Productenbesluit asbest

[Regeling treedt (deels) in werking per 08-03-2005.]
Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2002.
Geldend van 01-06-2008 t/m heden

Besluit van 17 december 2004, houdende regels betreffende asbest en asbesthoudende producten (Productenbesluit asbest)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 juli 2004, nr. MJZ2004060995, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 5 van richtlijn nr. 83/477/EEG van de Raad van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (PbEG L 263), artikel 3 van richtlijn nr. 83/478/EEG van de Raad van 19 september 1983 (PbEG L 263), houdende vijfde wijziging (asbest) van richtlijn nr. 76/769/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, artikel 7, eerste gedachtestreepje, van richtlijn nr. 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest (PbEG L 85), artikel 2, vijfde lid, tweede volzin, en zesde lid, eerste volzin, van richtlijn nr. 98/12/EG van de Commissie van 27 januari 1998 (PbEG L 81) tot aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn nr. 71/320/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, richtlijn nr. 1999/77/EG van de Commissie van 26 juli 1999 (PbEG L 207) tot zesde aanpassing aan de technische vooruitgang van bijlage I bij richtlijn nr. 76/769/EEG, artikel 3, tweede lid, tweede volzin, van richtlijn nr. 2002/78/EG van de Commissie van 1 oktober 2002 (PbEG L 267) tot aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn nr. 71/320/EEG, artikel 1, vijfde lid, van richtlijn nr. 2003/18/EG van het Europese Parlement en de Raad van 27 maart 2003 (PbEU L 97) tot wijziging van richtlijn 83/477/EEG van de Raad betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling van asbest op het werk, de artikelen 24 en 39, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen, de artikelen 16 en 33, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en de artikelen 4, 8, 12, 13, 14 en 32b van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 6 september 2004, nr. W08.04.0331/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 december 2004, nr. MJZ 2004118121, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsbepalingen en werkingssfeer

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • b. asbest: de volgende vezelachtige silicaten: actinoliet (CAS-nummer 77536-66-4), amosiet (CAS-nummer 12172-73-5), anthofylliet (CAS-nummer 77536-67-5), chrysotiel (CAS-nummer 12001-29-5), crocidoliet (CAS-nummer 12001-28-4) en tremoliet (CAS-nummer 77536-68-6);

  • c. serpentijnasbest: het vezelachtige silicaat, chrysotiel;

  • d. amfiboolasbest: vezelachtige silicaten: actinoliet, amosiet, anthofylliet, crocidoliet en tremoliet.

Artikel 2

Dit besluit is niet van toepassing op:

  • a. asbest of een asbesthoudend product dat wordt verwijderd in een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, vierde lid, van de Wet milieubeheer;

  • b. een product waaraan geen asbest opzettelijk is toegevoegd en waarvan de concentratie serpentijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest, bepaald overeenkomstig een bij regeling van Onze Minister vast te stellen methode, niet hoger is dan honderd milligram per kilogram droge stof;

  • c. handelingen waaromtrent regels zijn gesteld bij of krachtens het Asbestverwijderingsbesluit 2005;

  • d. het geheel of gedeeltelijk afbreken of uit elkaar nemen van bouwwerken of objecten waarin asbest of asbesthoudende producten is respectievelijk zijn verwerkt en het verwijderen van asbest of asbesthoudende producten uit deze bouwwerken of objecten voorzover daaromtrent regels zijn gesteld bij of krachtens het Arbeidsomstandighedenbesluit;

  • e. het verplaatsen van verontreinigde grond binnen een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming, tenzij aan die grond asbest opzettelijk is toegevoegd.

Artikel 3

  • 1 Dit besluit is voorts niet van toepassing:

    • a. tijdens, direct voor en direct na oefeningen als bedoeld in artikel 1.5, onder d, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

    • b. ten aanzien van militaire vaartuigen, militaire luchtvaartuigen, bemande wapensystemen en eenheden met gereedstelling:

      • 1°. voorzover afwijking van dit besluit naar het oordeel van Onze Minister van Defensie noodzakelijk is in verband met de bouw, constructie, inrichting of uitrusting van deze vaartuigen en wapensystemen;

      • 2°. indien oorlogsschepen varen en indien militaire luchtvaartuigen en bemande wapensystemen als zodanig in gebruik zijn;

      • 3°. voorzover de operationele taakuitvoering van deze vaartuigen en wapensystemen of van de eenheden met gereedstelling naar het oordeel van Onze Minister van Defensie door de toepassing van dit besluit wordt belemmerd.

§ 2. Regels met betrekking tot handelingen met asbest en asbesthoudende producten

Artikel 4

Het is verboden asbest of asbesthoudende producten te vervaardigen, in Nederland in te voeren, voorhanden te hebben, aan een ander ter beschikking te stellen, toe te passen of te bewerken.

Artikel 5

Het verbod, bedoeld in artikel 4, is niet van toepassing voorzover dit betrekking heeft op:

  • a. het voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van een product dat rechtmatig op de markt is gebracht of waarin asbest of een asbesthoudend product rechtmatig is toegepast en dat voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds geïnstalleerd of in bedrijf was, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;

  • b. het uitvoeren van laboratoriumonderzoek of het nemen van materiaalmonsters, teneinde de samenstelling van het asbest en het asbestgehalte van asbesthoudende producten vast te stellen;

  • c. het maken van aanboringen of het uitvoeren van reparatie- of onderhoudswerkzaamheden;

  • d. het reinigen van kledingstukken en werktuigen die zijn gebruikt bij werkzaamheden waarbij asbest aanwezig was of is vrijgekomen;

  • e. het afgraven, opslaan, tijdens het vervoer voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van afvalstoffen indien daaraan geen asbest opzettelijk is toegevoegd, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;

  • f. het reinigen van afvalstoffen waaraan geen asbest opzettelijk is toegevoegd en waarvan na reiniging de concentratie serpetijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest, bepaald overeenkomstig een krachtens artikel 2, onder b, vastgestelde methode, niet hoger is dan de in dat onderdeel aangegeven hoeveelheid per kilogram droge stof, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;

  • g. handelingen die betrekking hebben op het opruimen van asbest of een asbesthoudend product dat ten gevolge van een incident is vrijgekomen.

Artikel 6

  • 1 Handelingen als bedoeld in artikel 5 met asbest of asbesthoudende producten worden op een zodanige wijze verricht dat gevaren voor mens en milieu die door zodanige handelingen kunnen ontstaan, worden voorkomen.

  • 2 Bij regeling van Onze Minister kunnen met het oog op het voorkomen van gevaren voor mens of milieu met asbest regels worden gegeven die ten minste bij het verrichten van zodanige handelingen in acht worden genomen.

§ 3. Regels met betrekking tot de aanduiding van asbesthoudende producten

Artikel 7

  • 1 Asbesthoudende producten die in handelsvoorraden voorhanden zijn, aan een ander ter beschikking worden gesteld of worden toegepast, zijn voorzien van aanduidingen overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken, constructies, installaties en transportmiddelen.

§ 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13

  • 1 De krachtens artikel 9.11 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, zoals dat artikel luidde op de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit, verleende ontheffingen blijven, met inbegrip van de aan die ontheffingen verbonden voorschriften of beperkingen, van kracht tot en met het tijdstip waarvoor die ontheffingen zijn verleend.

  • 2 Ten aanzien van de ontheffingen, bedoeld in het eerste lid, is artikel 4 niet van toepassing.

Artikel 16

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 december 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ,

P. L. B. A. van Geel

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ,

H. A. L. van Hoof

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de elfde januari 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Bijlage behorend bij artikel 7

De aanduiding van asbesthoudende producten geschiedt als volgt.

  • 1. Asbesthoudende producten zijn voorzien van een figuur zoals hierna omschreven:

    • a.  de aan het hieronder staande model gelijkvormige figuur is ten minste 5 cm hoog (H) en 2,5 cm breed;

    • b. de figuur bestaat uit twee delen:

      • het bovendeel (h1 = 40% H) bevat een witte letter «a» tegen een zwarte achtergrond;

      • het benedendeel (h2 = 60% H) bevat de in de figuur weergegeven standaardtekst in witte of zwarte letters tegen een rode achtergrond; de tekst moet goed leesbaar zijn;

    • c. indien het product crocidoliet bevat, wordt de aanduiding «bevat asbest» van de standaardtekst vervangen door de volgende aanduiding: «bevat crocidoliet/blauwe asbest»;

    • d. indien voor het aanbrengen van de figuur gebruik wordt gemaakt van een rechtstreekse opdruk op het product, is één, met de achtergrond contrasterende, kleur voldoende.

    Bijlage 121936.png
  • 2. Asbesthoudende producten die bij het gebruik kunnen worden toegepast of bewerkt, worden in ieder geval voorzien van de volgende veiligheidsaanbevelingen:

    • «werk zo mogelijk in de open lucht of in een goed geventileerde ruimte»;

    • «bij voorkeur handwerktuigen of werktuigen met lage snelheden gebruiken, die zo nodig zijn voorzien van een geschikte stofvanger. Wanneer werktuigen met hoge snelheden worden gebruikt, worden deze voorzien van een stofvanger»;

    • «zo mogelijk vóór het zagen of boren bevochtigen»;

    • «afval bevochtigen, in een vat doen dat goed wordt gesloten en veilig verwijderen».

  • 3. De in de punten 1 en 2 bedoelde figuur onderscheidenlijk veiligheidsaanbevelingen worden goed leesbaar en onuitwisbaar aangebracht:

    • a. wat betreft asbesthoudende producten die in een verpakking worden afgeleverd:

      • 1°. op een stevig op de verpakking aangebracht etiket,

      • 2°. op een stevig aan de verpakking bevestigd label, of

      • 3°. rechtstreeks op de verpakking;

    • b.  wat betreft asbesthoudende producten die onverpakt worden afgeleverd:

      • 1°. op een stevig op het product aangebracht etiket,

      • 2°. op een stevig aan het product bevestigd label, of

      • 3°. rechtstreeks op het product.

    Wanneer de onder b genoemde procédés redelijkerwijs niet kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld wegens de beperkte afmetingen van het product, de ongeschikte aard ervan of bepaalde technische moeilijkheden, gaat het product vergezeld van een geschrift waarin de figuur en de veiligheidsaanbevelingen zijn opgenomen.

    Eventuele nadere informatie inzake veiligheid die op de verpakking of het product wordt aangebracht, mag de in de punten 1 en 2 bedoelde figuur onderscheidenlijk veiligheidsaanbevelingen niet verzwakken of daarmee in strijd zijn.

  • 4. Indien een product bestaat uit verschillende delen waarin asbest voorkomt, worden de in de 1 en 2 bedoelde figuur en veiligheidsaanbevelingen op elk van die delen aangebracht.

  • 5. De in deze bijlage bedoelde aanduidingen worden gesteld in de Nederlandse taal.