Inkomstenbelasting, winst uit onderneming; aftrekbeperking firmant

[Regeling vervallen per 22-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 18-09-2006.]
Geraadpleegd op 16-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-06-2009.
Geldend van 01-01-2001 t/m 17-09-2006

Inkomstenbelasting, winst uit onderneming; aftrekbeperking firmant

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Aan mij is een vraag voorgelegd over de beperking van de ten laste van de winst te brengen gebruiksvergoeding voor een firmant die een deel van de eigen woning verhuurt aan de vennootschap onder firma waarin hij gerechtigd is.

De vraag en het antwoord zijn hieronder opgenomen.

Vraag

[Regeling vervallen per 22-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 18-09-2006]

X en Y zijn geen verbonden personen in de zin artikel 3.91, tweede lid, onderdelen b en c, Wet IB 2001 en ieder voor 50 procent gerechtigd in vennootschap onder firma (hierna: VOF) XY. Belastingplichtige X verhuurt een deel van zijn woning aan de VOF.

De waarde van het verhuurde deel bedraagt € 40.000 en wordt door X aangegeven in box 3.

De VOF betaalt een huurprijs van € 3.000 per jaar aan X.

Welk bedrag kan X ten laste van zijn winst brengen ter zake van het verhuurde deel?

Antwoord

[Regeling vervallen per 22-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 18-09-2006]

Op grond van het bepaalde in artikel 3.17, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001, kan X maximaal 4 procent van de helft van het verhuurde deel, te weten € 800, ten laste van zijn winst brengen.

Bij de bepaling van de winst uit onderneming van X gaat het om het gebruik van een bezitting in de eigen onderneming. Een aan de gerechtigdheid in de VOF evenredig deel van de bezitting, zijnde de helft van het aan de firma verhuurde deel, wordt gebruikt in de onderneming van firmant Y. In de eigen onderneming van X wordt ook slechts een aan zijn gerechtigdheid evenredig deel gebruikt. Dit evenredige deel ter waarde van 50% van 40.000 = € 20.000 is voor X aan te merken als een bezitting in de zin van voormeld artikel 3.17, eerste lid, onderdeel c. Op grond van deze bepaling kan X niet de helft van de door de firma betaalde huur van € 3.000 als vergoeding voor het gebruik in zijn onderneming ten laste van zijn winst brengen, maar ten hoogste de rendementsheffing over de in zijn onderneming gebruikte helft, te weten 4 procent van € 20.000 = € 800.

Tot slot merk ik op dat Y de voor zijn winstbepaling € 1.500 (50% van € 3.000) als kosten in aanmerking kan nemen.