Besluit van 2 november 2004, houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband
met de implementatie van Richtlijn nr. 2003/97/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 10 november 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen
van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en
van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot
intrekking van Richtlijn 71/127/EEG
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 31 augustus 2004,
nr. HDJZ/AWW/2004-2080, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 (PbEG L 25) betreffende
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring
van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot
wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG en de artikelen 21, 22, 24, 26 en 34 van de Wegenverkeerswet 1994;
De Raad van State gehoord (advies van 18 oktober 2004, nr. W09.04.0436/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 25 oktober
2004, nr. HDJZ/AWW/2004-2639, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: