Maatregelenbesluit UWV

[Regeling vervallen per 01-05-2008.]
Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-06-2010 en zichtdatum 25-06-2010.
Geldend van 01-05-2007 t/m 30-04-2008

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Algemene bepaling

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Per wet wordt een maatregel opgelegd met inachtneming van dit besluit. De verplichtingen, waarop een maatregel van toepassing is, zijn per wet ingedeeld in categorieën en opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 3. Maatregelen eerste categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1 Tenzij volstaan wordt met een waarschuwing, bedragen de hoogte en de duur van de maatregel bij het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting opgenomen in de eerste categorie van de ZW, respectievelijk de Wet WIA, de WAZ, de Wajong, de WAO, de WW en de TW:

    • a. 5% over de te late termijn, indien het gestelde tijdstip met niet meer dan 7, respectievelijk 56 kalenderdagen wordt overschreden;

    • b. 10% over de te late termijn, indien het gestelde tijdstip met meer dan 7, respectievelijk 56 kalenderdagen, doch niet meer dan 28, respectievelijk 112 kalenderdagen wordt overschreden;

    • c. 20% over de te late termijn met een maximum van 52 weken, indien het gestelde tijdstip met meer dan 28, respectievelijk 112 kalenderdagen wordt overschreden.

  • 2 Indien de mate van verwijtbaarheid van de gedraging of nalatigheid van de verzekerde daartoe aanleiding geeft, bedraagt de hoogte van de maatregel, bedoeld in het eerste lid: 2%, 5%, 10% in plaats van 5%, 10%, 20%.

  • 3 Voor de vaststelling van het aantal kalenderdagen, bedoeld in het eerste lid, blijven ten aanzien van de verplichting, opgenomen in:

    • a. de eerste categorie, ten 1°, 2°, 4° tot en met 8° en 11° van de WW en de eerste categorie van de ZW, de Wet WIA, de WAZ, de Wajong, de WAO en de TW, buiten toepassing dagen, niet zijnde zaterdagen of zondagen, waarop kantoren van het UWV zijn gesloten;

    • b. de eerste categorie, ten 3°, van de WW, buiten toepassing dagen, niet zijnde zaterdagen of zondagen, waarop kantoren van de CWI zijn gesloten;

    • c. de eerste categorie van de WW, buiten toepassing dagen, waarop ingevolge die wet geen recht bestaat op een uitkering.

Artikel 4. Maatregelen tweede categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1 De hoogte en de duur van de maatregel bedragen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting opgenomen in de tweede categorie van de ZW, de Wet WIA, de WAZ, de Wajong, de WAO, de WW en de TW: 5% gedurende 4 weken.

  • 2 Indien de mate van verwijtbaarheid van de gedraging of nalatigheid van de verzekerde daartoe aanleiding geeft, bedraagt de hoogte van de maatregel, bedoeld in het eerste lid: 2%.

Artikel 5. Maatregelen derde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1 De hoogte en de duur van de maatregel bedragen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting opgenomen in de derde categorie van de ZW, de Wet WIA, de WAZ, de Wajong, de WAO en de WW: 10% gedurende 8 weken.

  • 2 Indien de mate van verwijtbaarheid van de gedraging of nalatigheid van de verzekerde daartoe aanleiding geeft, bedraagt de hoogte van de maatregel, bedoeld in het eerste lid: 5%.

Artikel 6. Maatregelen vierde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1 De hoogte en de duur van de maatregel bedragen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting opgenomen in de vierde categorie van de ZW, de Wet WIA, de WAZ, de Wajong, de WAO en de WW: 20% gedurende 16 weken.

  • 2 Indien de mate van verwijtbaarheid van de gedraging of nalatigheid van de verzekerde daartoe aanleiding geeft, bedraagt de hoogte van de maatregel, bedoeld in het eerste lid: 10%.

  • 3 In afwijking van het eerste respectievelijk tweede lid, bedragen de hoogte en de duur van de maatregel bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting opgenomen in de vierde categorie, ten 3°, van de WW:

    • a. 10% gedurende 16 weken, respectievelijk 5% gedurende 16 weken, indien de verzekerde onvoldoende meewerkt aan het bereiken van een gunstig scholingsresultaat, zodat vertraging in de opleiding of scholing is ontstaan;

    • b. 30% gedurende 16 weken, respectievelijk 10% gedurende 16 weken, indien het een opleiding of scholing betreft die baanzekerheid geeft en de verzekerde deze opleiding of scholing niet aanvangt of heeft afgebroken;

    • c. gehele weigering van de uitkering over de volledige of resterende duur indien het een opleiding of scholing betreft die baanzekerheid geeft en de verzekerde volhardt in het niet of niet behoorlijk nakomen van deze verplichting;

    • d. gehele weigering van de uitkering over de volledige of resterende duur indien de verzekerde volhardt in het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting beschikbaar te zijn voor de voorzieningen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand en mee te werken aan het verkrijgen van die voorzieningen.

  • 4 In afwijking van het eerste respectievelijk tweede lid, bedragen de hoogte en de duur van de maatregel bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting opgenomen in de vierde categorie, ten 4°, van de WAO, WAZ en Wajong, de verplichting opgenomen in de vierde categorie, ten 5°, van de Ziektewet en de verplichting opgenomen in de vierde categorie, ten 6° van de WW, voor zover deze laatste verplichting betrekking heeft op de verplichting genoemd in de vierde categorie, ten 5°, van de Ziektewet:

    • a. 10% gedurende 16 weken, respectievelijk 5% gedurende 16 weken, indien de verzekerde onvoldoende meewerkt aan het bereiken van een gunstig scholingsresultaat, zodat vertraging in de opleiding of scholing die wenselijk wordt geacht voor zijn inschakeling in de arbeid, is ontstaan;

    • b. 30% gedurende 16 weken, respectievelijk 10% gedurende 16 weken, indien het een opleiding of scholing betreft die baanzekerheid geeft en de verzekerde deze opleiding of scholing die wenselijk wordt geacht voor zijn inschakeling in de arbeid, niet aanvangt of heeft afgebroken;

    • c. gehele weigering van de uitkering over de volledige of resterende duur indien het een opleiding of scholing betreft die baanzekerheid geeft en de verzekerde volhardt in het niet of niet behoorlijk nakomen van deze verplichting.

  • 5 Onder baanzekerheid als bedoeld in het derde en vierde lid wordt verstaan een baangarantie of een zodanige kans op een baan, na afronding van de opleiding of scholing, dat deze gelijk te stellen is met een baangarantie.

  • 6 In afwijking van het eerste respectievelijk tweede lid, bedragen de hoogte en de duur van de maatregel een blijvend gehele weigering van de uitkering indien de verzekerde volhardt in het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting opgenomen in de vierde categorie, ten 1°, van de WAO, de WAZ en de Wajong.

Artikel 7. Maatregelen vijfde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1 De hoogte en de duur van de maatregel bedragen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting opgenomen in:

    • a. de vijfde categorie, ten 1° van de ZW, de Wet WIA, de WAZ, de Wajong en de WAO alsmede de vijfde categorie, ten 6° van de WW, voor zover deze laatste verplichting betrekking heeft op de verplichting genoemd in de vijfde categorie, ten 1°, van de ZW blijvend gehele weigering van de uitkering;

    • b. de vijfde categorie, ten 2° van de ZW en ten 1° van de WW alsmede de vijfde categorie, ten 6° van de WW, voor zover deze laatste verplichting betrekking heeft op de verplichting genoemd in de vijfde categorie, ten 2°, van de ZW, de gehele uitkering voor de duur dat de verzekerde aanspraak op loon zou hebben kunnen doen gelden, dan wel de dienstbetrekking zou hebben kunnen voortduren;

    • c. de vijfde categorie, ten 2°, 3° en 4° van de WW: dat deel van de uitkering dat niet tot uitbetaling zou komen, indien de verzekerde de bedoelde benadelingshandeling had nagelaten;

    • d. de vijfde categorie, ten 3° van de ZW en ten 5° van de WW alsmede de vijfde categorie, ten 6° van de WW, voor zover deze laatste verplichting betrekking heeft op de verplichting genoemd in de vijfde categorie, ten 3°, van de ZW, afhankelijk van de ernst van de gedraging of nalatigheid van de verzekerde:

      • 20% gedurende 16 weken,

      • 30% gedurende 26 weken,

      • de gehele uitkering over de volledige of resterende uitkeringsduur;

    • e. de vijfde categorie, ten 2°, van de Wet WIA: de gehele uitkering voor de duur dat de dienstbetrekking zou hebben kunnen voortduren, doch ten hoogste voor de duur van het tijdvak, bedoeld in artikel 25, negende lid, van de Wet WIA;

    • f. de vijfde categorie, ten 3° en ten 4°, van de Wet WIA: dat deel van de uitkering dat niet tot uitbetaling zou komen indien de verzekerde de bedoelde verplichting wel zou zijn nagekomen.

  • 2 Indien de mate van verwijtbaarheid van de gedraging of nalatigheid van de verzekerde daartoe aanleiding geeft, bedragen de hoogte en de duur van de maatregel:

    • a. bedoeld in het eerste lid, onder a: 30% gedurende 26 weken;

    • b. bedoeld in het eerste lid, onder b: 30% gedurende de daar bedoelde termijn;

    • c. bedoeld in het eerste lid, onder c: 30% van het daar bedoelde deel van de uitkering;

    • d. bedoeld in het eerste lid, onder d, ten 1°: 10% gedurende 16 weken;

    • e. bedoeld in het eerste lid, onder d, ten 2°: 20% gedurende 16 weken;

    • f. bedoeld in het eerste lid, onder d, ten 3°: 30% gedurende 26 weken;

    • g. bedoeld in het eerste lid, onder e: 30% gedurende de daar bedoelde termijn;

    • h. bedoeld in het eerste lid, onder f: 30% van het daar bedoelde deel van de uitkering.

Artikel 8. Niet nakoming twee of meer verplichtingen

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1 Indien de verzekerde per wet twee of meer verplichtingen niet of niet behoorlijk nakomt en indien het niet nakomen van deze verplichtingen niet voortkomt uit één oorzaak worden de bij deze verplichtingen na toepassing van dit besluit vastgestelde maatregelen samengevoegd en zoveel mogelijk gelijktijdig gerealiseerd.

  • 2 Indien de verzekerde per wet twee of meer verplichtingen niet of niet behoorlijk nakomt en indien het niet nakomen van deze verplichtingen voortkomt uit één oorzaak wordt één maatregel toegepast overeenkomend met de zwaarste van de bij deze verplichtingen na toepassing van dit besluit vastgestelde maatregelen.

  • 3 Indien de verzekerde ter zake van zijn ingetreden werkloosheid meer dan één verplichting opgenomen in de eerste categorie, ten 1°, 2° en 3° van de WW, niet of niet behoorlijk is nagekomen en tussen de nakoming van deze verplichtingen niet meer dan zeven kalenderdagen zijn gelegen, wordt aan de overtreding van genoemde verplichtingen één oorzaak ten grondslag gelegd.

Artikel 9. Recidive

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1 Indien aan de verzekerde schriftelijk is bekendgemaakt dat hem wegens het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting een maatregel is opgelegd, en hij binnen twee jaren na de dag van deze bekendmaking opnieuw dezelfde verplichting niet of niet behoorlijk is nagekomen, wordt het percentage van de maatregel, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 7, met de helft daarvan verhoogd.

  • 2 Indien na de schriftelijke bekendmaking dat een maatregel is opgelegd ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, opgenomen in de vierde categorie, ten 1°, van de WW, dezelfde verplichting binnen 12 maanden voor de derde maal niet is nagekomen, wordt de gehele uitkering over de resterende duur geweigerd.

  • 3 Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid worden de verplichtingen op grond van artikel 27, vierde lid, van de WW geacht dezelfde verplichtingen te zijn als de dienovereenkomstige verplichtingen op grond van artikel 45 ZW.

Artikel 10. Samenvoeging van maatregelen

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1 Indien als gevolg van de samenvoeging, genoemd in artikel 8, eerste lid of van de verhoging, genoemd in artikel 9, eerste lid, de maatregel meer dan 30% bedraagt, wordt de hoogte van de maatregel gesteld op 30% en de duur ervan verlengd met een zodanige periode dat daarmee de volledige samenvoeging dan wel de verhoging wordt gerealiseerd.

  • 2 Indien op grond van artikel 27, eerste lid, van de WW, het uitkeringspercentage wordt verlaagd naar 35 én de verzekerde een maatregel op grond van dit besluit wordt opgelegd, wordt eerst de eerstgenoemde maatregel gerealiseerd en aansluitend de maatregel op grond van dit besluit.

  • 3 In afwijking van het tweede lid, wordt eerst de maatregel op grond van dit besluit gerealiseerd indien deze maatregel een tijdelijk gehele of blijvend gehele weigering van de uitkering betreft.

Artikel 12. Realisering van de maatregel

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 2 Indien in het dagloon waarnaar de uitkering is berekend de waarde van een vakantiebon of daarmee overeenkomende aanspraken, bestemd voor vakantie-, feest- en/of snipperdagen, is opgenomen, wordt voordat toepassing wordt gegeven aan het eerste lid het dagloon verminderd met de waarde van de vakantiebon of de daarmee overeenkomende aanspraken en vermeerderd met het voor de verzekerde geldende vakantiebijslagpercentage.

Artikel 13. Vakantie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

In de perioden waarin de verzekerde, met inachtneming van de voorschriften, als bedoeld in artikel 101, tweede lid, onderdeel b, juncto artikel 26, eerste lid, onderdeel j, van de WW, vakantie geniet, ontbreekt de verwijtbaarheid ten aanzien van overtredingen als bedoeld in artikel 24, eerste lid onderdeel b ten eerste, ten tweede en ten vierde, of artikel 26 van de WW, voorzover de perioden waarin de verzekerde vakantie geniet, in enig kalenderjaar gezamenlijk een periode van 20 dagen niet overschrijden.

Artikel 15. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 16. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Dit besluit wordt aangehaald als: 'Maatregelenbesluit UWV'.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Amsterdam, 9 augustus 2004

J.M. Linthorst

voorzitter Raad van bestuur UWV

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

De in artikel 2 van het Maatregelenbesluit UWV bedoelde verplichtingen worden per wet onderscheiden in de volgende categorieën:

A. Ziektewet

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Eerste categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Tweede categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Derde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Vierde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Vijfde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1°. de verzekerde mag zijn arbeidsongeschiktheid niet opzettelijk veroorzaken (artikel 45, eerste lid, onderdeel g, van de ZW);

  • 2°. de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij afstand doet van zijn aanspraak op loon onder voortduren van de dienstbetrekking, instemt met of berust in een eindiging van de dienstbetrekking of een eindiging van de dienstbetrekking op een eerder tijdstip dan bij het sluiten van de dienstbetrekking was overeengekomen (artikel 45, eerste lid, onderdeel j, van de ZW);

  • 3°. de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het wachtgeldfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen door te handelen of na te laten voorzover niet genoemd in deze categorie, ten 2° (artikel 45, eerste lid, onderdeel j, van de ZW).

B. Waz, wajong en wao

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Eerste categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Tweede categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Derde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Vierde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Vijfde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

1°. de verzekerde mag zijn arbeidsongeschiktheid niet opzettelijk veroorzaken (artikelen 46, onderdeel e, van de WAZ, 38, onderdeel e, van de Wajong en 28, onderdeel e, van de WAO).

C. Werkloosheidswet

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Eerste categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1°. de verzekerde is verplicht uiterlijk de eerste werkdag volgend op de eerste dag van werkloosheid bij de CWI dan wel het UWV aangifte te doen van zijn werkloosheid (artikel 26, eerste lid, onderdeel a, dan wel artikel 26, vierde en vijfde lid, van de WW):

  • 2°. de verzekerde is verplicht binnen één week na het intreden van zijn werkloosheid bij de CWI een aanvraag om een uitkering in te dienen (artikel 26, eerste lid, onderdeel b, van de WW);

  • 3°. de verzekerde is verplicht zich tijdig als werkzoekende bij de CWI te laten registreren en die registratie tijdig te doen verlengen, indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 25, derde lid, van de Wet SUWI (artikel 26, eerste lid, onderdeel d, van de WW);

  • 4°. de verzekerde is verplicht vóór elke betaling van de uitkering, op een door het UWV aangegeven tijdstip, adres en voorgeschreven wijze, een door het UWV beschikbaar gesteld formulier betreffende onder meer verrichte werkzaamheden, genoten inkomsten en sollicitatie-activiteiten (het werkbriefje) door hem ondertekend en volledig ingevuld in te dienen (artikel 26, eerste lid, onderdeel c, van de WW);

  • 5°. de verzekerde is verplicht zo spoedig mogelijk voor de aanvang van een voorgenomen vakantie aan het UWV mededeling te doen van de voorgenomen duur van de vakantie en de periode waarin deze zal plaatsvinden (artikel 26, eerste lid, onderdeel j, van de WW);

  • 6°. de verzekerde is verplicht terstond aan het UWV mededeling te doen van overschrijding van de voorgenomen duur van de vakantie (artikel 26, eerste lid, onderdeel j, van de WW);

  • 7°. de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan het UWV op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering, of op het bedrag van de uitkering dat aan de werknemer wordt betaald (artikel 25 van de WW);

  • 8°. de verzekerde is verplicht onverwijld aan het UWV of de CWI inzage te verstrekken in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI);

  • 9°. de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan de CWI op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering (artikel 29, eerste lid, van de Wet SUWI);

  • 10°. De verzekerde die bij deelname aan een reïntegratietraject zijn reïntegratieverplichtingen niet naleeft, is verplicht de reden daarvan onmiddellijk mede te delen aan het reïntegratiebedrijf (artikel 26, eerste lid, onderdeel m, van de WW).

  • 11° De verzekerde is verplicht gedurende de eerste dertien weken van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte als bedoeld in artikel 20, zesde en zevende lid, van de WW de verplichtingen als genoemd in deze bijlage in het onderdeel A. Ziektewet onder Eerste categorie na te komen (artikel 27, vierde lid, van de WW).

Tweede categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Derde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Vierde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Vijfde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1°. de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij door de wijze van beëindiging van de dienstbetrekking loonaanspraken prijsgeeft (artikel 24, vijfde lid, van de WW);

  • 2°. de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij aanspraken op inkomsten die op de uitkering in mindering hadden kunnen worden gebracht prijsgeeft (artikel 24, vijfde lid, van de WW);

  • 3°. de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij geen tijdig gebruik maakt van een voor hem bestaande mogelijkheid bij derden zijn aanspraken op loon, vakantiegeld, vakantiebijslag of bedragen die de werkgever in verband met de dienstbetrekking verschuldigd is aan derden geldend te maken (artikel 24, vijfde lid, van de WW);

  • 4°. de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen, doordat hij instemt met dan wel berust in het niet voldoen door de werkgever van zijn aanspraken op loon, vakantiegeld, vakantiebijslag of bedragen die de werkgever in verband met de dienstbetrekking verschuldigd is aan derden (artikel 24, vijfde lid, van de WW);

  • 5°. de verzekerde is verplicht zich zodanig te gedragen dat hij door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid niet benadeelt of zou kunnen benadelen door te handelen of na te laten voorzover niet genoemd in deze categorie, ten 1° tot en met 4° (artikel 24, vijfde lid, van de WW).

  • De verzekerde is verplicht gedurende de eerste dertien weken van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte als bedoeld in artikel 20, zesde en zevende lid, van de WW de verplichtingen als genoemd in deze bijlage in het onderdeel A. Ziektewet, onder Vijfde categorie na te komen (artikel 27, vierde lid, van de WW).

D. Toeslagenwet

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Eerste categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1°. de verzekerde is verplicht binnen de in de controlevoorschriften TW gestelde termijn een aanvraag om toeslag in te dienen (artikel 13 van de TW);

  • 2°. de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor gestelde termijn en op een beschikbaar gesteld formulier de voor de uitvoering benodigde informatie te verstrekken (artikel 13 van de TW juncto artikel 12 van de TW);

  • 3°. de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan het UWV op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op toeslag of op het bedrag van de toeslag dat wordt betaald (artikel 12 van de TW);

  • 4°. de verzekerde is verplicht op verzoek onverwijld aan het UWV of de CWI inzage te verstrekken in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI);

  • 5°. de verzekerde is verplicht binnen de daarvoor vastgestelde termijn aan de CWI op zijn verzoek alle feiten en omstandigheden mee te delen waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering (artikel 29, eerste lid, van de Wet SUWI).

Tweede categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1°. de verzekerde is verplicht de ten behoeve van een doelmatige controle gestelde voorschriften, voorzover niet genoemd in de eerste categorie, op te volgen (artikel 13 van de TW);

  • 2°. de verzekerde is verplicht aan de CWI de gevraagde gegevens en bewijsstukken te verstrekken (artikel 28, tweede lid, van de Wet SUWI).

E. Wet arbeid en zorg

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Eerste categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Tweede categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

1°. de verzekerde is verplicht de ten behoeve van een doelmatige controle gestelde voorschriften, voorzover niet genoemd in de eerste categorie, op te volgen (artikel 3:16, eerste lid, onderdeel f, van de Wazo, artikel 3:27, eerste lid, onderdeel e, van de Wazo juncto artikel 3:28 van de Wazo).

F. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Eerste categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Tweede categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Derde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

Vierde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]

  • 1°. de verzekerde voorkomt het ontstaan van arbeidsongeschiktheid of verminderde arbeidsgeschiktheid en beperkt het bestaan van arbeidsongeschiktheid of verminderde arbeidsgeschiktheid, voorzover dit redelijkerwijs van hem verwacht mag worden (artikel 28, eerste lid, van de Wet WIA);

  • 2°. de verzekerde is gedurende de wachttijd alsmede het verlengde tijdvak, bedoeld in artikel 24, eerste lid, en het tijdvak, bedoeld in artikel 25, negende lid, van de Wet WIA, verplicht:

    • a. mee te werken aan door zijn werkgever of door een door die werkgever aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om hem in staat te stellen passende arbeid te verrichten;

    • b. voldoende reïntegratie-inspanningen te verrichten;

    • c. een naar algemeen medische maatstaven adequate behandeling te ondergaan voor zijn ziekte of gebrek (artikel 28, tweede lid, van de Wet WIA);

  • 3°. de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht in voldoende mate te trachten mogelijkheden tot het verrichten van passende arbeid te behouden of te verkrijgen (artikel 29, eerste lid, van de Wet WIA);

  • 4°. de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht zich geneeskundig te laten behandelen of aanwijzingen van een arts op te volgen indien het UWV of het reïntegratiebedrijf in opdracht van het UWV daartoe opdracht geeft en zijn genezing niet te belemmeren (artikel 29, tweede lid, onder a, van de Wet WIA);

  • 5°. de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht mee te werken aan activiteiten of werkzaamheden, gericht op zijn inschakeling in de arbeid, die het UWV wenselijk acht voor verkrijging van mogelijkheden tot verrichten van passende arbeid (artikel 29, tweede lid, onder b, van de Wet WIA);

  • 6°. de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht mee te werken aan aanpassing van de arbeidsplaats en aan persoonsgebonden voorzieningen die het UWV verstrekt voor verkrijging van mogelijkheden tot verrichten van passende arbeid en zo nodig te trachten die aanpassing en die voorzieningen te verkrijgen (artikel 29, tweede lid, onder c, van de Wet WIA);

  • 7°. de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering moet voldoen aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de reïntegratievisie en het reïntegratieplan. (artikel 29, tweede lid, onder e, van de wet WIA);

  • 8°. de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht in voldoende mate te trachten passende arbeid te verkrijgen (artikel 30, eerste lid, onder b, van de Wet WIA);

  • 9°. de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering is verplicht geen eisen te stellen in verband met door hem te verrichten arbeid die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren (artikel 30, eerste lid, onder c, van de Wet WIA).

Vijfde categorie

[Regeling vervallen per 01-05-2008]