Regeling diervoeders

[Regeling vervallen per 01-09-2010.]
Geraadpleegd op 15-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 14-05-2006.
Geldend van 01-01-2006 t/m 15-07-2006

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 september 2004, nr. TRCJZ/2004/5522, houdende regels inzake diervoeders (Regeling diervoeders)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met betrekking tot artikel 100;

Gelet op:

richtlijn nr. 70/524/EEG van de Raad van Europese Gemeenschappen van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (Pb EG L 270);

richtlijn nr. 79/373/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 betreffende het verkeer van mengvoeders (PbEG L 86);

richtlijn nr. 80/511/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 mei 1980 houdende machtiging om, in bepaalde gevallen, mengvoeders in de handel te brengen in niet-gesloten verpakkingen of recipiënten (PbEG L 126);

richtlijn nr. 82/471/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte produkten (PbEG L 213);

richtlijn nr. 82/475/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juni 1982 tot vaststelling van de categorieën van voedermiddelen die mogen worden gebruikt voor het etiketteren van mengvoeders voor huisdieren (PbEG L 213);

richtlijn nr. 83/228/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 april 1983 tot vaststelling van richtsnoeren voor de beoordeling van bepaalde producten die worden gebruikt in diervoeding (PbEG L 126);

richtlijn nr. 93/74/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 september 1993 betreffende diervoeders met bijzonder voedingsdoel (PbEG L 237);

richtlijn nr. 94/39/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1994 tot vaststelling van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel (PbEG L 207);

richtlijn nr. 95/53/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 oktober 1995 tot vaststelling van de beginselen inzake de organisatie van de officiële controles op het gebied van diervoeding (PbEG L 265);

richtlijn nr. 95/69/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1995 houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de erkenning en de registratie van bedrijven en tussenpersonen in de sector diervoeding en tot wijziging van de Richtlijnen 70/524/EEG, 74/63/EEG, 79/373/EEG en 82/471/EEG (PbEG L 332);

richtlijn nr. 96/25/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1996 betreffende het verkeer en het gebruik van voedermiddelen, tot wijziging van de Richtlijnen 70/524/EEG, 74/63/EEG, 82/471/EEG en 93/74/EEG, en tot intrekking van Richtlijn 77/101/EEG (PbEG L 125);

richtlijn nr. 98/51/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 juli 1998 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 95/69/EG van de Raad houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de erkenning en de registratie van bedrijven en tussenpersonen in de sector diervoeding (PbEG L 208);

richtlijn nr. 98/68/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 september 1998 tot vaststelling van het in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 95/53/EG van de Raad bedoelde modeldocument en van controlevoorschriften bij de invoer van diervoeder uit derde landen in de Gemeenschap (PbEG L 261);

verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);

verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31);

richtlijn nr. 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (PbEG L 140);

verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PbEU L 268);

verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levenmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (PbEU L 268);

verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PbEU L 268);

– beschikking nr. 2004/217/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 maart 2004 tot goedkeuring van een lijst van materialen waarvan het verkeer en het gebruik in de diervoeding is verboden (PbEU L 67);

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, onderdeel b, 3, 6, eerste en vierde lid, 7, derde lid, 10, eerste lid, 12, 15, tweede lid, 16, tweede, vierde en vijfde lid, 17, 22, derde lid, 23, 25, eerste en vierde lid, 28, tweede lid, 32, vierde lid, en 34 van de Kaderwet diervoeders en op de artikelen 2, eerste lid, 7, 12, 16, derde lid, 17, 20, 21, 24, 27, 28, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, en 34 van het Besluit diervoeders;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Ongewenste stoffen in diervoeders

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Ingeval er in bijlage I bij richtlijn nr. 2002/32/EG voor aanvullende diervoeders geen apart maximumgehalte aan ongewenste stoffen is vastgesteld, geldt het maximumgehalte dat voor volledige diervoeders is vastgesteld eveneens voor aanvullende diervoeders, rekening houdend met het voor het gebruik daarvan voorgeschreven aandeel in een dagrantsoen.

Hoofdstuk 3. Voedermiddelen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

§ 1. Verboden voedermiddelen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Als voedermiddelen als bedoeld in artikel 3 van de wet worden aangewezen:

  • a. faecaliën, urine, de inhoud van het spijsverteringskanaal die bij het leegmaken of het verwijderen daarvan is vrijgekomen, al dan niet behandeld, bewerkt of verwerkt;

  • b. huiden, behandeld met looistoffen, en afval daarvan;

  • c. zaden, planten, ander plantaardig teeltmateriaal en de daarvan afgeleide producten, voorzover deze na het oogsten daarvan met fytofarmaceutische producten zijn behandeld;

  • d. hout, zaagsel en daarvan afgeleide producten, behandeld met houtconserveringsmiddelen als bedoeld in bijlage V bij richtlijn nr. 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PbEG L 123);

  • e. water uit onafhankelijke circuits in levensmiddelen- of diervoederbedrijven, met uitzondering van water dat aan elk van de volgende voorwaarden voldoet:

    • 1°. het water bevat uitsluitend materiaal van diervoeders of van levensmiddelen;

    • 2°. het water is in technische zin vrij van reinigingsmiddelen, ontsmettingsmiddelen of andere bestanddelen die bij of krachtens de wet, dan wel ingevolge een communautaire maatregel, zijn verboden;

    • 3°. de circuits worden uitsluitend gevuld met:

      • gezond en schoon water als bedoeld in artikel 4 van richtlijn nr. 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PbEG L 330) of

      • schoon zeewater als bedoeld in artikel 2 van richtlijn nr. 91/493/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1991 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van visserijproducten (PbEG L 268), ingeval van gebruik in de zeevisserijsector;

  • f. afval, verkregen uit stedelijk, huishoudelijk en industrieel afvalwater als bedoeld in artikel 2 van richtlijn nr. 91/271/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PbEG L 135), niet zijnde water als bedoeld in onderdeel e, aanhef, al dan niet behandeld, bewerkt of verwerkt en ongeacht de oorsprong van het afvalwater;

  • g. vast stadsafval, met inbegrip van huishoudelijk afval, niet zijnde keukenafval en etensresten als bedoeld in bijlage I bij verordening (EG) nr. 1774/2002;

  • h. verpakkingen en delen van verpakkingen, afkomstig van producten die worden gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie;

  • i. verwerkte dierlijke eiwitten, afkomstig van pelsdieren, huisdieren, dierentuindieren of circusdieren, voorzover deze worden vervoederd aan landbouwhuisdieren die zijn bestemd voor de productie van voedingsmiddelen;

  • j. gehydroliseerde eiwitten, afkomstig van veren, voorzover deze worden vervoederd aan landbouwhuisdieren.

§ 2. Voedermiddelen met een exclusieve benaming

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 2 Op de lijst, bedoeld in het eerste lid, zijn de bepalingen, neergelegd in de punten III, IV en V, eerste lid, van deel A van de bijlage bij richtlijn nr. 96/25/EG, van toepassing.

§ 3. Verplichte aanduidingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot een voedermiddel wordt vermeld:

  • a. het woord ‘voedermiddel’;

  • b. de benaming van het voedermiddel, overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het besluit;

  • c. de netto-hoeveelheid, uitgedrukt in:

    • 1°. gewichtseenheden, indien het voedermiddel een vast product is;

    • 2°. gewichtseenheden of volume-eenheden, indien het voedermiddel een vloeibaar product is;

  • d. de tekst ‘Dit voedermiddel bestaat uit van weefsel van zoogdieren afkomstig eiwit dat niet aan landbouwhuisdieren mag worden vervoederd.’, indien het voedermiddel bestaat uit van weefsel van zoogdieren afkomstig eiwit;

  • e. het referentienummer van de partij voedermiddelen of elke andere vermelding aan de hand waarvan het voedermiddel kan worden getraceerd, ingeval het voedermiddel is geproduceerd op een bedrijf waarvoor een verplichting tot erkenning geldt op grond van verordening (EG) nr. 1774/2002.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot de bestanddelen in een voedermiddel wordt vermeld:

  • a. het watergehalte van het voedermiddel indien:

    • 1°. dit hoger is dan 14% van het gewicht van het voedermiddel, of

    • 2°. de verkrijger van het voedermiddel daarom vraagt;

  • b. het gehalte aan in zoutzuur onoplosbare as, indien dit hoger is dan 2,2% van het droge-stofgehalte van het voedermiddel;

  • c. het gehalte aan bestanddelen die zijn opgenomen bij het voedermiddel in:

    • 1°. de vierde kolom van de lijst in deel B van de bijlage bij richtlijn nr. 96/25/EG, ingeval het voedermiddel is opgenomen in die lijst;

    • 2°. de tweede kolom van de tabel in deel C van de bijlage bij richtlijn nr. 96/25/EG, ingeval het voedermiddel niet is opgenomen in de lijst, bedoeld onder 1°.;

  • d. ingeval een product dat ook als een voedermiddel kan worden aangemerkt is gebruikt om het voedermiddel te denatureren, de aard en de hoeveelheid van dat product in het voedermiddel;

  • e. ingeval een product dat ook als een voedermiddel kan worden aangemerkt is gebruikt om het voedermiddel te binden, de aard van dat product.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Met betrekking tot het bedrijf dat het voedermiddel heeft geproduceerd wordt vermeld:

    • a. de naam of handelsnaam;

    • b. het adres of de zetel;

    • c. het erkenningsnummer, ingeval het voedermiddel is geproduceerd op een bedrijf waarvoor een verplichting tot erkenning geldt op grond van verordening (EG) nr. 1774/2002.

  • 2 Indien het bedrijf, bedoeld in het eerste lid, niet verantwoordelijk is voor de vermelding van de aanduidingen, worden de in het eerste lid, onderdeel a en b, bedoelde aanduidingen met betrekking tot het bedrijf dat verantwoordelijk is voor die aanduidingen aangebracht.

§ 4. Uitzonderingen op verplichte aanduidingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De artikelen 6, 7 en 8 zijn niet van toepassing op een voedermiddel dat voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:

  • a. het voedermiddel is in natuurlijke staat, vers of verduurzaamd, en heeft niet meer dan een eenvoudige bewerking ondergaan;

  • b. aan het voedermiddel is geen ander toevoegingsmiddel dan een conserveermiddel toegevoegd;

  • c. het voedermiddel wordt door een in Nederland gevestigde producent die landbouwer is afgeleverd aan een in Nederland gevestigde veehouder die eindgebruiker is.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 6, aanhef in samenhang met onderdeel d, is niet van toepassing op:

  • a. melk of een melkproduct;

  • b. gelatine;

  • c. gehydrolyseerd eiwit met een molecuulgewicht van minder dan 10.000 dalton, dat voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:

    • 1°. het is verkregen uit huiden, afkomstig van dieren die in een slachthuis zijn geslacht, waarbij door een officiële dierenarts een antemortemkeuring is verricht overeenkomstig artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 139), en die op grond van die keuring geschikt zijn bevonden om overeenkomstig die verordening te worden geslacht;

    • 2°. het is vervaardigd met gebruikmaking van een productieprocédé waarbij de nodige maatregelen worden getroffen om verontreiniging van de huiden, bedoeld in onderdeel 1°, zoveel mogelijk te voorkomen, de huiden worden gepekeld, gekalkt en intensief gewassen en het materiaal vervolgens wordt blootgesteld aan een pH van meer dan 11 gedurende meer dan 3 uur bij een temperatuur van meer dan 80 °C, en de huiden daarna een hittebehandeling ondergaan bij meer dan 140 °C gedurende 30 minuten bij een druk van meer dan 3,6 bar;

    • 3°. het is afkomstig uit een inrichting dat een programma inzake interne controles uitvoert;

  • d. dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen;

  • e. gedroogd plasma en andere bloedproducten.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De artikelen 6, aanhef in samenhang met de onderdelen c en d, en 7 zijn niet van toepassing indien het voedermiddel afkomstig is van een agro-industrieel verwerkingsproces, en het watergehalte ervan groter is dan 50%.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 7, aanhef in samenhang met de onderdelen a tot en met c, is niet van toepassing indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de verkrijger heeft vóór de transactie schriftelijk afgezien van deze informatie;

  • b. het voedermiddel is vers of verduurzaamd, heeft niet meer dan een eenvoudige bewerking ondergaan, en wordt in een hoeveelheid met een gewicht van 10 kg of minder afgeleverd aan een in Nederland gevestigde eindgebruiker door een vervreemder die eveneens in Nederland is gevestigd.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Ten aanzien van een voedermiddel dat vanuit een derde land voor het eerst in het verkeer wordt gebracht en ten aanzien waarvan de aanduidingen, bedoeld in artikel 7, onderdelen a tot en met c, niet kunnen worden aangebracht doordat in het desbetreffende derde land de middelen ontbreken voor de uitvoering van de benodigde analyses, kunnen in plaats van deze aanduidingen voorlopige aanduidingen zijn aangebracht onder de volgende voorwaarden:

  • a. de Voedsel en Waren Autoriteit wordt van tevoren in kennis gesteld van de aankomst van het voedermiddel;

  • b. de definitieve aanduidingen worden binnen een termijn van 10 werkdagen na de datum van aankomst van het voedermiddel aan de verkrijger en aan de Voedsel en Waren Autoriteit verstrekt;

  • c. bij de voorlopige aanduidingen wordt het volgende, in vet gedrukte letters, vermeld: ‘voorlopige gegevens over [1], te bevestigen door [2] vóór [3]’, waarbij wordt ingevuld voor:

    • [1] het referentienummer van het te analyseren monster;

    • [2] de naam en het adres van het met de analyses belaste laboratorium;

    • [3] de datum van afloop van de termijn, bedoeld in onderdeel b.

§ 5. Facultatieve aanduidingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Andere aanduidingen met betrekking tot het voedermiddel kunnen worden vermeld indien is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

  • a. de aanduidingen hebben betrekking op objectieve of meetbare elementen die kunnen worden bewezen en kunnen de verkrijger niet misleiden;

  • b. de aanduidingen worden apart van de aanduidingen, bedoeld in de paragrafen 3 en 4, aangebracht.

Hoofdstuk 4. Vervangende voederproteïnen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot een vervangende voederproteïne worden de aanduidingen, opgenomen bij de desbetreffende vervangende voederproteïne in de zevende kolom van de bijlage bij richtlijn nr. 82/471/EEG, vermeld.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 2 De aanvraag wordt in behandeling genomen nadat het ingevolge artikel 91, onderdeel a, verschuldigde bedrag is voldaan.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Bij de aanvraag wordt een dossier gevoegd met gegevens waaruit blijkt dat de vervangende voederproteïne aan de volgende voorwaarden voldoet:

    • a. de vervangende voederproteïne bezit voedingswaarde voor dieren vanwege haar stikstof- of eiwitvoorziening;

    • b. bij verstandig gebruik:

      • 1°. zijn er geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu;

      • 2°. schaadt de vervangende voederproteïne de verbruiker niet door de kenmerkende eigenschappen van dierlijke producten te wijzigen;

    • c. de vervangende voederproteïne is controleerbaar in diervoeders.

  • 2 Ingeval de aanvraag betrekking heeft op een uit een bacterie of gist verkregen vervangende voederproteïne wordt bij de aanvraag een dossier gevoegd dat is samengesteld overeenkomstig de richtsnoeren uit de bijlage bij richtlijn nr. 83/228/EEG.

Hoofdstuk 5. Mengvoeders

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

§ 1. Verpakking

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 De voorwaarden, bedoeld in artikel 16, derde lid, van het besluit, zijn, ingeval een mengvoeder in het verkeer wordt gebracht als stortgoed of in een niet-gesloten recipiënt, één van de volgende:

    • a. het mengvoeder wordt geleverd tussen producenten van mengvoeders onderling;

    • b. het mengvoeder wordt geleverd door een producent aan een bedrijf dat is belast met de verpakking van dat voeder;

    • c. het mengvoeder is verkregen door het vermengen van hele granen of vruchten;

    • d. het mengvoeder is een liksteen;

    • e. het mengvoeder wordt in een hoeveelheid met een gewicht van ten hoogste 50 kg geleverd, is bestemd voor een eindgebruiker, en is rechtstreeks afkomstig uit een gesloten verpakking of recipiënt die vóór de opening ervan voldeed aan artikel 16, eerste en tweede lid, van het besluit;

    • f. het mengvoeder wordt rechtstreeks geleverd door de producent aan een eindgebruiker;

    • g. het mengvoeder is een melassevoeder dat uit ten hoogste 3 voedermiddelen is samengesteld;

    • h. het mengvoeder is geperst.

  • 2 De voorwaarden, bedoeld in artikel 16, derde lid, van het besluit zijn, ingeval een mengvoeder in een niet-gesloten verpakking in het verkeer wordt gebracht, de voorwaarden, gesteld in het eerste lid, onderdeel a, b, c, d of e.

§ 2. Verplichte aanduidingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot een mengvoeder wordt vermeld:

  • a. de benaming ‘volledig diervoeder’, ‘aanvullend diervoeder’, ‘mineralenmengsel’, ‘melassevoeder’, ‘volledig kunstmelkvoeder’ of ‘aanvullend kunstmelkvoeder’, al naar gelang de aard van het mengvoeder;

  • b. de diersoort of de categorie dieren waarvoor het mengvoeder is bestemd;

  • c. de gebruiksaanwijzing die een nauwkeurige bestemming van het mengvoeder aangeeft en een passend gebruik daarvan mogelijk maakt;

  • d. de netto-hoeveelheid, uitgedrukt in:

    • gewichtseenheden, ingeval het mengvoeder een vast product is;

    • gewichtseenheden of volume-eenheden, ingeval het mengvoeder een vloeibaar product is;

  • e. de garantiedatum, overeenkomstig artikel 34;

  • f. het referentienummer van de partij.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot de bestanddelen in het mengvoeder wordt of worden vermeld:

  • a. de in het mengvoeder verwerkte voedermiddelen, overeenkomstig de artikelen 30, 31 en 32;

  • b. het watergehalte, indien dit hoger is dan 14%;

  • c. het gehalte aan in zoutzuur onoplosbare as, overeenkomstig artikel 33, ingeval:

  • d. het gehalte aan analytische bestanddelen, opgenomen in de tweede kolom van de tabel in deel B van de bijlage bij richtlijn nr. 79/373/EEG, al naar gelang de aard van het mengvoeder en voorzover het mengvoeder is bestemd voor een diersoort of diercategorie die in de derde kolom van die tabel bij het desbetreffende bestanddeel is vermeld;

  • e. de tekst ‘Dit mengvoeder bevat van weefsel van zoogdieren afkomstig eiwit dat niet aan landbouwhuisdieren mag worden vervoederd.’, ingeval het mengvoeder van weefsel van zoogdieren afkomstig eiwit bevat en is bestemd voor andere dieren dan huisdieren.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot degene die verantwoordelijk is voor de vermelding van de aanduidingen wordt vermeld:

  • a. diens naam of handelsnaam;

  • b. diens adres of zetel;

  • c. In voorkomend geval, diens erkenningsnummer dan wel registratienummer.

§ 3. Uitzonderingen op verplichte aanduidingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 De aanduidingen, bedoeld in artikel 19, onderdelen b en c, worden niet vermeld indien het mengvoeder niet meer dan 3 voedermiddelen bevat en de gebruikte voedermiddelen duidelijk in de benaming van het mengvoeder voorkomen.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 In plaats van de benamingen ‘volledig diervoeder’ en ‘aanvullend diervoeder’, bedoeld in artikel 19, onderdeel a, kan de aanduiding ‘mengvoeder’ worden vermeld indien het volledig diervoeder, onderscheidenlijk aanvullend diervoeder, is bestemd voor huisdieren, met uitzondering van honden en katten.

  • 2 In plaats van de aanduiding ‘mengvoeder’, bedoeld in het eerste lid, ‘volledig diervoeder’ of ‘aanvullend diervoeder’, bedoeld in artikel 19, onderdeel a, kan de aanduiding ‘samengesteld voeder’, onderscheidenlijk ‘volledig samengesteld voeder’, onderscheidenlijk ‘aanvullend samengesteld voeder’, worden vermeld indien het voeder is bestemd voor huisdieren.

  • 3 Een als mengvoeder benoemd diervoeder als bedoeld in het eerste lid wordt voor de toepassing van de overige bepalingen van deze paragraaf geacht een volledig diervoeder te zijn.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 20, aanhef in samenhang met onderdeel e, is niet van toepassing indien het mengvoeder geen ander van weefsel van zoogdieren afkomstig eiwit bevat dan die, bedoeld in artikel 10.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

In afwijking van artikel 20, onderdeel b, wordt het watergehalte, ingeval het mengvoeder:

  • a. een kunstmelkvoeder is of een ander mengvoeder dan een kunstmelkvoeder is met een gehalte aan melkproducten van meer dan 40%, vermeld indien dit hoger is dan 7%;

  • b. een mineralenmengsel zonder organische bestanddelen is, vermeld indien dit hoger is dan 5%;

  • c. een mineralenmengsel met organische bestanddelen is, vermeld indien dit hoger is dan 10%.

§ 4. Facultatieve aanduidingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot een mengvoeder kan worden vermeld:

  • a. de prijs;

  • b. de handelsbenaming of het handelsmerk;

  • c. het land van productie of fabricage;

  • d. de toestand waarin het mengvoeder zich bevindt of de bijzondere behandeling die het heeft ondergaan;

  • e. de fabricagedatum, overeenkomstig artikel 35.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot de bestanddelen in een mengvoeder kan worden vermeld:

  • a. het watergehalte, in andere gevallen dan bedoeld in artikel 20, onderdeel b, of 25;

  • b. het gehalte aan in zoutzuur onoplosbare as, overeenkomstig artikel 33, indien dit gehalte lager is dan het maximumgehalte, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van het besluit;

  • c. het gehalte aan analytische bestanddelen, opgenomen in de tweede kolom van de tabel in deel B van de bijlage bij richtlijn nr. 79/373/EEG, al naar gelang de aard van het mengvoeder en voorzover het mengvoeder is bestemd voor een diersoort of diercategorie die in de vierde kolom van die tabel bij het desbetreffende bestanddeel is vermeld.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Met betrekking tot degene die verantwoordelijk is voor de vermelding van de aanduidingen kan diens kenmerk of het handelsmerk worden vermeld.

  • 2 Met betrekking tot de fabrikant kan, ingeval hij niet verantwoordelijk is voor de vermelding van de aanduidingen, worden vermeld:

    • a. diens naam of handelsnaam;

    • b. diens adres of zetel.

Artikel 29

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Andere aanduidingen dan bedoeld in de artikelen 19 tot en met 28 kunnen worden vermeld indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. zij hebben betrekking op objectieve of meetbare gegevens die kunnen worden aangetoond;

  • b. zij hebben geen betrekking op:

§ 5. Aanvullende regels over de wijze van aanduiding

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 30

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Voedermiddelen in mengvoeders die zijn opgenomen in de lijst, bedoeld in artikel 5, worden onder de in die lijst gegeven benaming vermeld.

  • 2 Voedermiddelen in mengvoeders die niet zijn opgenomen in de lijst, bedoeld in artikel 5, worden onder een benaming die voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 3 van het besluit, vermeld.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid kunnen voedermiddelen worden vermeld onder de benaming van een categorie voedermiddelen als bedoeld in de bijlage bij richtlijn nr. 82/475/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juni 1982 tot vaststelling van de categorieën van voedermiddelen die mogen worden gebruikt voor het etiketteren van mengvoeders voor huisdieren (PbEG L 213) indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. het mengvoeder is bestemd voor huisdieren;

    • b. alle voedermiddelen worden vermeld onder de benaming van de categorie voedermiddelen waartoe zij ingevolge de bijlage behoren, met uitzondering van voedermiddelen die tot geen enkele categorie voedermiddelen behoren;

    • c. voedermiddelen die tot geen enkele categorie voedermiddelen behoren worden, in voorkomend geval, aangeduid overeenkomstig het eerste of tweede lid.

Artikel 31

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De voedermiddelen in mengvoeders worden in afnemende volgorde van grootte van hun aandeel in het gewicht van het mengvoeder vermeld.

Artikel 32

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Bij de aanduiding van de voedermiddelen in mengvoeders die zijn bestemd voor huisdieren kan, overeenkomstig het tweede lid, worden gewezen op:

    • a. de aanwezigheid van bepaalde voedermiddelen die voor de eigenschappen van het desbetreffende mengvoeder van wezenlijk belang zijn;

    • b. een laag gehalte aan bepaalde voedermiddelen dat voor de eigenschappen van het desbetreffende mengvoeder van wezenlijk belang is.

  • 2 Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, wordt het minimum- of het maximumgehalte van het desbetreffende voedermiddel, uitgedrukt in percentage van het gewicht van het mengvoeder, op één van de volgende wijzen duidelijk vermeld:

    • a. bij de aanduidingen over het desbetreffende voedermiddel of de desbetreffende categorie;

    • b. naast de aanduiding waarmee wordt gewezen op de aanwezigheid van het desbetreffende voedermiddel of de desbetreffende categorie.

Artikel 33

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Het gehalte aan in zoutzuur onoplosbare as wordt vermeld als percentage ten opzichte van het gewicht van het mengvoeder als zodanig.

Artikel 34

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 De garantiedatum wordt als volgt vermeld:

    • a. bij mengvoeders die in microbiologisch opzicht zeer bederfelijk zijn: ‘Te gebruiken vóór’, gevolgd door de dag, maand en het jaar;

    • b. bij andere mengvoeders: ‘Bij voorkeur te gebruiken vóór’, gevolgd door de maand en het jaar.

  • 2 Indien op grond van een communautaire maatregel ook een plicht tot vermelding van een garantiedatum geldt, wordt enkel de datum aangeduid die als eerste verstrijkt.

  • 3 Als garantiedatum wordt gegeven de datum tot welke het mengvoeder zijn specifieke eigenschappen behoudt indien het in passende omstandigheden wordt bewaard.

Artikel 35

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 De fabricagedatum wordt als volgt vermeld: ‘Gefabriceerd [1] vóór de aangegeven datum van minimumhoudbaarheid.’, waarbij wordt ingevuld voor [1]: het aantal dagen, maanden of jaren, gelegen tussen de fabricagedatum en de garantiedatum.

Artikel 36

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 5 Indien de aanduidingen, bedoeld in het vierde lid, buiten het in artikel 18, eerste lid, van het besluit bedoelde kader worden geplaatst, wordt in dat kader aangegeven waar de aanduidingen wel zijn vermeld.

§ 6. Aanvullende regels over diervoeders met een bijzonder voedingsdoel

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 37

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Als lijst met bijzondere voedingsdoelen als bedoeld in artikel 21 van het besluit, is vastgesteld de lijst, opgenomen in deel B van de bijlage bij richtlijn nr. 94/39/EG.

Artikel 38

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Met betrekking tot een diervoeder met een bijzonder voedingsdoel en de bestanddelen daarin wordt of worden vermeld:

    • a. het woord ‘dieetvoeder’ en de benaming van het voeder;

    • b. het bijzondere voedingsdoel;

    • c. de voedingskenmerken van het voeder die in de lijst, bedoeld in artikel 37, bij het bijzondere voedingsdoel zijn opgenomen;

    • d. de in de lijst, bedoeld in artikel 37, bij het bijzondere voedingsdoel en de diercategorie of diersoort waarvoor het is bestemd opgenomen:

      • 1°. kwantitatieve gegevens inzake analytische bestanddelen, toevoegingsmiddelen en andere ingrediënten;

      • 2°. gegevens over de aanbevolen minimum- en maximumgebruiksduur;

      • 3°. andere vermeldingen;

    • e. de tekst ‘Aangeraden wordt om vóór gebruik een specialist te raadplegen’, tenzij ingevolge onderdeel d, onder 3°, een aanbeveling om een dierenarts te raadplegen wordt vermeld.

  • 2 De ingevolge het eerste lid, onderdeel d, onder 1°, te vermelden:

    • a. bronnen van bestanddelen worden zodanig nauwkeurig vermeld dat kan worden beoordeeld of deze gegevens overeenstemmen met de daarbij horende voedingskenmerken;

    • b. gehalten aan bestanddelen die ook zijn toegelaten als toevoegingsmiddel, waarbij in de lijst, bedoeld in artikel 37, ‘totaal’ is aangegeven, hebben betrekking op:

      • 1°. de van nature in het voeder aanwezige hoeveelheid indien het desbetreffende toevoegingsmiddel niet in het voeder is verwerkt;

      • 2°. het totaal van de van nature aanwezige en de toegevoegde hoeveelheid in het voeder in andere gevallen dan bedoeld onder 1°;

    • c. gehalten aan bestanddelen waarbij in de lijst, bedoeld in artikel 37, is aangegeven ‘indien toegevoegd’, worden alleen vermeld indien het bestanddeel speciaal in het voeder is verwerkt, of het aandeel ervan speciaal is vergroot om het bijzondere voedingsdoel te bereiken.

  • 3 In plaats van een ingevolge het eerste lid, onderdeel d, onder 2°, te vermelden minimum- en maximumgebruiksduur kan een preciezere gebruiksduur, gelegen binnen dit minimum en maximum, worden vermeld.

Artikel 39

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

In aanvulling op artikel 19, onderdeel c, worden of wordt op de gebruiksaanwijzing bij een diervoeder met een bijzonder voedingsdoel:

  • a. in voorkomend geval de teksten en gegevens vermeld die in deel B van de bijlage bij richtlijn nr. 94/39/EG bij het bijzondere voedingsdoel en de diercategorie of diersoort waarvoor het is bestemd zijn opgenomen;

  • b. een advies gegeven over de samenstelling van het dagrantsoen indien het voeder een aanvullend diervoeder is.

Artikel 40

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot een diervoeder met een bijzonder voedingsdoel kan het volgende worden vermeld:

  • a. de specifieke pathologische toestand, voorzover:

    • 1°. deze overeenkomt met het voedingsdoel, en

    • 2°. is voldaan aan de voorwaarden, gesteld in artikel 29;

  • b. gegevens waarmee de aandacht wordt gevestigd op de aanwezigheid van een of meer analytische bestanddelen die kenmerkend zijn voor het voeder, of op een laag gehalte daarvan, voorzover het minimum- of maximumgehalte aan de desbetreffende bestanddelen in het gewicht van het voeder:

    • 1°. wordt uitgedrukt in een percentage, en

    • 2°. duidelijk wordt aangegeven bij de bestanddelen.

§ 7. Aanvullende regels over mengvoeders waarin een toevoegingsmiddel is verwerkt

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 41

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot een toevoegingsmiddel in een mengvoeder wordt of worden vermeld:

  • a. de benaming, tenzij het middel uit een van de volgende stoffen bestaat:

    • 1°. een spoorelement, met uitzondering van koper;

    • 2°. een vitamine, met uitzondering van de vitaminen A, D en E;

    • 3°. een provitamine of een stof met een daaraan analoge werking;

    • 4°. een enzym;

    • 5°. een micro-organisme;

  • b. het gehalte aan:

    • 1°. toegevoegde werkzame stoffen, indien het middel een antibioticum, een coccidiostaticum, een andere geneeskrachtige stof of een groeibevorderende stof, of vitamine A of D is;

    • 2°. alfa-tocoferolen, indien het middel vitamine E is;

    • 3°. koper, uitgedrukt in Cu, indien het middel koper bevat;

  • c. de garantiedatum, dan wel de houdbaarheidstermijn, indien het middel een antibioticum, een coccidiostaticum, een andere geneeskrachtige stof of een groeibevorderende stof, of vitamine A, D of E is;

  • d. het erkenningsnummer van de fabrikant van het toevoegingsmiddel, indien het middel een antibioticum, een coccidiostaticum, een andere geneeskrachtige stof of een groeibevorderende stof is;

  • e. de, voor de benaming, bedoeld in onderdeel a, te plaatsen, tekst:

    • 1°. ‘oxydatietegengaande stof’, indien het middel een oxydatietegengaande stof is en het voeder is bestemd voor huisdieren;

    • 2°. ‘kleurstof’ of ‘gekleurd met’, indien het middel een kleurstof, met inbegrip van pigmenten, is en het voeder is bestemd voor huisdieren;

    • 3°. ‘conserveermiddel’ of ‘geconserveerd met’, indien het middel een conserveermiddel is en het voeder is bestemd voor huisdieren;

  • f. de aanduidingen, bedoeld in artikel 43, indien het middel een enzym is;

  • g. de aanduidingen, bedoeld in artikel 44, indien het middel een micro-organisme is;

  • h. de gegevens over het passend gebruik van het mengvoeder, voorzover dit ingevolge de voorschriften, gegeven bij de communautaire toelating, van het middel is verplicht.

Artikel 42

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Indien een toevoegingsmiddel in een mengvoeder een spoorelement, met uitzondering van koper, een vitamine, met uitzondering van de vitaminen A, D en E, dan wel een provitamine of een stof met een daaraan analoge werking is, en is voldaan aan de voorwaarde, gesteld in het tweede lid, kan met betrekking tot het middel het volgende worden vermeld:

    • a. de benaming;

    • b. het gehalte aan het element, indien het middel een spoorelement is;

    • c. het gehalte aan actieve stoffen en de garantiedatum, dan wel de houdbaarheidstermijn, indien het middel vitamine A, D of E, dan wel een provitamine of een stof met een daaraan analoge werking is.

  • 2 De aanwezigheid van het middel kan worden vastgesteld op basis van een bij communautaire maatregel vastgestelde analysemethode, dan wel op basis van een overeenkomstig artikel 24 van de wet vastgestelde of goedgekeurde analysemethode.

Artikel 43

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De aanduidingen, bedoeld in artikel 41, onderdeel f, zijn:

  • a. de specifieke benaming van elk actief bestanddeel volgens zijn enzymatische werking, zoals vermeld in de communautaire toelating;

  • b. het identificatienummer, verleend door de ‘International Union of Biochemistry’;

  • c. het aantal activiteitseenheden per gram of per milliliter, uitgedrukt in µmol-product dat per minuut vrijkomt per kilogram of liter enzympreparaat;

  • d. het EG-registratienummer van het verwerkte enzym;

  • e. de garantiedatum, dan wel de houdbaarheidstermijn;

  • f. de significante bijzondere kenmerken, veroorzaakt door het bereidingsprocédé, voorzover dit ingevolge de voorschriften, gegeven bij de communautaire toelating is verplicht.

Artikel 44

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De aanduidingen, bedoeld in artikel 41, onderdeel g, zijn:

  • a. de identificatie van elke stam, zoals vermeld in de communautaire toelating van het toevoegingsmiddel;

  • b. het deponeringsnummer van elke stam, zoals vermeld in de communautaire toelating van het toevoegingsmiddel;

  • c. het aantal kolonievormende eenheden, uitgedrukt in CFU per kilogram;

  • d. het EG-registratienummer van het verwerkte micro-organisme;

  • e. de garantiedatum, dan wel de houdbaarheidstermijn;

  • f. de significante bijzondere kenmerken, veroorzaakt door het bereidingsprocédé, voorzover dit ingevolge de voorschriften, gegeven bij de communautaire toelating van het toevoegingsmiddel, is verplicht.

Artikel 45

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 De ingevolge deze paragraaf te vermelden gehalten hebben betrekking op het aandeel van het in het mengvoeder verwerkte toevoegingsmiddel, uitgedrukt in een percentage.

  • 2 Bij een ingevolge deze paragraaf te vermelden toevoegingsmiddel kan het EG-registratienummer of de handelsnaam van dit middel worden vermeld.

  • 3 Indien ingevolge artikel 41, onderdeel c, de garantiedatum of de houdbaarheidstermijn van meer dan één toevoegingsmiddel zou moeten worden vermeld, wordt in afwijking daarvan uitsluitend de garantiedatum of de houdbaarheidstermijn vermeld die het eerst verstrijkt.

Artikel 46

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Ten aanzien van een mengvoeder, bestemd voor huisdieren, dat wordt geleverd in een verpakking waarvan de netto-inhoud ten hoogste 10 kg weegt, kan in plaats van de benaming, bedoeld in artikel 41, onderdeel a, van een verwerkte kleurstof, een verwerkte oxydatietegengaande stof en van een verwerkt conserveermiddel, de tekst ‘EG-toevoegingsmiddelen’ worden vermeld.

  • 2 Indien de benaming van een toevoegingsmiddel ingevolge het eerste lid niet wordt vermeld, wordt in artikel 41, onderdeel e, ‘voor de benaming’ gelezen als: voor de tekst ‘EG-toevoegingsmiddelen’.

  • 3 Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid deelt de fabrikant op verzoek de benaming van het verwerkte toevoegingsmiddel mee.

§ 8. Aanvullende regels over mengvoeders waarin een vervangende voederproteïne is verwerkt

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 47

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Met betrekking tot een vervangende voederproteïne in een mengvoeder worden de aanduidingen, bedoeld in artikel 15, vermeld.

Hoofdstuk 6. Erkenningen en registraties ingevolge richtlijn nr. 95/69/EG

[Vervallen per 01-01-2006]

Hoofdstuk 7. Regels ter uitvoering van communautaire verordeningen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

§ 1. Regels ter uitvoering van verordening (EG) nr. 999/2001

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 68

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 2 De verboden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, zijn niet van toepassing ten aanzien van het vervoederen van de producten, genoemd in punt II, onderdeel A, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001, aan de daarbij genoemde dieren, mits is voldaan aan de in die bijlage gestelde voorwaarden.

Artikel 69

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Als diervoeders als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet waarvoor ter uitvoering van punt II van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001 een erkenning of registratie is vereist om die te bereiden, te bewerken, te verwerken, en in voorkomend geval in verband daarmee in voorraad of voorhanden te hebben, worden aangewezen diervoeders die de volgende producten bevatten:

Artikel 70

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 71

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 72

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 De minister keurt de reinigingsprocedure, bedoeld in punt II, onderdelen B, onder e, C, onder c, en D, onder e, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001, goed.

  • 2 De minister verleent de toestemming, bedoeld in punt II, onderdelen B, onder f, C, onder d, en D, onder a, tweede alinea, onder b, tweede alinea, en onder f, tweede alinea, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001.

Artikel 73

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De ambtenaren, bedoeld in artikel 97, zijn de bevoegde autoriteit, bedoeld in de volgende punten van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001:

  • a. punt II, onderdelen:

    • 1°. B, onder c, onder ii, derde gedachtestreepje;

    • 2°. C, onder a, onder ii, derde gedachtestreepje;

    • 3°. D, onder a, eerste alinea, en onder c, onder ii, derde gedachtestreepje;

  • b. punt III, onderdeel C, onder a en onder c, onder ii en iii, laatste alinea, en onderdeel F.

§ 1a. Regels ter uitvoering van verordening (EG) nr. 183/2005

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 73a

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften, genoemd in de artikelen 4, 5, eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, 6, eerste en derde lid, 7, eerste lid, 9, eerste en tweede lid, 11, 23, eerste lid, en 24 van de verordening (EG) nr. 183/2005.

Artikel 73b

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Als diervoeders als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet waarvoor ter uitvoering van artikel 11 van verordening (EG) nr. 183/2005 een registratie vereist is, worden aangewezen de diervoeders die vallen binnen de werkingssfeer van verordening (EG) nr. 183/2005.

Artikel 73c

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 3 Als diervoeders als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet, waarvoor ter uitvoering van artikel 10 van verordening (EG) nr. 183/2005 een erkenning is vereist voor het vervaardigen daarvan uitsluitend voor het gebruik op eigen bedrijf of ten behoeve van het in de handel brengen, worden aangewezen de mengvoeders bereid met toevoegingsmiddelen of met voormengsels met toevoegingsmiddelen, genoemd bijlage IV, hoofdstuk 3 van verordening (EG) nr. 183/2005.

Artikel 73d

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Indien aan een bedrijf een erkenning voor een activiteit, als bedoeld in artikel 73c is verleend, dan is voor diezelfde activiteit geen registratie, bedoeld in artikel 73b, meer nodig.

Artikel 73e

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Een besluit omtrent erkenning, dan wel wijziging daarvan, wordt genomen binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 73f

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 73g

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De ambtenaren, bedoeld in artikel 97, zijn de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, artikel 17, tweede lid, en de bijlagen I en II van de verordening (EG) 183/2005.

§ 2. Regels ter uitvoering van overige Europese verordeningen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 74

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 11, 12, 15, eerste lid, 16, 17, eerste lid, 18 en 20 van verordening (EG) nr. 178/2002.

  • 3 De ambtenaren, bedoeld in artikel 97, zijn de bevoegde autoriteiten, bedoeld in de artikelen 18, tweede en derde lid, 19, eerste, derde en vierde lid, en 20 van verordening (EG) nr. 178/2002.

Artikel 75

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 16, eerste, tweede en zesde lid, 20, eerste lid, 21, eerste en derde lid, en 25 van verordening (EG) nr. 1829/2003.

Artikel 76

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 4, eerste, tweede, vierde en zesde lid, en 5, eerste en tweede lid, van verordening (EG) nr. 1830/2003.

Artikel 77

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 3, eerste, derde en vierde lid, en 16 van verordening (EG) nr. 1831/2003.

§ 3. De aanvraag tot erkenning, registratie of goedkeuring, vereist op grond van Europese verordeningen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 78

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 De volgende aanvragen worden bij de Voedsel en Waren Autoriteit ingediend:

    • a. een aanvraag tot erkenning of registratie als bedoeld in artikel 69, dan wel tot wijziging daarvan;

    • b. een aanvraag tot goedkeuring als bedoeld in artikel 72, eerste lid, dan wel tot wijziging daarvan;

    • c. een aanvraag tot toestemming als bedoeld in artikel 72, tweede lid, dan wel tot wijziging daarvan;

    • d. een aanvraag tot erkenning als bedoeld in artikel 72, derde lid, dan wel tot wijziging daarvan;

    • e. een aanvraag tot registratie als bedoeld in artikel 73b, dan wel tot wijziging daarvan;

    • f. een aanvraag tot erkenning als bedoeld in artikel 73c, dan wel tot wijziging daarvan;

    • g. een aanvraag tot goedkeuring als bedoeld in artikel 73f.

  • 2 Een aanvraag wordt in behandeling genomen nadat het ingevolge artikel 89, onderdeel a, verschuldigde bedrag is voldaan.

Artikel 79

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De houder van een erkenning, registratie of goedkeuring stelt de Voedsel en Waren Autoriteit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand schriftelijk in kennis van wijziging van de volgende gegevens:

  • a. naam, adres of zetel van de houder;

  • b. naam, adres of zetel van een bedrijf waarop de erkenning, registratie of goedkeuring betrekking heeft;

  • c. stopzetting van de activiteit waarop de erkenning, registratie of goedkeuring betrekking heeft;

  • d. opheffing van zijn onderneming.

Artikel 80

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

In een openbaar register, dat ter inzage ligt bij de Voedsel en Waren Autoriteit, worden de volgende gegevens vastgelegd:

  • a. naam, adres en zetel van de houder van een erkenning of registratie;

  • b. naam, adres en zetel van een bedrijf waarop een erkenning of registratie betrekking heeft;

  • c. de bij de erkenning of registratie behorende erkennings-, onderscheidenlijk registratienummers.

Hoofdstuk 8. Regels over de in- en uitvoer

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 81

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De eisen, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de wet zijn:

Artikel 82

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders die afkomstig zijn uit een derde land, gaan vergezeld van:

    • a. documenten waaruit de aard, oorsprong en geografische bestemming van de producten blijkt;

    • b. een document waarin de aard en de uitkomst van uitgevoerde controles zijn aangegeven en in voorkomend geval de resultaten van laboratoriumonderzoek, ingeval de producten voor het eerst in een lidstaat, niet zijnde Nederland, op het douanegebied van de Europese Gemeenschap zijn binnengebracht.

  • 2 In de documenten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt verwezen naar het document, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, ingeval het laatstgenoemde onderdeel van toepassing is.

  • 3 Het document, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, vergezelt de toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels of diervoeders waarop het betrekking heeft tot het tijdstip waarop deze producten in het vrije verkeer worden gebracht.

Artikel 83

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders die afkomstig zijn uit een derde land en die in Nederland in het douanegebied van de Europese Gemeenschap worden binnengebracht, worden aangevoerd via:

    • a. Rotterdam haven, Vlissingen haven, Amsterdam luchthaven of Maastricht luchthaven, voorzover zij van dierlijke oorsprong zijn;

    • b. Rotterdam haven, Amsterdam haven of Amsterdam luchthaven, voorzover zij niet van dierlijke oorsprong zijn.

  • 2 De belanghebbende bij de lading stelt de Voedsel en Waren Autoriteit voor inklaring schriftelijk in kennis van de aanvoer, bedoeld in het eerste lid. Hij maakt daarbij gebruik van een bij de Voedsel en Waren Autoriteit opvraagbaar document, dat volledig wordt ingevuld en in viervoud wordt ingeleverd.

Artikel 84

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders die in Nederland in het douanegebied van de Europese Gemeenschap worden binnengebracht, worden aan de Voedsel en Waren Autoriteit aangeboden voor de controles, bedoeld in de artikelen 14 en 15 van verordening (EG) nr. 882/2004.

Artikel 85

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders blijven ter beschikking van de ambtenaar van de Voedsel en Waren Autoriteit indien hij dat nodig acht, onder door hem te bepalen voorwaarden en voor rekening van de verzender of diens gemachtigde dan wel de importeur, tot de controles, bedoeld in artikel 84, zijn afgerond en de uitslagen daarvan bekend zijn.

Artikel 86

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Na afronding van de in artikel 84, eerste lid, bedoelde controles wordt door de Voedsel en Waren Autoriteit een document als bedoeld in artikel 82, eerste lid, onderdeel b afgegeven en wordt van dat document aantekening gemaakt op de documenten, bedoeld in artikel 82, eerste lid, onderdeel a, ingeval de producten:

    • a. bestemd zijn om in het vrije verkeer gebracht te worden in een andere lidstaat dan Nederland;

    • b. een in Nederland gevestigde vrije zone, vrij entrepot of douane-entrepot verlaten en bestemd zijn om in een andere lidstaat dan Nederland in het vrije verkeer te worden gebracht.

  • 2 Het document, bedoeld in het eerste lid, wordt opgesteld overeenkomstig de richtsnoeren, opgenomen in artikel 1 van richtlijn nr. 98/68/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 september 1998 tot vaststelling van het in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 95/53/EG van de Raad bedoelde modeldocument en van controlevoorschriften bij de invoer van diervoeder uit derde landen in de Gemeenschap (PbEG L 261).

  • 3 Ingeval een partij producten in delen wordt gesplitst, wordt het document, bedoeld in het eerste lid, afgegeven voor elke deelpartij die bestemd is om in een andere lidstaat dan Nederland in het vrije verkeer te worden gebracht.

Artikel 88

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 In aanvulling op artikel 84 worden ten behoeve van de controles, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, bij een lading citruspulppellets afkomstig uit Brazilië de volgende documenten gevoegd:

    • a. een door de Braziliaanse bevoegde autoriteiten afgegeven verklaring waaruit blijkt dat de citruspulppellets voldoen aan de ter zake geldende regelgeving van de Europese Gemeenschappen, in het bijzonder richtlijn nr. 2002/32/EG, onder vermelding van de deelpartijen citruspulppellets waaruit de lading bestaat en het gewicht van de afzonderlijke deelpartijen;

    • b. rapporten waaruit het exacte gehalte aan dioxine als bedoeld in richtlijn nr. 2002/32/EG van elke afzonderlijke deelpartij citruspulppellets blijkt.

  • 2 Ingeval een van de documenten, bedoeld in het eerste lid, ontbreekt, wordt een lading citruspulppellets niet eerder in het vrije verkeer gebracht of naar een andere lidstaat dan Nederland of derde land vervoerd dan nadat uit onderzoek is gebleken dat het gehalte aan dioxine als bedoeld in richtlijn nr. 2002/32/EG daarin niet hoger is dan het maximumgehalte dat is toegestaan op grond van bijlage I bij richtlijn nr. 2002/32/EG.

Hoofdstuk 9. Regels over retributies

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 89

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Ter vergoeding van de kosten ter behandeling van een aanvraag tot erkenning als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet, tot erkenning als bedoeld in artikel 72, derde lid, onderdeel a, dan wel tot wijziging van voorbedoelde erkenningen, wordt bij de aanvrager in rekening gebracht:

  • a. € 55,77 aan administratiekosten per aanvraag;

  • b. € 45,63 als starttarief voor een onderzoek ter plaatse naar het voldoen aan de eisen aan de erkenning, vermeerderd met:

    • 1°. € 20,28 per kwartier dat aan het onderzoek door een academisch geschoolde ambtenaar is besteed;

    • 2°. € 15,21 per kwartier dat aan het onderzoek door een niet-academisch geschoolde ambtenaar is besteed.

Artikel 90

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Ter vergoeding van de kosten voor het onderzoek, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de wet, wordt bij de houder van een erkenning € 30,42 als starttarief in rekening gebracht, vermeerderd met:

  • a. € 20,28 per kwartier dat aan het onderzoek door een academisch geschoolde ambtenaar is besteed;

  • b. € 15,21 per kwartier dat aan het onderzoek door een niet-academisch geschoolde ambtenaar is besteed.

Artikel 91

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Ter vergoeding van de kosten voor het behandelen van een aanvraag als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de wet wordt of worden bij de aanvrager in rekening gebracht:

  • a. € 55,77 aan administratiekosten per aanvraag;

  • b. de werkelijke ter behandeling van de aanvraag gemaakte kosten van het laboratorium- of dossieronderzoek, met inbegrip van en voorzover van toepassing, de administratiekosten, de loonkosten en de sociale premies van de met de onderzoeken belaste personen.

Artikel 92

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Ter vergoeding van de kosten voor de controles, bedoeld in artikel 84, eerste lid, wordt € 0,04 per ton toevoegingsmiddel, vervangende voederproteïne, voormengsel of diervoeder dat ter controle wordt aangeboden bij de aanbieder in rekening gebracht.

  • 2 De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten minste € 55,42 en ten hoogste € 426,44.

  • 3 Voor de afgifte van het document, bedoeld in artikel 86, eerste lid, wordt € 2,13 in rekening gebracht.

Artikel 93

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Ter vergoeding van de kosten ter behandeling van een aanvraag tot toestemming als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel b, van het besluit, wordt bij de aanvrager in rekening gebracht:

  • a. € 55,77 aan administratiekosten per aanvraag;

  • b. € 45,63 als starttarief voor een onderzoek naar het voldoen aan de eisen aan de toestemming, vermeerderd met:

    • 1°. € 20,28 per kwartier dat aan het onderzoek door een academisch geschoolde ambtenaar is besteed;

    • 2°. € 15,21 per kwartier dat aan het onderzoek door een niet-academisch geschoolde ambtenaar is besteed.

Artikel 94

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Ter vergoeding van de kosten ter uitvoering van verrichtingen op verzoek wordt bij de aanvrager in rekening gebracht:

  • a. € 20,28 aan administratiekosten per verzoek;

  • b. € 34,63 als starttarief per verrichting die op één dag, in een aaneengesloten periode, reguliere pauzes daaronder inbegrepen, op één plaats worden verricht, vermeerderd met:

    • 1°. € 26,48 per kwartier dat aan de verrichtingen door een academisch geschoolde ambtenaar is besteed;

    • 2°. € 21,33 per kwartier dat aan de verrichtingen door een niet-academisch geschoolde ambtenaar is besteed;

  • c. de werkelijke gemaakte kosten van laboratorium- of dossieronderzoek, met inbegrip van en voorzover van toepassing, de administratiekosten, de loonkosten en de sociale premies van de met de onderzoeken belaste personen;

  • d. € 18,71 voor de afgifte van een document.

Artikel 95

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Ingeval het onderzoek, bedoeld in artikel 89, onderdeel b, of 90, buiten toedoen van de met het onderzoek belaste ambtenaar of ambtenaren wordt onderbroken of uitgesteld, wordt bij de aanvrager, bedoeld in artikel 89, onderscheidenlijk de houder van een erkenning of registratie, bedoeld in artikel 90, in rekening gebracht:

    • a. € 20,28 voor elk kwartier dat de onderbreking of het uitstel heeft geduurd voor iedere academisch geschoolde ambtenaar die met het onderzoek is belast;

    • b. € 15,21 voor elk kwartier dat de onderbreking of het uitstel heeft geduurd voor iedere niet-academisch geschoolde ambtenaar die met het onderzoek is belast.

  • 2 Ingeval de verrichtingen, bedoeld in artikel 94, buiten toedoen van de met de verrichtingen belaste ambtenaar of ambtenaren wordt onderbroken of uitgesteld, wordt bij de aanvrager in rekening gebracht:

    • a. € 26,48 voor elk kwartier dat de onderbreking of het uitstel heeft geduurd voor iedere academisch geschoolde ambtenaar die met het onderzoek is belast;

    • b. € 21,33 voor elk kwartier dat de onderbreking of het uitstel heeft geduurd voor iedere niet-academisch geschoolde ambtenaar die met het onderzoek is belast.

Hoofdstuk 10. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

§ 1. Aanwijzing toevoegingsmiddelen en andere producten als bedoeld in artikel 7 van de wet

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 96

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De in artikel 73c, aangewezen toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders worden aangewezen als toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels, onderscheidenlijk diervoeders als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet.

§ 2. Aanwijzing toezichthouders en laboratoria

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 97

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Als ambtenaren als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de wet worden aangewezen:

  • a. de ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • b. de ambtenaren van Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel 98

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 De ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, worden benoemd tot onbezoldigd ambtenaar bij de Voedsel en Waren Autoriteit voor de volgende taken:

    • a. het signaleren van toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels of diervoeders die in of uit Nederland worden gevoerd;

    • b. het in ontvangst nemen en behandelen van een kennisgeving als bedoeld in artikel 83, tweede lid;

    • c. het uitvoeren van de controles, bedoeld in artikelen 14 en 15 van verordening (EG) nr. 882/2004;

    • d. het nemen van beslissingen over het voldoen van producten aan de eisen, neergelegd in artikel 16, tweede lid, van de wet, voorzover het producten betreft waarvoor uitsluitend een documenten- en een overeenstemmingscontrole plaatsvindt;

    • e. het aantekenen van de in onderdeel d bedoelde beslissing, voorzover de producten voldoen aan de eisen, neergelegd in artikel 16, tweede lid, van de wet, en overige gegevens op het in artikel 86, eerste lid, bedoelde document;

    • f. het controleren van vervoer van toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders over Nederlands grondgebied onder douanetoezicht;

    • g. het geven van uitvoering aan maatregelen waartoe de minister heeft besloten.

  • 2 De taken, bedoeld in het eerste lid, worden uitgevoerd in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.

Artikel 99

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Als instellingen als bedoeld in artikel 23 van de wet worden aangewezen:

  • a. RIKILT te Wageningen;

  • b. de laboratoria van de Voedsel en Waren Autoriteit;

  • c. het Belastingdienst/Douane West/Douane Laboratorium te Amsterdam;

  • d. LabCo B.V. te Europoort;

  • e. TNO-Voeding te Zeist.

§ 3. Aanwijzing schadelijke stoffen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 100

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Als schadelijke stoffen als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet worden aangewezen:

  • a. voedermiddelen als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • b. ongewenste stoffen, voorzover aanwezig in een diervoeder met een hoger gehalte dan vastgesteld in artikel 2;

  • c. van zoogdieren afkomstige eiwitten als bedoeld in artikel 7 van verordening (EG) nr. 999/2001, voorzover deze in strijd met de bepalingen uit die verordening of de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften zijn vervoederd;

  • d. de dierlijke producten, opgenomen in punt I van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001, voorzover deze in strijd met de bepalingen uit die verordening of de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften zijn vervoederd;

  • e. dierlijke bijproducten en verwerkte producten als bedoeld in artikel 22 van verordening (EG) nr. 1774/2002, voorzover deze in strijd met dat artikel zijn vervoederd;

  • f. farmacologisch werkzame substanties die niet zijn opgenomen in bijlage I, II of III bij verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEG L 224).

§ 4. Nadere regelen over het gebruik van toevoegingsmiddelen of vervangende voederproteïnen in een proefstadium of voor onderzoeksdoeleinden

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 101

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 102

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 2 Een aanvraag wordt in behandeling genomen nadat het ingevolge artikel 93, onderdeel a, verschuldigde bedrag is voldaan.

Artikel 103

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Ingeval de aanvraag betrekking heeft op een toevoegingsmiddel dan wel op voormengsels of diervoeders met dat toevoegingsmiddel, wordt bij de aanvraag een dossier gevoegd dat is samengesteld overeenkomstig de richtsnoeren uit de bijlage bij richtlijn nr. 87/153/EEG.

  • 2 Ingeval de aanvraag betrekking heeft op een vervangende voederproteïne die is verkregen uit een bacterie of gist dan wel op voormengsels of diervoeders met die vervangende voederproteïne, wordt bij de aanvraag een dossier gevoegd dat is samengesteld overeenkomstig de richtsnoeren uit de bijlage bij richtlijn nr. 83/228/EEG.

§ 5. Verrichtingen op verzoek

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 104

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Een aanvraag tot het doen van verrichtingen op verzoek wordt schriftelijk ingediend bij de Voedsel en Waren Autoriteit, onder vermelding van:

    • a. de aard en omvang van de verrichtingen;

    • b. het gewenste tijdstip waarop de verrichtingen plaatsvinden.

  • 2 Ingeval de verrichtingen niet op het daartoe overeengekomen tijdstip zullen plaatsvinden, worden uitgesteld of wijziging ondergaan buiten toedoen van de met de verrichtingen belaste ambtenaar of ambtenaren, maakt de aanvrager, bedoeld in het eerste lid, daarvan uiterlijk om 14.00 uur van de werkdag, voorafgaande aan de dag waarop de verrichtingen plaatsvinden dan wel zouden hebben plaatsgevonden, melding.

§ 6. Nadere regelen omtrent het verstrekken van inlichtingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 105

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

De inlichtingen die ingevolge artikel 32, eerste lid, van de wet worden verstrekt bevatten ten minste:

  • a. gegevens die een nauwkeurige identificatie van de producten waarop de inlichtingen betrekking hebben mogelijk maken;

  • b. een zo volledig mogelijke beschrijving van het risico dat de producten opleveren;

  • c. gegevens die kunnen worden gebruikt om de producten op te sporen.

Artikel 106

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Inlichtingen als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet die op een andere wijze worden verstrekt dan door toezending van een schriftelijke en ondergetekende verklaring, worden onverwijld bevestigd door middel van een schriftelijke en ondergetekende verklaring.

§ 7. Heronderzoek

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 107

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Een belanghebbende kan binnen zeven dagen nadat aan hem het resultaat van het onderzoek, bedoeld in artikel 5:18, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bekend is gemaakt, bij de ambtenaren, bedoeld in artikel 97, een verzoek om heronderzoek indienen.

§ 8. Wijziging en intrekking van andere regelingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 108

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

[Red: Wijzigt de Regeling registratie diergeneesmiddelen 1995.]

Artikel 109

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

[Red: Wijzigt de Regeling zekerheidsstelling en betaling van VWA-keurlonen.]

Artikel 111

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 [Red: Wijzigt de Regeling verbod diermelen in diervoeders.]

Hoofdstuk 11. Overgangsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 113

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk III van de wet over een door het Productschap Diervoeder verleende toestemming beschikt om een toevoegingsmiddel, met uitzondering van antibiotica, of een vervangende voederproteïne dat onderscheidenlijk die niet ingevolge een communautaire maatregel is toegelaten, alsmede voormengsels en diervoeders met dat toevoegingsmiddel of die voederproteïne te bereiden, verpakken, etiketteren, vervoeren, vervoederen, in het verkeer te brengen en voorhanden of in voorraad te hebben, wordt gedurende de eerste 12 maanden na de inwerkingtreding van hoofdstuk III van de wet, dan wel gedurende de periode die aan voorbedoelde toestemming is verbonden indien deze eerder dan 12 maanden na de inwerkingtreding van hoofdstuk III van de wet eindigt, geacht voor de daarin genoemde activiteiten in het bezit te zijn van een toestemming als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel b, van het besluit.

  • 2 Zij die binnen de in het eerste lid gestelde termijn een aanvraag tot toestemming hebben ingediend op de wijze, bedoeld in hoofdstuk 10, paragraaf 4, worden geacht ook na het verstrijken van de aldaar genoemde termijn in het bezit van de toestemming te zijn, totdat de beslissing op de aanvraag onherroepelijk is geworden.

Artikel 113a. (Overgangstermijn)

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 1 Een kennisgeving, aanvraag of verklaring als bedoeld in respectievelijk artikel 18, eerste, tweede en derde lid, van verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (PbEU 2005, L 35) worden ingediend bij de Voedsel en Waren Autoriteit.

  • 3 Ter uitvoering van artikel 18, tweede en vierde lid, van verordening (EG) nr. 183/2005 kan de Voedsel en Waren Autoriteit op basis van bij haar bekende gegevens bedrijven aanmerken als een bedrijf dat op basis van artikel 9 van verordening (EG) nr. 183/2005, een registratie nodig heeft, en dat bedrijf als zodanig registreren.

  • 4 De Voedsel en Waren Autoriteit doet van een besluit, bedoeld in het derde lid, voor 1 januari 2006 mededeling aan de betrokkene.

  • 5 Voor diegene die een aanvraag als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van verordening (EG) nr. 183/2005 hebben ingediend of ingevolge een besluit als bedoeld in het derde lid zijn geregistreerd, blijft artikel 73a buiten toepassing tot 1 januari 2008 danwel totdat diegene een verklaring als bedoeld in artikel 18, derde lid, van verordening (EG) nr. 183/2005 heeft overlegd.

Hoofdstuk 12. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Artikel 114

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

  • 2 Artikel 74 treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 115

[Regeling vervallen per 01-09-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling diervoeders.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman