Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2015.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Wet van 17 maart 2005 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Verordening (EG) 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294) moet worden uitgevoerd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van de artikelen 2 tot en met 22 van deze wet wordt onder «Verordening» verstaan de Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294).

Artikel 2

Een vennootschap in de zin van artikel 2, vijfde lid, van de Verordening kan deelnemen aan de oprichting van een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland.

Artikel 3

Ten behoeve van de verplaatsing van de statutaire zetel naar een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap, legt een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland een voorstel tot zetelverplaatsing als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Verordening neer ten kantore van het handelsregister. De Europese naamloze vennootschap kondigt in een landelijk verspreid dagblad aan dat het voorstel is neergelegd, met opgave van het handelsregister waar het voorstel ligt en van het adres waar krachtens artikel 8, vierde lid, van de Verordening van het voorstel kennis kan worden genomen.

Artikel 4

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland die tot zetelverplaatsing naar een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap wil overgaan moet, op straffe van gegrondverklaring van een verzet als bedoeld in lid 2, voor iedere schuldeiser die dit verlangt zekerheid stellen of hem een andere waarborg geven voor de voldoening van zijn vordering die voor de zetelverplaatsing is ontstaan of kan ontstaan. Dit geldt niet, indien de schuldeiser voldoende waarborgen heeft of de vermogenstoestand van de vennootschap voldoende zekerheid biedt dat de vordering zal worden voldaan.

  • 2 Tot twee maanden nadat de vennootschap de nederlegging van het voorstel tot zetelverplaatsing heeft aangekondigd kan iedere schuldeiser door een verzoekschrift aan de rechtbank tegen het voorstel tot zetelverplaatsing in verzet komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd.

  • 3 Voordat de rechter beslist, kan hij de vennootschap in de gelegenheid stellen binnen een door hem te stellen termijn een door hem omschreven waarborg te geven.

  • 4 Indien tijdig verzet is gedaan, mag de verklaring in de zin van artikel 8, achtste lid, van de Verordening eerst worden afgegeven, zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet uitvoerbaar is.

  • 5 Indien de zetelverplaatsing al heeft plaatsgevonden, kan de rechter op een ingesteld rechtsmiddel het stellen van een door hem omschreven waarborg bevelen en daaraan een dwangsom verbinden.

Artikel 5

  • 1 De zetelverplaatsing van een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland naar een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap heeft geen rechtsgevolg wanneer Onze Minister van Justitie zich daartegen verzet om redenen van algemeen belang door nederlegging van een daarop betrekking hebbende verklaring ten kantore van het handelsregister, binnen twee maanden na de aankondiging van de nederlegging van het voorstel. De verklaring in de zin van artikel 8, achtste lid, van de Verordening mag eerst worden afgegeven, zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet onherroepelijk is.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 8, veertiende lid, tweede alinea, van de Verordening is de tweede zin van het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

  • 1 Als register voor de inschrijving van een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland of van een Nederlandse nevenvestiging van een Europese naamloze vennootschap wordt aangewezen: het handelsregister bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007.

  • 2 Bij inschrijving van de zetelverplaatsing van een Europese naamloze vennootschap naar Nederland wordt een notariële akte die de statuten van de vennootschap bevat en is verleden door een notaris met standplaats in Nederland neergelegd ten kantore van het handelsregister. De artikelen 65 en 69 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

Een vennootschap met statutaire zetel in Nederland kan niet aan de oprichting van een Europese naamloze vennootschap door fusie deelnemen wanneer Onze Minister van Justitie zich daartegen verzet om redenen van algemeen belang door nederlegging van een daarop betrekking hebbende verklaring ten kantore van het handelsregister binnen een maand na de bekendmaking van de gegevens als bedoeld in artikel 21 van de Verordening. De deelneming aan de fusie heeft eerst rechtsgevolg zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet onherroepelijk is.

Artikel 8

  • 1 Voor de toepassing van artikel 32, derde lid, van de Verordening legt elke initiatief nemende vennootschap met statutaire zetel in Nederland ten kantore van het handelsregister neer:

    • a. het voorstel tot oprichting van een Europese naamloze vennootschap;

    • b. een schriftelijk verslag als bedoeld in artikel 32, vierde lid, van de Verordening.

  • 2 Tegelijkertijd leggen de leidinggevende of de bestuursorganen de stukken neer ten kantore van de initiatief nemende vennootschap of, bij gebreke van een kantoor, aan de woonplaats van een bestuurder. De stukken liggen tot het tijdstip van de oprichting van de holding-SE ter inzage voor de aandeelhouders. In dit tijdvak kunnen zij kosteloos een afschrift daarvan krijgen.

  • 3 Een initiatief nemende vennootschap met statutaire zetel in Nederland kondigt in een landelijk verspreid dagblad aan dat de stukken zijn neergelegd, met opgave van de openbare registers waar zij liggen en van het adres waar zij krachtens het tweede lid ter inzage liggen.

  • 4 Indien de leidinggevende of de bestuursorganen het voorstel tot oprichting van een holding-SE wijzigen, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

Ter uitvoering van artikel 33, derde lid, van de Verordening deponeert elke initiatief nemende vennootschap met statutaire zetel in Nederland ten kantore van het handelsregister een verklaring dat aan alle voorwaarden voor de oprichting van een Europese naamloze vennootschap is voldaan en kondigt zij de nederlegging aan in een landelijk verspreid dagblad.

Artikel 10

De naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland die overeenkomstig artikel 37 van de Verordening een voorstel tot omzetting in een Europese naamloze vennootschap heeft opgesteld, legt het voorstel neer ten kantore van het handelsregister en kondigt de nederlegging aan in een landelijk verspreid dagblad.

Artikel 11

  • 1 De benoeming van de leden van het leidinggevend orgaan geschiedt door het toezichthoudend orgaan, tenzij in de statuten is bepaald dat benoeming geschiedt door de algemene vergadering.

Artikel 12

Voor de toepassing van artikel 39, derde lid, van de Verordening is artikel 134, vierde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing op de Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland.

Artikel 13

Het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 43 van de Verordening bestaat uit ten minste drie leden.

Artikel 14

Voor de toepassing van artikel 47, eerste lid, van de Verordening geldt dat de leden van het bestuursorgaan die overeenkomstig een onderlinge taakverdeling niet belast zijn met het uitvoerend bestuur, natuurlijke personen moeten zijn.

Artikel 15

Voor de toepassing van artikel 54 van de Verordening geldt dat de eerste algemene vergadering binnen achttien maanden na de oprichting mag plaatsvinden.

Artikel 16

Voor de toepassing van artikel 56 van de Verordening is artikel 114a van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing op een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland.

Artikel 17

Voor de toepassing van artikel 59 van de Verordening geldt dat een besluit tot statutenwijziging waaromtrent bij de statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, wordt genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd.

Artikel 18

Een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland wordt door de rechtbank op verzoek van het Openbaar Ministerie ontbonden indien het hoofdbestuur niet in Nederland is gevestigd. Alvorens de ontbinding uit te spreken kan de rechtbank de vennootschap in de gelegenheid stellen binnen een door haar te bepalen termijn het hoofdbestuur naar Nederland te verplaatsen dan wel de statutaire zetel te verplaatsen overeenkomstig artikel 8 van de Verordening.

Artikel 19

De Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland die overeenkomstig artikel 66 van de Verordening een voorstel tot omzetting in een naamloze vennootschap heeft opgesteld, legt het voorstel neer ten kantore van het handelsregister en kondigt de nederlegging aan in een landelijk verspreid dagblad.

Artikel 20

Als bevoegde autoriteit in de zin van artikel 8, achtste lid, artikel 25, tweede lid, en artikel 26, eerste lid, van de Verordening wordt aangewezen: een notaris met vestigingsplaats in Nederland.

Artikel 21

Als bevoegde autoriteit in de zin van artikel 55, derde lid, van de Verordening wordt aangewezen: de voorzieningenrechter van de rechtbank.

Artikel 22

Als bevoegde autoriteit in de zin van artikel 64, vierde lid, van de Verordening wordt aangewezen: het hoofd van het ressortsparket.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 17 maart 2005

Beatrix

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de vierentwintigste maart 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner