2. Goede trouw
[Regeling vervallen per 25-12-2013]
Geen zekerheid vooraf wordt verstrekt indien dit in strijd komt met de goede trouw
die jegens verdragspartners en/of in internationaal verband verschuldigd is.
Dit betekent onder meer dat de gevraagde zekerheid vooraf niet wordt gegeven als de
inspecteur vermoedt dat het belang van een verdragspartner of een ander internationaal
belang daardoor zou worden geschaad.
Een sterke indicatie dat in strijd wordt gekomen met de goede trouw die jegens de
verdragspartners verschuldigd is, ontstaat als in de voorgelegde structuur en/of in
het totaal van de met het verzoek om zekerheid vooraf samenhangende transacties één
of meer elementen zijn te onderkennen die zouden worden bestreden als zij zich in
Nederland zouden voordoen (fiscale grensverkenning). Deze sterke indicatie dat met
het geven van zekerheid vooraf in strijd wordt gekomen met de goede trouw die jegens
de verdragspartners verschuldigd is, kan worden weggenomen door het stellen van aanvullende
voorwaarden aan het verstrekken van de zekerheid vooraf. In dit kader kan aan verzoeker
worden gevraagd aan te tonen dat het (de) verdragsland(en) die met de onderkende elementen
worden geconfronteerd, bekend is (zijn) met de totale structuur en het totaal van
de samenhangende transacties waarvoor in Nederland zekerheid vooraf is gevraagd. Een
voorbeeld van een situatie waarin op deze wijze de indicatie kan worden weggenomen
of in strijd wordt gekomen met de goede trouw die jegens verdragspartners verschuldigd
is, is de situatie waarin een buiten Nederland woonachtige professionele sporter een
verzoek indient om zekerheid vooraf te verkrijgen over de fiscale gevolgen van een
aantal samenhangende transacties als gevolg waarvan het (juridische en/of economische)
belang bij de naams- en imagorechten van deze sporter komt te liggen bij een lichaam
dat belast wordt naar een tarief dat naar Nederlandse maatstaven niet als redelijk
kan worden beschouwd. In deze situatie bestaat het wezenlijke risico dat de belastinggrondslag
wordt geërodeerd van het land waarin de naams- en imagorechten zijn opgebouwd, dan
wel van het land van inwonerschap van de sporter. Daarom zal in deze gevallen alleen
zekerheid vooraf worden verstrekt indien de verzoeker aantoont dat het totaal van
de samenhangende transacties bekend is bij de belastingadministratie van het land
waarin de naams- en imagorechten zijn opgebouwd en/of van het land van inwonerschap.
Andere voorbeelden van situaties waarin het belang van een verdragspartner zou worden
geschaad heb ik onder meer opgenomen in het Besluit van 11 augustus 2004, nr. IFZ2004/126M,
Financiële dienstverleningslichamen binnen concernverband zonder reële economische
aanwezigheid in Nederland.
Een voorbeeld van een situatie waarbij strijd bestaat met een algemeen internationaal
belang is het factureren met het doel de herkomst van goederen te versluieren in verband
met een internationale boycot.
Verder wordt uiteraard geen zekerheid vooraf verstrekt indien de inspecteur vermoedt
dat aan het buitenland informatie onjuist of anders wordt gepresenteerd.
Ook indien de inspecteur signalen hebben bereikt waarin ten aanzien van bij het verzoek
betrokken vennootschappen of achterliggende belanghebbende vermoedens worden geuit
over betrokkenheid bij activiteiten als witwassen, steekpenningen, ernstige vermogensdelicten
en/of terrorismefinanciering zal de inspecteur de gevraagde zekerheid vooraf niet
verstrekken, tenzij belanghebbende in een dergelijke situatie buiten twijfel stelt
dat er geen sprake is van een dergelijke betrokkenheid.