze een betrouwbaar beeld van de werkelijkheid geven?

..............................................................

..............................................................

Bijlage 2. behorende bij artikel 16

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Formulier verslaglegging

Ingevolge artikel 16 bent u verplicht informatie te verstrekken over de resultaten van de uitvoering van de artikelen 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 alsmede over de hoeveelheid op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur in het desbetreffende jaar. Hiertoe is dit formulier opgesteld.

De in dit formulier gestelde vragen moeten zo volledig mogelijk worden beantwoord. De in te vullen gegevens moeten betrekking hebben op een kalenderjaar. Eventuele bijlagen kunnen ook bijgevoegd worden ter ondersteuning van uw verslaglegging. Met de verstrekte informatie zal vertrouwelijk omgegaan worden voor zover wettelijke (openbaarheids)regelingen niet dwingen tot openbaarmaking.

Het volledig ingevulde formulier kan worden gezonden aan SenterNovem t.a.v. Uitvoering Afvalbeheer / PBA, Postbus 93144, 2509 AC Den Haag. U kunt het formulier ook digitaal opvragen of downloaden van de site van SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer (www.senternovem.nl/uitvoeringafvalbeheer => Wetten en regels => productbesluiten), zodat het verslag digitaal kan worden ingeleverd.

A. Gegevens bedrijf/collectief

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Naam bedrijf/collectief

 

Postadres / postcode / plaats

 

Contactpersoon

 

Telefoonnummer contactpersoon

 

Datum ondertekening

 

Ondertekening

 

Jaar waarover verslag gedaan wordt (plus periode indien verslag niet betrekking heeft op heel jaar)

 

B. Op de Nederlandse markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Toelichting: Ingevolge artikel 16 bent u verplicht informatie te verstrekken over de hoeveelheid aan Nederlandse eindgebruikers ter beschikking gestelde elektrische en elektronische apparatuur. Het beschikbaar stellen kan zowel tegen betaling als gratis zijn. Een product wordt voor het eerst beschikbaar gesteld wanneer het product na de productiefase wordt overgedragen met de bedoeling het product te distribueren of het te gaan gebruiken (door Nederlandse eindgebruikers). Het gaat daarbij om het afzonderlijke product en niet om een type product of het nu als een losse eenheid of in serie is gefabriceerd. De rapportage dient zowel betrekking te hebben op in Nederland gefabriceerde apparaten (bestemd voor Nederlandse eindgebruikers) als in Nederland geïmporteerde apparaten bestemd voor Nederlandse eindgebruikers.

Voor de invulling van tabel 1 kunt u kiezen voor massa-eenheden (in tonnen) of voor aantallen.

Tabel 1. Op de Nederlandse markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur

Categorie volgens bijlage IA van richtlijn nr. 2002/96/EG

Op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur [ton]

Op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur [aantallen]

1. Grote huishoudelijke apparaten

   

2. Kleine huishoudelijke apparaten

   

3. IT- en telecommunicatieapparatuur

   

4. Consumentenapparatuur

   

5. Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen

   

6. Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties)

   

7. Speelgoed, apparatuur voor sport en ontspanning

   

8. Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten)

   

9. Meet- en controle-instrumenten

   

10. Automaten

   

C. Gescheiden inzameling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Toelichting: Ingevolge de artikelen 7 en 8 bent u verplicht de elektrische en elektronische apparatuur gescheiden in te zamelen respectievelijk te verwerken. Bij de rapportage over deze gegevens dient onderscheid gemaakt te worden tussen elektrische en elektronische apparatuur afkomstig van particuliere huishoudens (artikel 8) en elektrische en elektronische apparatuur die niet afkomstig is van particuliere huishoudens (artikel 7).

De invulling van tabel 2 dient in massa-eenheden (in tonnen) te geschieden.

Tabel 2. Gescheiden ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur uit particuliere huishoudens en niet particuliere huishoudens

Categorie volgens bijlage IA van richtlijn nr. 2002/96/EG

Gescheiden ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur

     
 

van particuliere huishoudens [ton]

niet afkomstig van particuliere huishoudens [ton]

1. Grote huishoudelijke apparaten

   

2. Kleine huishoudelijke apparaten

   

3. IT- en telecommunicatieapparatuur

   

4. Consumentenapparatuur

   

5. Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen

   

6. Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties)

   

7. Speelgoed, apparatuur voor sport en ontspanning

   

8. Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten)

   

9. Meet- en controle-instrumenten

   

10. Automaten

   

D. Afvalbeheer ingezamelde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

[Regeling vervallen per 14-02-2014]

Toelichting: Ingevolge artikel 10 bent u verplicht de door u gescheiden ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur te verwerken. U bent tevens verplicht informatie te verstekken over de resultaten van de uitvoering van artikel 10. De verstrekte informatie dient bepaald te zijn op basis van de ‘Handreiking monitoring afgedankte elektrische en elektronische apparatuur’. Deze handreiking is te downloaden van de site van SenterNovem uitvoering afvalbeheer (www.senternovem.nl/uitvoeringafvalbeheer => Wetten en regels => productbesluiten => monitoringprotocol).

Onder het begrip ‘nuttige toepassing’ wordt verstaan de in bijlage II bij de kaderrichtlijn afvalstoffen bedoelde toepasselijke handelingen.

Onder het begrip ‘producthergebruik’ wordt verstaan het opnieuw gebruiken van elektrische en elektronische apparatuur of onderdelen daarvan voor hetzelfde doel als waarvoor zij oorspronkelijk zijn ontworpen. Bij de invulling van tabel 3 kan het hergebruik van volledige apparaten niet worden meegeteld, maar het onderdelenhergebruik kan wel worden meegeteld. De reden hiervan is dat, op grond van artikel 10, tweede lid, het hergebruik van een volledig apparaat niet wordt meegenomen bij de berekening van behaalde percentages nuttige toepassing of product/materiaalhergebruik De basis voor deze percentages is de hoeveelheid zoals weergegeven in tabel 2 minus het hergebruik van het volledige apparaat.

Onder het begrip ‘materiaalhergebruik’ wordt verstaan het na een verwerking opnieuw gebruiken van materialen voor het oorspronkelijke doel of voor andere doeleinden, daaronder niet begrepen terugwinning van energie.

De verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, die wordt uitgevoerd naar landen buiten de Europese Unie, wordt niet meegenomen bij het berekenen van de percentages zoals weergegeven in artikel 10. Uitzonderingen hierop zijn de nuttige toepassing en het hergebruik als product of materiaal, dat heeft plaatsgevonden in omstandigheden die gelijkwaardig zijn aan de voorschriften zoals weergegeven in artikel 9. Alleen onder die omstandigheden en als ook daadwerkelijk aangetoond kan worden dat de verwerking buiten de Europese Unie op een gelijkwaardige manier heeft plaatsgevonden, kan de hoeveelheid die op zodanige wijze buiten de Europese Unie is verwerkt, worden meegenomen in tabel 3. Bij het invullen van tabel 3 is de locatie van de eerste scheidings/bewerkingsstap leidend. Zo dient bijvoorbeeld informatie over de verwerking van in Nederland ontmantelde apparaten volledig ingevuld te worden in de kolom ‘Afvalbeheer in Nederland’, ongeacht waar het materiaal uiteindelijk nuttig is toegepast (waarbij wel rekening gehouden moet worden met de randvoorwaarden voor het wel of niet meetellen van de verwerking buiten de Europese Unie).

Tabel 3. Afvalbeheer ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur, naar bestemming en naar manier van verwerking

Categorie volgens bijlage IA van richtlijn nr. 2002/96/EG

Afvalbeheer in Nederland

Afvalbeheer in ander land Europese Unie

Afvalbeheer buiten Europese Unie

   

Recycling volledig apparaat [ton]

Recycling als product of als materiaal

[ton]

Nuttige toepassing [ton]

Recycling volledig apparaat [ton]

Recycling als product of als materiaal

[ton]

Nuttige toepassing [ton]

Recycling volledig apparaat [ton]

Recycling als product of als materiaal

[ton]

Nuttige toepassing [ton]

1.

Grote huishoudelijke apparaten

                 

2.

Kleine huishoudelijke apparaten

                 

3.

IT- en telecommunicatieapparatuur

                 

4

Consumentenapparatuur

                 

5.

Verlichtingsapparatuur

Waarvan

gasontladingslampen

                 

6.

Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet verplaatsbare industriële installaties)

                 

7.

Speelgoed, apparatuur voor sport en ontspanning

                 

8.

Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten)

                 

9.

Meet- en controle-instrumenten

                 

10

Automaten