Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit

[Regeling vervallen per 13-11-2005.]
Geraadpleegd op 17-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2009.
Geldend van 01-12-2004 t/m 12-11-2005

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 september 2004, nr. TRCJZ/2004/5015, houdende verlening van mandaat en machtiging aan ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit (Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

De directeur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur en de adjunct-directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, de algemeen directeur en de plaatsvervangend directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Keuringsdienst van Waren worden gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit;

  • b. de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding in verband met door ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit verrichte werkzaamheden en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 3.500,–;

  • c. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;

  • d. de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van zijn directie betreffende voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

De directeur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur en de adjunct-directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

De directeur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur en de adjunct-directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, worden mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. het verlenen van erkenningen en registraties als bedoeld in artikel 10 van de Kaderwet diervoeders;

  • b. het schorsen en intrekken, onderscheidenlijk doorhalen van erkenningen of registraties als bedoeld in artikel 14 van de Kaderwet diervoeders;

  • c. het heffen van een vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 25 van de Kaderwet diervoeders;

  • d. het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 26, eerste lid en zesde lid, van de Kaderwet diervoeders, voor zover de maatregelen voor een of meer afzonderlijke zendingen of partijen zijn voorgeschreven;

  • e. het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Kaderwet diervoeders, voor zover de maatregelen voor een of meer afzonderlijke zendingen of partijen zijn voorgeschreven;

  • f. het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 28, eerste lid, en het derde tot en met het zevende lid, van de Kaderwet diervoeders voor zover de maatregelen voor een of meer afzonderlijke bedrijven zijn voorgeschreven;

  • g. het toepassen van bestuursdwang als bedoeld in artikel 30 van de Kaderwet diervoeders.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

De directeur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur en de adjunct-directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende de navolgende bevoegdheden op grond van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten:

  • a. de beoordeling van mest, melk en biest op grond van artikel 5, tweede lid onder e;

  • b. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van intermediaire bedrijven op grond van artikel 10, eerste lid;

  • c. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van opslagbedrijven op grond van artikel 11, eerste lid;

  • d. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van verbrandingsinstallaties met een lage capaciteit op grond van artikel 12, tweede en derde lid;

  • e. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van categorie 1- en categorie 2-verwerkingsbedrijven op grond van artikel 13, eerste lid;

  • f. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van categorie 2- en categorie 3-oleochemische bedrijven op grond van artikel 14, eerste lid;

  • g. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van biogas- en composteerinstallaties op grond van artikel 15, eerste lid;

  • h. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van categorie 3-verwerkingsbedrijven bedrijven op grond van artikel 17, eerste lid;

  • i. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van bedrijven voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren en van technische bedrijven op grond van artikel 18, eerste lid;

  • j. het verlenen en intrekken van toestemming voor afwijkingen met betrekking tot het gebruik van dierlijke bijproducten op grond van artikel 23, eerste en tweede lid.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

De directeur, de plaatsvervangend directeur en de adjunct-directeur van de Voedsel en Warenautoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de bevoegdheden op de grond van de artikelen 2, vierde lid, en 10 van Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEU L 21) tot het verlenen van instemming voor het vooraf via telecommunicatie of andere elektronische middelen mededelen van de gegevens in het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst, onderscheidenlijk tot het goedkeuren van het met elektronische middelen opstellen, gebruiken, doorzenden en opslaan van het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst, en

  • b. de bevoegdheden op grond van de artikelen 1, vierde lid, en 7 van Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 februari 2004 betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEU L 49) tot het verlenen van instemming voor het vooraf via telecommunicatie of andere elektronische middelen mededelen van de gegevens in het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst, onderscheidenlijk tot het goedkeuren van het met elektronische middelen opstellen, gebruiken, doorzenden en opslaan van het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

De directeur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur, de adjunct-directeur, de kringdirecteuren en de plaatsvervangend kringdirecteuren van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 5

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

Het hoofd van de Afdeling Dierziekten en Diergezondheid van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 6

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

De directeur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur, de adjunct-directeur, de kringdirecteuren en de plaatsvervangend kringdirecteuren en de keuringsdierenartsen wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 7

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

De keuringsdierenartsen van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 8

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 7, luidt:

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE DIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE ADJUNCT-DIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE ALGEMEEN DIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL KEURINGSDIENST VAN WAREN,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL KEURINGSDIENST VAN WAREN,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE KRINGDIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE PLAATSVERVANGEND KRINGDIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

HET HOOFD VAN DE AFDELING DIERZIEKTEN EN DIERGEZONDHEID VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE KEURINGSDIERENARTS VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT,, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 4 Artikel 3a werkt terug tot en met 1 juli 2004.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 13-11-2005]

Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 september 2004

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de

Directeur-Generaal Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

,

R.M. Bergkamp