Besluit documentatie vennootschappen

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2006 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2006

Besluit van 21 oktober 2004, houdende bepalingen ter uitvoering van de Wet documentatie vennootschappen (Besluit documentatie vennootschappen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 21 juli 2004, nr. 5299128/04/6;

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, onder f, 4, tweede lid, 5, tweede lid, en 8, tweede lid, van de Wet documentatie vennootschappen;

De Raad van State gehoord (advies van 16 augustus 2004, nr. W03.04.0388/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 15 oktober 2004, nr. 5312336/04/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Paragraaf 2. Bronnen van de registratie

Artikel 2

Als bestuursorganen of diensten die zijn belast met de opsporing van strafbare feiten of met het toezicht op financiële instellingen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder f, van de wet, worden aangewezen:

  • a. de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • b. de Autoriteit Financiële Markten;

  • c. de Belastingdienst FIOD-ECD;

  • d. de Belastingdienst Douane;

  • e. de Dienst Nationale Recherche;

  • f. de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • g. Interregionale Fraudeteams;

  • h. de Koninklijke Marechaussee;

  • i. de Milieudienst Rijnmond;

  • j. De Nederlandsche Bank N.V.;

  • k. het openbaar ministerie;

  • l. de Pensioen- & Verzekeringskamer;

  • m. de politie;

  • n. Regionale Interdisciplinaire Fraudeteams;

  • o. de rijksbelastingdienst en

  • p. de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Paragraaf 3. De inhoud van de registratie

Artikel 3

  • 1 Over de personen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, voor zover het natuurlijke personen betreft, kunnen de volgende gegevens dan wel categorieën van gegevens in de registratie worden opgenomen:

    • a. de geslachtsnaam en voorvoegsels;

    • b. de voornaam of voornamen;

    • c. het adres;

    • d. de geboorteplaats en het geboorteland;

    • e. de geboortedatum of, indien onbekend, het geboortejaar;

    • f. de nationaliteit;

    • g. de burgerlijke staat;

    • h. de samenlevingsvorm;

    • i. persoonsidentificerende nummers;

    • j. de gevolgde opleidingen;

    • k. het beroep;

    • l. de naam waaronder de persoon handelt en

    • m. het arbeidsverleden.

  • 2 Over de personen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, voor zover het rechtspersonen betreft, kunnen de volgende gegevens dan wel categorieën van gegevens in de registratie worden opgenomen:

    • a. de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • b. de rechtsvorm;

    • c. de zetel;

    • d. de plaats waar de rechtspersoon gevestigd is, waaronder begrepen het adres en het land;

    • e. de feitelijke oprichtingsdatum;

    • f. het nummer en de datum van de afgifte van de verklaring van geen bezwaar;

    • g. het nummer waaronder de rechtspersoon overeenkomstig de Handelsregisterwet 1996 in het handelsregister is ingeschreven;

    • h. overige nummers ter identificatie van de rechtspersoon;

    • i. het statutaire doel en de hoofdactiviteiten;

    • j. de liquiditeitsgegevens en de hoogte van het eigen vermogen zoals vermeld in de laatst opgemaakte balans;

    • k. het resultaat over de laatste twee boekjaren;

    • l. een splitsing of fusie waarbij de rechtspersoon is ontstaan; en

    • m. de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met m, van natuurlijke personen die het beleid van de rechtspersoon bepalen of mede kunnen bepalen en de gegevens, bedoeld in dit lid, onder a tot en met l, van rechtspersonen die het beleid van de rechtspersoon bepalen of mede kunnen bepalen.

  • 3 Over de personen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, kunnen voorts de volgende gegevens dan wel categorieën van gegevens in de registratie worden opgenomen:

    • a. de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onder a tot en met m, van andere rechtspersonen waarbij de persoon betrokken is;

    • b. de aard van de functie, de bevoegdheid of de hoedanigheid met betrekking tot de vennootschap en andere rechtspersonen waarbij de persoon betrokken is, en de datum van de aanvang en de beëindiging daarvan; en

    • c. het aantal en de soort aandelen in de vennootschap en in andere rechtspersonen waarbij de persoon betrokken is.

Artikel 4

Over de personen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, kunnen in de registratie worden opgenomen:

  • a. de gegevens, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onder 1° tot en met 6°, van de Faillissementswet, omtrent een rechterlijke uitspraak inzake faillissement van de persoon of van een rechtspersoon waarbij de persoon betrokken is geweest;

  • b. de gegevens, bedoeld in artikel 222a, eerste lid, onder 1° tot en met 4°, van de Faillissementswet, omtrent een rechterlijke uitspraak inzake surseance van betaling of voorlopige surseance van betaling van de persoon of van een rechtspersoon waarbij de persoon betrokken is geweest;

  • c. de gegevens, bedoeld in artikel 294, eerste lid, onder a tot en met h, van de Faillissementswet, omtrent een rechterlijke uitspraak inzake schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van de persoon;

  • d. de hoogte van een betalingsachterstand bij de belastingdienst of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

  • e. de inbreng van een onderneming, die een negatief eigen vermogen heeft of die in de laatste twee boekjaren verlies heeft geleden, in de vennootschap of in een rechtspersoon waarbij de persoon betrokken is of is geweest, dan wel de inbreng van aandelen in een dergelijke onderneming; en

  • f. andere feiten en omstandigheden van financiële aard die reden geven om aan te nemen dat het gevaar bestaat dat de vennootschap zal worden gebruikt voor ongeoorloofde doeleinden of dat haar werkzaamheid zal leiden tot benadeling van haar schuldeisers.

Artikel 5

Over de personen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, kunnen in de registratie worden opgenomen:

  • a. de datum van een veroordeling van de persoon of van een rechtspersoon waarbij de persoon betrokken is of is geweest terzake van een relevant strafbaar feit, alsmede de aard van het strafbare feit, de aard en de hoogte van de opgelegde straf en de datum waarop het strafbare feit is gepleegd;

  • b. de datum van een transactie ten aanzien van de persoon of van een rechtspersoon waarbij de persoon betrokken is of is geweest terzake van een relevant strafbaar feit, alsmede de aard van het strafbare feit, de hoogte van de transactie, de eventueel gestelde andere voorwaarden en de datum waarop het strafbare feit gepleegd zou zijn; en

  • c. andere feiten en omstandigheden in verband met een relevant strafbaar feit die reden geven om aan te nemen dat het gevaar bestaat dat de vennootschap zal worden gebruikt voor ongeoorloofde doeleinden of dat haar werkzaamheid zal leiden tot benadeling van haar schuldeisers.

Paragraaf 4. Het verstrekken van gegevens uit de registratie

Artikel 6

Aan de volgende instanties of personen worden als vaste gebruikers als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet, desgevraagd in individuele gevallen persoonsgegevens uit de registratie verstrekt:

  • a. de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 6 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten;

  • b. het openbaar ministerie, de politie, de Koninklijke Marechaussee, de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Belastingdienst FIOD-ECD, de Belastingdienst Douane, de Dienst Nationale Recherche, de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Interregionale Fraudeteams, de Milieudienst Rijnmond, Regionaal Interdisciplinaire Fraudeteams, de rijksbelastingdienst, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, voor zover dat noodzakelijk is voor de opsporing of de vervolging van strafbare feiten;

  • c. de Autoriteit Financiële Markten, De Nederlandsche Bank N.V., de Nederlandse mededingingsautoriteit en de Pensioen- & Verzekeringskamer voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van het toezicht op financiële instellingen of op de naleving van de Mededingingswet;

  • d. de faillissementscuratoren en de rechters-commissarissen in faillissementen, voor zover dat noodzakelijk is voor het beheer en de vereffening van een failliete boedel alsmede voor de uitoefening van het toezicht hierop;

  • e. het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties, voor zover dat noodzakelijk is voor het verkrijgen van informatie omtrent geregistreerde personen uit het register, bedoeld in artikel 4 van de Wet melding ongebruikelijke transacties;

  • f. de Koninklijke Marine, voor zover dat noodzakelijk is voor de voorkoming en bestrijding van ambtelijke en niet-ambtelijke corruptie;

  • g. het Bureau Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur, voor zover dat noodzakelijk is voor het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 9, eerste en tweede lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur; en

  • h. het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag, voor zover dat noodzakelijk is voor het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag.

Artikel 7

Indien dat noodzakelijk is vanwege een zwaarwegend algemeen belang, verband houdend met de integriteit in het financiële, economische of maatschappelijke verkeer, kunnen desgevraagd uit de registratie persoonsgegevens worden verstrekt aan instanties in een ander land dat geen passend niveau van bescherming van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 76 van de Wet bescherming persoonsgegevens biedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 oktober 2004

Beatrix

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de negende november 2004

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner