Verzoeken tot het voeren van Nederlandse titulatuur op grond van een buitenlandse opleiding per 1 augustus 2005

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-02-2006 en zichtdatum 21-11-2024.
Geldend van 01-08-2005 t/m 31-12-2006

Verzoeken tot het voeren van Nederlandse titulatuur op grond van een buitenlandse opleiding per 1 augustus 2005

Beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

• Beleidsregel inzake de indiening en beoordeling van verzoeken om toestemming tot het voeren van Nederlandse titulatuur op grond van een in het buitenland afgeronde opleiding als bedoeld in artikel 7.23, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek (WHW)

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Hierbij bericht de Informatie Beheer Groep, hierna genoemd IB-Groep, aan een ieder die op grond van een getuigschrift, behaald aan een buitenlandse instelling van hoger onderwijs, in aanmerking wil komen voor verlening van toestemming tot het voeren van een Nederlandse titel, dat door de IB-Groep het onderstaande beleid wordt gevoerd.

2. Vereiste documenten voor indiening van verzoeken

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het verzoek om toestemming tot het voeren van een Nederlandse titel moet schriftelijk worden ingediend, met een door de IB-Groep verstrekt aanvraagformulier.

Daartoe moeten de volgende stukken worden ingediend:

aanvraagformulier, volledig ingevuld

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

persoonsgegevens, te weten:

  • origineel uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie, afgegeven binnen 6 maanden voor de indiening van het verzoek;

  • kopie van houderpagina uit geldig Nederlands of buitenlands reis- of verblijfsdocument;

opleidingsdocumenten

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • rechtgevende documenten (de documenten waarop de aanvraag wordt gebaseerd)

    De aanvraag dient te worden ingediend aan de hand van gewaarmerkte kopieën van de documenten waarop de aanvraag wordt gebaseerd, te weten afsluitend(e) diploma(’s) plus cijferlijst(en).

    Deze documenten dienen altijd mede te zijn voorzien van een beëdigde vertaling van alle documenten die niet in het Nederlands, Duits, Engels of Frans zijn gesteld. De vertaling kan in één van de vier genoemde talen zijn gesteld. De vertaling dient door de vertaler in kopie aan de brondocumenten te zijn gehecht.

  • overige opleidingsdocumenten

    Dit zijn de documenten over de vooropleiding (altijd vereist), en eventuele overige opleidingsdocumenten. Ook deze kunnen in kopie worden aangeleverd. Voor vertalingen gelden dezelfde vereisten als bij rechtgevende documenten.

Machtiging tot technisch onderzoek en inhoudelijke verificatie

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De aanvrager dient de IB-Groep bij het indienen van het verzoek te machtigen tot het eventueel laten verrichten van technisch onderzoek aan de originele opleidingsdocumenten en/of tot het inhoudelijk (laten) verifiëren van deze documenten bij de bevoegde instantie (doorgaans de afgevende instelling van onderwijs). De machtigingen daartoe dienen te worden verstrekt bij de invulling van het aanvraagformuliuer. Tijdens de behandeling van de aanvraag kan de aanvrager vervolgens worden verzocht de originele opleidingsdocumenten tijdelijk ter beschikking te stellen aan de IB-Groep.

Indien de aanvrager bij herhaling niet voldoet aan het verzoek tot aanlevering van een van de boven genoemde documenten, kan de IB-Groep besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Legalisatie-eis

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Tijdens de behandeling van het verzoek kan de aanvrager worden verzocht zijn of haar rechtgevende documenten te laten legaliseren. Indien de opleiding is gevolgd in een bij het Apostille Verdrag aangesloten land zal de legalisatie-eis niet worden gesteld. In plaats daarvan zal dan worden gevraagd om een apostillestempel op de rechtgevende documenten. In voorkomend geval zal de IB-Groep de aanvrager aangeven wat wordt gewenst.

Uitgezonderd van de legalisatie-eis of het apostillestempel zijn verzoeken gebaseerd op getuigschriften behaald binnen één van de lidstaten van de Europese Unie. In dit geval worden de rechtgevende bewijsstukken geverifieerd bij de afgevende instantie in het land van opleiding. De aanvrager wordt niet van het verificatieverzoek op de hoogte gesteld aangezien de aanvrager bij indiening van het verzoek hiervoor al een machtiging heeft moeten geven.

3. Criteria voor de beoordeling van verzoeken

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Formele criteria

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Voorafgaand aan de inhoudelijke beoordeling van een aanvraag titulatuur wordt op de volgende punten gelet:

  • 1. Alleen buitenlandse opleidingsdocumenten.

    Alleen opleidingsdocumenten van buitenlandse instellingen kunnen in behandeling worden genomen. Opleidingsdocumenten van Nederlandse instellingen kunnen niet in behandeling worden genomen.

  • 2. Erkende opleiding.

    De buitenlandse opleiding dient in het land van opleiding te zijn erkend. In toenemende mate zal dit worden vastgesteld aan de hand van de accreditatiestatus van de opleiding.

  • 3. Recht op titulatuur in land van opleiding.

    Indien het land van opleiding een gradenstructuur kent, moet de gevolgde opleiding in eigen land hebben geleid tot het verkrijgen van een graad/titel. Sommige landen kennen geen titulatuur op basis van hoger onderwijsdiploma’s. In die gevallen wordt per geval bezien of desalniettemin toch Nederlandse titulatuur kan worden verleend.

Inhoudelijke criteria

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Bij de inhoudelijke beoordeling van aanvragen zijn de criteria van de Lissabon Conventie leidend, binnen het raamwerk van de Nederlandse onderwijswetgeving (artikel 7.23, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek (WHW)).

In concreto betekent dit dat de IB-Groep bij de behandeling van aanvragen titulatuur de volgende teksten volgt:

  • Lissabon Conventie (voluit: Convention on the Recognition of Qualifications Concerning Higher Education in the European Region);

  • Het bijbehorende Explanatory Report;

  • De bijbehorende Recommendation on Criteria and Procedures for the Assessment of Foreign Qualifications, adopted by the Lisbon Recognition Convention Committee at its second meeting, Riga, 6 June 2001;

  • De Lissabon Conventie en het Explanatory Report zijn on line te vinden op de web site van de Raad van Europa, als conventie nummer CETS No. 165 met bijlagen.

Met betrekking tot een verzoek om Nederlandse academische titulatuur op grond van een in het buitenland behaalde master’s-graad hanteert de IB-Groep bovendien als vast beleid dat – om te kunnen spreken van een gelijkwaardige en overeenkomstige opleiding – de master’s-graad moet zijn behaald na een bachelor’s-graad; en de bachelor’s-graad en de master’s-graad beide het niveau en de inhoud moeten hebben van een wetenschappelijke opleiding in Nederland; en dat beide opleidingen in dezelfde discipline moeten zijn gevolgd. Een eventueel tekort aan studieduur wordt niet gecompenseerd door de werkervaring van een aanvrager mee in aanmerking te nemen. Deze maakt in Nederland geen onderdeel uit van het onderwijsprogramma. Evenmin kan waarde worden gehecht aan eventueel extra benodigde tijd voor het volgen van onderwijs in een al dan niet vreemde taal.