Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2007 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 29-10-2006 t/m 31-12-2006

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 januari 2005, nr. AI/JZ/2005/5632, houdende de inrichting van de Arbeidsinspectie alsmede de toedeling van taken en vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de algemeen directeur van de Arbeidsinspectie en aan de onder de algemeen directeur ressorterende functionarissen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 8, derde lid, onder a, en 22, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. Algemeen directeur: de algemeen directeur van de Arbeidsinspectie;

  • b. Bedrijfstakdirecties: de bedrijfstakdirectie Industrie, de bedrijfstakdirectie Bouw, de bedrijfstakdirectie Commerciële Dienstverlening en de bedrijfstakdirectie Publieke Dienstverlening en Landbouw van de Arbeidsinspectie;

  • c. Arbeidsinspectie-directeur: een onder de algemeen directeur ressorterende directeur.

Hoofdstuk 2. De organisatie van de Arbeidsinspectie

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

§ 2.1. De Arbeidsinspectie

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De organisatie van de Arbeidsinspectie is ingericht volgens het overzicht in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

  • 2 De Arbeidsinspectie staat onder leiding van een algemeen directeur.

  • 3 Onder de algemeen directeur ressorteren:

    • a. de afdeling Concernbeleid;

    • b. de afdeling Juridische Zaken;

    • c. de directie Inspectieondersteuning;

    • d. de bedrijfstakdirecties;

    • e. de directie Major Hazard Control;

    • f. de directie Arbeidsmarktfraude.

  • 4 De Arbeidsinspectie is gevestigd te Den Haag. Er zijn voorts kantoren in Groningen, Amsterdam, Utrecht, Arnhem, Rotterdam en Roermond.

§ 2.2. De taken en bevoegdheden van de algemeen directeur

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De algemeen directeur is verantwoordelijk voor:

    • a. het door tussenkomst van de inspecteur-generaal adviseren van de bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de Arbeidsinspectie en het attenderen van hen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten;

    • b. het coördineren van de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de Arbeidsinspectie met de beleidsontwikkeling en -uitvoering van andere onderdelen van het ministerie en van andere ministeries;

    • c. het zorgdragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, met uitzondering van de vaststelling van de formatie, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de Arbeidsinspectie;

    • d. de personeelsaangelegenheden van de onder hem ressorterende functionarissen, met inbegrip van de uitvoering van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, voor zover dit niet ingevolge artikel 4, vierde lid, onder d tot en met g, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004 is voorbehouden aan de secretaris-generaal;

    • e. het zorgdragen voor de administratieve en financiële afhandeling van de uitvoering van de eigen personeelsaangelegenheden, voor zover deze niet is opgedragen aan anderen zoals de directie Personeel, Organisatie en Informatie, de directie Financieel-Economische Zaken, de directie Gemeenschappelijke Ondersteuning Bedrijfsvoering en de Stichting Pensioenfonds ABP;

    • f. de werkgeversverplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden ten aanzien van de Arbeidsinspectie, voor zover het niet gaat om centraal georganiseerde werkgeversverplichtingen als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, onder b, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004;

    • g. het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

    • h. het formuleren, vaststellen en uitvoeren van jaarplannen en vierjarige inspectieplannen voor de Arbeidsinspectie binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

    • i. het rapporteren aan de inspecteur-generaal over de uitvoering van de jaarplannen en vierjarige inspectieplannen voor de Arbeidsinspectie;

    • j. het opstellen van jaarverslagen en inspectierapportages binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

    • k. de verspreiding van de jaarverslagen en inspectierapportgages, alsmede voorlichting ten aanzien van de daarin opgenomen bevindingen, nadat de inspecteur-generaal van het jaarverslag en de inspectierapportage kennis heeft kunnen nemen;

    • l. het zorgdragen voor de vastlegging van de organisatie van de Arbeidsinspectie en de daarbinnen geldende mandaten, volmachten en machtigingen in een eigen organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit voor de Arbeidsinspectie;

    • m. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene Wet Bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie is tevens bekleed met de functies van:

    • a. Directeur-generaal van de Arbeid;

    • b. Hoofdingenieur-Directeur van de Dienst voor het Stoomwezen;

    • c. Hoofdingenieur-Districtshoofd van de Dienst voor het Stoomwezen;

    • d. Districtshoofd van de Inspectie van de havenarbeid.

    De algemeen directeur draagt er uit hoofde van deze functies zorg voor dat de taken die bij en krachtens de wet aan deze functionarissen zijn opgedragen, binnen de Arbeidsinspectie worden uitgevoerd, een en ander voor zover deze passen binnen het kader van de taken van de Arbeidsinspectie. Hij oefent uit hoofde van die functies de bevoegdheden uit die bij en krachtens de wet aan de deze functionarissen zijn verleend, een en ander voor zover deze passen binnen het kader van de taken van de Arbeidsinspectie.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De algemeen directeur is bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen, overeenkomsten aan te gaan en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met het werkterrein van de Arbeidsinspectie, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of de inspecteur-generaal.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde bevoegdheden van de algemeen directeur omvatten in elk geval mandaat en machtiging ten aanzien van de volgende aangelegenheden:

    • a. beslissingen in bezwaarprocedures voor zover deze betrekking hebben op zijn verantwoordelijkheden of werkterrein;

    • b. de in artikel 3, eerste lid, onder d, genoemde personeelsaangelegenheden;

    • c. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze klachten betrekking hebben op gedragingen van onder hem functionerende functionarissen.

  • 3 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan is beperkt tot overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 20.000,– per overeenkomst, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een waarde van € 500.000,– per overeenkomst:

    • a. overeenkomsten welke gebaseerd zijn op een mantelovereenkomst;

    • b. overeenkomsten voor het opleiden van medewerkers van de Arbeidsinspectie;

    • c. overeenkomsten voor het inhuren van personeel voor de uitvoering van werkzaamheden die onder directe verantwoordelijkheid van het departementale management worden verricht;

    • d. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

    • e. overeenkomsten met betrekking tot raden en commissies;

    • f. overeenkomsten met betrekking tot onderzoek;

    • g. overeenkomsten met betrekking tot incidentele beleidsinformatievoorziening, met uitzondering van overeenkomsten met het Centraal bureau voor de statistiek.

§ 2.3. De afdeling Concernbeleid

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De afdeling Concernbeleid staat onder leiding van een hoofd.

  • 2 Het hoofd van de afdeling Concernbeleid is verantwoordelijk voor:

    • a. de advisering van de algemeen directeur omtrent strategische vraagstukken met betrekking tot de missie, positionering, taken, handhaving, presentatie en het functioneren van de Arbeidsinspectie;

    • b. de advisering van de algemeen directeur omtrent strategische vraagstukken met betrekking tot het financieel-, personeels- en organisatiebeleid alsmede de kwaliteitsontwikkeling;

    • c. de advisering van de algemeen directeur omtrent het in- en externe communicatiebeleid van de Arbeidsinspectie en de ondersteuning van de uitvoering daarvan;

    • d. het ondersteunen van de algemeen directeur met betrekking tot parlementaire aangelegenheden, waaronder begrepen de beantwoording van kamervragen, onderzoeken van de Algemene Rekenkamer, alsmede met betrekking tot internationale zaken en medezeggenschap;

    • e. het ontsluiten van binnen de Arbeidsinspectie aanwezige beleidsinformatie ten behoeve van bewindspersonen, de beleidsdirecties van het ministerie en de inspecteur-generaal;

    • f. het inwinnen van gegevens omtrent de algemene ontwikkeling van lonen en andere op geld waardeerbare arbeidsvoorwaarden, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet op de loonvorming, alsmede de rapportage daarover;

    • g. de analyse van binnen de Arbeidsinspectie aanwezige resultaatsinformatie ten behoeve van een doelmatige prioritering van activiteiten van de Arbeidsinspectie;

    • h. de ondersteuning van door de Arbeidsinspectie te entameren inspectieprojecten ten behoeve van de kwantitatieve analyse van de resultaten van die projecten;

    • i. de landelijke coördinatie van planning, control en kwaliteitszorg en het beheer van de financiën van de Arbeidsinspectie, waaronder het verstrekken van informatie ten behoeve van de begroting;

    • j. het formatiebeheer;

    • k. de afstemming met andere directies van het ministerie inzake strategische en beheersmatige aangelegenheden;

    • l. het beheer van het centrale register inzake de melding en afdoening van klachten over gedragingen van medewerkers van de Arbeidsinspectie;

    • m. het aan en op verzoek van de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden verstrekken van documenten en geven van een zienswijze ten aanzien van openbaarmaking naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur welke aangelegenheden betreffen die behoren tot het werkterrein van de Afdeling Concernbeleid;

    • n. het organiseren van overleg tussen de algemeen directeur en de beleidsdirecties van het ministerie alsmede met de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties;

    • o. het organiseren van overleg en afstemming met andere inspectiediensten van de Rijksoverheid.

  • 3 Het hoofd van de afdeling Concernbeleid wordt bijgestaan door de teamleider concern-control en de teamleider monitoring en beleidsinformatie, welke onder hem ressorteren.

§ 2.4. De afdeling Juridische Zaken

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De afdeling Juridische Zaken staat onder leiding van een hoofd.

  • 2 Het hoofd van de afdeling Juridische Zaken is verantwoordelijk voor:

    • a. het ondersteunen van de algemeen directeur bij het behandelen van klachten over het functioneren van de Arbeidsinspectie;

    • b. de bevordering van de kwaliteit van het juridisch handelen van de Arbeidsinspectie;

    • c. het adviseren over juridische vraagstukken met betrekking tot arbeidsomstandigheden met inbegrip van gevaarlijke werktuigen en stoffen, de kernenergiewetgeving, arbeidsmarkt met inbegrip van illegale tewerkstelling van vreemdelingen en bevordering van arbeidsdeelname door minderheden, alsmede de arbeidstijdenwetgeving;

    • d. het behandelen van bezwaar- en beroepsprocedures die voortvloeien uit besluiten die door functionarissen van het ministerie namens de bewindspersonen zijn genomen en die betrekking hebben op de beleidsterreinen, genoemd in onderdeel c;

    • e. het organiseren van overleg en afstemming ten aanzien van de taken van de afdeling Juridische Zaken met de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden.

  • 3 Het hoofd van de afdeling Juridische Zaken wordt bijgestaan door de onder hem ressorterende teamleider bezwaar en beroep.

§ 2.6. De directie Inspectieondersteuning

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De directie Inspectieondersteuning staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directeur Inspectieondersteuning is verantwoordelijk voor:

    • a. het adviseren over de handhavende taken van de Arbeidsinspectie, met uitzondering van de handhavende taken die tot de verantwoordelijkheid van de directeur Major Hazard Control onderscheidenlijk de directeur Arbeidsmarktfraude behoren;

    • b. het ondersteunen van de algemeen directeur ten behoeve van een eenduidige interpretatie en uitvoering van het beleid van het ministerie door de Arbeidsinspectie;

    • c. de ontwikkeling en het onderhoud van instrumenten ten behoeve van de handhaving van wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden, waaronder de Arbeidsomstandighedenwet 1998, de Warenwet, de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, de arbeidstijdenwetgeving, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de kernenergiewetgeving;

    • d. het afhandelen van aanvragen alsmede het verlenen van vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen voorzover hij daartoe ingevolge de artikelen 22 en 23 bevoegd is;

    • e. het ondersteunen van de bedrijfstakdirecteuren, de directeur Major Hazard Control en de directeur Arbeidsmarktfraude bij de uitoefening van hun taken;

    • f. het coördineren van informatie-uitwisseling tussen de beleidsdirecties van het ministerie en de bedrijfstakdirecties alsmede de directie Major Hazard Control;

    • g. het informatiebeleid van de Arbeidsinspectie, het beheer van de gangbare informatiesystemen die binnen de Arbeidsinspectie in gebruik zijn, en het onderhoud van de website en het internetloket van de Arbeidsinspectie;

    • h. het personeelsontwikkelingsbeleid van de Arbeidsinspectie;

    • i. de interne bedrijfsvoering en de administratieve ondersteuning van de Arbeidsinspectie;

    • j. het aan en op verzoek van de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden verstrekken van documenten en geven van een zienswijze ten aanzien van openbaarmaking naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur welke aangelegenheden betreffen die behoren tot het werkterrein van de directie Inspectieondersteuning;

    • k. het behandelen van klachten over gedragingen van medewerkers van de directie Inspectieondersteuning.

  • 3 De directeur Inspectieondersteuning wordt bijgestaan door het onder hem ressorterende:

    • a. hoofd van de afdeling Expertisecentrum;

    • b. hoofd van de afdeling Bestuurlijke Boete;

    • c. hoofd van de afdeling Informatievoorziening;

    • d. landelijk hoofd Binnendienst;

    • e. hoofd van de afdeling Personeelsontwikkeling.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De afdeling Expertisecentrum staat onder leiding van een hoofd.

  • 2 Het hoofd van de afdeling Expertisecentrum is verantwoordelijk voor:

    • a. de kennisontwikkeling, de kennisoverdracht en de kennisverankering binnen de Arbeidsinspectie, behoudens ten aanzien van de handhavende taken die behoren tot de verantwoordelijkheid van de directeur Major Hazard Control of de directeur Arbeidsmarktfraude;

    • b. het onderhoud van de website en het internetloket van de Arbeidsinspectie;

    • c. het landelijk coördineren van de handhaving en het ontwikkelen en onderhouden van de instrumenten ten behoeve van een uniforme handhaving van wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen, waaronder de Arbeidsomstandighedenwet 1998, de Warenwet, de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, de Wet milieugevaarlijke stoffen, de kernenergiewetgeving en de arbeidstijdenwetgeving;

    • d. de deskundige ondersteuning van de bedrijfstakdirecteuren en de directeur Major Hazard Control bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden;

    • e. het organiseren van overleg en afstemming met de directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid en de directie Arbozorg en Verzuimbeleid van het ministerie betreffende zowel de beleidsontwikkeling als -uitvoering;

    • f. het toetsen van schiethamers aan het Besluit schiethamers;

    • g. het behandelen van verzoeken om vrijstelling en ontheffing van de Arbeidstijdenwet.

  • 3 Het hoofd van de afdeling Expertisecentrum wordt bijgestaan door de onder hem ressorterende:

    • a. teamleider van de vakgroep Arbeidsbelasting en Arbeidsgezondheidskunde;

    • b. teamleider van de vakgroep Arbeidshygiëne;

    • c. teamleider van de vakgroep Arbeid & Organisatie/Arbeidsverhoudingen;

    • d. teamleider van de vakgroep Veiligheid;

    • e. teamleider van de vakgroep Chemische Veiligheid;

    • f. teamleider van de vakgroep Fysieke Belasting.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De afdeling Bestuurlijke Boete staat onder leiding van een hoofd.

  • 2 Het hoofd van de afdeling Bestuurlijke Boete is verantwoordelijk voor:

    • a. het vormgeven van en toezien op de uitvoering van een landelijk boetebeleid;

    • b. het toetsen van boeterapporten, het vaststellen en uitvoeren van boetebeschikkingen;

    • c. het bewaken van de kwaliteit en consistentie van de boetebeschikkingen en het zorg dragen voor de voortgang en bewaking van termijnen;

    • d. het plegen van het noodzakelijk functioneel overleg met het Expertisecentrum, de afdeling Juridische Zaken, de Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering, het Openbaar Ministerie en andere opsporingsdiensten;

    • e. het scheppen van condities waaronder andere opsporingsdiensten, die mede zijn belast met handhaving van de Arbowet, Warenwet, Arbeidstijdenwet en Wet arbeid vreemdelingen, kunnen functioneren wat betreft de bestuurlijke handhaving;

    • f. de communicatie met de bedrijfstakdirecties, de directie Major Hazard Control en de directie Arbeidsmarktfraude ter zake van de inrichting van boeterapporten, onder meer op grond van de eisen die voortvloeien uit jurisprudentie.

  • 3 Het hoofd van de afdeling Bestuurlijke Boete wordt bijgestaan door de onder hem ressorterende teamleider Wet Arbeid Vreemdelingen.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De afdeling Informatievoorziening staat onder leiding van een hoofd.

  • 2 Het hoofd van de afdeling Informatievoorziening is verantwoordelijk voor:

    • a. het ontwikkelen van voorstellen met betrekking tot het informatiebeleid van de Arbeidsinspectie en het adviseren van de directeur Inspectieondersteuning ter zake;

    • b. het doen van voorstellen voor en het ontwikkelen en implementeren van nieuwe informatiesystemen;

    • c. het beheer van de binnen de Arbeidsinspectie gangbare informatiesystemen;

    • d. de organisatie van de communicatie binnen de Arbeidsinspectie met betrekking tot de gebruikersaspecten die aan de gangbare informatiesystemen zijn verbonden.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De afdeling Binnendienst staat onder leiding van een landelijk hoofd Binnendienst.

  • 2 Het landelijk hoofd Binnendienst is verantwoordelijk voor:

    • a. de administratieve ondersteuning van de teamleiders van de inspectieteams en de inspecteurs;

    • b. de intake en administratieve verwerking van ongevalsmeldingen, klachten en verzoeken van de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden tot het verstrekken van documenten of het geven van een zienswijze ten aanzien van openbaarmaking naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur;

    • c. de administratieve verwerking van inspectieresultaten;

    • d. het verstrekken van sturings- en verantwoordingsinformatie aan alle medewerkers van de Arbeidsinspectie die deze informatie uit hoofde van hun functie nodig hebben;

    • e. de behandeling van inkomende- en uitgaande post;

    • f. het adviseren en ondersteunen van de algemeen directeur, het hoofd van de afdeling Concernbeleid, het hoofd van de afdeling Juridische Zaken, het hoofd van het Project-Bureau Teamgericht Werken en de directeuren van de directies, genoemd in artikel 2, derde lid, onder d tot en met g, met betrekking tot financiële-, materiële- en huisvestingszaken, alsmede het organiseren van het daaraan verbonden beheer;

    • g. de zorg voor telefonische bereikbaarheid van de Arbeidsinspectie, waaronder begrepen de kantoren, bedoeld in artikel 2, vierde lid, tweede volzin, en receptietaken.

  • 3 Het landelijk hoofd Binnendienst wordt bijgestaan door de onder hem ressorterende teamleiders Binnendienst van de kantoren, bedoeld in artikel 2, vierde lid, voor de taken bedoeld in het tweede lid, onder b, c en d, teamleiders danwel vestigingsmanagers van deze kantoren voor de taken, bedoeld in het tweede lid, onder e, f en g, de landelijk teamleider Financiën en de landelijk medewerker Materieel.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De afdeling Personeelsontwikkeling staat onder leiding van een hoofd.

  • 2 Het hoofd van de afdeling Personeelsontwikkeling is verantwoordelijk voor:

    • a. het ontwikkelen van voorstellen met betrekking tot het te voeren personeelsontwikkelingsbeleid en de advisering daaromtrent aan de directeur Inspectie-ondersteuning;

    • b. de organisatie van voor de Arbeidsinspectie specifieke opleidingen;

    • c. de facilitering van opleidingen die ten behoeve van de Arbeidsinspectie door derden worden georganiseerd;

    • d. de advisering met betrekking tot opleidingen die van belang zijn in het kader van de competentieontwikkeling van medewerkers van de Arbeidsinspectie.

§ 2.7. De bedrijfstakdirecties

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 Het werkterrein van de bedrijfstakdirecties is vastgesteld volgens het overzicht van de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 2 Een bedrijfstakdirectie staat onder leiding van een directeur.

  • 3 Een bedrijfstakdirecteur is binnen het werkterrein van de bedrijfstakdirectie verantwoordelijk voor:

    • a. het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving door werkgevers en werknemers door middel van controles, het opsporen van strafbare feiten, het hanteren van juridische instrumenten als eis tot naleving en stillegging van het werk, op het gebied van arbeidsomstandigheden met inbegrip van stralingsbescherming, gevaarlijke werktuigen en stoffen, en arbeidsverhoudingen met inbegrip van arbeidstijden en arbeids-voorwaarden;

    • b. de totstandkoming van landelijke strategieën en landelijke projecten met betrekking tot het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen;

    • c. de uitvoering van de projecten, bedoeld onder b, alsmede de rapportage over de bevindingen daarvan;

    • d. het vanuit zijn werkterrein leveren van een bijdrage aan het door de algemeen directeur op te stellen jaarplan en -verslag van de Arbeidsinspectie;

    • e. het nemen van de maatregelen en het realiseren van de prestaties, vervat in het jaarplan, bedoeld onder d;

    • f. het, op aanwijzing van de algemeen directeur, voor de gehele Arbeidsinspectie coördineren van projecten die door meerdere bedrijfstakdirecties moeten worden uitgevoerd;

    • g. de toepassing van landelijk vastgesteld handhavingsbeleid;

    • h. het behandelen van klachten voorzover die klachten betrekking hebben op het werk terrein van de Arbeidsinspectie, met uitzondering van klachten die betrekking hebben op onderwerpen die tot de verantwoordelijkheid van de directeur Major Hazard Control of de directeur Arbeidsmarktfraude behoren;

    • i. het verrichten van onderzoek bij gemelde arbeidsongevallen, bedoeld in artikel 1, derde lid, onder i, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998;

    • j. de advisering omtrent de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van voorgenomen wet- en regelgeving;

    • k. het verschaffen van informatie in verband met de evaluatie en ontwikkeling van beleid en uitvoering aan bewindspersonen en directeuren van beleidsdirecties van het ministerie;

    • l. het aan en op verzoek van de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden verstrekken van documenten en geven van een zienswijze ten aanzien van openbaarmaking naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur welke aangelegenheden betreffen die behoren tot het werkterrein van de bedrijfstakdirectie;

    • m. het behandelen van klachten over gedragingen van medewerkers van de bedrijfstakdirectie.

  • 4 Een bedrijfstakdirecteur wordt bijgestaan door een manager Inspecties en een manager Strategie, welke onder hem ressorteren.

  • 5 De manager Inspecties is verantwoordelijk voor:

    • a. het conform de planning uitvoeren van de projecten, bedoeld in het derde lid, onder b;

    • b. het uitvoeren van onderzoek naar aanleiding van klachten, bedoeld in het derde lid, onder h, onderscheidenlijk naar aanleiding van de meldingen bedoeld in het derde lid, onder i.

  • 6 De manager Inspecties wordt bijgestaan door zes onder hem ressorterende teamleiders. De werkgebieden van de teams zijn vastgesteld volgens het overzicht van de bij deze regeling behorende bijlage 3.

  • 7 De manager Strategie is verantwoordelijk voor de totstandkoming van bedrijfstakstrategieën en projectplannen, bedoeld in het derde lid, onder b, en de rapportages, bedoeld in het derde lid, onder c.

§ 2.8. De directie Major Hazard Control

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De directie Major Hazard Control staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directeur Major Hazard Control is verantwoordelijk voor:

    • a. het toezicht op de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, in het bijzonder ten aanzien van het bij of krachtens artikel 6 van die wet en hoofdstuk II, afdeling 2, van het Arbeidsomstandighedenbesluit bepaalde, door middel van het opsporen van strafbare feiten, het hanteren van juridische instrumenten als eis tot naleving en stillegging van het werk;

    • b. de totstandkoming van landelijke strategieën met betrekking tot de uitoefening van het toezicht, bedoeld onder a;

    • c. de uitvoering van de taken die ingevolge het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 aan de Arbeidsinspectie zijn opgedragen;

    • d. de ontwikkeling van inspectiemethodieken en inspectie-instrumenten ten behoeve van de uitvoering van de taken, genoemd onder a tot en met c;

    • e. het vanuit zijn werkterrein leveren van een bijdrage aan het door de algemeen directeur op te stellen jaarplan en -verslag van de Arbeidsinspectie;

    • f. het nemen van de maatregelen en het realiseren van de prestaties, vervat in het jaarplan, bedoeld onder e;

    • g. het behandelen van klachten voor zover die betrekking hebben op het werkgebied van de directie Major Hazard Control;

    • h. het onderhouden van de samenwerkingsverbanden met de instanties die mede betrokken zijn bij de uitvoering van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999;

    • i. het verschaffen van informatie over de voortgang van de activiteiten van de directie Major Hazard Control aan bewindspersonen en directeuren van de beleidsdirecties van SZW, alsmede het verschaffen van informatie in verband met de evaluatie en ontwikkeling van beleid en uitvoering met betrekking tot bedrijven, bedoeld in artikel 6 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, en met betrekking tot hoofdstuk II, afdeling 2, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

    • j. het aan en op verzoek van de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden verstrekken van documenten en geven van een zienswijze ten aanzien van openbaarmaking naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur welke aangelegenheden betreffen die behoren tot het werkterrein van de directie Major Hazard Control;

    • k. het behandelen van klachten over gedragingen van medewerkers van de directie Major Hazard Control.

  • 3 De directeur Major Hazard Control wordt bijgestaan door twee managers Major Hazard Control welke onder hem ressorteren.

  • 4 De managers Major Hazard Control zijn verantwoordelijk voor:

    • a. de totstandkoming van de strategieën, bedoeld in het tweede lid, onder b;

    • b. de ontwikkeling van inspectiemethodieken en inspectie-instrumenten, bedoeld in het tweede lid, onder d;

    • c. het behandelen van klachten, bedoeld in het tweede lid onder g;

    • d. het onderhouden van samenwerkingsverbanden, bedoeld in het tweede lid, onder h;

    • e. het, conform planning, uitvoeren van de activiteiten, bedoeld in het tweede lid, onder a en c.

  • 5 De managers Major Hazard Control worden elk bijgestaan door twee onder hen ressorterende teamleiders. De werkgebieden van de teams zijn vastgesteld volgens het overzicht van de bij deze regeling behorende bijlage 4.

§ 2.9. De directie Arbeidsmarktfraude

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De directie Arbeidsmarktfraude staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directeur Arbeidsmarktfraude is verantwoordelijk voor:

    • a. het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving alsmede het opsporen van strafbare feiten met name ten aanzien van de Wet arbeid vreemdelingen, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en de Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden;

    • b. de totstandkoming van landelijke strategieën en projecten met betrekking tot de aanpak van arbeidsmarktfraude;

    • c. het ontwikkelen en het onderhouden van instrumenten ten behoeve van de handhaving van de Wet arbeid vreemdelingen en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

    • d. de uitvoering van de projecten, bedoeld onder b, alsmede de rapportage over de bevindingen daarvan;

    • e. het vanuit zijn werkterrein leveren van een bijdrage aan het door de algemeen directeur op te stellen jaarplan en -verslag van de Arbeidsinspectie;

    • f. het nemen van de maatregelen en het realiseren van de prestaties, vervat in het jaarplan, bedoeld onder e;

    • g. de participatie van de Arbeidsinspectie in multidisciplinaire en interventieteams;

    • h. het voeren van overleg en het participeren in samenwerkingsverbanden met instellingen die zich bezig houden met de bestrijding van arbeidsmarktfraude;

    • i. het organiseren van overleg en afstemming met de directie Arbeidsmarkt en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst over zowel de beleidsontwikkeling als -uitvoering;

    • j. het behandelen van klachten, voorzover die klachten betrekking hebben op onderwerpen die behoren tot de verantwoordelijkheid van de directeur Arbeidsmarktfraude, alsmede van tips;

    • k. de advisering omtrent de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van voorgenomen wet- en regelgeving;

    • l. het verschaffen van informatie in verband met de evaluatie en ontwikkeling van beleid en uitvoering aan bewindspersonen en directeuren van beleidsdirecties van het ministerie;

    • m. het aan en op verzoek van de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden verstrekken van documenten en geven van een zienswijze ten aanzien van openbaarmaking naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, welke aangelegenheden betreffen die behoren tot het werkterrein van de directie Arbeidsmarktfraude;

    • n. het behandelen van klachten over gedragingen van medewerkers van de directie Arbeidsmarktfraude.

  • 3 De directeur Arbeidsmarktfraude wordt bijgestaan door twee managers Inspecties en een manager Strategie, welke onder hem ressorteren.

  • 4 De managers Inspecties zijn verantwoordelijk voor:

    • a. het conform de planning uitvoeren van de projecten, bedoeld in het tweede lid, onder b;

    • b. het organiseren van de participatie in multidisciplinaire en interventieteams;

    • c. het onderhouden van regionale bestuurlijke en netwerkcontacten.

  • 5 De managers Inspectie worden elk bijgestaan door zeven onder hen ressorterende teamleiders. De werkgebieden van de teams zijn vastgesteld volgens het overzicht van de bij deze regeling behorende bijlage 5.

  • 6 De manager Strategie is verantwoordelijk voor:

    • a. het ontwikkelen en opzetten van strategieën en projecten, bedoeld in het tweede lid, onder b;

    • b. kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennisverankering binnen de directie.

Hoofdstuk 3. Bevoegdheden

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

De functionarissen die leiding geven aan de organisatieonderdelen genoemd in artikel 2, derde lid, zijn bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met het werkterrein van zijn organisatieonderdeel, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of de inspecteur-generaal.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 Aan de directeur Inspectieondersteuning, het hoofd van de afdeling Concernbeleid, het hoofd van de afdeling Juridische Zaken, de bedrijfstakdirecteuren, de directeur Major Hazard Control en de directeur Arbeidsmarktfraude wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

    • a. de in artikel 3, eerste lid, onder d, genoemde personeelsaangelegenheden voor zover deze betrekking hebben op medewerkers van de directie respectievelijk afdeling waaraan zij leiding geven;

    • b. het aan en op verzoek van de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden verstrekken van documenten en geven van een zienswijze ten aanzien van openbaarmaking naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, welke aangelegenheden betreffen die behoren tot het werkterrein van de directie respectievelijk de afdeling waar aan zij leiding geven;

    • c. de behandeling van klachten, bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van medewerkers van de directie respectievelijk de afdeling waaraan zij leiding geven.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Aan het hoofd van de afdeling Juridische Zaken wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

  • a. de afhandeling van administratieve stukken inzake procedures van bezwaar en beroep alsmede daaraan verwante procedures;

  • b. het machtigen van personen om een bewindspersoon in gerechtelijke procedures te vertegenwoordigen.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 4 Aan de inspecteurs van de bedrijfstakdirecties en de inspecteurs van de directie Major Hazard Control wordt, voor zover het hun werkterrein betreft, mandaat en machtiging verleend tot het geven van een mondeling bevel, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in die gevallen waarin, naar hun oordeel, acuut gevaar geen uitstel van het ingaan van de stillegging van het werk duldt.

  • 5 Het hoofd van de afdeling Concernbeleid, het hoofd van de afdeling Juridische Zaken, de directeuren van de directies, bedoeld in artikel 2, derde lid, onder d tot en met g, en de hoofden van de afdeling Personeelsontwikkeling en de afdeling Informatievoorziening van de Directie Inspectieondersteuning zijn ten behoeve van het organisatieonderdeel waaraan zij leiding geven, bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten, met een maximum van € 10.000,– per overeenkomst, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een maximum van € 50.000,– per overeenkomst:

    • a. overeenkomsten welke zijn gebaseerd op een mantelovereenkomst;

    • b. overeenkomsten voor het opleiden van medewerkers van de directie;

    • c. overeenkomsten voor het inhuren van personeel voor de uitvoering van werkzaamheden die onder directe verantwoordelijkheid van het departementale management worden verricht;

    • d. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

    • e. overeenkomsten voor onderzoek;

    • f. overeenkomsten met betrekking tot incidentele beleidsinformatievoorziening, met uitzondering van overeenkomsten met het Centraal bureau voor de statistiek.

Artikel 23a

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Aan de hoofden, bedoeld in artikel 8, derde lid, het landelijk hoofd Binnendienst, bedoeld in artikel 13, eerste lid, en de vestigingsmanagers en de teamleiders, bedoeld in artikel 13, derde lid wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de personeelsaangelegenheden van de medewerkers die onder hen ressorteren, voorzover het betreft:

  • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

  • b. het houden van manager-medewerkergesprekken;

  • c. verlof van medewerkers;

  • d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de algemeen directeur.

Hoofdstuk 4. Plaatsvervanging

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 24

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 Bij afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur neemt, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, de directeur Inspectieondersteuning, als plaatsvervangend algemeen directeur, diens taken en bevoegdheden waar, zulks met uitzondering van de taken en bevoegdheden van de Hoofdingenieur-Directeur van de Dienst voor het Stoomwezen, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, die alsdan worden waargenomen door de directeur Major Hazard Control.

  • 2 Bij afwezigheid of verhindering van de directeuren van de directies, genoemd in artikel 2, derde lid, onder d tot en met g, worden hun taken en bevoegdheden waargenomen door een plaatsvervangend directeur. Een plaatsvervangend directeur wordt, op voordracht van de betreffende directeur, voor bepaalde of onbepaalde tijd benoemd door de algemeen directeur.

  • 3 Bij afwezigheid of verhindering van het hoofd van de afdeling Concernbeleid, het hoofd van de afdeling Juridische Zaken, de afdelingshoofden van de directie Inspectieondersteuning, de teamleiders Binnendienst en vestigingsmanagers, de landelijk teamleider Financiën, alsmede de managers Major Hazard Control, de managers inspecties, de managers strategie en de teamleiders van de bedrijfstakdirecties, de directie Major Hazard Control en de directie Arbeidsmarktfraude worden hun taken en bevoegdheden, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, geheel of gedeeltelijk waargenomen door een daartoe aan te wijzen plaatsvervanger. Aanwijzing en vaststelling van de omvang van de waarneming geschieden, op voordracht van de in de vorige volzin genoemde functionarissen, voor de afdeling Concernbeleid en de afdeling Juridische Zaken door de algemeen directeur en overigens door de betreffende directeuren.

  • 4 De naam en functie van de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde plaatsvervangers worden aangemeld in het handtekeningenregister van de Arbeidsinspectie beheerd door de afdeling Binnendienst, en in het mandaat-, volmacht- en machtigingsregister beheerd door de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Artikel 25

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 De algemeen directeur kan zijn vertegenwoordigingsbevoegdheden in een door hem te bepalen omvang doorverlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen, alsmede aan functionarissen van een ander organisatieonderdeel, mits de betreffende functionaris daar schriftelijk mee instemt.

  • 2 De functionarissen die leiding geven aan de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, derde lid, onder a, b en d tot en met g, kunnen hun vertegenwoordigingsbevoegdheden in een door hen te bepalen omvang doorverlenen aan onder hen ressorterende functionarissen, na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemeen directeur.

  • 3 Bevoegdheden met betrekking tot personele aangelegenheden worden niet doorverleend.

  • 4 De (door)verlening van (onder)mandaat, volmacht en machtiging kan uitsluitend bij een schriftelijk besluit geschieden.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2005.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de

inspecteur-generaal

,

L.H.J. Kokhuis

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

De organisatie van de Arbeidsinspectie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005, is als volgt:

Arbeidsinspectie algemeen

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Bijlage 241630.png

Bedrijfstakdirecties algemeen

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Bijlage 241631.png

Directie Major Hazard Control (MHC)

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Bijlage 241632.png

Directie Arbeidsmarktfraude (AMF)

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Bijlage 241633.png

Directie Inspectie Ondersteuning

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

Bijlage 241634.png

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

De werkterreinen van de bedrijfstakdirecties, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005, zijn voor:

a. de bedrijfstakdirectie Industrie:

Aardolie-, aardgas- en turfwinning

Zand-, grind-, kleiwinning

Zoutwinning

Voedings- en genotmiddelen

Textiel-, kleding- en bontindustrie

Produktie van leer en lederwaren

Papierindustrie

Uitgeverijen en drukkerijen

Aardolie-, en steenkoolindustrie

Chemische, rubber- en kunststofindustrie

Geneesmiddelenindustrie

Bouwmateraal en glas

Metaalindustrie

Produktie van machines en apparaten

Kantoormachines en computers

Overige elektrische machines en benodigdheden

Telecommunicatie-apparatuur

Medische apparatuur

Optische industrie

Produktie van (motor)voertuigen en transportmiddelen

Nutsbedrijven

Aangelegenheden betreffende de Warenwet en -regelgeving

Aangelegenheden betreffende de Kernenergiewet en -regelgeving

Groot- en tussenhandel verwant aan de hiervoor genoemde bedrijfstakken (bik 513, 515 (m.u.v. 5153) en 516).

b. de bedrijfstakdirectie Bouw:

Houtindustrie

Produktie van meubels/overige houten goederen

Bouwnijverheid

Aangelegenheden inzake asbest en bodemsanering

Groot- en tussenhandel verwant aan de hiervoor genoemde bedrijfstakken (bik 5153),

Verhuur van bouwmachines

Glazenwasserijen

Schoorsteenvegen

c. de bedrijfstakdirectie Commerciële dienstverlening:

(Motor)voertuigen en benzinestations

Detailhandel en reparatie voor particulieren

Handelsbemiddeling

Horeca en hotelwezen

Vervoer over land/water en door de lucht

Diensten voor het vervoer

Post en telecommunicatie

Financiële instellingen

Verzekeringswezen en pensioenfondsen

Activiteiten voor financiële instellingen

Makelaardij

Verhuurbedrijven

Automatiseringsdiensten

Speur- en ontwikkelingswerk

Overige zakelijke diensten

Maatschappelijke organisaties

Overige dienstverlening

Groot- en tussenhandel verwant aan de hiervoor genoemde bedrijfstakken (bik 51, 511, 514 en 517)

Particuliere huishoudens met personeel

d. de bedrijfstakdirectie Publieke dienstverlening en Landbouw:

Overheid, sociale werkvoorziening en -⁠verzekeringen.

Onderwijs

Gezondheidzorg, apotheken en welzijn

Voorbereiding tot recycling

Milieudienstverlening

Cultuur, sport en recreatie

Landbouw

Bosbouw en jacht

Visserij inclusief kweken

Groot- en tussenhandel verwant aan de hiervoor genoemde bedrijfstakken (bik 512)

Extra-territoriale organisaties.

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

De werkgebieden van de teams van de bedrijfstakdirecties Industrie, Bouw, Commerciële Dienstverlening en Publieke Dienstverlening en Landbouw, bedoeld in artikel 16, zesde lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005, komen overeen met de onderstaande combinaties van provincies en/of gemeenten:

  • a. Team Groningen: de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel (met uitzondering van de gemeenten Almelo, Borne, Denekamp, Enschede, Haaksbergen, Hof van Twente, Hellen-doorn, Hengelo, Losser, Oldenzaal, Rijssen, Tubbergen, Vriezenveen en Wierden) en van de provincie Flevoland de gemeenten Noordoostpolder en Urk (kantoor Groningen).

  • b. Team Arnhem: de provincies Flevoland (met uitzondering van de gemeenten Noordoostpolder en Urk) en Gelderland en van de provincie Overijssel de gemeenten Almelo, Borne, Denekamp, Enschede, Haaksbergen, Hof van Twente, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Oldenzaal, Rijssen, Tubbergen, Vriezenveen en Wierden (kantoor Arnhem).

  • c. Team Utrecht: de provincies Utrecht en Zuid-Holland (met uitzondering van de gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Binnenmaas, Bleiswijk, Brielle, Capelle a/d IJssel, Cromstrijen, Dirksland, Dordrecht, Giessenlanden, Goedereede, Gorinchem, Graafstroom, ’s-⁠Gravendeel, Hardinxveld-Giessendam, Heerjansdam, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Krimpen a/d IJssel, Leerdam, Liesveld, Maassluis, Middelharnis, Nieuw-Lekkerland, Oostflakkee, Oud-Beijerland, Papendrecht, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Sliedrecht, Spijkenisse, Strijen, Vianen, Vlaardingen, Westvoorne, Zederik en Zwijndrecht) (kantoor Utrecht).

  • d. Team Amsterdam: de provincie Noord-Holland (kantoor Amsterdam).

  • e. Team Rotterdam: de provincie Zeeland en van de provincie Zuid-Holland de gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Binnenmaas, Bleiswijk, Brielle, Capelle a/d IJssel, Cromstrijen, Dirksland, Dordrecht, Giessenlanden, Goedereede, Gorinchem, Graafstroom, ’s-⁠Gravendeel, Hardinxveld-Giessendam, Heerjansdam, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Krimpen a/d IJssel, Leerdam, Liesveld, Maassluis, Middelharnis, Nieuw-Lekkerland, Oostflakkee, Oud-Beijerland, Papendrecht, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Sliedrecht, Spijkenisse, Strijen, Vianen, Vlaardingen, Westvoorne, Zederik en Zwijndrecht en van de provincie Noord-Brabant de gemeenten Aalburg, Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Made, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zevenbergen en Zundert (kantoor Rotterdam).

  • f. Team Roermond: de provincies Noord-Brabant (met uitzondering van de gemeenten Aalburg, Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Made, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zevenbergen en Zundert) en Limburg (kantoor Roermond).

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

De werkgebieden van de teams van de directie Major Hazard Control, bedoeld in artikel 17, vijfde lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005, komen overeen met de onderstaande combinaties van provincies en/of gemeenten:

  • a. Team Noord/Oost: de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland en Utrecht (kantoor Arnhem).

  • b. Team West: de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland (met uitzondering van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Bleiswijk, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, en Westvoorne) en Zeeland (kantoor Rotterdam).

  • c. Team Rijnmond: de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Bleiswijk, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, en Westvoorne (kantoor Rotterdam).

  • d. Team Zuid: de provincies Noord Brabant en Limburg (kantoor Roermond).

Bijlage 5

[Regeling vervallen per 17-06-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007]

De werkgebieden van de teams van de directie Arbeidsmarktfraude, bedoeld in artikel 18, vijfde lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Arbeidsinspectie 2005, komen overeen met de onderstaande combinaties van de werkgebieden van de regiopolitie:

  • a. Team 1: de regio’s Groningen, Friesland, Drenthe en IJsselland (kantoor Groningen)

  • b. Team 2: de regio’s Twente en Noord-en Oost-Gelderland (kantoor Arnhem)

  • c. Team 3: de regio’s Gelderland-Midden en Gelderland-Zuid (kantoor Arnhem)

  • d. Team 4: de regio Noord-Holland-Noord (kantoor Amsterdam)

  • e. Team 5: de regio Amsterdam-Amstelland (kantoor Amsterdam)

  • f. Team 6: de regio’s Kennemerland en Zaanstreek-Waterland (kantoor Amsterdam)

  • g. Team 7: de regio’s Gooi en Vechtstreek en Flevoland (kantoor Utrecht)

  • h. Team 8: de regio Hollands Midden (kantoor Utrecht)

  • i. Team 9: de regio’s Utrecht en Zuid-Holland-Zuid (kantoor Utrecht)

  • j. Team 10: de regio Haaglanden (kantoor Rotterdam)

  • k. Team 11: de regio Rotterdam-Rijmond (kantoor Rotterdam)

  • l. Team 12: de regio’s Zeeland en Midden- en West-Brabant (kantoor Rotterdam)

  • m. Team 13: de regio’s Brabant-Noord, Brabant Zuid-Oost (kantoor Roermond)

  • n. Team 14: de regio’s Limburg-Noord en Limburg-Zuid (kantoor Roermond).