Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 22-05-2009 en zichtdatum 22-05-2009.
Geldend van 22-05-2009 t/m 31-07-2013

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 januari 2005, nr. WJZ 5001015, houdende regels inzake tariefstructuren en voorwaarden voor elektriciteit (Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 26b van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: de Elektriciteitswet 1998;

  • b. voorziene onderbreking: een onderbreking van het transport van elektriciteit die ten minste drie werkdagen tevoren bij de afnemer is aangekondigd;

  • c. blindenergie: de niet-werkzame component van energie;

  • d. verbruiksprofiel: het gemiddeld afnamepatroon dat behoort bij aansluitingenmet dezelfde kenmerken;

  • e. belastingprofiel: het afnamepatroon per tijdseenheid van een onbemeten aansluiting;

  • f. transportprognose: een door de afnemer per tijdsperiode opgestelde en bij de betreffende netbeheerder ingediende planning van de som van afname of invoeding per netaansluitpunt dat valt onder de verantwoordelijkheid van de afnemer;

  • g. congestie: de situatie waarin de maximale transportcapaciteit van een net of netgedeelte niet voldoende is om te voorzien in de behoefte aan transport;

  • h. congestiegebied: een gebied waarin de te verwachten behoefte aan transport van de in dat gebied aanwezige afnemers redelijkerwijs kan leiden tot congestie.

§ 2. Tariefstructuren

Artikel 2

  • 1 In de tariefstructuren van het tarief voor aansluiting op een net, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet, wordt:

    • a. onderscheid gemaakt tussen de initiële en periodieke kosten van de aansluiting;

    • b. onderscheid gemaakt naar de grootte van de aansluitcapaciteit;

    • c. indien van toepassing, rekening gehouden met het tijdelijke karakter van een aansluiting;

    • d. aangegeven welke kosten zijn verbonden aan eindigen, wijzigen of verlengen van het aansluitcontract;

    • e. aangegeven welke kosten zijn verbonden aan een afwijking van de door de netbeheerder aangeboden standaardaansluiting op verzoek van de afnemer.

Artikel 3

  • 1 In de tariefstructuren van het tarief waarvoor het transport van elektriciteit wordt verricht, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet, wordt:

    • a. aangegeven uit welke kosten het tarief is opgebouwd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen transportonafhankelijke kosten en transportafhankelijke kosten;

    • b. onderscheid gemaakt naar transportonafhankelijke tarieven en transportafhankelijke tarieven;

    • c. aangegeven in welke gevallen en voor welke categorieën afnemers een transporttarief voor blindenergie in rekening wordt gebracht;

    • d. onderscheid gemaakt in de kostentoerekening naar verschillende categorieën afnemers.

  • 2 In de tariefstructuren van het tarief waarvoor het transport van elektriciteit wordt verricht, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet, kan onderscheid worden gemaakt naar energierichting.

Artikel 4

  • 1 Bij de tariefstructuren van het tarief waarvoor systeemdiensten worden verricht, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet, worden regels opgenomen ten aanzien van de wijze waarop het totale verbruik van elektriciteit per afnemer wordt bepaald.

  • 2 De regels, bedoeld in het eerste lid, houden voor afnemers met een aansluiting met een maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 3*80A in dat het totale verbruik van elektriciteit per afnemer wordt gesteld op het gemiddelde verbruik per categorie van afnemers met dezelfde maximale doorlaatwaarde.

§ 3. Voorwaarden

§ 3.1. Voorwaarden met betrekking tot de aansluiting

Artikel 5

In de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de wet, geldt met betrekking tot de aansluiting dat:

  • a. indien onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende categorieën afnemers, aangegeven wordt welke categorieën dat zijn;

  • b. aanvullende regels worden opgenomen met betrekking tot de netten, bedoeld in artikel 15, eerste en tweede lid, van de wet.

Artikel 6

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de wet, bevatten met betrekking tot de aansluiting:

  • a. de aangeboden standaardaansluitingen, waarbij de aansluitcapaciteit wordt gerelateerd aan de standaard gebruikte nominale aansluitspanning;

  • b. de procedure indien een afnemer verzoekt om een aansluiting die afwijkt van de standaardaansluitingen;

  • c. de termijn waarbinnen een aansluiting wordt gerealiseerd;

  • d. de bepaling dat de netbeheerder bij afwijking van de in onderdeel c bedoelde termijn de redenen daarvan toelicht.

Artikel 7

  • 1 In de voorwaarden, bedoeld artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de wet, is opgenomen welke taken, rechten en plichten netbeheerders en afnemers hebben met betrekking tot de aansluiting. Daarbij is de verantwoordelijkheidsverdeling beschreven voor de comptabele meting van de aansluiting, de elektrische installatie en de onderdelen daarvan en de beveiliging van de installatie.

  • 2 In de voorwaarden is opgenomen wie verantwoordelijk is voor de verbinding van de elektrische installatie met de aansluiting en met het primaire gedeelte van de meetinrichting.

Artikel 8

  • 2 De voorwaarden bepalen dat in de administratie een gestandaardiseerde identificatie van aansluitingen is opgenomen.

  • 3 De voorwaarden bevatten procedures voor wijziging van de in de administratie vastgelegde gegevens.

  • 4 De voorwaarden bepalen dat gegevens in geval van wisseling van leverancier, als bedoeld in artikel 24a van de wet, binnen vijf werkdagen worden uitgewisseld.

  • 5 De voorwaarden bevatten bepalingen met betrekking tot de inzage van de administratie.

Artikel 9

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a en j, van de wet, bevatten met betrekking tot het koppelen van netten regels over de beveiliging van gekoppelde netten.

Artikel 10

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, derde lid, van de wet, die gesteld worden aan een bedrijf dat de werkzaamheden, bedoeld in artikel 16c, eerste lid, uitvoert, zijn van technische of beheersmatige aard.

§ 3.2. Voorwaarden met betrekking tot het transport en het in werking hebben van de netten

Artikel 11

In de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a en f, van de wet, is met betrekking tot het transport van elektriciteit opgenomen:

  • a. wat het recht op transport behelst;

  • b. welke vormen van transportcapaciteit ter beschikking worden gesteld op een aansluiting;

  • c. aan welke kwaliteitscriteria het transport voldoet;

  • d. de termijnen waarbinnen de netbeheerder reparaties aan het net verricht.

Artikel 12

  • 1 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de wet, bevatten met betrekking tot het transport van elektriciteit regels met betrekking tot:

    • a. de bedrijfsvoering ten aanzien van de netten;

    • b. het aanleveren van transportprognoses en de wijze van aanlevering van deze gegevens;

    • c. de voorkoming van transportproblemen en te nemen maatregelen en te volgen procedures bij transportproblemen;

    • d. de werkwijze van netbeheerders onderling en de technische eisen ten behoeve van de interoperabiliteit van de netten.

  • 2 De regels, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen verschillen per spanningsniveau.

Artikel 13

  • 1 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a, f en g, van de wet, bepalen dat netten met een spanningsniveau van 220 kV of hoger zodanig zijn ontworpen of in werking zijn dat het transport van elektriciteit, ook indien zich een enkelvoudige storing voordoet, verzekerd is.

  • 2 Het eerste lid geldt tevens voor netten met een spanningsniveau van 110 kV tot 220 kV, met dien verstande dat hiervan kan worden afgeweken indien de baten niet opwegen tegen de kosten.

Artikel 14

In de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de wet, is met betrekking tot het in werking hebben van de netten opgenomen:

  • a. welke gegevens de netbeheerders van gekoppelde netten elkaar jaarlijks verstrekken;

  • b. dat de netbeheerders elkaar informatie verstrekken over investeringen ten behoeve van een doelmatige en betrouwbare verbinding van de netten;

  • c. dat de netbeheerders van netten van 110 kV of meer en de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet elkaar informeren omtrent de inhoud van de capaciteitsplannen, bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdeel c, van de wet;

  • d. op basis van welke criteria het ontwerp van het net door de netbeheerders onderling wordt getoetst, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen de verschillende spanningsniveaus.

Artikel 15

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel g, van de wet, bepalen dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bevoegd is een net van een netbeheerder los te koppelen van het landelijk hoogspanningsnet, indien zich een transportbeperking in het net van die netbeheerder voordoet die de levering van transportdiensten in andere netten in gevaar brengt.

Artikel 16

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de wet, bevatten regels met betrekking tot:

  • a. de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te hanteren berekeningsmethode ter bepaling van de omvang van beschikbare capaciteit voor het transport van elektriciteit op het landsgrensoverschrijdende net;

  • b. de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te hanteren methode voor het toewijzen van de beschikbare capaciteit voor het transport van elektriciteit op het landsgrensoverschrijdende net en het toewijzen van capaciteit die een afnemer niet gebruikt en de wijze waarop deze methode wordt uitgevoerd;

  • c. de procedure voor de aanvraag van beschikbare capaciteit voor het transport van elektriciteit op het landsgrensoverschrijdende net;

  • d. de wijze waarop de hoeveelheid te reserveren capaciteit in het kader van onderlinge hulp en bijstand tussen de landsgrensoverschrijdende netten als bedoeld in artikel 31, vijfde lid, onderdeel a, van de wet wordt bepaald;

  • e. de procedure voor het handelen van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in geval van onvoorziene transportbeperkingen.

Artikel 17

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de wet, bevatten met betrekking tot de compensatie de volgende uitgangspunten:

  • a. de afnemer heeft recht op financiële compensatie bij storingen die tot een onderbreking van het transport van elektriciteit leiden, met uitzondering van een voorziene onderbreking;

  • b. de aanvangstijd van de onderbreking is het moment van ontvangst van de eerste melding van een onderbreking door een afnemer of, indien dat eerder is, het moment van vaststelling van de onderbreking door de netbeheerder;

  • c. er is een compensatievrije hersteltijd;

  • d. de duur van de compensatievrije hersteltijd verschilt per spanningsniveau en hangt af van de technische mogelijkheden die er zijn om de onderbreking op veilige wijze op te heffen;

  • e. de compensatie is een forfaitair bedrag en is gerelateerd aan de vervangingswaarde van de niet geleverde elektriciteit;

  • f. de compensatie neemt stapsgewijs toe naarmate de onderbreking langer duurt;

  • g. de compensatie voor afnemers die zijn aangesloten op een net met een spanningsniveau van 20kV of lager kan per aansluitwaarde verschillen;

  • h. de compensatie voor afnemers die zijn aangesloten op een net met een spanningsniveau hoger dan 20 kV wordt berekend op basis van de door hen gecontracteerde transportcapaciteit;

  • i. er is geen recht op compensatie bij onderbrekingen die het gevolg zijn van afschakeling op verzoek van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

  • j. er is geen recht op compensatie voor aansluitingen van 1 × 6 Ampère of kleiner;

  • k. de compensatie komt voor rekening van de netbeheerder in wiens net de onderbreking is ontstaan blijkens de registratie van storingen op basis van de Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas.

Artikel 18

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de wet, bevatten bepalingen inzake de wijze van registratie van kwaliteitsindicatoren, welke ten doel hebben de vergelijkbaarheid van de registraties van de netbeheerders te waarborgen.

Artikel 18a

  • 2 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de wet, bevatten met betrekking tot het transport van elektriciteit in congestiegebieden regels met betrekking tot:

    • a. het aanleveren van transportprognoses;

    • b. de wijze van aanleveren van transportprognoses;

    • c. de kwaliteit van transportprognoses en de controle daarop.

  • 3 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de wet, bepalen dat een afnemer in een congestiegebied verantwoordelijk is voor de gevolgen van een gerealiseerde afwijking ten opzichte van zijn transportprognoses.

  • 4 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van de wet, bevatten regels over de hoogte van het gecontracteerd en beschikbaar gesteld vermogen waarboven afnemers verplicht zijn tot het aanbieden van regel- en reservevermogen, die zodanig moeten zijn dat het bijdraagt aan een effectieve en efficiënte oplossing van een transportbeperking in een congestiegebied.

  • 5 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a en g, van de wet, bepalen dat de netbeheerder in een congestiegebied een afnemer kan afschakelen indien de integriteit van dat net en de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening in gevaar komt.

§ 3.3. Voorwaarden met betrekking tot systeemdiensten

Artikel 19

  • 1 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel i, van de wet, bevatten de maatregelen die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet neemt ter handhaving van de energiebalans. Daarbij wordt de volgende volgorde in acht genomen:

    • a. inzet van regelvermogen;

    • b. inzet van reservevermogen;

    • c. inzet van noodvermogen;

    • d. oproep aan producenten nog niet beschikbaar gesteld vermogen in te zetten;

    • e. inzet van gedoogvermogen;

    • f. afschakelen van afnemers.

  • 2 De voorwaarden bevatten de procedures voor het nemen van de maatregelen.

  • 3 De voorwaarden bevatten een omschrijving van taken en verdeling van verantwoordelijkheden ten behoeve van de handhaving van de energiebalans, waaronder de energiebalans met het buitenland.

Artikel 20

  • 1 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel i, van de wet, bepalen dat het afschakelen van elektriciteit, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel f, geschiedt op basis van een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vast te stellen percentage van de maximale jaarbelasting van het net van de betreffende netbeheerder of op basis van tevoren vastgestelde percentages, onafhankelijk van de maximale jaarbelasting van het net.

  • 2 De voorwaarden bepalen dat bij het afschakelen van elektriciteit geen onderscheid wordt gemaakt tussen Nederlandse en buitenlandse afnemers en dat bij het afschakelen uitsluitend technische criteria worden toegepast.

Artikel 21

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel g, van de wet, bepalen dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in geval van dreigende ernstige storingen voorrang heeft boven de overige netbeheerders bij het aanspreken van producenten ten behoeve van productieverschuiving of ten behoeve van de inzet van andere beschikbare middelen als bedoeld in artikel 19, eerste lid.

Artikel 22

  • 1 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a, g en i, van de wet, bepalen dat de netbeheerders, met uitzondering van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, afschakel- en herstelplannen opstellen met het oog op storingen of dreigende storingen in de elektriciteitsvoorziening.

  • 2 De voorwaarden bepalen dat de afschakel- en herstelplannen gericht zijn op het instandhouden van de elektriciteitsvoorziening, het voorkomen van ernstige schade aan het net of de elektrotechnische infrastructuur en het voorkomen van uitbreiding van een stroomstoring.

  • 3 De voorwaarden bepalen dat in de afschakel- en herstelplannen de volgende prioriteitsvolgorde is opgenomen:

    • a. openbare orde en veiligheid, volksgezondheid;

    • b. kritische processen industrie, nuts- en basisvoorzieningen;

    • c. overige industrie, openbare gebouwen, bedrijven en consumenten;

    • d. De voorwaarden bepalen dat deze volgorde in geval van storingen of dreigende storingen wordt gehanteerd voor zover dat technisch mogelijk is.

  • 4 De voorwaarden bepalen dat de afschakel- en herstelplannen zijn toegespitst op regionale omstandigheden.

  • 5 De voorwaarden bepalen dat de afnemers in staat worden gesteld kennis te nemen van de afschakel- en herstelplannen.

Artikel 23

  • 1 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen c en g, van de wet, bevatten regels ter voorkoming van uitbreiding van storingen bij het transport van elektriciteit en ter voorkoming van een storingssituatie waarbij één of meerdere netten geheel of ten dele spanningsloos zijn.

  • 2 De voorwaarden bevatten regels ten aanzien van de wijze waarop netten na storingen in werking worden gesteld, waarbij een omschrijving van taken en verdeling van verantwoordelijkheden wordt gegeven.

Artikel 24

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen c en i, van de wet, bevatten regels met betrekking tot de beschikbaarheid van productievermogen van afnemers die producent zijn ten behoeve van de handhaving van de energiebalans. In deze regels is opgenomen:

  • a. welke gegevens deze afnemers verstrekken aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

  • b. welke procedure geldt voor het verstrekken van deze gegevens en op welke wijze deze gegevens worden bekendgemaakt.

Artikel 25

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel c, van de wet, bevatten met betrekking tot programma-verantwoordelijkheid:

  • a. de taken, rechten en plichten van degene die programma-verantwoordelijkheid draagt;

  • b. de regels bij wijziging of overdracht van programma-verantwoordelijkheid;

  • c. de procedure indien over degene die programma-verantwoordelijkheid draagt een wettelijke schuldsaneringsregeling, surséance van betaling of faillissement is uitgesproken, of indien hij anderszins niet aan zijn verplichtingen kan voldoen;

  • d. de bepaling dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zorg draagt voor een register waarin degenen die programma-verantwoordelijkheid dragen zijn opgenomen.

Artikel 26

  • 2 De voorwaarden bevatten regels met betrekking tot de prijs die degene die programma-verantwoordelijkheid draagt betaalt indien de verbruikte hoeveelheid elektriciteit niet overeenkomt met de door hem geraamde hoeveelheid, zoals opgenomen in het programma, bedoeld in het eerste lid.

§ 3.4. Voorwaarden met betrekking tot het meten

Artikel 27

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, geven ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit aan:

  • a. wie verantwoordelijk is voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van de meetinrichting;

  • b. de technische specificaties waaraan de meetinrichting voldoet;

  • c. de handelswijze bij storingen in de meetinrichting.

Artikel 28

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, bepalen ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit dat de meting van de hoeveelheid uitgewisselde elektriciteit plaatsvindt op het overdrachtspunt. Indien de meetinrichting elders geplaatst is, wordt de gemeten hoeveelheid teruggerekend naar de uitwisseling op het overdrachtspunt.

Artikel 29

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, bevatten ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit:

  • a. de rechten en plichten van de netbeheerder en de afnemer met betrekking tot het uit- of aflezen van de meter;

  • b. de rechten en plichten van de netbeheerder en de afnemer met betrekking tot de uitwisseling van de meetgegevens, waarbij termijnen worden gesteld waarbinnen die uitwisseling plaatsvindt;

  • c. welke meetgegevens verzameld en vastgesteld worden, door wie dat wordt gedaan en op welke wijze en met welke frequentie dit geschiedt, waarbij specifieke regels kunnen worden gesteld ten aanzien van de meting van blindenergie;

  • d. wie de meetgegevens valideert, wanneer dit plaatsvindt en op basis van welke criteria dat gebeurt;

  • e. wie verantwoordelijk is voor de overdracht van de meetgegevens aan de netbeheerder en op welke wijze dit geschiedt;

  • f. de verantwoordelijkheden van de netbeheerder met betrekking tot de verwerking van meetgegevens en de wijze waarop deze verantwoordelijkheden worden uitgevoerd;

  • g. de procedures met betrekking tot de uitwisseling van meetgegevens in het kader van programmaverantwoordelijkheid en in het kader van de transport- en systeemdiensten;

  • h. de handelswijze bij storingen in de verzameling van meetgegevens bij dagelijks op afstand afleesbare meetinrichtingen en de handelswijze bij het repareren van die meetgegevens.

Artikel 30

De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, bepalen ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit dat een afnemer, die beschikt over een meter als bedoeld in artikel 31c, eerste lid, van de wet, de meetgegevens van de aan het net onttrokken en ingevoede hoeveelheden elektriciteit afzonderlijk aan de netbeheerder verstrekt.

Artikel 31

  • 1 De voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, bevatten ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit:

    • a. een regeling met betrekking tot de vaststelling en actualisering van verschillende verbruiksprofielen van afnemers met niet dagelijks op afstand afleesbare meetinrichtingen;

    • b. een regeling met betrekking tot de vaststelling en actualisering van belastingprofielen;

    • c. een procedure voor de verrekening van het verschil tussen het met behulp van de verbruiksprofielen geschatte verbruik van elektriciteit en het vastgestelde verbruik over een bepaalde periode.

  • 2 De voorwaarden bevatten een omschrijving van het in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde verbruiksprofiel en van de wijze waarop afnemers in deze profielen worden ingedeeld, en een omschrijving van de systematiek volgens welke het belastingprofiel, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, tot stand komt.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 32

Deze regeling treedt in werking zes weken na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 33

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 januari 2005

De

Minister

van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst