4. Het aanspreekpunt potentiële buitenlandse investeerders (APBI)
[Regeling vervallen per 13-06-2014]
Sinds 1 januari 1993 is op de eenheid Belastingdienst/Rijnmond het aanspreekpunt voor
potentiële buitenlandse investeerders gevestigd (hierna: APBI). Zoals ik reeds heb
aangegeven in mijn hiervoor genoemde brief van 20 november 2000 heb ik gezien de positieve
ervaringen met het APBI besloten het huidige beleid met betrekking tot APBI te handhaven.
Dit betekent dat het APBI – binnen het kader van wet, jurisprudentie en beleid – bevoegd
is tot het maken afspraken vooraf over de fiscale aspecten van voorgenomen investeringen
door een potentiële buitenlandse investeerder. Deze afspraken kunnen betrekking hebben
op de vennootschapsbelasting, de loonbelasting, de dividendbelasting, de inkomstenbelasting,
de omzetbelasting en de kapitaalsbelasting. Voor de invoerrechten en accijnzen fungeert
het aanspreekpunt als contactpersoon.
Het APBI maakt geen onderdeel uit van het APA-/ATR-team. De afspraken van het APBI
kunnen echter wel APA- en ATR-aspecten omvatten zoals beschreven in de besluiten van
11 augustus 2004, nr. IFZ2004/124M en 11 augustus 2004, nr. IFZ2004/125M. Ten aanzien
van de APA- en ATR-aspecten van de door het APBI gemaakte afspraken zijn de betreffende
besluiten van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de in die besluiten
opgenomen paragraaf over de organisatie. Alleen daar waar het nodig is voor het waarborgen
van de eenheid van beleid en uitvoering zal over de APA- en ATR-aspecten van een verzoek
afstemming plaatsvinden met het APA/ATR-team. De potentiële buitenlandse investeerder
heeft ook in dat geval alleen met het APBI te maken. De afspraken tussen het APBI
en de buitenlandse investeerder worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst.
Als een potentiële buitenlandse investeerder wordt aangemerkt de investeerder die
overweegt een eerste substantiële (fysieke) investering van meer dan EUR 4,5 miljoen
in Nederland te plegen, die werkgelegenheid oplevert en die aan de volgende kenmerken
voldoet:
-
– de centrale leiding van de investeerder bevindt zich buiten Nederland, of de centrale
leiding van het concern waarvan de investeerder deel uitmaakt bevindt zich buiten
Nederland;
-
– de investeerder heeft nog geen activiteiten in Nederland ontplooid die meer omvatten
dan hulp- en ondersteunende werkzaamheden.
Met betrekking tot de voorwaarde dat het moet gaan om ‘een eerste substantiële investering
van meer dan EUR 4,5 miljoen in Nederland’ merk ik op dat deze investeringen zich
over meer dan één jaar kunnen uitstrekken. De voorwaarde met betrekking tot het werkgelegenheidsbelang
is erop gericht dat het voorgenomen project duurzame arbeidsplaatsen in Nederland
tot stand brengt.
Het ontmoet bij mij geen bezwaar indien met bovenvermelde 4,5 miljoen euro-grens enigszins
soepel wordt omgegaan, in die zin dat het aanspreekpunt rekening houdt met de omvang
van de investering en, meer in het algemeen, met het belang voor de Nederlandse economie,
bijvoorbeeld de omvang van de te creëren werkgelegenheid. Daarnaast is het aanspreekpunt,
op verzoek van de lokale inspecteurs, beschikbaar voor ondersteuning bij zowel nieuwe
investeringen van geringere omvang dan EUR 4,5 miljoen als bij relatief omvangrijke
vervolginvesteringen.