U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2007 en zichtdatum 01-01-2007. Geldend van 01-01-2007 t/m 01-01-2007
Regeling tarieven scheepvaart 2005
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 16, eerste en tweede lid, van richtlijn nr. 95/21/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juni 1995, betreffende havenstaatcontrole (PbEG L 157), de artikelen 12, derde lid, 12a, tweede lid, 12b, eerste lid, 12c, derde lid, 26, derde lid, en 26a, tweede lid, van de Binnenschepenwet, artikel 5, derde lid, van de Loodsenwet, de artikelen 4, tweede lid, 17, eerste lid, en 21, eerste lid, van de Meetbrievenwet 1981, artikel 14, derde lid, van de Wet havenstaatcontrole, de artikelen 2, derde lid, en 10 van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, artikel 9 van de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart, artikel 311a, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel, artikel 56 van de Wet vervoer binnenvaart, artikel 49, tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de artikelen 6, derde lid, en 6a, derde lid, van de Zeebrievenwet, artikel 37, derde lid, van de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, artikel 62, aanhef en onderdelen c, d, h en j, van de Zeevaartbemanningswet, artikel 3 van het Besluit aangroeiwerende verfsystemen zeeschepen, de artikelen 15 en 18 van het Binnenschepenbesluit, artikel 2 van het besluit van 28 februari 1976, ter uitvoering van artikel 29 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen (Stb. 137), de artikelen 4, tweede lid, en 5, tweede tot en met zesde lid, van het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen, artikel 11, derde lid, van het Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen en artikel 3.07 van het Reglement Rijnpatenten 1998;
Besluit:
1 In deze paragraaf zijn de begripsbepalingen van artikel 1 van het Metingsbesluit Binnenvaartuigen 1978 van toepassing.
2 In deze paragraaf wordt voorts verstaan onder:
a. meting: werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een meetbrief voor een schip, waarvoor niet eerder een Nederlandse meetbrief is afgegeven;
b. hermeting: werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een meetbrief voor een schip dat een verbouwing heeft ondergaan die van invloed is geweest op de ledige diepgang van het schip, en waarvoor eerder een Nederlandse meetbrief is afgegeven;
c. controlemeting: werkzaamheden ten behoeve van de verlenging van de geldigheidsduur van een meetbrief voor een schip dat sedert de afgifte van de meetbrief geen verbouwing heeft ondergaan die van invloed is geweest op de ledige diepgang van het schip;
d. ponton: blokvormig schip zonder mogelijkheid om benedendeks lading te vervoeren;
e. zusterschepen: schepen die volgens dezelfde bouwtekening zijn gebouwd.
1 Voor de meting of de hermeting van een schip of een ponton ten behoeve van de afgifte van een meetbrief, hieronder begrepen het aanbrengen van ijkmerken of ijkplaten, is een tarief verschuldigd, van € 907.
2 In afwijking van het eerste lid is voor de meting of de hermeting van een schip dat niet bestemd is voor het vervoer van goederen een tarief verschuldigd van € 575.
3 Voor de controlemeting is een tarief verschuldigd van € 163.
[Vervallen per 01-01-2007]
1 Voor de afgifte van een meetbrief, zonder dat hiervoor een meting of hermeting plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 94 en voor een verlenging van de meetbrief een tarief van € 170.
2 Voor het aanbrengen van een wijziging in een meetbrief, zonder dat hiervoor een meting of hermeting plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 36.
Indien de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een meetbrief buiten toedoen van de ambtenaren van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, niet leiden tot afgifte van het desbetreffende document, is een tarief verschuldigd:
a. van € 72 per manuur, indien de werkzaamheden niet volledig zijn uitgevoerd;
b. dat is vastgesteld voor de meting ten behoeve van de afgifte van het document, indien de werkzaamheden volledig zijn uitgevoerd.
Voor werkzaamheden voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de Binnenschepenwet, en waarvoor niet op grond van een van de overige artikelen van deze paragraaf een tarief is vastgesteld, is een tarief verschuldigd van € 72 per manuur.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
a. certificaat van onderzoek: certificaat, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Binnenschepenwet en in artikel 1.03 van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995;
b. certificaat van goedkeuring: certificaat, bedoeld in bijlage 1, B1, Rn. 10.282 en bijlage 1, B2, Rn. 210.282, van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen;
c. communautair certificaat: certificaat, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van het Binnenschepenbesluit;
d. communautair aanvullend certificaat: certificaat, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van het Binnenschepenbesluit;
e. uitgebreide proefvaart: beproeving tijdens de vaart teneinde aan te tonen dat wordt voldaan aan de gestelde eisen die niet bij een stilliggend schip zijn vast te stellen;
f. beperkte proefvaart: beproeving tijdens een kortdurende vaart teneinde aan te tonen dat wordt voldaan aan eisen die worden gesteld aan een stuurinrichting, dan wel aan de maximaal toelaatbare geluidsniveaus;
g. verklaring minimumbemanning: verklaring, bedoeld in artikel 23.09, tweede lid, van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 en in artikel 13, tweede lid, van het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.
1 Voor de afgifte of wijziging van in deze paragraaf genoemde certificaten of verklaringen is een tarief verschuldigd van € 64.
2 Voor de afgifte van een ontheffing als bedoeld in de artikelen 5a, tweede lid, en 13a, tweede lid, van de Binnenschepenwet, waarbij geen inspectie plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 64, per certificaat, bijlage bij een certificaat of verklaring.
3 Voor de afgifte van een verklaring minimumbemanning is een tarief verschuldigd van € 64. Dit tarief wordt niet in rekening gebracht indien gelijktijdig een inspectie aan boord van het schip plaatsvindt.
Voor de afgifte van een duplicaat, uittreksel, of gewaarmerkt afschrift van een certificaat van onderzoek, een certificaat van goedkeuring, een communautair certificaat, een communautair aanvullend certificaat of een bijlage bij een certificaat of verklaring is een tarief verschuldigd van € 76.
1 Voor het onderzoek nodig voor de eerste of hernieuwde afgifte van een certificaat van onderzoek, een communautair certificaat, een communautair aanvullend certificaat of een certificaat van goedkeuring ten behoeve van bestaande schepen, dan wel voor het wijzigen van die certificaten ten behoeve van deze schepen is een tarief verschuldigd dat wordt berekend aan de hand van het aantal inspecties aan boord van het schip.
2 Voor de inspecties aan boord van het schip zijn de volgende tarieven verschuldigd:
a. voor de eerste inspectie, voor de eerste afgifte of vernieuwing van de geldigheidsduur van een certificaat € 298;
b. voor de tweede en volgende inspecties en voor inspecties gedurende de looptijd van een certificaat € 259 voor bestaande schepen en € 428 voor nieuw gebouwde schepen;
c. in afwijking van onderdeel a, voor open rondvaartboten, voor de eerste inspectie € 207.
3 Indien bij de inspecties aan boord van het schip gelijktijdig een elektrotechnisch onderzoek en een scheepsbouwkundig onderzoek plaatsvindt, worden deze onderzoeken als afzonderlijke inspecties aangemerkt.
4 Indien een inspectie aan boord van een schip tevens een uitgebreide proefvaart omvat, wordt het verschuldigde tarief voor die inspectie, ongeacht het aantal gelijktijdig uitgevoerde onderzoeken, bedoeld in het derde lid, verhoogd met € 378 voor bestaande schepen en € 478 voor nieuw gebouwde schepen.
5 Indien een beperkte proefvaart, een hellingproef of een diepgangscontrole deel uitmaakt van een inspectie aan boord van het schip, wordt het verschuldigde tarief voor die inspectie verhoogd met € 177 voor bestaande schepen en voor nieuw gebouwde schepen.
6 Voor het afstempelen plaatjes, het opnieuw verzegelen van lensafsluiters en andere werkzaamheden op verzoek is een tarief verschuldigd van € 82 per manuur.
7 Indien een inspectie aan boord van het schip niet kan plaatsvinden op de geplande tijd en plaats, doordat het schip of de eigenaar van het schip of zijn vertegenwoordiger niet aanwezig is, is voor de wachttijd van de expert een tarief verschuldigd van € 82 per uur. Indien de inspectie geheel vervalt wordt een tarief van € 162 in rekening gebracht.
1 Voor een onderzoek voor keuring van onderdelen of uitrustingsstukken waarvoor de goedkeuring van de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat of de Commissie van Deskundigen voor de Rijnvaart is voorgeschreven, is een tarief verschuldigd van € 248.
2 Voor het aanwijzen van bedrijven om namens de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat installaties en onderdelen van objecten te mogen keuren is een tarief verschuldigd van € 73.
Voor het keuren van een tekening, een stabiliteitsberekening of een lekberekening is een tarief verschuldigd van € 235.
Alvorens een onderzoek of keuring als bedoeld in deze paragraaf wordt aangevangen, kan vooruitbetaling van het naar verwachting verschuldigde tarief worden verlangd.
Voor de behandeling van een aanvraag van een ontheffing van de verplichting tot het voorzien zijn van een geldig vaarbewijs, als bedoeld in artikel 17, derde lid, van de Binnenschepenwet, is een tarief verschuldigd van € 128.
Voor de controle op de inbouw en het functioneren van een radarinstallatie of een bochtaanwijzer, alsmede voor de afgifte van de verklaring, bedoeld in artikel 9 in bijlage 3 van het Besluit radar- en bochtaanwijzerapparatuur, is een tarief verschuldigd van:
a. € 128 voor periodieke inspectie en afgifte van een verklaring;
b. € 104 voor herinspectie als gevolg van geconstateerde gebreken.
1 Voor de afgifte van een Rijnpatent is een tarief verschuldigd van € 61,76.
2 Voor uitbreiden, vervangen of omruilen van een Rijnpatent is een tarief verschuldigd van € 51,46.
1 Voor het examen voor het Schippersdiploma Rijnvaart ter verkrijging van het Rijnpatent is een tarief verschuldigd van € 31,50 per onderdeel voor de schriftelijke examens en € 89,25 per onderdeel voor de mondelinge examens.
2 Voor het herexamen voor het diploma, bedoeld in het eerste lid, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
1 Voor de afgifte van een dienstboekje als bedoeld in artikel 24, eerste lid, van het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart, artikel 23.04, eerste lid, van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 en artikel 2.06, eerste lid, van het Reglement Rijnpatenten 1998, is een tarief verschuldigd van € 16,80.
2 Voor het jaarlijks afstempelen van een dienstboekje of een verklaring van vaartijdtelling uit het dienstboekje is een tarief verschuldigd van € 6,30.
1 Voor de afgifte van een vaartijdenboek als bedoeld in artikel 25, onder a, van het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart en artikel 23.08, eerste lid, van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995, is een tarief verschuldigd van € 18,90.
2 Voor de afgifte van een verklaring bij het vaartijdenboek als bedoeld in artikel 26, derde lid, van het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart en artikel 23.08, vierde lid, van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995, is een tarief verschuldigd van € 6,30.
3 Voor het verrichten van mutaties in het vaartijdenboek of in een verklaring bij het vaartijdenboek is een tarief verschuldigd van € 6,30.
Voor de behandeling van een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart is een vergoeding verschuldigd van € 51.
Een vergoeding is verschuldigd van:
a. € 85 voor de behandeling van een aanvraag van een Rijnvaartverklaring als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
b. € 82 voor de behandeling van een aanvraag van een bewijs van toelating als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
c. € 384 voor de behandeling van een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
d. € 117 voor de behandeling van een aanvraag van wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
e. € 117 voor de behandeling van een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
f. € 117 voor de behandeling van een aanvraag van wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
g. € 117 voor de behandeling van een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
h. € 117 voor de behandeling van een aanvraag van wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
i. € 43 voor de behandeling van een aanvraag van een vergunningbewijs als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer binnenvaart;
j. € 43 voor de behandeling van een aanvraag van wijziging van een vergunningbewijs als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer binnenvaart;
k. € 384 voor de behandeling van een aanvraag van een inschrijving eigen vervoer als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
l. € 384 voor de behandeling van een aanvraag van een inschrijving eigen vervoer als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
m. € 43 voor de behandeling van een aanvraag van een inschrijvingsbewijs als bedoeld in artikel 46, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart;
n. € 117 voor de behandeling van een aanvraag van ontheffing van de eis van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Besluit vervoer binnenvaart;
o. € 28 voor de behandeling van een aanvraag van een gewaarmerkt afschrift van de documenten, bedoeld in de onderdelen a, b, c, e, g, i, k, l en m.
1 Voor de behandeling van de eerste aanvraag van een groot vaarbewijs als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Binnenschepenwet, is een tarief verschuldigd van € 61,76.
2 Voor de behandeling van de aanvraag van een duplicaat dan wel een vernieuwing van de geldigheid van het groot vaarbewijs in verband met de leeftijdscategorieën, bedoeld in artikel 23a van de Binnenschepenwet, is een tarief verschuldigd van € 51,46.
1 Voor deelname aan het examen voor het Schippersdiploma Rivieren, Kanalen en Meren ter verkrijging van het groot vaarbewijs voor de vaart op rivieren, kanalen en meren en voor deelname aan het examen voor het Schippersdiploma Alle Binnenwateren ter verkrijging van een groot vaarbewijs voor de vaart op alle binnenwateren, is een tarief verschuldigd van € 31,50 per onderdeel voor de schriftelijke examens en € 89,25 per onderdeel voor de mondelinge examens.
Voor de kosten van behandeling van het aanvragen van een klein vaarbewijs als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Binnenschepenwet, is een tarief verschuldigd van € 25.
De kosten van het examen ter verkrijging van het klein vaarbewijs voor:
a. de vaart op de rivieren, kanalen en meren bedragen € 70,–.
b. de vaart op alle binnenwateren bedragen € 84,–.
1 De kosten van het beperkt examen, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Regeling examen klein vaarbewijs ter verkrijging van het klein vaarbewijs voor de vaart op alle binnenwateren bedragen € 70,–.
2 De kosten van het beperkt examen, bedoeld in artikel 4 van de Regeling examen klein vaarbewijs, ter verkrijging van het klein vaarbewijs voor de vaart op rivieren, kanalen en meren of op alle binnenwateren bedragen € 63,–.
1 Voor het afnemen van een examen als bedoeld in artikel 3.03, eerste lid, van het Reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 225,75.
2 Voor het afnemen van een theorieherexamen als bedoeld in artikel 3.03, vierde lid, van het reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 63.
3 Voor het afnemen van een praktijkherexamen als bedoeld in artikel 3.03, vierde lid van het Reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 162,75.
1 Voor de afgifte van een radarpatent als bedoeld in artikel 3.04, eerste lid, van het Reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 61,76.
2 Voor het bijschrijven van het radarpatent op de schipperspatentkaart, bedoeld in artikel 3.04, tweede lid, van het Reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 51,46.
Voor de werkzaamheden die samenhangen met het omwisselen van radardiploma’s als bedoeld in artikel 4.02 van het Reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 51,46.
De kosten van het geneeskundig onderzoek van de individuele aanvrager van een vaarbewijs, bedoeld in artikel 21, eerste en tweede lid, van de Binnenschepenwet, of van de individuele aanvrager van een rijnpatent, bedoeld in de artikelen 2.01, tweede lid, onderdeel a, 2.02, tweede lid, onderdeel a, 2.03, tweede lid, onderdeel a, en 4.01, eerste en tweede lid, van het Reglement Rijnpatenten 1998, bedragen:
a. van de arts: ten hoogste € 76,60;
b. van de deskundige: ten hoogste € 115,– indien een fysiek onderzoek plaatsvindt en ten hoogste € 76,60 bij een schriftelijke beoordeling.
Het tarief voor het verrichten van de handelingen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder d, van het Besluit vaarbewijzen binnenvaart en in artikel 11, tweede en derde lid, van de Regeling geneeskundig onderzoek vaarbewijzen binnenvaart bedraagt ten hoogste € 25,10.
Alvorens met een onderzoek of keuring als bedoeld in artikel 1.31 of artikel 1.32 wordt aangevangen, kan vooruitbetaling van het naar verwachting verschuldigde tarief worden verlangd.
1 In deze paragraaf zijn de begripsbepalingen van artikel 1 van de Meetbrievenwet 1981 en artikel 1 van de Regeling metingsvoorschriften van toepassing.
a. meting: werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van:
1°. een Internationale Meetbrief (1969);
2°. een bijzondere meetbrief voor een schip, waarvoor niet eerder een Internationale Meetbrief (1969) of bijzondere meetbrief is afgegeven;
b. hermeting: werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van:
1°. een Internationale Meetbrief (1969) voor een schip, waarvoor reeds eerder een Internationale Meetbrief (1969), bijzondere meetbrief of een meetbrief als bedoeld in het Verdrag van Oslo 1947, is afgegeven;
2°. een bijzondere meetbrief voor een schip, waarvoor reeds eerder een Internationale Meetbrief (1969), bijzondere meetbrief of een meetbrief als bedoeld in het Verdrag van Oslo 1947, is afgegeven;
c. ponton: blokvormig schip zonder mogelijkheid om benedendeks lading te vervoeren;
d. zusterschepen: schepen die volgens dezelfde bouwtekening zijn gebouwd
1 Voor de meting van een schip ten behoeve van de afgifte van een Internationale Meetbrief (1969) is een tarief verschuldigd genoemd in de onderstaande tabel:
Lengte
Tonnage (GT)
Tarief
tot 24 meter
–
€ 739
vanaf 24 meter
< 500
€ 1.370
2 In afwijking van het eerste lid is voor de meting van:
a. een vissersvaartuig met een lengte in zijn totaliteit van minder dan 15 meter een tarief verschuldigd van € 194;
b. een pleziervaartuig met een lengte van minder dan 24 meter een tarief verschuldigd van € 167.
3 Bij de meting van zusterschepen is voor het eerste schip het op grond van het eerste lid van toepassing zijnde tarief verschuldigd.
4 Hermeting geschiedt tegen een uurtarief van € 107.
1 Voor de meting van een schip , ten behoeve van de afgifte van een bijzondere meetbrief, speciaal ingericht voor gebruik bij de vaart door het Suezkanaal, is het tarief verschuldigd, genoemd in de onderstaande tabel:
€ 1.688
€ 2.739
2 Hermeting geschiedt tegen een uurtarief van € 107.
3 Bij de meting van zusterschepen is voor het eerste schip het op grond van het eerste lid van toepassing zijnde tarief verschuldigd. Voor de meting van de volgende schepen is een tarief verschuldigd van € 1.489 per schip voor schepen met een lengte > 24 meter en € 955 per schip voor schepen met een lengte van < 24 meter.
Voor onderzoek ten behoeve van de afgifte van een inhoudsverklaring voor gebruik bij de vaart door het Panamakanaal (PC/UMS Documentation of Total Volume) is een tarief verschuldigd van € 258.
Voor controlewerkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een Internationale Meetbrief (1969) of een bijzondere meetbrief is, indien bij het omvlaggen van een schip de buitenlandse meetgegevens worden overgenomen of indien een schip door een daartoe bevoegde buitenlandse autoriteit ingevolge artikel 8 van de Meetbrievenwet 1981 of de Regeling metingsvoorschriften is gemeten of hermeten, een tarief verschuldigd van € 659.
1 Voor de afgifte van een meetbrief of een bijzondere meetbrief is een het tarief verschuldigd van € 94.
2 Voor het aanbrengen van een wijziging in een Internationale Meetbrief (1969), een bijzondere meetbrief of een inhoudsverklaring als bedoeld in artikel 2.4, zonder dat hiervoor een meting of hermeting plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 36.
Indien de eigenaar een verzoek indient voor de meting of hermeting van twee of meer van zijn schepen, niet zijnde zusterschepen, en deze metingen gelijktijdig op één locatie kunnen worden uitgevoerd voor één rekening, is voor het eerste schip een tarief als bedoeld in de deze paragraaf verschuldigd en voor de volgende schepen een tarief van € 72 per manuur verschuldigd.
Indien de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van documenten als bedoeld in deze paragraaf, buiten toedoen van de ambtenaren van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, niet leiden tot afgifte van dat document, is het volgende tarief verschuldigd:
a. indien de werkzaamheden niet volledig zijn uitgevoerd € 72 per manuur;
b. indien de werkzaamheden volledig zijn uitgevoerd, het tarief dat is vastgesteld voor werkzaamheden of meting ten behoeve van de afgifte van het document.
Voor werkzaamheden voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de Meetbrievenwet 1981, en waarvoor niet op grond van een van de overige artikelen van deze paragraaf een tarief is vastgesteld, is een tarief verschuldigd van € 72 per manuur.
1 Voor de werkzaamheden ten behoeve van de inschrijving van een zeeschip in het rompbevrachtingsregister, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, is de rompbevrachter een tarief verschuldigd van € 1.129.
2 Voor het aanbrengen van een wijziging in de in het eerste lid bedoelde inschrijving, is de rompbevrachter een tarief verschuldigd van € 119.
3 Voor de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een gewaarmerkt uittreksel uit het rompbevrachtingsregister, bedoeld in het eerste lid, is de rompbevrachter een tarief verschuldigd van € 81.
4 In afwijking van het tweede lid is de rompbevrachter voor het aanbrengen van een wijziging die betrekking heeft op de dagtekening of de tijdsduur van de rompbevrachtingsovereenkomst een tarief verschuldigd van € 341.
Voor de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 311a, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel of artikel 37, eerste lid, van de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, is de aanvrager het volgende tarief verschuldigd:
a. indien de aanvraag betrekking heeft op een schip dat uitsluitend of mede in de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt, € 87 voor de administratieve toets en € 42 voor de afgifte van de verklaring;
b. indien de aanvraag betrekking heeft op een schip dat uitsluitend anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt, € 52 voor de administratieve toets en € 42 voor de afgifte van de verklaring.
Voor de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van de zeebrief, bedoeld in artikel 6, derde lid, en 6a, derde lid, van de Zeebrievenwet, of een voorlopige zeebrief als bedoeld in de artikelen 4 en 4a van de Zeebrievenwet, is een tarief verschuldigd van € 102.
b. indien de werkzaamheden volledig zijn uitgevoerd, het tarief dat is vastgesteld voor werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van het document.
Voor werkzaamheden voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de Zeebrievenwet of de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, en waarvoor niet op grond van een van de overige artikelen van deze paragraaf een tarief is vastgesteld, is een tarief verschuldigd van € 72 per manuur.
a. MARPOL-verdrag: het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag te voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1978, 188);
b. verklaring: de verklaring als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen;
c. certificaat: Internationaal certificaat van voorkoming van verontreiniging door olie, als bedoeld in voorschrift 7 van bijlage I van het MARPOL-verdrag.
1 Voor de afgifte of tussentijdse vervanging van een certificaat of een verklaring, is een tarief verschuldigd van € 188.
2 Voor de afgifte van een duplicaat van een certificaat of verklaring is een tarief verschuldigd van € 128.
1 Voor het onderzoek van geklasseerde schepen nodig voor de afgifte van een certificaat of een verklaring, is het tarief verschuldigd, genoemd in onderstaande tabel:
Scheepstype
< 500 GT
500–9000 GT
> 9000 GT
Passagiersschip
Onderzoek eerste afgifte
€ 225
Onderzoek hernieuwde afgifte
€ 454
€ 570
Aannemersmateriaal met voortstuwing
Aannemersmateriaal zonder voortstuwing
< 9000 GT
Vrachtschip/Chemicaliëntanker/Gastanker
€ 806
Olietanker/Olie-chemicaliëntanker
€ 2.599
€ 1.008
€ 2.843
< 500GT
> 500 GT
< 24 m
> 24 m
Supply- en supportschip/Special purpose schip/MODU met voortstuwing/vissersvaartuig
MODU zonder voortstuwing/Hotelplatform
Sleepboot/Personentender/Patrouille-, peil- en meetvaartuig
2 Voor het onderzoek van niet-geklasseerde schepen nodig voor het viseren of de hernieuwde afgifte van een certificaat of een verklaring, is het tarief verschuldigd, genoemd in onderstaande tabel:
500 GT–9000 GT
>9000 GT
> 24 m en < 400 GT
Vrachtschip
€ 298
€ 383
Aannemersmateriaal zonder voortstuwing (incl bemand werken)
Supply- en supportschip/vissersvaartuig
3 Voor het onderzoek van niet-geklasseerde vissersvaartuigen nodig voor de eerste afgifte van een certificaat of een verklaring, is het tarief verschuldigd van:
a. € 225 voor vissersvaartuigen kleiner dan 500 GT;
b. € 760 voor vissersvaartuigen vanaf 500 GT.
Indien een scheepstype niet is opgenomen in artikel 2.17, wordt voor het onderzoek nodig voor de afgifte van een certificaat of een verklaring door de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat het tarief gebaseerd op het tarief van het scheepstype dat hiermee het meest overeenkomt.
Voor het onderzoek aan boord nodig voor een tussentijdse aanpassing van een certificaat of verklaring, is een tarief verschuldigd van € 107.
1 Voor het onderzoek aan boord nodig voor de afgifte of tussentijdse aanpassing van een AFS-certificaat als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van verordening (EG) nr. 782/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 april 2003 houdende een verbod op organische tinverbindingen op schepen (PbEU L115), is een tarief verschuldigd van € 107.
2 Voor de afgifte of tussentijdse vervanging van een AFS-certificaat is een tarief verschuldigd van € 188.
3 Voor de afgifte van een duplicaat van een AFS-certificaat is een tarief verschuldigd van € 128.
1 Voor de afgifte, tussentijdse controle of verlenging van het Internationaal certificaat van voorkoming van verontreiniging voor het vervoer van schadelijke vloeistoffen in bulk, als bedoeld in voorschrift 9 van Bijlage II van het MARPOL-verdrag is een tarief verschuldigd van € 188.
2 Voor de afgifte van een duplicaat van een Internationaal certificaat als bedoeld in het eerste lid is een tarief verschuldigd van € 128.
1 Voor het onderzoek, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Besluit sanitair afval zeeschepen is een tarief verschuldigd van € 96 per manuur.
2 Voor de afgifte of tussentijdse vervanging van een Internationaal certificaat van voorkoming van verontreiniging door sanitair afval als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit sanitair afval zeeschepen is een tarief verschuldigd van € 201.
3 Voor de afgifte van een duplicaat van een certificaat als bedoeld in het tweede lid is een tarief verschuldigd van € 130.
1 Voor het onderzoek aan boord nodig voor de afgifte van een Internationaal certificaat betreffende voorkoming van luchtverontreiniging, als bedoeld in voorschrift 6 van Bijlage VI van het MARPOL-verdrag of een Internationaal certificaat betreffende voorkoming van luchtverontreiniging door motoren, behorende bij Nox-Code als bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen, is een tarief verschuldigd van € 107 per manuur.
2 Voor de afgifte of vervanging van een certificaat, als bedoeld in het eerste lid is een tarief verschuldigd van € 188.
Voor de vergoeding van de kosten die samenhangen met een ontheffing als bedoeld in artikel 35a, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen is een tarief verschuldigd van:
a. € 142 voor de behandeling van de aanvraag voor een ontheffing;
b. € 188 voor de afgifte van een ontheffing;
c. € 128 voor de afgifte van een duplicaat of gewaarmerkt afschrift van een ontheffing.
1 Indien een onderzoek ten behoeve van de afgifte van een certificaat als bedoeld in deze paragraaf wordt uitgevoerd door een erkend klassenbureau, is voor de behandeling van de aanvraag van het certificaat een tarief verschuldigd van € 115.
2 Met de behandeling van een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, wordt gelijkgesteld de gelijktijdige behandeling van twee of meer aanvragen, indien de onderzoeken worden uitgevoerd door hetzelfde klassenbureau en de tarieven voor de aanvragen aan dezelfde aanvrager worden gefactureerd.
Op deze paragraaf is artikel 23 van de Regeling Nederlandse tarieven ingevolge de Schepenwet van toepassing.
Voor de afgifte of vervanging van een monsterboekje of een voorlopig monsterboekje als bedoeld in artikel 35 van de Zeevaartbemanningswet is een tarief verschuldigd van € 49.
Voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Zeevaartbemanningswet, zijn de volgende tarieven verschuldigd:
a. € 76 voor elk vaarbevoegdheidsbewijs of een duplicaat van een vaarbevoegdheidsbewijs, waarop ten minste één van de volgende functies voorkomt:
1°. kapitein;
2°. eerste stuurman;
3°. wachtstuurman;
4°. hoofdwerktuigkundige;
5°. tweede scheepswerktuigkundige;
6°. wachtwerktuigkundige;
7°. eerste maritiem officier;
8°. maritiem officier;
9°. schipper zeevisvaart;
10°. plaatsvervangend schipper zeevisvaart;
11°. stuurman zeevisvaart;
12°. werktuigkundige zeevisvaart; of
13°. radio-operator.
b. € 51 voor elk vaarbevoegdheidsbewijs of duplicaat van een vaarbevoegdheidsbewijs waarop de in onderdeel a genoemde functies niet voorkomen.
c. € 76 voor een vaarbevoegdheidsbewijs van erkenning als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de Zeevaartbemanningswet.
Voor de behandeling van een aanvraag voor de erkenning van een opleiding als bedoeld in artikel 19, tweede lid, onder b, van de Zeevaartbemanningswet wordt een tarief in rekening gebracht van € 107 per manuur.
Voor de afgifte of verlenging van een type rating certificate als bedoeld in artikel 85 van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart is een tarief verschuldigd van € 76.
Voor de afgifte, waarmerking of verlenging van de geldigheidsduur van een certificaat als bedoeld in artikel 15 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen, is de eigenaar van het schip een vergoeding verschuldigd van € 188.
In deze paragraaf wordt verstaan onder geneeskundige verklaring:
Schriftelijke verklaring van een door de Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen geneeskundige of medisch specialist waaruit blijkt dat een bemanningslid voldoet aan de medische eisen, bedoeld in artikel 106, eerste lid, van het Besluit zeevaartbemanning, handelsvaart en zeilvaart, onderscheidenlijk artikel 62, eerste lid, van het Besluit zeevisvaartbemanning, dan wel houdende een bericht van afkeuring.
Het tarief voor de afgifte van een geneeskundige verklaring betreffende de algemene lichamelijke gesteldheid door een aangewezen geneeskundige bedraagt ten hoogste € 76,60 bij een uitsluitend lichamelijke keuring en ten hoogste € 115,– bij een volledige keuring.
[Vervallen per 01-03-2006]
1 Het tarief voor de afgifte van een geneeskundige verklaring door een op grond van artikel 42, eerste lid, van de Zeevaartbemanningswet aangewezen scheidsrechter bedraagt ten hoogste € 115,– indien een fysiek onderzoek plaatsvindt en ten hoogste € 76,60 bij een schriftelijke beoordeling.
2 Het tarief voor het verlenen van de in artikel 44, tweede lid, van de Zeevaartbemanningswet bedoelde ontheffing bedraagt ten hoogste € 25,10.
Alvorens met een onderzoek of keuring als bedoeld in deze paragraaf wordt aangevangen, kan vooruitbetaling van het naar verwachting verschuldigde tarief worden verlangd.
1 Voor de vergoeding, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet havenstaatcontrole, is een tarief verschuldigd van € 1.061.
2 Voor de vergoeding, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Wet havenstaatcontrole, is een tarief verschuldigd van € 392.
Voor een ontheffing van een gecertificeerd kwaliteitszorgsysteem voor terminals als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Wet laden en lossen zeeschepen, is een tarief verschuldigd van:
a. € 188 voor de afgifte van een ontheffing;
b. € 128 voor een duplicaat of gewaarmerkt afschrift van een ontheffing.
1 Voor de deelname aan het examen ter verkrijging van een verklaring als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Loodsenwet, is een tarief verschuldigd van € 213.
2 Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte of verlenging van een verklaring als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Loodsenwet, is een tarief verschuldigd van € 76.
1 Voor de afgifte van een bemanningscertificaat als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Zeevaartbemanningswet, is een tarief verschuldigd van € 188.
2 Voor de beoordeling van een bemanningsplan als bedoeld in artikel 7, eerste lid, Zeevaartbemanningswet, is een tarief verschuldigd van € 107.
Voor de vervanging van certificaten, verklaringen of andere documenten, bedoeld in deze regeling, die door een scheepsongeval verloren zijn gegaan, is geen vergoeding verschuldigd.
Indien werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd op werkdagen tussen 18.00 en 08.00 uur, op een zaterdag, op een zondag of op een in het Algemeen Rijksambtenarenreglement daaraan gelijkgestelde dag, is een aanvullend tarief per manuur verschuldigd van € 52 voor de werkzaamheden bedoeld in § 1.1 en § 1.2 en € 53 voor de werkzaamheden bedoeld in § 2.1., § 2.2., § 2.3 en in artikel 2.26.
1 Indien onderzoeken geheel of gedeeltelijk buiten Nederland worden uitgevoerd, is voor de reistijd buiten Nederland en voor de eventuele wachttijd tijdens het verblijf buiten Nederland een aanvullend tarief per manuur verschuldigd van:
a. € 72 voor onderzoeken bedoeld in § 1.1, § 2.1, § 2.2
b. € 82 voor het onderzoek bedoeld in § 1.2 , en
c. € 107 voor het onderzoek bedoeld in § 2.3.
2 Bij de berekening van de reistijd buiten Nederland als bedoeld in het eerste lid en eventuele wachttijd geldt een maximum van acht uren per etmaal.
3 De reis- en verblijfkosten van de ambtenaar, ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde onderzoeken buiten Nederland, komen voor rekening van de aanvrager. Deze kosten worden afzonderlijk in rekening gebracht.
4 In afwijking van het eerste lid, is voor onderzoeken bedoeld in § 1.2 een aanvullende tarief niet verschuldigd, indien het onderzoek plaatsvindt in België of Duitsland, binnen een afstand van 50 km van de Nederlands-Belgische grens of Nederlands-Duitse grens.
5 Indien onderzoek ten behoeve van de afgifte van een certificaat, vergunning, verklaring of document als bedoeld in deze regeling, buiten toedoen van de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie niet volledig is uitgevoerd en niet leidt tot de afgifte van dat document, is het geldende uurtarief verschuldigd.
Artikel 9 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen en artikel 6 van de Regeling vaartijden en bemanningssterkte vervallen.
De volgende regelingen worden ingetrokken:
a. Regeling Nederlandse tarieven vaarbevoegdheidsbewijs en type rating certificate 2004;
b. Regeling tarief examen certificaatloods 2004;
c. Regeling tarieven examens groot vaarbewijs 2004;
d. Regeling tarieven examens Rijnpatent 2004;
e. Regeling tarief monsterboekje 2004;
f. Regeling tarief ontheffing vaarbewijsplicht 2004;
g. Regeling tarief Wet aansprakelijkheid olietankschepen 2004;
h. Regeling tarieven Besluit aangroeiwerende verfsystemen zeeschepen 2004;
i. Regeling tarieven Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen 2004;
j. Regeling tarieven Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen 2004;
k. Regeling tarieven controle radarinstallaties en bochtaanwijzers Rijnvaart 2004;
l. Regeling tarieven meting schepen, inschrijving rompbevrachtingsregisters en afgifte zeebrief en verklaring nationaliteit;
m. Regeling tarieven onderzoek binnenschepen 2004;
n. Regeling tarieven Rijnpatenten, dienstboekjes, vaartijdenboek en verklaring vaartijdenboek 2004;
o. Regeling tarieven Reglement radarpatenten 2004;
p. Regeling tarieven Wet havenstaatcontrole 2004;
q. Regeling vergoedingen binnenvaart 2004;
r. Regeling vaststelling kosten behandeling aanvrage vaarbewijzen 2004.
1 Indien het bij koninklijke boodschap van 3 juli 2003 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de Wet verontreiniging zeewater en de Scheepvaartverkeerswet in verband met de instelling van de Nederlandse exclusieve economische zone en enkele andere onderwerpen (28 984) tot wet is verheven en artikel I, onderdeel U, van die wet in werking treedt:
a. berust deze regeling na die inwerkingtreding mede op artikel 40, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
b. [Red: Wijzigt deze regeling.]
2 Indien de Wet laden en lossen zeeschepen in werking is getreden, berust deze regeling na die inwerkintreding mede op artikel 23, tweede lid, van die wet.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005, met uitzondering van artikel 3.2. dat inwerking treedt op het tijdstip waarop de Wet laden en lossen zeeschepen in werking treedt.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tarieven scheepvaart 2005.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
K.M.H. Peijs
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling tarieven scheepvaart 2005", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.