Besluit mandaat en machtiging SenterNovem Programma MobiliteitsManagement 2004

[Regeling vervallen per 08-06-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-03-2011 en zichtdatum 21-11-2024.
Geldend van 01-07-2008 t/m 31-12-2009

Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot mandaatverlening aan de algemeen directeur van SenterNovem voor de uitvoering van het Programma Mobiliteitsmanagement 2004 (Besluit mandaat en machtiging SenterNovem Programma MobiliteitsManagement 2004)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gezien de schriftelijke instemming van de algemeen directeur van SenterNovem van 16 juli 2004 (kenmerk: ZJZ0424963).

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 08-06-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 2 De algemeen directeur van SenterNovem kan van het in het eerste lid aan hem verleende mandaat ondermandaat verlenen aan één of meerdere onder hem ressorterende functionarissen.

  • 3 Aan de algemeen directeur van SenterNovem wordt tevens een machtiging verleend om ter voorbereiding van de in het eerste lid bedoelde besluiten alle benodigde werkzaamheden te verrichten.

  • 4 De algemeen directeur van SenterNovem kan de in het derde lid aan hem verleende machtiging doorgeven aan één of meerdere onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 08-06-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 Aan de algemeen directeur van SenterNovem wordt mandaat verleend om in het kader van het in artikel 1, eerste lid, genoemde programma namens de Minister van Verkeer en Waterstaat beslissingen op bezwaar te nemen, voorzover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door hem in mandaat is genomen.

  • 2 De algemeen directeur van SenterNovem kan van het in het eerste lid aan hem verleende mandaat ondermandaat verlenen aan één of meerdere onder hem ressorterende functionarissen, voorzover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door dezelfde functionaris is genomen.

  • 3 Aan de algemeen directeur van SenterNovem wordt tevens een machtiging verleend om ter voorbereiding van de in het eerste lid bedoelde besluiten alle benodigde werkzaamheden te verrichten.

  • 4 De algemeen directeur van SenterNovem kan de in het derde lid verleende machtiging verlenen aan één of meerdere onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 08-06-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

De in de artikelen 1 en 2 bedoelde functionarissen van SenterNovem oefenen de bij dit besluit verleende bevoegdheden uit met inachtneming van de als bijlage bij dit besluit opgenomen algemene instructie.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 08-06-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 2 Een document als bedoeld in het eerste lid van dit artikel vermeldt aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, namens deze,’ gevolgd door de functie-aanduiding, de naam en de handtekening van de betrokken functionaris van SenterNovem.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 08-06-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 In elk besluit in eerste aanleg dat op grond van dit besluit tot verlening van mandaat en machtiging is genomen, wordt vermeld dat belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend gemaakt is, bezwaar kunnen maken door indiening van een bezwaarschrift gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, per adres SenterNovem, postbus 17, 6130 AA Sittard.

  • 2 In elke beslissing op bezwaar wordt vermeld dat belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op bezwaar bekend gemaakt is, beroep kunnen instellen bij de sector Bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank die op grond van artikel 8:7, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter zake bevoegd is.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 08-06-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 08-06-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging SenterNovem Programma MobiliteitsManagement 2004.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Bijlage

[Regeling vervallen per 08-06-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Algemene instructie

1. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde functionarissen verzenden op verzoek een afschrift van de aanvraag, van het op een aanvraag genomen besluit, van een daartegen gericht bezwaarschrift en van een op het bezwaarschrift genomen besluit aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. Afschriften van de op een beroepsprocedure betrekking hebbende stukken worden aan de Minister van Verkeer en Waterstaat gezonden.

2. De in artikel 2 bedoelde functionarissen voeren in het kader van een beroepsprocedure overleg met de betrokken ambtelijke diensten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat over de in te nemen standpunten.

3. De in artikel 1 bedoelde functionarissen onderzoeken regelmatig ten aanzien van ieder besluit tot subsidieverlening of er omstandigheden zijn op grond waarvan het besluit moet worden ingetrokken of gewijzigd.

4. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde functionarissen treden tenminste eenmaal per kwartaal in overleg met directie Regionale Bereikbaarheid en Veilig Transport van het Directoraat-Generaal Mobiliteit van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat over hun uitvoering van het Programma MobiliteitsManagement 2004.

5. De in de artikelen 1 en 2 van het besluit bedoelde functionarissen richten hun administratie zodanig in, dat daarin alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces zijn opgenomen. Zij verschaffen de Minister van Verkeer en Waterstaat desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van de bij dit besluit verleende bevoegdheden.

6. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde functionarissen signaleren tijdig problemen die zijn gerezen in het kader van de uitvoering van het Programma MobiliteitsManagement 2004 en melden deze tijdig aan het hoofd van directie Regionale Bereikbaarheid en Veilig Transport van het Directoraat-Generaal Mobiliteit van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.