Verordening GZP financieringsheffing jaar 2005

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005 en zichtdatum 01-01-2005.
Geldend van 01-01-2005 t/m heden

Verordening van het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten van 4 november 2004, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2005 (Verordening GZP financieringsheffing jaar 2005)

Het bestuur van het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

Gelet op de artikelen 95 en 126 eerste lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 8 en 19 van het Instellingsbesluit;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

productschap

:

Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

secretaris

:

secretaris van het productschap;

ondernemer :

 

natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld;

landbouwzaaizaden

:

alle zaaizaden met uitzondering van zaaizaden van groentegewassen, specerijgewassen, kruiden, siergewassen en bomen;

granen

:

granen, ingedeeld in Hoofdstuk 10 van de Gecombineerde Nomenclatuur, met uitzondering van zaaigranen en rijst;

in de handel brengen

:

in Nederland in het verkeer brengen.

be- of verwerking

:

een be- of verwerking, die aanleiding geeft tot een wijziging van de onderverdeling in de Gecombineerde Nomenclatuur.

§ 2. Heffing

Artikel 2. (verwerking granen)

De ondernemer is voor het jaar 2005 verplicht terzake van de be- of verwerking van granen tot producten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijke consumptie kunnen dienen, aan het productschap een heffing te betalen van € 0,208 per ton graan.

Artikel 3. (rijst, meel en mout)

  • 1 De ondernemer is voor het jaar 2005 verplicht aan het productschap een heffing te betalen terzake van de eerste koop van:

    a.

    rijst

    :

    € 0,208 per ton;

    b.

    meel van granen, niet bestemd voor dierlijke consumptie (GN-code 11.01 en 11.02)

    :

    € 0,208 per ton, vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,37;

    c.

    mout (GN-code 11.07)

    :

    € 0,208 per ton, vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,30.

  • 2 Onder eerste koop wordt in dit artikel verstaan: de koop van rijst, meel of mout door een koper die deze producten rechtstreeks of door middel van een handelaar verkrijgt teneinde deze in Nederland te be- of verwerken of in Nederland in de handel te brengen.

  • 3 De heffing is niet verschuldigd indien ten genoegen van de secretaris wordt aangetoond dat over de betrokken hoeveelheden rijst en graanproducten reeds op grond van dit artikel of het artikel 2 de heffing is geïnd.

Artikel 4. (landbouwzaaizaden)

  • 1 De ondernemer die werkzaamheden verricht in het kweekbedrijf voor landbouwzaaizaden en/of met betrekking tot de be- en verwerking en/of met betrekking tot het in de handel brengen van landbouwzaaizaden, is voor het jaar 2005 verplicht aan het productschap te betalen:

    • a. een basisheffing van € 130,00 per onderneming;

    • b. een heffing van € 1,74 per ha aangekochte landbouwzaaizaden niet zijnde zaaizaad van vezelvlas, welke op contractbasis in Nederland zijn geteeld;

    • c. een heffing van € 0,00 per ha aangekocht zaaizaad van vezelvlas, welke op contract- basis in Nederland is geteeld.

  • 2 De ondernemer die landbouwzaaizaden teelt, is voor het jaar 2005 verplicht aan het productschap af te dragen een heffing van € 2, 20 per ha landbouwzaaizaden, niet zijnde zaaizaad van vezelvlas en van € 0,00 per ha zaaizaad van vezelvlas.

Artikel 5

De heffing bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4 is bestemd voor de huishoudelijke uitgaven van het productschap alsmede voor de aan het Hoofdproductschap Akkerbouw te verlenen bijdrage in de algemene kosten.

Artikel 6

  • 1 De ondernemer bedoeld in de artikelen 2 en 3 is verplicht binnen tien dagen na afloop van ieder kwartaal door middel van een hiertoe dienend opgaveformulier aan het productschap naar waarheid gegevens te verstrekken ten behoeve van de vaststelling van de in genoemde artikelen bedoelde heffing. De Verordening GZP algemene bepalingen 2003 is hierbij van toepassing.

  • 2 Ook indien in een bepaalde periode geen activiteiten als vermeld op het opgaveformulier hebben plaatsgevonden dient een opgave te worden gedaan.

Artikel 7

  • 2 De heffing bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt door het productschap geïnd door middel van de in het eerste lid van artikel 4 bedoelde ondernemers op basis van de door hen afgesloten teeltcontracten.

Artikel 8

  • 1 De ondernemer, bedoeld in artikel 2 tot en met 4, legt indien de secretaris daarom verzoekt, een door een accountant afgegeven verklaring over, waaruit blijkt de totale hoeveelheid granen, rijst of graanproducten welke door hem is verwerkt of als eerste koper is gekocht, onderscheidenlijk het aantal hectare, op contractbasis geteelde, landbouwzaaizaden.

  • 2 De ondernemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controle door of namens het productschap van de in de artikelen 6 en 7 bedoelde opgaven.

§ 3. Ambtshalve heffing

Artikel 9

  • 1 Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in de artikelen 6 en 7 niet, niet tijdig of naar het oordeel van de secretaris niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris bevoegd namens het bestuur de verschuldigde heffing voor de betreffende periode ambtshalve bij aanslag vast te stellen.

  • 2 Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.

  • 3 Indien het productschap, op verzoek van de ondernemer nadat de termijn genoemd in het tweede lid is verstreken, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het productschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht.

§ 4. Betaling van de heffing

Artikel 10

  • 1 De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgend op die dag waarop zij door of vanwege het productschap in rekening zijn gebracht, dan wel, indien de secretaris zulks verlangt, vóór een door deze te bepalen datum.

  • 2 Het Hoofdproductschap Akkerbouw wordt gemachtigd de verschuldigde heffingsbedragen in rekening te brengen, in te vorderen en in ontvangst te.

Artikel 11

Het productschap kan besluiten nota's van minder dan € 50,- samen te voegen tot verzamelnota's, welke op meerdere transacties of perioden betrekking hebben.

Artikel 12

Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 10 gestelde termijn heeft betaald, kan door het productschap de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk diende te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2005, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2005, met uitzondering van de toepassing van de Verordening GZP algemene bepalingen 2003.

Den Haag, 4 november 2004

Th.A.M. Meijer

voorzitter

M. Elema

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 16 december 2004.