Verordening bestemmingsheffingen veeziektenfonds (PVV) 2005

[Regeling materieel uitgewerkt per 12-02-2006.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 27-11-2005 en zichtdatum 27-11-2005.
Geldend van 27-11-2005 t/m heden

Verordening van het Productschap Vee en Vlees van 10 november 2004, houdende vaststelling bestemmingsheffingen ten behoeve van het veeziektenfonds PVV voor het jaar 2005 (Verordening bestemmingsheffingen veeziektenfonds (PVV) 2005)

Artikel 1

Deze verordening neemt de begripsbepalingen over van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005 maar verstaat in afwijking van artikel 1, onder 7, van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005 onder:

1.

kalf

:

rund, jonger dan 1 jaar;

2.

varken

:

varken, ongeacht leeftijd of gewicht.

Artikel 2

De ondernemer die in het jaar 2005 één of meer dieren slacht of doet slachten, dan wel uitvoert, is aan het productschap een heffing verschuldigd ten behoeve van het veeziektenfonds PVV als bedoeld in artikel 1 van de Verordening veeziektenfonds PVV 2000 ten bedrage van:

  • a. € 0,00 per varken ten behoeve van de rekening-I-varkens;

  • b. € 0,00 per rund ten behoeve van de rekening-II-runderen;

  • c. € 0,00 per kalf ten behoeve van de rekening-II-runderen;

  • d. € 0,11 per schaap ten behoeve van de rekening-III-schapen en geiten;

  • e. € 0,08 per geit ten behoeve van de rekening-III-schapen en geiten;

  • f. € 0,03 per jonge geit ten behoeve van de rekening-III-schapen en geiten.

Artikel 3

Naast de in artikel 2 bedoelde heffing, is de ondernemer die in het jaar 2005 één of meer dieren slacht of doet slachten, dan wel uitvoert, aan het productschap een bijzondere heffing ten behoeve van het Veeziektenfonds PVV als bedoeld in artikel 1 van de Verordening veeziektenfonds PVV 2000 verschuldigd ten bedrage van:

  • a. [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • b. [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • c. [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • d. € 0,84 per schaap ten behoeve van de rekening-III-schapen en geiten;

  • e. € 0,24 per geit ten behoeve van de rekening-III-schapen en geiten;

  • f. € 0,09 per jonge geit ten behoeve van de rekening-III-schapen en geiten.

Artikel 4

Als ondernemer die uitvoert als bedoeld in de artikelen 2 en 3, wordt aangemerkt degene die één of meer dieren

  • -

    in het handelsverkeer brengt, dan wel

  • -

    naar derde landen uitvoert, dan wel

  • -

    aflevert aan een (rechts)persoon wiens bedrijf niet in Nederland is gevestigd, ongeacht of de ontvangst van die dieren door deze (rechts-)persoon in Nederland plaatsvindt.

Artikel 5

De heffing, bedoeld in de artikelen 2 en 3, is niet verschuldigd voor een dier, ten aanzien waarvan ten genoegen van het productschap wordt aangetoond, dat:

  • a. de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van slacht korter is dan:

    • -

      twee maanden, in het geval het betreft varkens, geiten en schapen;

    • -

      drie maanden, in het geval het betreft kalveren en runderen.

  • b. de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van uitvoer korter is dan:

    • -

      twee maanden, in het geval het betreft varkens, geiten en schapen;

    • -

      drie maanden, in het geval het betreft, kalveren en runderen.

Artikel 6

De heffing, bedoeld in de artikelen 2 en 3, is niet verschuldigd voor een dier, ten aanzien waarvan ten genoegen van het productschap is vastgesteld dat het behoort tot de categorieën 5 of 6 zoals bedoeld in artikel 1, onder q, van het Retributiebesluit Vleeskeuringswet.

Artikel 8

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffingen veeziektenfonds (PVV) 2005.

  • 3 Artikel 3, onderdelen a., b. en c. treden in werking op een door het bestuur bij besluit nader te bepalen tijdstip, dat voor deze onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

  • 4 Deze verordening wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 10 november 2004

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 6 januari 2005 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 19 januari 2005, nr. TRCJZ/2004/6074.