3. Het verwerven, het houden en de verkoop van een aandelenpakket door een houdstermaatschappij
zijn economische activiteiten omdat deze handelingen worden verricht als handelaar.
Voor de heffing van omzetbelasting brengt dit het volgende mede.
Ad. 1. Er kunnen zich hierbij twee situaties voordoen: (a) het verwerven, het houden
en de verkoop van het aandelenpakket geschieden buiten het kader van een onderneming
en (b) het verwerven, het houden en de verkoop van het aandelenpakket geschieden binnen
het kader van een onderneming.
-
a. Indien het verwerven, het houden en de verkoop van een aandelenpakket buiten het kader
van een onderneming plaatsvinden, hiervan zal naar mijn oordeel doorgaans sprake zijn,
vallen zij buiten het toepassingsgebied van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet).
De aan deze handelingen toe te rekenen voorbelasting is niet aftrekbaar.
-
b. Indien het verwerven, het houden en de verkoop van het aandelenpakket binnen het kader
een onderneming plaatsvinden, het gaat dan in het bijzonder om een aandelenpakket
van een vennootschap die met de houdstermaatschappij een fiscale eenheid vormt, maken
de kosten die betrekking hebben op deze handelingen deel uit van de algemene kosten.
De terzake in rekening gebrachte omzetbelasting komt op de voet van artikel 15 van
de Wet voor aftrek in aanmerking. De verkoopopbrengst van de aandelen maakt geen deel
uit van de in artikel 11, lid 1, letter c, van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting
1968 (de Beschikking) bedoelde vergoedingen.
Ad. 2. Het verwerven, het houden en de verkoop van het aandelenpakket geschieden binnen
het kader van een onderneming. De kosten die betrekking hebben op deze handelingen
maken deel uit van de algemene kosten. De terzake in rekening gebrachte omzetbelasting
komt op de voet van artikel 15 van de Wet voor aftrek in aanmerking. De verkoopopbrengst
van het aandelenpakket maakt geen uit van de in artikel 11, lid 1, letter c, van de
Beschikking bedoelde vergoedingen.
Ad. 3. Het verwerven, het houden en de verkoop van het aandelenpakket geschieden binnen
het kader van een onderneming. De verkoop van de aandelen is vrijgesteld van de heffing
van omzetbelasting op grond van artikel 11, lid1, letter i, 2°, van de Wet. De aan
genoemde handelingen toe te rekenen voorbelasting is niet aftrekbaar, tenzij aftrek
op grond van artikel 15, lid 2, van de Wet wordt toegestaan.
N.b. Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
treden naar mijn mening de onder ad. 3 vermelde gevolgen voor de heffing van omzetbelasting
ook op, indien het verwerven, het houden en de verkoop van aandelen het rechtstreekse,
duurzame en noodzakelijke verlengstuk van de belastbare activiteit van een onderneming
vormen.