Stcrt. 2006, 39, datum inwerkingtreding 25-02-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
1 De administratie van een kindercentrum of gastouderbureau is zodanig ingericht dat
op verzoek van:
-
a. de toezichthouder, bedoeld in artikel 61 van de wet, tijdig de gegevens, bedoeld in
het tweede lid, onder a tot en met f, respectievelijk in het derde lid, eerste volzin
en tweede volzin, onder a of b, kunnen worden verstrekt die voor de naleving van bij
en krachtens hoofdstuk 3, paragrafen 2 en 3, van de wet gegeven voorschriften van
belang zijn; of
-
b. de Belastingdienst/Toeslagen, het college of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
tijdig, de gegevens of inlichtingen over de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onder
f en g, respectievelijk derde lid, eerste volzin, voor zover betrekking hebbend op
onderdeel f, en tweede volzin, onder c, kunnen worden verstrekt die voor de aanspraak
van een ouder op en de hoogte van de kinderopvangtoeslag, de hoogte van de tegemoetkoming
van de gemeente of de hoogte van de tegemoetkoming van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
van belang zijn.
2 De administratie van een kindercentrum bevat de volgende gegevens:
-
a. een overzicht van alle bij dat kindercentrum werkzame beroepskrachten, vermeldende
in ieder geval naam, geboortedatum, en de behaalde diploma’s en getuigschriften,
-
b. afschriften van alle afgegeven verklaringen omtrent het gedrag, volgens de Wet justitiële
gegevens dan wel volgens de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen
omtrent het gedrag van bij het kindercentrum werkzame personen,
-
c. een afschrift van de risico-inventarisatie, bedoeld in artikel 51 van de wet,
-
d. een overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie, bedoeld in
artikel 58 van de wet,
-
e. een afschrift van het reglement van de oudercommissie, bedoeld in artikel 59 van de
wet,
-
f. een overzicht van alle ingeschreven kinderen, vermeldende per kind: naam, geboortedatum,
adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en het adres en telefoonnummer van de
ouders, en
-
g. afschriften van alle met ouders overeengekomen schriftelijke overeenkomsten, vermeldende
per overeenkomst: de soort kinderopvang waarop de overeenkomst betrekking heeft, de
voor die kinderopvang te betalen prijs per uur, naam, geboortedatum en adres van het
kind, het aantal uren kinderopvang per jaar en de duur van de overeenkomst.
3 Het tweede lid, onder a tot en met f is van overeenkomstige toepassing op de administratie
van een gastouderbureau. De administratie van een gastouderbureau bevat tevens de
volgende gegevens:
-
a. een overzicht van alle bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders, vermeldende
in ieder geval naam en adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer,
-
b. afschriften van afgegeven verklaringen omtrent het gedrag, volgens de Wet justitiële
gegevens dan wel volgens de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen
omtrent het gedrag van bij het gastouderbureau aangesloten gastouders,
-
c. afschriften van alle met vraagouders overeengekomen schriftelijke overeenkomsten,
vermeldende per overeenkomst: de voor de gastouderopvang te betalen prijs per uur
en, indien van toepassing, de bemiddelingskosten, naam, geboortedatum, adres, postcode
en woonplaats van het kind, het aantal uren gastouderopvang per kind per jaar, evenals
de duur van de overeenkomst, en,
-
d. voor zover daarvan sprake is, een overzicht van gastouders die innovatieve gastouderopvang
bieden.
4 De administratie van een kindercentrum of gastouderbureau is voorts zodanig ingericht
dat de houder aan een ouder als bedoeld in artikel 94 van de wet op aanvraag een verklaring
verstrekt dat in de maand voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de
wet van kinderopvang als bedoeld in artikel 95, eerste lid, van de wet gebruik is
gemaakt.
5 De houder kan de gegevens, bedoeld in het tweede, derde lid, of vierde lid, op een
andere plaats administreren dan op de plaats van vestiging van het kindercentrum of
van het gastouderbureau, mits de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onder a tot
en met f, respectievelijk in het derde lid, eerste volzin en tweede volzin, onder
a en b, op verzoek van de toezichthouder, bedoeld in artikel 61 van de wet, bij een
onderzoek onverwijld beschikbaar komen op de plaats van vestiging van het kindercentrum
of van het gastouderbureau.