Wijzigingswet Huisvestingswet (wijziging bepalingen met betrekking tot huisvesting van verblijfsgerechtigden)

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 01-05-2005.]
Geraadpleegd op 21-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 31-07-1992 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 01-05-2005 t/m 31-12-2014

Wet van 2 maart 2005, houdende wijziging van de Huisvestingswet (wijziging bepalingen met betrekking tot de huisvesting van verblijfsgerechtigden)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Huisvestingswet zodanig te wijzigen dat de huisvesting van verblijfsgerechtigden voortvarender ter hand kan worden genomen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het in artikel 60f, eerste lid, van de Huisvestingswet, zoals die wet luidt na de inwerkingtreding van deze wet, bedoelde verslag wordt voor de eerste maal opgesteld nadat sedert het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een geheel kalenderhalfjaar is verstreken. Over het daaraan voorafgaande kalenderhalfjaar wordt verslag uitgebracht op de wijze als is aangegeven in artikel 60f van de Huisvestingswet, zoals die wet laatstelijk luidde voor de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 2 maart 2005

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ,

S. M. Dekker

Uitgegeven de tweeëntwintigste maart 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner