Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-05-2008 en zichtdatum 22-11-2024.
Geldend van 01-07-2007 t/m 06-09-2008

Tijdelijke regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 december 2004, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/AL/04/83596, tot verstrekking van een financiële tegemoetkoming aan herbeoordeelde arbeidsongeschikten (Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. De tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 2. Het recht op tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 Het UWV stelt op aanvraag vast of recht op een tegemoetkoming bestaat.

    De herbeoordeelde dient de aanvraag in uiterlijk twee maanden na de datum waarop:

    • a. zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken; of

    • b. zijn recht op werkloosheidsuitkering is geëindigd omdat de voor hem geldende uitkeringsduur is verstreken, indien het derde lid van toepassing is.

    Het recht op een tegemoetkoming gaat in op de dag waarop de herbeoordeelde de aanvraag heeft ingediend, met dien verstande dat het recht niet eerder ontstaat dan de datum waarop de uitkering is verlaagd of ingetrokken respectievelijk, in de situatie, bedoeld in de tweede zin, onderdeel b, de datum waarop het recht op werkloosheidsuitkering is geëindigd.

  • 2 De herbeoordeelde heeft recht op een tegemoetkoming voor de duur van twaalf maanden indien hij op de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering geen recht heeft op een werkloosheidsuitkering.

  • 3 Indien de herbeoordeelde op de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering recht heeft op een werkloosheidsuitkering waarvan de resterende duur minder bedraagt dan twaalf maanden, heeft hij recht op een tegemoetkoming. De duur van dat recht op tegemoetkoming is twaalf maanden verminderd met de periode waarover hij recht heeft gehad op die werkloosheidsuitkering, gerekend vanaf de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering.

  • 4 Indien de herbeoordeelde op de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering recht heeft op een werkloosheidsuitkering, maar de hoogte van deze uitkering niet wordt aangepast in verband met de verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering, heeft hij in afwijking van het tweede en derde lid recht op een tegemoetkoming voor de duur van twaalf maanden.

  • 5 Indien de herbeoordeelde geen recht heeft op een werkloosheidsuitkering omdat hij een uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk 3 van de Wet arbeid en zorg of omdat hij ziekengeld ontvangt op grond van de Ziektewet, wordt laatstgenoemde uitkering of dat ziekengeld voor de toepassing van het tweede, derde en vierde lid gelijkgesteld met een werkloosheidsuitkering.

  • 10 Het UWV kan het eerste lid, tweede zin, buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 2a. Behoud tegemoetkoming bij noodzakelijke opleiding of scholing

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De herbeoordeelde die in de periode waarin hij recht heeft op tegemoetkoming op grond van artikel 2, tweede, derde en vierde lid, of artikel 7c, derde lid, deelneemt aan een voor hem naar het oordeel van het UWV noodzakelijke opleiding of scholing, behoudt in afwijking van die artikelleden dat recht totdat die opleiding of scholing is beëindigd.

  • 2 Er is sprake van noodzakelijke opleiding of scholing als bedoeld in het eerste lid indien:

    • a. de opleiding of scholing bestaat uit het systematisch verwerven van kennis dan wel vaardigheden volgens een vooraf vastgesteld programma, waarbij de verworven kennis en vaardigheden worden getoetst;

    • b. aannemelijk is dat de werknemer niet zonder opleiding of scholing een voor hem passend beroep of functie kan uitoefenen op de arbeidsmarkt en dat de voorgestelde opleiding of scholing daartoe een adequaat middel is; en

    • c. aannemelijk is dat de opleiding of scholing relevant is voor de arbeidsmarkt.

  • 3 Noodzakelijke opleiding of scholing bestaat in overwegende mate uit het verrichten van activiteiten die niet productie als doel hebben.

  • 4 Opleiding of scholing als bedoeld in het eerste lid duurt maximaal één jaar. Het UWV kan in individuele gevallen een opleiding of scholing van een langere duur toestaan, doch niet meer dan twee jaar.

Artikel 3. Hoogte tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De herbeoordeelde ontvangt een tegemoetkoming ter hoogte van het verschil tussen de arbeidsongeschiktheidsuitkering waar hij recht op had op de dag voor de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering en de arbeidsongeschiktheidsuitkering waar hij recht op heeft vanaf die datum. Hierop wordt in mindering gebracht de toename van het inkomen uit of in verband met arbeid vanaf de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering ten opzichte van het inkomen uit of in verband met arbeid voor die datum.

  • 3 Van een toename als bedoeld in het eerste lid is sprake, indien het inkomen uit of in verband met arbeid in de periode waarover recht op een tegemoetkoming bestaat, gemiddeld per dag hoger is dan het inkomen uit of in verband met arbeid in de zes kalendermaanden voorafgaand aan de datum van verlaging of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

  • 4 Voor de toepassing van het derde lid wordt een periode waarover de tegemoetkoming op grond van artikel 5, eerste lid, niet wordt betaald, aangemerkt als een periode waarover geen recht op tegemoetkoming bestaat.

Artikel 4. Betaling tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De tegemoetkoming wordt door het UWV bij wege van een naar redelijkheid vast te stellen voorschot betaalbaar gesteld.

  • 2 Het UWV betaalt het voorschot in de regel per maand.

  • 3 De hoogte van de tegemoetkoming wordt zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de periode waarover de herbeoordeelde recht heeft op een tegemoetkoming op grond van artikel 2, definitief vastgesteld overeenkomstig artikel 3.

  • 4 Indien bij de vaststelling blijkt dat het door het UWV op grond van het eerste lid betaalde voorschot:

    • a. te hoog is, wordt de te veel betaalde tegemoetkoming teruggevorderd van de herbeoordeelde;

    • b. te laag is, wordt de te weinig betaalde tegemoetkoming door UWV betaald aan de herbeoordeelde.

Artikel 5. Uitsluiting betaling tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De tegemoetkoming wordt niet betaald:

    • a. indien de herbeoordeelde niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000;

    • b. voorzover de herbeoordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

Artikel 6. Uitvoering

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

In de uitvoering van deze regeling wordt voorzien door het UWV.

Hoofdstuk 3. Financiering

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 7. Financiering

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 In de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan deze regeling wordt voorzien door het Rijk.

  • 4 Het UWV beheert en administreert afzonderlijk de middelen, bedoeld in het eerste lid.

  • 5 Met inachtneming van het zesde, zevende en achtste lid brengt het UWV de uitgaven voor de tegemoetkomingen en de uitvoeringskosten in rekening bij de Minister.

  • 6 Op de zesde dag van elke maand verstrekt het UWV aan de Minister:

    • a. een raming van de uitgaven verbonden aan de uitvoering van deze regeling in die maand;

    • b. een opgave van de gerealiseerde uitgaven verbonden aan de uitvoering van deze regeling over de maand gelegen twee maanden voor die maand.

  • 7 In de raming, bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, worden overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 1, afzonderlijk vermeld:

    • a. het totaalbedrag aan geraamde uitgaven voor de tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten, en

    • b. het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten op grond van deze regeling.

  • 8 In de opgave van de gerealiseerde uitgaven, bedoeld in het zesde lid, onderdeel b, worden overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 2, afzonderlijk vermeld:

    • a. het totaalbedrag aan uitbetaalde tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten, en

    • b. het totaalbedrag aan gerealiseerde uitvoeringskosten op grond van deze regeling.

  • 9 Indien de in het zesde lid bedoelde dag een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is, vindt de verstrekking plaats op de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is.

  • 10 Met als valutadag de elfde dag van elke maand draagt de Minister het bedrag van de geraamde uitgaven verbonden aan de uitvoering van deze regeling in die maand via de rekening-courant bij de Minister van Financiën af aan het UWV. De Minister kan, na overleg met het UWV, van het geraamde bedrag afwijken.

  • 11 Met als valutadag de elfde dag van elke maand verrekent de Minister het verschil tussen de gerealiseerde uitgaven en de geraamde uitgaven in de maand gelegen twee maanden voor die bedoeld in het tiende lid, met het bedrag, bedoeld in het tiende lid.

  • 13 Uiterlijk op 1 juni dient het UWV de afrekening over het afgelopen kalenderjaar bij de Minister in.

  • 14 In de afrekening, bedoeld in het dertiende lid, wordt, op basis van de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de kasstroom inzichtelijk gemaakt, en deze wordt afzonderlijk vermeld voor de tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten alsmede voor de uitvoeringskosten verbonden aan de uitvoering van deze regeling.

  • 15 Op grond van de afrekening, bedoeld in het dertiende lid, vindt voor 15 juli een betaling plaats ten gunste of ten laste van het UWV.

  • 16 De Minister stelt jaarlijks voor 31 oktober de omvang van de middelen tot dekking van de uitgaven ter uitvoering van deze regeling vast, gespecificeerd overeenkomstig het achtste lid.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 7b. Overgangsrecht in verband met de Wet wijziging WW-stelsel

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 1, onderdeel d, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel XIIII, onderdeel A, van de regeling van 4 september tot wijziging van enige ministeriële regelingen in verband met de inwerkingtreding van de Wet wijziging WW-stelsel (Stcrt. 182) blijft van toepassing met betrekking tot een recht op uitkering waarvan de eerste werkloosheidsdag is gelegen voor de dag van inwerkingtreding van dat onderdeel.

Artikel 7c. Overgangsrecht in verband met de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 Artikel 2 zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel I van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI, blijft van toepassing met betrekking tot een recht op tegemoetkoming dat is aangevraagd voor of op die dag.

  • 2 In afwijking van artikel 2, eerste lid, tweede zin, kan een aanvraag op grond van dat artikel in ieder geval worden ingediend tot drie maanden na de dag van inwerkingtreding van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI.

  • 3 De herbeoordeelde wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken voor of op 23 september 2006 en die

    • a. vóór de datum van inwerkingtreding van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI een aanvraag om een tegemoetkoming heeft gedaan; en

    • b. op 23 maart 2007 geen recht had op een tegemoetkoming of een werkloosheidsuitkering waarvan de hoogte is aangepast in verband met de verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering;

    heeft recht op een extra tegemoetkoming.

  • 4 De duur van de extra tegemoetkoming is zes maanden verminderd met de periodes waarover:

    • a. de herbeoordeelde recht had op tegemoetkoming op grond van artikel 2a; en

    • b. de herbeoordeelde recht had op een als gevolg van de verlaging of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstane of aangepaste werkloosheidsuitkering, gerekend vanaf zes maanden na de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering.

  • 5 Het UWV stelt het recht op een extra tegemoetkoming op aanvraag vast. De aanvraag kan tot drie maanden na de datum van inwerkingtreding van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI worden ingediend. Het recht gaat in op de datum van aanvraag, met dien verstande dat het recht niet eerder ontstaat dan op de datum van inwerkingtreding van die regeling. Met uitzondering van artikel 2, eerste tot en met vierde lid, zijn de artikelen van deze regeling van toepassing op de extra tegemoetkoming.

Artikel 8. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005 en vervalt met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 9. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen 1 en 2 liggen ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Den Haag, 8 december 2004

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]