Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-09-2008 en zichtdatum 11-11-2024.
Geldend van 11-12-2005 t/m 13-12-2008

Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 21 oktober 2004, houdende vaststelling van algemene bepalingen ten aanzien van vaststelling, oplegging en inning van heffingen in de pluimveesector (Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005)

1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening en in de door het bestuur vastgestelde heffingsverordeningen wordt verstaan onder:

1.

productschap

:

het Productschap Pluimvee en Eieren;

2.

bestuur

:

het bestuur van het productschap;

3.

voorzitter

:

de voorzitter van het productschap;

4.

onderneming

:

een onderneming waarvoor het productschap is ingesteld;

5.

ondernemer

:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld;

6.

pluimvee

:

kippen, hanen, tamme eenden, tamme ganzen, kalkoenen, parelhoenders en loopvogels;

7.

gebruikspluimvee

:

pluimvee dat wordt opgefokt of gehouden voor de productie van vlees of eieren;

8.

consument

:

degene die eieren koopt uitsluitend bestemd voor en in overeenstemming met zijn/haar persoonlijke behoefte;

9.

KIP

:

Koppel Informatiesysteem Pluimvee;

10.

M.g.

:

Mycoplasma gallisepticum;

11.

Landbouwtelling

:

Regeling Landbouwtelling ingevolge de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet ( St. 1958, 257)

 

reproductie

   

12.

broedeieren

:

eieren van pluimvee, die zich ter verkrijging van kuikens in een broedmachine bevinden, dan wel kennelijk bestemd zijn om voor dit doel in een broedmachine te worden ingelegd;

13.

vaccinbroedeieren

:

eieren van pluimvee die zich in een broedmachine bevinden om te worden afgeleverd aan de farmaceutische industrie, dan wel kennelijk bestemd zijn om voor dit doel in een broedmachine te worden ingelegd;

14.

legrassen

:

rassen van pluimvee bestemd voor de productie van eieren;

15.

vleesrassen

:

rassen van pluimvee bestemd voor de productie van pluimveevlees;

16.

fok- en vermeerderingspluimvee

:

pluimvee bestemd voor de productie van broedeieren;

17.

afleveren

:

het verzenden van broedeieren, eieren of pluimvee naar een andere plaats binnen of buiten Nederland;

18.

eendagskuikens

:

levend pluimvee dat nog geen 72 uur oud is;

19.

moederdieren

:

vrouwelijke ouderdieren bestemd voor de productie van broedeieren ter verkrijging van gebruikspluimvee;

20.

grootmoederdieren

:

vrouwelijke ouderdieren bestemd voor de productie van broedeieren ter verkrijging van ouderdieren;

21.

vermeerderingsbedrijf

:

inrichting die zich toelegt op de productie van broedeieren, bestemd voor de productie van gebruikspluimvee;

22.

opfokvermeerderingsbedrijf

:

inrichting die zich toelegt op het opfokken van pluimvee tot geslachtsrijpe ouderdieren;

 

slachtsector

   

23.

vleeskuiken

:

kip direct bestemd voor de productie van pluimveevlees;

24.

vleeskalkoen

:

kalkoen direct bestemd voor de productie van pluimveevlees;

25.

oude kippen en hanen

:

kippen en hanen die op het tijdstip van de slacht geslachtsrijp zijn en waarvan de punt van het borstbeen verbeend is;

26.

geslacht pluimvee

:

geslacht pluimvee met inbegrip van delen van dat gevogelte en bijproducten te weten hart, lever, van binnenwand ontdane spiermaag en nek, indien deze is afgesneden;

27.

geslacht gewicht

:

het gewicht van het geslachte pluimvee;

 

legsector

   

28.

legkip

:

kip, bestemd voor de productie van eieren;

29.

kippen in kooien

:

legkippen gehouden voor de productie van kooieieren als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Verordening (EG) nr. 2295/2003 van de Commissie;

30.

scharrelkippen

:

legkippen gehouden voor de productie van scharreleieren als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Verordening (EG) nr. 2295/2003 van de Commissie;

31.

vrije uitloop kippen

:

legkippen gehouden voor de productie van eieren van hennen met vrije uitloop als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Verordening (EG) nr. 2295/2003 van de Commissie;

32.

biologische kippen

:

legkippen gehouden voor de productie van biologische eieren als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Verordening (EG) nr. 2295/2003 van de Commissie;

33.

legpluimveebedrijf

:

inrichting die wordt gebruikt voor het houden van kippen voor de productie van eieren;

34.

eieren

:

kippeneieren in de schaal, andere dan broedeieren;

35.

sorteren

:

het indelen van eieren in gewichts- en kwaliteitsklassen;

36.

verzamelaar

:

de ondernemer die ongesorteerde eieren ophaalt bij of koopt van een pluimveehouder teneinde deze eieren af te (doen) leveren of te (doen) verkopen aan de houder van een pakstation of de industrie;

37.

houder van een pakstation

:

de ondernemer die ongesorteerde eieren koopt van een pluimveehouder of van een verzamelaar teneinde deze eieren, gesorteerd te leveren aan anderen dan consumenten;

38.

grossier

:

de ondernemer die gesorteerde eieren koopt, teneinde deze eieren te leveren aan anderen dan consumenten;

39.

eiproducten

:

producten die zijn verkregen uit eieren, uit bestanddelen van eieren of mengsels daarvan, na verwijdering van schaal en vliezen en die bestemd zijn voor menselijke consumptie;

40.

eiproductenhandelaar

:

de ondernemer die eiproducten koopt, teneinde deze in al dan niet bewerkte vorm af te leveren aan anderen dan consumenten;

41.

eiproductenfabrikant

:

de ondernemer die uit meer dan 200.000 kippen- en/of eendeneieren per jaar eiproducten vervaardigt.

2. Toepassingsgebied

Artikel 2

Het bepaalde bij of krachtens deze verordening is van toepassing op de vaststelling, oplegging en inning van de heffingen die uit hoofde van een heffingsverordening van het productschap zijn verschuldigd, tenzij bij die verordening anders is bepaald.

3. Vaststelling en oplegging

Artikel 3

  • 1 De heffing wordt door de voorzitter vastgesteld en aan de ondernemer opgelegd door middel van toezending of uitreiking van een heffingsfactuur.

  • 2 De heffingsfactuur is gedagtekend en bevat ten minste:

    • a. naam en adres van de heffingsplichtige;

    • b. een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de heffing is berekend, en

    • c. het totaal van de heffing.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan de voorzitter de heffingsplichtige een voorlopige heffing opleggen tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens een heffingsverordening verschuldigde heffing.

4. Opgave bedrijfsgegevens

Artikel 4

  • 1 De ondernemer is verplicht om uiterlijk binnen 10 dagen na het verstrijken van elke kalendermaand, door middel van invulling en ondertekening van een aan hem door het productschap verstrekt opgaveformulier, naar waarheid opgave te doen van die bedrijfsgegevens over de verstreken kalendermaand waarvan de opgave in dat formulier wordt verlangd.

  • 2 De ondernemer, die een opgaveformulier heeft ontvangen en voor wie in die afgelopen maand op grond van geen der heffingsverordeningen een heffingsplicht is ontstaan, is verplicht hiervan op dit formulier melding te maken en dit formulier, door middel van invulling en ondertekening, binnen 10 dagen na het verstrijken van elke kalendermaand, aan het productschap te zenden.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het eerste en het tweede lid kan de voorzitter namens het bestuur voor bepaalde gevallen in afwijking van het in de vorige leden bepaalde, bij besluit bepalen dat de aldaar bedoelde opgave mag worden verstrekt over langere perioden dan een kalendermaand.

  • 4 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het productschap op verzoek van de ondernemer op elektronische wijze een opgaveformulier aan de ondernemer verstrekken om opgave te doen van bedrijfsgegevens. Het bestuur stelt bij besluit regels vast omtrent de in de vorige zin bedoelde wijze van opgave doen. Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

5. Verstrekken van gegevens

Artikel 5

  • 1 Indien de door een ondernemer verschuldigde heffing door het productschap is vastgesteld op basis van gegevens ontleend aan het KIP, is het bepaalde in artikel 4 niet van toepassing.

  • 2 In het geval de aan het KIP ontleende gegevens naar het oordeel van de voorzitter onjuist of onvolledig zijn en het productschap de ondernemer daarvan op de hoogte heeft gesteld, is de ondernemer gehouden om maandelijks, uiterlijk 10 dagen na het verstrijken van een kalendermaand, door middel van invulling en ondertekening van een hem door het productschap verstrekt opgaveformulier, naar waarheid opgave te doen van die bedrijfsgegevens waarvan de opgave in dat formulier wordt verlangd.

  • 3 Indien de door een ondernemer verschuldigde heffing door de voorzitter wordt vastgesteld op basis van de door de ondernemer in het kader van de Landbouwtelling aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verstrekte gegevens, is het gestelde in artikel 4 niet van toepassing.

  • 4 In het geval de aan de Landbouwtelling ontleende gegevens naar het oordeel van de voorzitter onjuist of onvolledig zijn en het productschap de ondernemer daarvan op de hoogte heeft gesteld, is de ondernemer gehouden om door middel van invulling en ondertekening van een hem door het productschap verstrekt opgaveformulier, naar waarheid opgave te doen van die bedrijfsgegevens waarvan de opgave in dat formulier wordt verlangd.

Artikel 6

  • 1 De ondernemer is verplicht van dag tot dag een zodanige administratie te voeren, dat de gegevens, benodigd voor de vaststelling van de heffing, te allen tijde op een eenvoudige wijze kunnen worden gekend.

  • 2 De voorzitter kan in individuele gevallen een aanwijzing geven betreffende de eisen waaraan de door de betrokken ondernemer te voeren administratie dient te voldoen.

6. Ambtshalve heffing

Artikel 7

  • 1 Bij gebreke van de gegevens, benodigd voor de vaststelling van de verschuldigde heffing, kan de heffing door de voorzitter ambtshalve worden vastgesteld aan de hand van de aan het productschap ter beschikking staande gegevens, zo nodig door middel van een schatting.

  • 2 Indien de ondernemer binnen 10 dagen na de factuurdatum van de in het eerste lid bedoelde ambtshalve vastgestelde heffing alsnog de benodigde gegevens verstrekt, wordt de heffingsfactuur waarbij de ambtshalve vastgestelde heffing is opgelegd, ingetrokken en wordt een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.

7. Betaling van de heffing

Artikel 8

De ondernemer aan wie een heffing is opgelegd dient de verschuldigde heffing uiterlijk binnen 14 dagen nadat de heffing aan de betrokken ondernemer is opgelegd, aan het productschap te voldoen.

Artikel 9

  • 1 De ondernemer die een door hem verschuldigde heffing niet of niet geheel binnen de in artikel 8 genoemde termijn heeft betaald, is, na bij aangetekend schrijven te zijn aangemaand om binnen een termijn van 10 dagen de heffing te voldoen, deze heffing aan het productschap verschuldigd, verhoogd met de over het verschuldigde bedrag berekende wettelijke rente.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde heffing wordt bij aanmaning verhoogd met € 22,50 wegens de uit de aanmaning voortvloeiende extra administratiekosten.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde rente wordt berekend vanaf de dag waarop de in dat lid genoemde termijn is verstreken tot aan de dag van de algehele voldoening.

8. Toezicht

Artikel 10

  • 1 Het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften wordt namens het productschap uitgeoefend door een door het bestuur aangewezen dienst of door het bestuur aangewezen personen.

  • 2 De ondernemer is verplicht:

    • a. aan de door het bestuur aangewezen dienst of aan de door het bestuur aangewezen personen al die gegevens te verstrekken of te doen verstrekken, die naar diens/hun oordeel nodig is/zijn voor de vervulling van diens/hun taak;

    • b. aan de door het bestuur aangewezen dienst of aan de door het bestuur aangewezen personen inzage te geven of te doen geven van die boeken en bescheiden, die naar diens/hun oordeel nodig is voor de vervulling van diens/hun taak;

    • c. aan de door het bestuur aangewezen dienst of aan de door het bestuur aangewezen personen te allen tijde toegang te geven of te doen geven tot hun bedrijfsruimten en tot die plaatsen of vervoermiddelen, waar c.q. waarin voorraden, tot het bedrijf van de ondernemer behorende, zijn opgeslagen c.q. worden vervoerd; de ondernemer zal alsdan de van hem gevorderde medewerking verlenen overeenkomstig de aanwijzingen en toezicht van die controleurs of aangewezen personen.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde personen zijn bevoegd berechtingsrapporten ten behoeve van tuchtrechtelijke afhandeling op te maken.

10. Bescherming gegevens

Artikel 12

  • 1 De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens worden in handen gesteld van de voorzitter. De gegevens worden, behoudens aan het secretariaat van het productschap, niet bekendgemaakt.

  • 2 De voorzitter kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, besluiten tot bekendmaking van getotaliseerde gegevens omtrent groepen van ondernemingen, doch nimmer op zodanige wijze dat daaruit gegevens omtrent een individuele onderneming kunnen worden afgeleid.

11. Bijzondere bepalingen

Artikel 13

De voorzitter kan de artikelen 4, 8, en 9 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

12. Slotbepalingen

Artikel 14

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

  • 2 Deze verordening wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 15

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005.

Zoetermeer, 21 oktober 2004

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 16 december 2004.