Besluit diervoeders

[Regeling vervallen per 01-02-2014.]
Geraadpleegd op 05-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2010 en zichtdatum 29-06-2011.
Geldend van 21-02-2006 t/m 31-08-2010

Besluit van 22 juli 2004, houdende regels inzake diervoeders (Besluit diervoeders)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 17 mei 2004, no. TRCJZ/2004/4039, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op richtlijn nr. 70/524/EEG van de Raad van Europese Gemeenschappen van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in veevoeding (Pb EG L 270), richtlijn nr. 79/373/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 betreffende het verkeer van mengvoeders (PbEG L 86), richtlijn nr. 82/471/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte produkten (PbEG L 213), richtlijn nr. 93/74/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 september 1993 betreffende diervoeders met bijzonder voedingsdoel (PbEG L 237), richtlijn nr. 94/39/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1994 tot vaststelling van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel (PbEG L 207) en richtlijn nr. 96/25/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1996 betreffende het verkeer en het gebruik van voedermiddelen, tot wijziging van de richtlijnen 70/524/EEG, 74/63/EEG, 82/471/EEG en 93/74/EEG, en tot intrekking van richtlijn 77/101/EEG (PbEG L 125);

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 8, 11, eerste lid, en 36, eerste lid, van de Kaderwet diervoeders;

De Raad van State gehoord (advies van 2 juli 2004, nummer W11.04.0207/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 juli 2004, no. TRCJZ/2004/4702, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. wet: Kaderwet diervoeders;

    • b. chemische onzuiverheden: chemische onzuiverheden die direct verband houden met het gebruik van technische hulpmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, onder 2°, tweede gedachtenstreep, van de wet tijdens het fabricageproces;

    • c. botanische onzuiverheden:

      • 1°. natuurlijke vreemde bestanddelen die onschadelijk zijn voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu, waaronder stro- en kafdeeltjes, zaden van andere geteelde soorten, onkruidzaden, of

      • 2°. resten van andere oliehoudende zaden of vruchten die onschadelijk zijn voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu, afkomstig van een eerdere be- of verwerking;

    • d. dagrantsoen: totale hoeveelheid diervoeders, omgerekend op een vochtgehalte van 12%, die een dier van een bepaalde soort, gegeven zijn leeftijdsklasse en prestatievermogen, gemiddeld dagelijks nodig heeft om in zijn algehele voedingsbehoefte te voorzien;

    • e. volledig diervoeder: mengsels van diervoeders die door hun samenstelling op zichzelf een totaal dagrantsoen kunnen vormen;

    • f. aanvullende diervoeders: mengsels van diervoeders die een hoog gehalte aan bepaalde stoffen bevatten en ingevolge hun samenstelling slechts samen met andere diervoeders een dagrantsoen kunnen vormen;

    • g. mineralenmengsels: aanvullende diervoeders die hoofdzakelijk bestaan uit mineralen en die ten minste 40% as bevatten;

    • h. kunstmelkvoeders: mengvoeders die in droge staat of na oplossing in een bepaalde hoeveelheid vloeistof worden toegediend en zijn bestemd voor het voederen van jonge dieren, ter aanvulling of vervanging van de moedermelk na de biestperiode, dan wel voor het voederen van vleeskalveren.

Hoofdstuk 2. Voedermiddelen

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

§ 1. Benaming

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Voedermiddelen die zijn opgenomen op een bij ministeriële regeling ter uitvoering van communautaire maatregelen vast te stellen lijst van voedermiddelen met een exclusieve benaming, worden uitsluitend onder de in die lijst gegeven benaming in het verkeer gebracht.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 Voedermiddelen die niet zijn opgenomen in de lijst, bedoeld in artikel 2, worden in het verkeer gebracht onder een benaming die voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a. zij is niet opgenomen in de lijst, en

    • b. zij kan de verkrijger van het voedermiddel niet misleiden over de werkelijke aard van het product.

  • 2 Uit de benaming van een voedermiddel als bedoeld in het eerste lid blijken elk van de volgende gegevens:

    • a. de oorsprong van het product of bijproduct;

    • b. de gebruikte delen van het product of bijproduct;

    • c. de bewerking die het product of bijproduct heeft ondergaan, of het product of bijproduct zoals dat door bewerking is verkregen;

    • d. de rijpheid of de kwaliteit van het product of bijproduct.

§ 2. Hoedanigheid

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 Een voedermiddel is vrij van chemische onzuiverheden.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing indien de aanwezigheid van deze bestanddelen redelijkerwijs niet te vermijden is.

  • 3 Ingeval in de lijst, bedoeld in artikel 2, een maximumaandeel aan chemische onzuiverheden in een voedermiddel is opgenomen, is in afwijking van het eerste lid een aandeel aan chemische onzuiverheden in dat voedermiddel toegestaan dat niet groter is dan dat maximum.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 Het aandeel aan botanische onzuiverheden in een voedermiddel is lager dan 5% van het gewicht van het voedermiddel.

  • 3 Ingeval in de lijst, bedoeld in artikel 2, een maximumaandeel aan botanische onzuiverheden in een voedermiddel is opgenomen, is in afwijking van het eerste lid een aandeel aan botanische onzuiverheden in dat voedermiddel toegestaan dat niet groter is dan dat maximum.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Indien een voedermiddel is gebonden door gebruik van een grondstof die ook als voedermiddel kan worden aangemerkt, dan is het aandeel van deze grondstof in het voedermiddel ten hoogste 3% van het gewicht van het voedermiddel.

§ 3. Aanduidingen

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van communautaire maatregelen regels gesteld met betrekking tot de aanduidingen op of bij de verpakkingen van voedermiddelen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 De aanduidingen, bedoeld in artikel 7, worden op een het voedermiddel begeleidend document of in voorkomend geval op de verpakking, de recipiënt of op een daaraan bevestigd etiket vermeld.

  • 2 De aanduidingen zijn goed zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Indien een partij voedermiddelen tijdens het verkeer wordt opgesplitst in deelpartijen, worden de aanduidingen, bedoeld in artikel 7, tezamen met een verwijzing naar de oorspronkelijke partij overgenomen op de verpakking of de recipiënt van elke deelpartij of op een de deelpartij begeleidend document.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Het is toegestaan om in afwijking van artikel 8, eerste lid, de aanduidingen, bedoeld in artikel 7, onder de aandacht van de verkrijger te brengen aan de hand van een daarvoor bestemd bericht op de plaats van verkoop, indien het desbetreffende voedermiddel is bestemd voor eindgebruik en een gewicht heeft van 10 kg of minder.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Indien de samenstelling van het voedermiddel tijdens het verkeer verandert, worden de aanduidingen, bedoeld in artikel 7, dienovereenkomstig gewijzigd.

Hoofdstuk 3. Vervangende voederproteïnen

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van communautaire maatregelen regels gesteld met betrekking tot de aanduidingen op of bij de verpakkingen van vervangende voederproteïnen.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 De aanduidingen, bedoeld in artikel 12, worden op de verpakking, de recipiënt of op een daaraan bevestigd etiket goed zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar vermeld.

  • 2 Indien vervangende voederproteïnen niet in een gesloten verpakking of een gesloten recipiënt in het verkeer worden gebracht, worden de aanduidingen op een de vervangende voederproteïnen begeleidend document vermeld.

Hoofdstuk 4. Mengvoeders

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

§ 1. Hoedanigheid

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 Het gehalte aan in zoutzuur onoplosbare as in mengvoeders is:

    • a. indien het mengvoeder hoofdzakelijk uit bijproducten van rijst bestaat, niet groter dan 3,3% van het droge-stofgehalte van het mengvoeder;

    • b. in andere gevallen niet groter dan 2,2% van het droge-stofgehalte van het mengvoeder.

  • 2 Het eerste lid, aanhef in samenhang met onderdeel b, is niet van toepassing op:

    • a. mengvoeders waarin minerale bindmiddelen zijn verwerkt;

    • b. mineralenmengsels;

    • c. mengvoeders die voor meer dan 50% uit snijdsels of pulp van suikerbieten bestaan;

    • d. mengvoeders, bestemd voor gekweekte vissen, waarvan het gehalte aan vismeel groter is dan 15%.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Indien het mengvoeder een kunstmelkvoeder is, bestemd voor kalveren met een levend gewicht van ten hoogste 70 kg, is het ijzergehalte in dat voeder gelijk aan ten minste 30 mg per kg volledig diervoeder, herleid tot een vochtgehalte van 12%.

§ 2. Verpakking

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 Een mengvoeder wordt in een gesloten verpakking of een gesloten recipiënt in het verkeer gebracht.

  • 2 De verpakking en de recipiënt, bedoeld in het eerste lid, zijn op zodanige wijze gesloten dat de sluiting bij het openen wordt verbroken en niet opnieuw kan worden gebruikt.

  • 3 Bij ministeriële regeling wordt ter uitvoering van communautaire maatregelen geregeld onder welke voorwaarden het eerste lid niet van toepassing is.

§ 3. Aanduidingen

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van communautaire maatregelen regels gesteld met betrekking tot de aanduidingen op of bij de verpakkingen van mengvoeders.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 De aanduidingen, bedoeld in artikel 17, worden in een daarvoor bestemd kader op de verpakking, de recipiënt of op een daaraan bevestigd etiket vermeld.

  • 2 De aanduidingen zijn goed zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Indien mengvoeders niet in een gesloten verpakking of een gesloten recipiënt in het verkeer worden gebracht, worden de aanduidingen, bedoeld in artikel 17, in afwijking van artikel 18, eerste lid, op een het mengvoeder begeleidend document vermeld.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Onze Minister wijst ter uitvoering van communautaire maatregelen aanduidingen aan die in afwijking van artikel 18, eerste lid:

  • a. op een het mengvoeder begeleidend document mogen worden vermeld;

  • b. onder de aandacht van de verkrijger mogen worden gebracht aan de hand van een daarvoor bestemd bericht op de plaats van verkoop, indien het desbetreffende mengvoeder is bestemd voor eindgebruik en in kleine hoeveelheden wordt afgeleverd;

  • c. buiten het in artikel 18, eerste lid, bedoelde kader worden of kunnen worden geplaatst.

§ 5. Aanvullende regels over diervoeders met een bijzonder voedingsdoel

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Onze Minister stelt ter uitvoering van communautaire maatregelen een lijst vast met bijzondere voedingsdoelen, onderscheiden naar de diersoort of diercategorie waarvoor een diervoeder met een bijzonder voedingsdoel is bestemd, en de daarbij horende voedingskenmerken.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Een diervoeder met een bijzonder voedingsdoel beschikt over de voedingskenmerken die in de lijst, bedoeld in artikel 21, bij het desbetreffende voedingsdoel en de diercategorie of diersoort waarvoor het voeder is bestemd, zijn opgenomen.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 Een diervoeder met een bijzonder voedingsdoel wordt uitsluitend onder de omschrijving «dieetvoeder» in het verkeer gebracht.

  • 2 Een mengvoeder zonder een bijzonder voedingsdoel dat is opgenomen in de lijst, bedoeld in artikel 21, wordt niet onder de aanduiding «dieetvoeder» in het verkeer gebracht.

Hoofdstuk 5. Regels ter uitvoering van communautaire maatregelen

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Ter uitvoering van bindende communautaire maatregelen kunnen ter zake van toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels of diervoeders bij ministeriële regeling regels worden gesteld met betrekking tot:

  • a. de bereiding, de be- of verwerking, het verpakken, het bewaren, het vervoeren, het vervoederen en het in het verkeer brengen;

  • b. de hoedanigheid;

  • c. de verpakking;

  • d. de aanduidingen op of bij de verpakkingen dan wel op de een zending of partij begeleidende documenten.

Hoofdstuk 6. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 De aanduidingen, bedoeld in de artikelen 7, 12 en 17, zijn gesteld in de Nederlandse taal.

  • 2 Indien een diervoeder is bestemd om in een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland in het verkeer te worden gebracht, dan zijn de aanduidingen, bedoeld in de artikelen 7, 12 en 17, in afwijking van het eerste lid, gesteld in één of meer talen die het land van bestemming heeft gekozen uit de nationale of officiële talen van de Europese Unie.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 Artikel 5, tweede lid, van de wet is van toepassing op een vervangende voederproteïne of een diervoeder met een vervangend voederproteïne indien aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. de aanduiding «EXPORT» is in hoofdletters van ten minste 2 cm hoogte op of aan de verpakking, dan wel op het begeleidend document aangebracht, ingeval het netto-gewicht meer is dan 5 kg;

    • b. de aanduiding «EXPORT» is in hoofdletters van ten minste 2 mm hoogte op de verpakking aangebracht ingeval het netto-gewicht 5 kg of minder is.

  • 2 De voorschriften, gesteld bij of krachtens hoofdstukken 2 en 4, paragrafen 1, 2 en 3, zijn niet van toepassing op voedermiddelen, onderscheidenlijk mengvoeders, die kennelijk zijn bestemd voor uitvoer naar een land dat geen lid is van de Europese Unie en voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Onze Minister stelt ter uitvoering van bindende communautaire maatregelen eisen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de wet.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

  • 1 Het is toegestaan een toevoegingsmiddel, met uitzondering van antibiotica, of een vervangend voederproteïne dat onderscheidenlijk die niet ingevolge een communautaire maatregel is toegelaten, alsmede voormengsels en diervoeders met dat toevoegingsmiddel of die voederproteïne te bereiden, verpakken, etiketteren, vervoeren, vervoederen, in het verkeer te brengen en voorhanden of in voorraad te hebben, indien is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a. het toevoegingsmiddel, de vervangende voederproteïne, het voormengsel of het diervoeder verkeert als zodanig dan wel voor wat betreft een uitbreiding van de toepassingsmogelijkheden kennelijk in een proefstadium, of wordt voor onderzoeksdoeleinden aangewend;

    • b. Onze Minister heeft voor de proefneming of het onderzoek toestemming verleend op aanvraag;

    • c. de dieren waaraan de diervoeders worden gevoederd, worden niet gebruikt voor de productie van levensmiddelen, tenzij dit naar het oordeel van Onze Minister geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu;

    • d. het onderzoek of de proef voldoet aan de bij ministeriële regeling ter uitvoering van communautaire maatregelen gestelde regels omtrent de beoordeling van toevoegingsmiddelen of vervangende voederproteïnen in diervoeders.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent het indienen van een aanvraag om toestemming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de verlenging of wijziging daarvan alsmede omtrent de wijze van behandeling. Daarbij kan onder meer worden bepaald welke gegevens en bescheiden worden overgelegd alvorens een aanvraag in behandeling wordt genomen.

Artikel 29

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

De voorschriften, gesteld bij of krachtens hoofdstuk 4, paragrafen 1 tot en met 3, zijn niet van toepassing op mengvoeders ten aanzien waarvan op het etiket is vermeld dat zij zijn bestemd voor dieren die voor wetenschappelijke of experimentele doeleinden worden gehouden.

Hoofdstuk 7. Wijziging andere besluiten

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 30

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

[Red: Wijzigt het Besluit gemedicineerd voeder.]

Artikel 31

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

[Red: Wijzigt het Besluit uitzonderingen registratieregime diergeneesmiddelen.]

Artikel 32

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

[Red: Wijzigt het Besluit verpakking en etikettering diergeneesmiddelen.]

Artikel 33

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

[Red: Wijzigt het Eisen- en controlebesluit vergunningen diergeneesmiddelen 1993.]

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Artikel 34

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 35

[Regeling vervallen per 01-02-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit diervoeders.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 juli 2004

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ,

C. P. Veerman

Uitgegeven de derde augustus 2004

De Minister van Justitie a.i. ,

M. C. F. Verdonk