Algemeen organisatiebesluit Defensie 2005

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013.]
Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-06-2007.
Geldend van 28-02-2007 t/m 21-02-2008

Besluit van de Minister van Defensie houdende vaststelling van een nieuw algemeen besluit inzake de hoofdlijnen van de organisatie van het Ministerie van Defensie (Algemeen organisatiebesluit Defensie 2005)

De Minister van Defensie,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. ministerie: het Ministerie van Defensie;

  • b. bewindslieden: de Minister en de Staatssecretaris van Defensie;

  • c. diensthoofd: degene die bij dit besluit wordt belast met de leiding van een dienstonderdeel van het ministerie;

  • d. bestuursstaf: de onderdelen van de defensieorganisatie die zich richten op de ondersteuning van de bewindslieden in hun ministeriële verantwoordelijkheid en het formuleren van de missie, de hoofdtaken en (verander)doelstellingen en op het besturen van de organisatie van het Ministerie van Defensie;

  • e. operationeel commando: een onderdeel van de defensieorganisatie dat zich richt op het primaire proces van Defensie, dat wil zeggen de gereedstelling, instandhouding, nazorg en recuperatie van de operationele capaciteit;

  • f.  dienstencentrum: een onderdeel van de defensieorganisatie waarin de taken zijn geconcentreerd die ondersteunend zijn voor het primaire proces van Defensie.

Artikel 2. Organisatie van het Ministerie van Defensie

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

  • 1 Het ministerie bestaat uit de volgende dienstonderdelen:

    • a. het dienstonderdeel van de Secretaris-Generaal;

    • b. de onder de Secretaris-Generaal geplaatste zelfstandige Directie Juridische Zaken, de Directie Voorlichting, de Audit Dienst Defensie, de Directie Ruimte, Milieu en Vastgoedbeleid en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst;

    • c. de Defensiestaf;

    • d. het Directoraat-Generaal Financiën en Control;

    • e. de Hoofddirectie Algemene Beleidszaken;

    • f. de Hoofddirectie Personeel;

    • g. de Defensie Materieel Organisatie;

    • h. het Commando Dienstencentra;

    • i. het Commando Koninklijke Marechaussee.

  • 2 Onder de Defensiestaf ressorteren de Operationele Commando’s:

    • a. het Commando Zeestrijdkrachten;

    • b. het Commando Landstrijdkrachten;

    • c. het Commando Luchtstrijdkrachten.

Artikel 3. Dienstonderdeel van de Secretaris-Generaal

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

Het dienstonderdeel van de Secretaris-Generaal staat onder leiding van de Secretaris-Generaal die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de bewindslieden geven van ambtelijke leiding aan al hetgeen het ministerie betreft;

  • b. de zorg voor de relatie tussen de bewindslieden en het ministerie;

  • c. het adviseren van de bewindslieden;

  • d. het bevorderen en het bewaken van de kwaliteit, tijdigheid en samenhang van de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure en het afstemmen daarvan op het regeringsbeleid;

  • e. de zorg voor de organisatie en de kwaliteit van de beleidsoverdracht en de informatie-uitwisseling binnen het ministerie, waaronder het vaststellen van de informatiebehoefte van de Bestuursstaf;

  • f. de zorg voor het verschaffen van essentiële informatie ten behoeve van de bewindslieden;

  • g. het op aanwijzing van de bewindslieden leiden van politiek gevoelige projecten;

  • h. het besturen van en het houden van toezicht op het Commando Koninklijke Marechaussee;

  • i. het beheersmatig sturen van het Commando Dienstencentra en de Defensie Materieel Organisatie;

  • j. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van het Ministerie van Defensie in het algemeen en de Bestuursstaf in het bijzonder.

Artikel 4. Zelfstandige directies en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

De zelfstandige directies staan onder leiding van de hierna genoemde directeuren:

  • a. de Directie Juridische Zaken staat onder leiding van de Directeur Juridische Zaken, die is belast met:

    • 1°. de juridische ondersteuning en de advisering van de bewindslieden en de diensthoofden onder andere op het gebied van wet- en regelgeving, het voeren van gerechtelijke procedures waaronder begrepen het instellen van beroep en hoger beroep, het bewaken van de juridische en bestuurlijke zorgvuldigheid van het defensiebeleid en het ontwikkelen van de hoofdlijnen van het door Defensie te voeren juridisch-bestuurlijk beleid;

    • 2°. het optreden als vertegenwoordiger van de minister bij de verlening van bijstand op grond van de artikelen 59 en 60 van de Politiewet 1993;

  • b. de Directie Voorlichting staat onder leiding van de Directeur Voorlichting, die is belast met de publicitaire advisering aan en de begeleiding van de bewindslieden en de woordvoering namens de politieke, ambtelijke en militaire leiding en, gelet op de politieke eindverantwoordelijkheid, de externe en interne voorlichting wat betreft het ministerie;

  • c. de Audit Dienst Defensie staat onder leiding van de Directeur van de Audit Dienst Defensie, die is belast met de controletaak, genoemd in de Comptabiliteitswet 2001, alsmede de onderzoekstaak op de taakvelden contractauditing, ICT-auditing en aspect-auditing;

  • d. de Directie Ruimte, Milieu en Vastgoedbeleid staat onder leiding van de Directeur Ruimte, Milieu en Vastgoedbeleid, die is belast met het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van het beleid op het gebied van ruimte, milieu en vastgoed en de advisering van de bewindslieden;

  • e. de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst staat onder leiding van de Directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, die is belast met de taken, genoemd in artikel 7 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.

Artikel 5. Defensiestaf

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

De Defensiestaf staat onder leiding van de Commandant der Strijdkrachten die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Secretaris-Generaal geven van ambtelijke leiding aan de Defensiestaf;

  • b. de taak van de hoogste militaire adviseur van de bewindslieden;

  • c. het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van het operationeel beleid, afgestemd op het algemeen defensiebeleid en het leveren van een inbreng terzake van de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure;

  • d. het doen uitvoeren van het in de Bestuursstaf ontwikkelde beleid door de Operationele Commando’s;

  • e. het besturen van en het houden van toezicht op de Operationele Commando’s;

  • f. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de minister leiden van alle operaties en het houden van toezicht op de implementatie van de verbetermaatregelen naar aanleiding van de evaluaties van operaties;

  • g. de prioritering van de beschikbaarstelling van ondersteunende capaciteit van het Commando Dienstencentra en de Defensie Materieel Organisatie bij de operationele inzet;

  • h. het binnen de Bestuursstaf fungeren als centraal aanspreekpunt voor de Operationele Commando’s;

  • i. het aansturen van het Commando Koninklijke Marechaussee tijdens de niet onder de Politiewet 1993 vallende inzet;

  • j. internationale militaire zaken;

  • k. het sturen, prioriteiten stellen en bewaken van de defensieplanning (inclusief het opstellen van het Defensieplan) en de inbreng hiervan in de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure, inbegrepen de behoeftestellingen;

  • l. het leveren van een bijdrage aan de informatiebehoefte van de Bestuursstaf, gegeven het eigen terrein van verantwoordelijkheid;

  • m. het op aanwijzing van de bewindslieden leiden van politiek gevoelige projecten;

  • n. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van de Defensiestaf;

  • o. het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van het algehele defensiebeleid op het terrein van verkeer, vervoer, verplaatsingen en mobiliteit (V3M), afgestemd op het algemeen defensiebeleid.

Artikel 6. Directoraat-Generaal Financiën en Control

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

Het Directoraat-Generaal Financiën en Control staat onder leiding van de Directeur-Generaal Financiën en Control die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Secretaris-Generaal geven van ambtelijke leiding aan het Directoraat-Generaal Financiën en Control;

  • b. de uitvoering van de bij en krachtens de Comptabiliteitswet 2001 gestelde regels;

  • c. het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van het financieel-economisch beleid, afgestemd op het algemeen defensiebeleid en het leveren van een inbreng ter zake van de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure;

  • d. het beleid ten aanzien van de bedrijfsvoering en de informatievoorziening, afgestemd op het algemeen defensiebeleid en het leveren van een inbreng terzake van de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure;

  • e. het sturen en bewaken van de begrotingsinbreng in de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure en het opstellen van de begroting;

  • f. de overdracht van het onder b, c en d genoemde beleid aan de ambtelijk eindverantwoordelijken voor beleid en uitvoering, waar nodig door aanwijzingen en richtlijnen die, met uitzondering van de richtlijnen bedoeld onder g, door tussenkomst van de Secretaris-Generaal worden verstrekt;

  • g. het zelfstandig, op basis van de Comptabiliteitswet 2001 en het daarop gebaseerde Besluit Taak FEZ verstrekken van functionele aanwijzingen en richtlijnen aan de controllers van de Bestuursstaf, de Operationele Commando’s, het Commando Koninklijke Marechaussee, het Commando Dienstencentra en de Defensie Materieel Organisatie;

  • h. het opstellen en onderhouden van de informatiebehoefte van de Bestuursstaf;

  • i. het op aanwijzing van de bewindslieden leiden van politiek gevoelige projecten;

  • j. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van het Directoraat-Generaal Financiën en Control;

  • k. het ontwikkelen van financiële kaders op het gebied van financiën, de bedrijfsvoering en de informatievoorziening ten behoeve van de Operationele Commando’s, het Commando Koninklijke Marechaussee, het Commando Dienstencentra, de Defensie Materieel Organisatie en de Bestuursstaf.

Artikel 7. Hoofddirectie Algemene Beleidszaken

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

De Hoofddirectie Algemene Beleidszaken staat onder leiding van de Hoofddirecteur Algemene Beleidszaken die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Secretaris-Generaal geven van ambtelijke leiding aan de Hoofddirectie Algemene Beleidszaken;

  • b. het adviseren van de bewindslieden over internationale en nationale politieke en maatschappelijke factoren die van belang zijn voor het defensiebeleid;

  • c. het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van het algemeen defensiebeleid, afgestemd op de internationale en nationale politieke en maatschappelijke ontwikkelingen en het leveren van een inbreng terzake van de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure;

  • d. de algemene coördinatie binnen het ministerie voor internationale zaken, mede met het oog op de afstemming met andere departementen;

  • e. de coördinatie en integrale afstemming van de (strategische) beleidsontwikkeling en de inbreng van de desbetreffende beleidsdocumenten in de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure;

  • f. het leveren van een bijdrage aan de informatiebehoefte van de Bestuursstaf, gegeven het eigen terrein van verantwoordelijkheid;

  • g. het op aanwijzing van de bewindslieden leiden van politiek gevoelige projecten;

  • h. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van de Hoofddirectie Algemene Beleidszaken.

Artikel 8. Hoofddirectie Personeel

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

De Hoofddirectie Personeel staat onder leiding van de Hoofddirecteur Personeel die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Secretaris-Generaal geven van ambtelijke leiding aan de Hoofddirectie Personeel;

  • b. het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van (de uitvoering van) het personeelsbeleid, waaronder mede begrepen het geneeskundig beleid, het arbeidsomstandighedenbeleid, het opleidingsbeleid, het formatiebeleid en het management developmentbeleid, afgestemd op het algemeen defensiebeleid en het leveren van een inbreng terzake in de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure;

  • c. de overdracht van het onder b genoemde beleid aan de ambtelijk eindverantwoordelijken voor uitvoering, waar nodig door aanwijzingen en richtlijnen die door tussenkomst van de Secretaris-Generaal worden verstrekt;

  • d. het voorbereiden en voeren van overleg inzake hoofdlijnen van het personeelsbeleid en arbeidsvoorwaarden met de centrales van overheidspersoneel;

  • e. het leveren van een bijdrage aan de informatiebehoefte van de Bestuursstaf, gegeven het eigen terrein van verantwoordelijkheid;

  • f. het op aanwijzing van de bewindslieden leiden van politiek gevoelige projecten;

  • g. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van de Hoofddirectie Personeel;

  • h. het ontwikkelen van personele en formatieve kaders ten behoeve van de Operationele Commando’s, het Commando Koninklijke Marechaussee, het Commando Dienstencentra, de Defensie Materieel Organisatie en de Bestuursstaf.

Artikel 9. Defensie Materieel Organisatie

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

De Defensie Materieel Organisatie staat onder leiding van de Directeur Defensie Materieel Organisatie die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Secretaris-Generaal geven van ambtelijke leiding aan de Defensie Materieel Organisatie;

  • b. het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van het materieelbeleid en het beleid ten aanzien van wetenschappelijk onderzoek, afgestemd op het algemeen defensiebeleid en het leveren van een inbreng terzake van de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure;

  • c. het adviseren over en de coördinatie van de betrekkingen met de Nederlandse defensie-industrie;

  • d. het ontwikkelen van materieellogistieke kaders ten behoeve van de Operationele Commando’s, het Commando Koninklijke Marechaussee, het Commando Dienstencentra en de Bestuursstaf;

  • e. het sturen en bewaken van het proces ten aanzien van het voorzien in, instandhouden en afstoten van defensiematerieel (de regievoering van de materieellogistieke keten), onder meer door het hanteren van het Defensiematerieelproces en het adviseren van de bewindslieden ter zake;

  • f. de uitvoering van materieellogistieke taken, zijnde het leveren van producten en diensten voor de materieellogistieke ondersteuning van het primaire proces van Defensie;

  • g. het leveren van een bijdrage aan de informatiebehoefte van de Bestuursstaf, gegeven het eigen terrein van verantwoordelijkheid;

  • h. het op aanwijzing van de bewindslieden leiden van politiek gevoelige projecten;

  • i. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van de Defensie Materieel Organisatie en de daaronder ressorterende materieel organisaties.

Artikel 10. Commando Dienstencentra

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

Het Commando Dienstencentra staat onder leiding van de Commandant Dienstencentra die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Secretaris-Generaal geven van ambtelijke leiding aan het Commando Dienstencentra;

  • b. de uitvoering van de taken van het Commando Dienstencentra, zijnde het leveren van producten en diensten ter ondersteuning van het primaire proces van Defensie en aan de Defensie Materieel Organisatie en de Bestuursstaf;

  • c. het vanuit de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taken van het Commando Dienstencentra adviseren over de uitvoerbaarheid van het defensiebeleid;

  • d. het voorzien in de door de Bestuursstaf gestelde informatiebehoefte;

  • e. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van het Commando Dienstencentra.

Artikel 11. Commando Zeestrijdkrachten

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

Het Commando Zeestrijdkrachten staat onder leiding van de Commandant Zeestrijdkrachten die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan het Commando Zeestrijdkrachten;

  • b. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van het Commando Zeestrijdkrachten;

  • c. de uitvoering van de taken van het Commando Zeestrijdkrachten, zijnde de gereedstelling, instandhouding, nazorg en recuperatie van de operationele capaciteit;

  • d. het vanuit de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taken van het Commando Zeestrijdkrachten adviseren over het defensiebeleid;

  • e. het opstellen van de behoefte en kwaliteitseisen aan de door het Commando Dienstencentra en de Defensie Materieel Organisatie op te leveren producten en diensten, binnen de gestelde kaders;

  • f. de operationele leiding van de kustwacht Nederland en de kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba;

  • g. het voorzien in de door de Bestuursstaf gestelde informatiebehoefte.

Artikel 12. Commando Landstrijdkrachten

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

Het Commando Landstrijdkrachten staat onder leiding van de Commandant Landstrijdkrachten die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan het Commando Landstrijdkrachten;

  • b. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van het Commando Landstrijdkrachten;

  • c. de uitvoering van de taken van het Commando Landstrijdkrachten, zijnde de gereedstelling, instandhouding, nazorg en recuperatie van de operationele capaciteit;

  • d. het vanuit de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taken van het Commando Landstrijdkrachten adviseren over het defensiebeleid;

  • e. het opstellen van de behoefte en kwaliteitseisen aan de door het Commando Dienstencentra en de Defensie Materieel Organisatie op te leveren producten en diensten, binnen de gestelde kaders;

  • f. het voorzien in de door de Bestuursstaf gestelde informatiebehoefte.

Artikel 13. Commando Luchtstrijdkrachten

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

Het Commando Luchtstrijdkrachten staat onder leiding van de Commandant Luchtstrijdkrachten die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Commandant der Strijdkrachten geven van leiding aan het Commando Luchtstrijdkrachten;

  • b. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van het Commando Luchtstrijdkrachten;

  • c. de uitvoering van de taken van het Commando Luchtstrijdkrachten zijnde de gereedstelling, de instandhouding, nazorg en recuperatie van de operationele capaciteit;

  • d. het vanuit de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taken van het Commando Luchtstrijdkrachten adviseren over het defensiebeleid;

  • e. het opstellen van de behoefte en kwaliteitseisen voor de door het Commando Dienstencentra en de Defensie Materieel Organisatie op te leveren producten en diensten, binnen de gestelde kaders;

  • f. het voorzien in de door de Bestuursstaf gestelde informatiebehoefte.

Artikel 14. Commando Koninklijke Marechaussee

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

Het Commando Koninklijke Marechaussee staat onder leiding van de Commandant Koninklijke Marechaussee die is belast met:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Secretaris-Generaal geven van leiding aan het Commando Koninklijke Marechaussee;

  • b. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van het Commando Koninklijke Marechaussee;

  • c. de uitvoering van de taken van het Commando Koninklijke Marechaussee;

  • d. het onder de verantwoordelijkheid van de Secretaris-Generaal adviseren over de uitvoering van de taken van het Commando Koninklijke Marechaussee met betrekking tot het defensiebeleid en inzake het politiebeleid aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en van Justitie;

  • e. het opstellen van de behoefte en kwaliteitseisen voor de door het Commando Dienstencentra en de Defensie Materieel Organisatie op te leveren producten en diensten, binnen de gestelde kaders;

  • f. het voorzien in de door de Bestuursstaf gestelde informatiebehoefte.

Artikel 15. Subtaakbesluiten

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

  • 1 De Secretaris-Generaal stelt op basis van dit besluit een subtaakbesluit vast ten aanzien van zijn dienstonderdeel. Dit subtaakbesluit wordt vastgesteld na goedkeuring door de minister.

  • 2 De andere diensthoofden stellen op basis van dit besluit subtaakbesluiten vast ten aanzien van hun dienstonderdelen. Deze subtaakbesluiten worden vastgesteld na goedkeuring door de Secretaris-Generaal.

Artikel 16. Intrekking huidige organisatiebesluit

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

Het Algemeen organisatiebesluit Defensie 1992 wordt ingetrokken.

Artikel 17. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2005, met uitzondering van de artikelen 2 en 5, voor zover het betreft de onder de Defensiestaf ressorterende Operationele Commando’s, en de artikelen 11, 12 en 13, die in werking treden met ingang van een door de Minister van Defensie vast te stellen tijdstip.

  • 2 Tot het door de Minister van Defensie vast te stellen tijdstip, bedoeld in het eerste lid, worden de Koninklijke marine, de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht aangemerkt als dienstonderdelen als bedoeld in artikel 2 van dit besluit en gelden in plaats van de artikelen 11, 12 en 13 van dit besluit respectievelijk de artikelen 9, 10 en 11 van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 1992 zoals die artikelen luidden vóór inwerkingtreding van artikel 16 van dit besluit.

Artikel 18. Citeertitel

[Regeling vervallen per 12-11-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-11-2013]

Dit besluit wordt aangehaald als: Algemeen organisatiebesluit Defensie 2005.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Defensie

H.G.J. Kamp