Tijdelijk besluit sociaal flankerend beleid sector Rijk 2004

[Regeling vervallen per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2012 en zichtdatum 26-12-2024.
Geldend van 01-02-2005 t/m 31-12-2007

Besluit van 31 december 2004, houdende vaststelling van een aantal tijdelijke rechtspositionele voorzieningen van sociaal flankerend beleid voor de sector Rijk die gelden van 1 maart 2004 tot 1 januari 2008 (Tijdelijk besluit sociaal flankerend beleid sector Rijk 2004)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 oktober 2004, nr. DGMOS 04/77577, directoraat-generaal Management Openbare Sector, directie Personeel, Organisatie en Informatievoorziening Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden, gedaan mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 2 december 2004, nr. W04.04.0538/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 december 2004, nr. 2004-45218, directoraat-generaal Management Openbare Sector, directie Personeel, Organisatie en Informatievoorziening Rijksdienst, Afdeling Arbeidsvoorwaarden, uitgebracht mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Periode voor bevordering van vrijwillige mobiliteit

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Voordat het bevoegd gezag besluit tot de aanwijzing van een herplaatsingskandidaat, neemt het een periode van drie maanden in acht waarin het tracht via bevordering van vrijwillige mobiliteit deze aanwijzing te voorkomen. Deze periode neemt een aanvang op het moment dat het bevoegd gezag het voornemen tot reorganisatie bekend heeft gemaakt aan het betrokken medezeggenschapsorgaan.

Artikel 3. Oorspronkelijk schaalniveau

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Bij een herplaatsing in het kader van een reorganisatie op een functie waarvan de salarisschaal lager is dan de salarisschaal die geldt voor de ambtenaar, spant het bevoegd gezag zich in om, zodra een vacature beschikbaar is op het schaalniveau dat voor de ambtenaar geldt, hem in aanmerking te laten komen voor benoeming in deze vacature.

Artikel 4. Beëindiging of vermindering van toelagen

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Aan de in het kader van een reorganisatie herplaatste ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in de artikelen 14, 17a, 17b en 18a van het BBRA 1984, een blijvende verlaging ondergaat van ten minste 3% van de som van het salaris en een periodieke toeslag, wordt een aflopende toelage die een onderdeel vormt van de bezoldiging toegekend onder de voorwaarde dat eerstgenoemde toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder onderbreking van langer dan twaalf maanden is genoten. De aflopende toelage bedraagt gedurende het eerste jaar 75%, het tweede jaar 50% en het derde jaar 25% van de verlaging van de bezoldiging.

Artikel 5. Hogere aflopende onregelmatigheidstoelage

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Bij toepassing van artikel 18 van het BBRA 1984 in het kader van een reorganisatie kan het bevoegd gezag een hogere aflopende toelage toekennen dan die berekend overeenkomstig dat artikel.

Artikel 6. Ontheffing terugbetalingsverplichting

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Het bevoegd gezag kan de ambtenaar aan wie ontslag wordt verleend ontheffing verlenen van de terugbetalingsverplichting met betrekking tot de vergoeding voor de kosten van verhuizing.

Artikel 7. Hernieuwde aanwijzing als herplaatsingskandidaat

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Indien een functie waarin een herplaatsingskandidaat is geplaatst alsnog binnen een jaar niet passend blijkt te zijn, kan de ambtenaar één keer opnieuw worden aangewezen als herplaatsingskandidaat. In dat geval is de redelijke termijn, bedoeld in artikel 96, tweede lid, van het ARAR, artikel 126, tweede lid, van het ARSG respectievelijk artikel 99, tweede lid, van het RDBZ, gelijk aan de nog niet verstreken duur van de voor hem oorspronkelijke geldende herplaatsingstermijn van voor de herplaatsing.

Artikel 8. Hernieuwde ambtelijke aanstelling

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

De herplaatsingskandidaat aan wie op zijn aanvraag ontslag is verleend wegens het aanvaarden van een functie buiten de sector Rijk, en die buiten zijn schuld binnen twee maanden daarna ontslagen wordt, kan met ingang van de datum van dat ontslag opnieuw worden aangesteld in vaste dienst, in welk geval hij herplaatsingskandidaat is voor de nog niet verstreken duur van de voor hem oorspronkelijke geldende herplaatsingstermijn. Indien de ambtenaar niet gedurende die periode kan worden herplaatst in een voor hem passende functie kan hem ontslag worden verleend. Bij een ontslagverlening op grond van dit artikel geldt geen opzegtermijn.

Artikel 9. Fpu-arrangement

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Tot 1 januari 2005 kan een secretaris-generaal een FPU-arrangement als bedoeld in het tweede lid aanbieden aan een FPU-gerechtigde ambtenaar, mits daardoor het gedwongen reorganisatieontslag van een niet FPU-gerechtigde ambtenaar wordt voorkomen. Het FPU-ontslag dient in te gaan uiterlijk 1 december 2005.

  • 2 Het FPU-arrangement bestaat uit één van de of beide volgende onderdelen:

    • a. een aanvulling op de FPU-uitkering tot 70% van de FPU-berekeningsgrondslag, genoemd in artikel 1, onderdeel o, van het FPU-reglement;

    • b. een 50% voortzetting van de pensioenopbouw gedurende maximaal vier jaar:

      • volgens artikel 16.5 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP voor degenen die geboren zijn vóór 2 april 1947;

      • volgens artikel 16.2 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP voor degenen die geboren zijn tussen 1 april 1947 en 1 januari 1948.

  • 3 De aanvulling, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt aangepast overeenkomstig artikel 12.1 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

  • 4 De looptijd van het FPU-arrangement bedraagt maximaal acht jaar.

  • 5 Het FPU-arrangement eindigt met ingang van de dag dat het recht op FPU-uitkering vervalt.

  • 7 Voorzover het FPU-arrangement wordt aangeboden aan een ambtenaar werkzaam bij de Algemene Rekenkamer, de Hoge Raad van Adel, het Kabinet der Koningin, de Kanselarij der Nederlandse Orden, de Nationale ombudsman, de Raad van State dan wel de Eerste of de Tweede Kamer der Staten-Generaal, dient in het eerste lid voor secretaris-generaal te worden gelezen: de daarmee vergelijkbare functionaris.

Artikel 10. Indexering verhuiskostenvergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

In afwijking van artikel 49n, eerste lid, van het ARAR, artikel 84n, eerste lid, van het ARSG respectievelijk artikel 58m van het RDBZ bedraagt het in die artikelen genoemde bedrag € 13 025,31. Dit bedrag wordt aangepast overeenkomstig de algemene salarisontwikkeling van het burgerlijk rijkspersoneel.

Artikel 11. Extra aflopende vergoeding woon-werkverkeer

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Aan de ambtenaar die in het kader van een reorganisatie wordt verplaatst en daardoor voor het dagelijks reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling reiskosten heeft die uitgaan boven de vergoeding waarop hij krachtens het VKB 1989 aanspraak heeft, kan een aflopende tegemoetkoming worden toegekend in de niet voor vergoeding in aanmerking komende kosten.

Artikel 12. Vergoeding kosten begeleiding emotionele verwerking

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Als de ambtenaar daarom verzoekt, kan hem begeleiding worden aangeboden door een onafhankelijke psycholoog of arbeidskundige ten behoeve van de emotionele verwerking van de reorganisatie. De kosten daarvan komen tot een maximum van € 3 000 (inclusief BTW) voor rekening van het bevoegd gezag.

Artikel 13. Vergoeding kosten kinderopvang

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Aan de ambtenaar aan wie op zijn aanvraag eervol ontslag is verleend om een functie buiten de sector Rijk te gaan vervullen, kan gedurende maximaal drie jaar een gehele of gedeeltelijke voortzetting van vergoeding van de kosten van kinderopvang en buitenschoolse opvang worden toegekend indien de nieuwe werkgever of de werkgever van de partner daartoe geen regeling kent.

Artikel 14. Faciliteiten bij aanvang eigen bedrijf

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Aan de ambtenaar aan wie op zijn aanvraag eervol ontslag is verleend voor het aanvangen van eigen bedrijfsactiviteiten, kan onmiddellijk voorafgaand aan de ingangsdatum van zijn ontslag buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging worden verleend gedurende maximaal drie maanden.

  • 2 In plaats van het in het eerste lid bedoelde verlof kan op aanvraag van de ambtenaar een premie worden toegekend ter grootte van maximaal drie maandsalarissen.

  • 3 In de plaats van een voorziening als bedoeld in het eerste of het tweede lid kan het bevoegd gezag op aanvraag van de ambtenaar toestaan dat de ambtenaar gedurende maximaal zes maanden na zijn ontslag gebruik maakt van een voor diens eigen bedrijfsactiviteiten bestemde werkruimte inclusief aanvullende faciliteiten.

  • 4 Voor de toepassing van dit artikel gelden als voorwaarden:

    • a. de indiening van een degelijk uitgewerkt businessplan,

    • b. een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 15. Stimuleringspremie

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

In afwijking van artikel 49o van het ARAR, artikel 84o van het ARSG respectievelijk artikel 58n van het RDBZ kan aan de ambtenaar een premie worden toegekend ter grootte van maximaal negen maandsalarissen indien hem op zijn aanvraag eervol ontslag wordt verleend.

Artikel 16. Regeling bij samenloop

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Indien vóór 1 maart 2004 op grond van artikel 113 van het ARAR, artikel 139 van het ARSG respectievelijk artikel 142 van het RDBZ in het overleg met de centrales van verenigingen van ambtenaren een voorziening is overeengekomen die voor een ambtenaar gunstiger is dan een soortgelijke voorziening in dit besluit, dan kan eerstgenoemde voorziening in de plaats treden van die in dit besluit.

Artikel 17. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit sociaal flankerend beleid sector Rijk 2004.

Artikel 18. Werkingsduur

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 februari 2005, werkt terug tot en met 1 maart 2004 en vervalt met ingang van 1 januari 2008.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 31 december 2004

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ,

J. W. Remkes

De Minister van Buitenlandse Zaken ,

B. R. Bot

Uitgegeven de vijfentwintigste januari 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner