De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
met betrekking tot artikel 100;
Gelet op:
– richtlijn nr. 70/524/EEG van de Raad van Europese Gemeenschappen van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen
in de veevoeding (Pb EG L 270);
– richtlijn nr. 79/373/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 betreffende het verkeer
van mengvoeders (PbEG L 86);
– richtlijn nr. 80/511/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 mei 1980 houdende machtiging
om, in bepaalde gevallen, mengvoeders in de handel te brengen in niet-gesloten verpakkingen
of recipiënten (PbEG L 126);
– richtlijn nr. 82/471/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1982 betreffende bepaalde
in diervoeding gebruikte produkten (PbEG L 213);
– richtlijn nr. 82/475/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juni 1982 tot vaststelling
van de categorieën van voedermiddelen die mogen worden gebruikt voor het etiketteren
van mengvoeders voor huisdieren (PbEG L 213);
– richtlijn nr. 83/228/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 april 1983 tot vaststelling van
richtsnoeren voor de beoordeling van bepaalde producten die worden gebruikt in diervoeding
(PbEG L 126);
– richtlijn nr. 93/74/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 september 1993 betreffende diervoeders
met bijzonder voedingsdoel (PbEG L 237);
– richtlijn nr. 94/39/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1994 tot vaststelling
van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel (PbEG L
207);
– richtlijn nr. 95/53/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 oktober 1995 tot vaststelling van de beginselen
inzake de organisatie van de officiële controles op het gebied van diervoeding (PbEG
L 265);
– richtlijn nr. 95/69/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1995 houdende vaststelling van de
voorwaarden en bepalingen voor de erkenning en de registratie van bedrijven en tussenpersonen
in de sector diervoeding en tot wijziging van de Richtlijnen 70/524/EEG, 74/63/EEG, 79/373/EEG en 82/471/EEG (PbEG L 332);
– richtlijn nr. 96/25/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1996 betreffende het verkeer en het
gebruik van voedermiddelen, tot wijziging van de Richtlijnen 70/524/EEG, 74/63/EEG, 82/471/EEG en 93/74/EEG, en tot intrekking van Richtlijn 77/101/EEG (PbEG L 125);
– richtlijn nr. 98/51/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 juli 1998 tot vaststelling
van bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 95/69/EG van de Raad houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de erkenning
en de registratie van bedrijven en tussenpersonen in de sector diervoeding (PbEG L
208);
– richtlijn nr. 98/68/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 september 1998 tot vaststelling
van het in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 95/53/EG van de Raad bedoelde modeldocument en van controlevoorschriften bij de invoer van
diervoeder uit derde landen in de Gemeenschap (PbEG L 261);
– verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende
vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde
overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);
– verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot
vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving,
tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling
van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31);
– richtlijn nr. 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 mei 2002 inzake
ongewenste stoffen in diervoeding (PbEG L 140);
– verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003
inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PbEU L 268);
– verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003
betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen
en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levenmiddelen
en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (PbEU L 268);
– verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003
betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PbEU L 268);
– beschikking nr. 2004/217/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van
1 maart 2004 tot goedkeuring van een lijst van materialen waarvan het verkeer en het
gebruik in de diervoeding is verboden (PbEU L 67);
Gelet op de artikelen 2, tweede lid, onderdeel b, 3, 6, eerste en vierde lid, 7, derde lid, 10, eerste lid, 12, 15, tweede lid, 16, tweede, vierde en vijfde lid, 17, 22, derde lid, 23, 25, eerste en vierde lid, 28, tweede lid, 32, vierde lid, en 34 van de Kaderwet diervoeders en op de artikelen 2, eerste lid, 7, 12, 16, derde lid, 17, 20, 21, 24, 27, 28, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, en 34 van het Besluit diervoeders;