Bijlage HGIS-Cultuurprogramma 2005-2008
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Criteria en procedures
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Nederland is van oudsher internationaal georiënteerd. Deze traditie van externe oriëntatie
komt tot uitdrukking in het internationaal cultuurbeleid dat de afgelopen jaren door
de ministeries van Buitenlandse Zaken (BZ) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
is ontwikkeld. Internationaal cultuurbeleid is een volwaardig onderdeel van het Nederlandse
buitenlandbeleid en draagt bij aan de profilering van Nederland in het buitenland.
De staatssecretarissen van Europese Zaken en van Cultuur & Media die voor het internationaal
cultuurbeleid verantwoordelijk zijn, zullen ook in de Cultuurnotaperiode 2005–2008
bijdragen aan verdere intensivering van internationale culturele samenwerking. Door
samenwerking en uitwisseling draagt het internationaal cultuurbeleid niet alleen bij
aan de profilering van de Nederlandse cultuur in het buitenland, maar levert het tevens
een bijdrage aan de ontwikkeling van een levendig en rijk geschakeerd cultureel leven
in Nederland zelf. Beide staatssecretarissen zetten verder in op verlening van subsidies
of opdrachten voor internationale projecten, een internationaal bezoekersprogramma
en versterking van de culturele deskundigheid op de Nederlandse diplomatieke posten.
De Nederlandse regering trekt sinds 1997 extra geld uit voor het internationaal cultuurbeleid.
Voor de periode 2005 tot en met 2008 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken de
volgende bedragen gereserveerd: € 9.676.000 voor 2005 en € 8.776.000 per jaar vanaf
2006. Deze middelen behoren tot de zogenaamde Homogene Groep voor Internationale Samenwerking
(HGIS). Gemakshalve wordt gesproken van de ‘HGIS-Cultuurmiddelen’. Het budget wordt
aangewend voor nieuwe activiteiten en lopende verplichtingen.
Samenvatting
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
-
– De HGIS-Cultuurmiddelen zijn ten dele bestemd voor eenmalige grootschalige internationale
culturele projecten met een looptijd van maximaal drie jaar en een subsidiebehoefte
van tenminste € 150.000; dit is in principe ten hoogste 30 tot 40% van het totale
projectbudget. De staatssecretarissen beslissen gezamenlijk over subsidieaanvragen.
-
– Over de besteding van een ander deel beslissen het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten, de Mondriaan Stichting, de Stichting Stimuleringsfonds voor Architectuur en het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Dit aan de fondsen gedelegeerde deel van de HGIS-Cultuurmiddelen is bestemd voor
kleinschalige internationale projecten (subsidiebehoefte minder dan € 150.000). De
fondsen zullen hun regelingen voor de besteding van deze HGIS-Cultuurmiddelen afzonderlijk
publiceren, maar in principe gelden dezelfde uitgangspunten en criteria. In deze brochure
wordt verder niet ingegaan op deze middelen. Meer informatie is te vinden op de respectievelijke
internetsites www.fapk.nl, www.mondriaanfoundation.nl, www.archfonds.nl en www.nlpvf.nl.
-
– Onder II, Algemene Voorwaarden en Procedures, worden de beoordelingscriteria en aandachtspunten
nader uitgewerkt. In grote lijnen geldt dat de HGIS-Cultuurmiddelen bestemd zijn voor
projecten op het gebied van cultuur zoals gedefinieerd door de Wet op het specifiek cultuurbeleid. Het budget is bestemd voor intensivering van het internationaal cultuurbeleid en is nadrukkelijk bedoeld als aanvulling op het regulier beleid van aanvragers. De HGIS-Cultuurmiddelen worden aangewend ter
ondersteuning van grootschalige internationale culturele (samenwerkings)projecten
die hetzij additioneel zijn en zich in bepaald opzicht onderscheiden van reguliere
activiteiten, hetzij vernieuwend zijn voor de bestaande praktijk in de betreffende
sector of discipline voor wat betreft repertoire, ontwikkeling, uitoefening, beroepspraktijk,
promotie en/of spreiding.
-
– Belangrijke aandachtspunten bij de besteding van het budget zijn intensivering van internationale culturele betrekkingen, profilering van de Nederlandse cultuur en samenwerking tussen culturele organisaties in Nederland en het buitenland.
-
– Bij de beoordeling van aanvragen voor financiële ondersteuning van projecten wordt
tevens gekeken naar de afzetmogelijkheden en het draagvlak in het land waar men zich
wil manifesteren. Daarnaast blijven regionale prioriteiten richtinggevend bij de beoordeling.
I Aandachtsgebieden
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Voor ondersteuning komen eenmalige, grootschalige, internationale projecten in aanmerking
die – in aanvulling op het reguliere cultuurbeleid – een nieuwe dimensie toevoegen
aan de internationale profilering van en het culturele leven in Nederland. Voor de
besteding van de HGIS-Cultuurmiddelen zijn vier aandachtsgebieden vastgesteld:
-
1. Nederland als culturele vrijhaven
-
2. Geografische prioriteiten
-
3. Grootschalige manifestaties
-
4. Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed.
1. Nederland als culturele vrijhaven
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Nederland heeft een lange geschiedenis als overslagplaats voor goederen en ideeën.
Dit aandachtsgebied richt zich op versterking van Nederland als internationale culturele
ontmoetingsplaats. In dat kader gaat het om ondersteuning van internationale projecten
in Nederland, zoals internationale samenwerkingsprojecten met een nadrukkelijk Nederlandse inhoudelijke
bijdrage, internationale coproducties of andere grootschalige, vernieuwende internationale
activiteiten.
2. Geografische prioriteiten
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Bij de besteding van de HGIS-Cultuurmiddelen wordt een regionale prioriteitstelling
gehanteerd. Bij de beoordeling van aanvragen spelen ook de financiële en inhoudelijke
bijdragen van (een) buitenlandse partner(s) een cruciale rol. In dat verband zal ook
het economische draagvlak per land betrokken worden in de afweging. Wanneer het gaat
om landen met een zwakkere economie, kan de Nederlandse bijdrage ruimer uitvallen.
Voorts moet er in het betreffende land sprake zijn van een duidelijke vraag naar een
specifiek Nederlandse activiteit. Activiteiten of projecten die gerekend kunnen worden
tot de reguliere internationale aanwezigheid van een instelling of groep, komen niet in aanmerking voor subsidie.
De volgende landen komen voor subsidiëring van hun (samenwerkings)projecten in aanmerking:
-
– de lidstaten van de Europese Unie, de kandidaat-lidstaten Bulgarije, Kroatië, Roemenië
en Turkije, alsmede de landen uit de Europese Economische Ruimte (Liechtenstein, Noorwegen,
IJsland);
-
– Canada, China, Egypte, Indonesië, Japan, Marokko, Russische Federatie, Suriname, Verenigde
Staten en Zuid-Afrika.
Algemene beoordelingscriteria bij 1 en 2:
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
-
– het project heeft een voorbeeldfunctie, stimuleert nieuwe activiteiten, voegt inhoudelijk
iets toe en beoogt bij te dragen aan internationale positieverbetering en/of kennisoverdracht;
-
– het project levert naar verwachting een stimulerende bijdrage aan de verdere ontwikkeling
van de betreffende discipline;
-
– er is draagvlak voor de uitvoering van het project, hetgeen blijkt uit publieke belangstelling,
samenwerking met andere (buitenlandse) organisaties of bijdragen van (buitenlandse)
financiers;
-
– de reputatie van de buitenlandse (samenwerkings)partner en/of locatie getuigt van
potentiële (internationale) kwaliteit en professionaliteit;
-
– het resultaat van het project zal naar verwachting van invloed zijn op de (internationale)
belangstelling voor of de betekenis van de discipline(s);
-
– (nieuw) publiek en vakpers worden actief benaderd;
-
– het project is van hoge productionele kwaliteit en het (resultaat van het) project
is openbaar en toegankelijk.
3. Grootschalige manifestaties
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Grootschalige culturele manifestaties zijn bij uitstek geschikt om het internationale
culturele profiel van Nederland te versterken. Het is daarbij van belang dat Nederland
een zichtbare, gebundelde culturele bijdrage levert aan deze manifestaties in binnen-
of buitenland. In principe komen in dit aandachtsgebied alleen multidisciplinaire
projecten in aanmerking voor ondersteuning. Grootschalige manifestaties waarvoor de
Nederlandse overheid langs andere weg al geld beschikbaar stelt, kunnen in principe
geen beroep doen op de HGIS-Cultuurmiddelen.
In bijzondere gevallen kunnen ook culturele manifestaties op het terrein van één discipline
in aanmerking komen voor subsidie. Het gaat dan om prestigieuze manifestaties die
een uitzonderlijke bijdrage leveren aan de internationale profilering van Nederland,
zoals biënnales en deelname aan grote, gespecialiseerde festivals.
De overheid kan zelf ook initiatief nemen tot ondersteuning van grootschalige manifestaties,
bijvoorbeeld als opdrachtgever.
4. Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
De HGIS-Cultuurmiddelen kunnen ook worden ingezet voor duurzaam behoud van Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed. Hieronder wordt verstaan het cultureel erfgoed overzee uit de tijd van de Verenigde
Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie, en uit het koloniale verleden
in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Verder vallen daaronder de door Nederlanders in opdracht
van een ander land gebouwde of meegebrachte objecten (inclusief archieven) waarmee
later geen bemoeienis meer is geweest. Ook het erfgoed in Nederland afkomstig uit
landen waarmee ooit een bijzondere wederzijdse culturele beïnvloeding bestond, wordt
gerekend tot het gemeenschappelijk cultureel erfgoed.
De belangrijkste doelstelling van dit programma is het gemeenschappelijk werken aan
het duurzaam behoud. Politieke en inhoudelijke betrokkenheid van de autoriteiten in
het land waar het erfgoed zich bevindt, is dan ook een eerste voorwaarde voor samenwerking.
Prioriteit wordt daarbij toegekend aan die landen waar in meerdere erfgoedsectoren
aanknopingspunten voor samenwerking bestaan, met name Ghana, India, Indonesië, Russische
Federatie, Sri Lanka, Suriname en Zuid-Afrika en de Nederlandse Antillen en Aruba
voor zover het grote projecten betreft die zich in meer dan één land van de Caribische
regio afspelen. Bij de beoordeling van projecten wordt vooral gelet op het gemeenschappelijke
draagvlak voor het ondersteunen van een activiteit en de bewustmaking ter plekke van
het belang daarvan.
Activiteiten en projecten worden vakinhoudelijk getoetst aan de hand van de volgende
beoordelingscriteria:
-
– mate van kennisuitwisseling, zowel op technisch als beleidsmatig gebied (te denken
valt aan trainingen, uitwisselingen, seminars, workshops e.d.);
-
– betekenis voor meerdere beleidssectoren (bijvoorbeeld andere cultuurdisciplines, werkgelegenheid,
toerisme, onderwijs e.d.);
-
– lokale en nationale politieke betrokkenheid in het partnerland zoals deze tot uitdrukking
komt in de inhoudelijke en financiële bijdrage;
-
– versterking van de culturele identiteit van het partnerland;
-
– een verzekerde bestemming, inclusief het verdere onderhoud van het betreffende project;
-
– versterking van het lokale draagvlak voor en bewustmaking van het gemeenschappelijke
erfgoed;
-
– vergroting van de kennis van het aanwezige gemeenschappelijke cultureel erfgoed;
-
– symbolische betekenis met veel ‘spin-off’ effecten.
Onder dit programmaonderdeel worden in principe niet begrepen het behoud, het beheer en de uitwisseling van buitenlandse (en Nederlandse)
museale collecties.
II Algemene voorwaarden en procedures
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Voorwaarden voor financiering van grootschalige projecten
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
HGIS-Cultuurmiddelen zijn bestemd voor grootschalige internationale culturele projecten.
Uitsluitend eenmalige projecten met een looptijd van maximaal drie jaar worden in
behandeling genomen. Onder eenmalige grootschalige projecten worden activiteiten verstaan
die aaneengesloten, gedurende de looptijd van een project worden uitgevoerd met een
subsidiebehoefte van tenminste € 150.000 die in principe ten hoogste 30 – 40% van
het totale projectbudget beslaat. HGIS-Cultuurmiddelen zijn bedoeld voor projecten
op het gebied van cultuur zoals gedefinieerd door de Wet op het specifiek cultuurbeleid.
Het budget is bestemd voor intensivering van het internationaal cultuurbeleid en is nadrukkelijk bedoeld als aanvulling op het regulier beleid van instellingen/aanvragers. HGIS-Cultuurmiddelen worden aangewend
ter ondersteuning van grootschalige, internationale, culturele (samenwerkings)projecten,
die hetzij additioneel zijn en zich in bepaald opzicht onderscheiden van reguliere
activiteiten, hetzij vernieuwend zijn voor de bestaande praktijk in de betreffende
sector of discipline voor wat betreft repertoire, ontwikkeling, uitoefening, beroepspraktijk,
promotie en/of spreiding;
Beoordelingscriteria en aandachtspunten
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Bij de besteding van het budget zijn intensivering van internationale culturele betrekkingen, profilering van de Nederlandse cultuur en samenwerking tussen culturele organisaties in Nederland en het buitenland belangrijke aandachtspunten.
Bij de beoordeling van aanvragen voor financiële ondersteuning van projecten wordt
bovendien gekeken naar de afzetmogelijkheden en het draagvlak in het land waar men
zich wil manifesteren. Daarnaast zijn de eerder genoemde beoordelingscriteria en regionale
prioriteiten richtinggevend bij de beoordeling. Alleen projecten waarbij het cultuurdisciplines
betreft zoals opgenomen in de Cultuurnota 2005–2008, komen in aanmerking voor subsidie
uit het HGIS-Cultuurbudget. Projecten waarin andere disciplines zijn opgenomen, dienen
niettemin overwegend te passen in de disciplines uit de Cultuurnota 2005–2008. Tevens
wordt aandacht besteed aan de mate waarin een project bijdraagt aan culturele diversiteit en publieksbereik in Nederland.
Vereisten aan de aanvrager
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
De aanvrager dient een Nederlandse rechtspersoon te zijn (stichting, BV of NV). Indien
géén sprake is van een aanwijsbare Nederlandse partnerorganisatie kan, bij wijze van
uitzondering, mede op advies van de betreffende Nederlandse diplomatieke post, een
buitenlandse rechtspersoon een aanvraag indienen.
Het voortbestaan van een culturele organisatie die een bepaald project uitvoert, mag
niet afhangen van de bijdrage uit de HGIS-Cultuurmiddelen.
Bij coproducties dient er zowel inhoudelijk, financieel als organisatorisch gezien
voldoende evenwicht te zijn tussen de deelnemende partners. De mate van samenwerking
en duurzaamheid speelt in de beoordeling een rol.
De aanvrager is verantwoordelijk voor professionele uitvoering én inhoudelijke en
financiële verantwoording van het project, ook indien de daadwerkelijke uitvoering
van het project door een andere instantie wordt verricht.
Niet in aanmerking
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Structurele activiteiten komen niet in aanmerking voor ondersteuning. Evenmin komen voor ondersteuning uit de HGIS-Cultuurmiddelen
in aanmerking die activiteiten en/of projecten die vallen onder het reguliere beleid
van Cultuurnota-instellingen of waarvoor reguliere subsidiemogelijkheden bestaan bij
diverse cultuurfondsen.
Ook projecten met een overwegend wetenschappelijk karakter of projecten in de sfeer
van het reguliere (kunstvak-)onderwijs komen niet in aanmerking voor subsidiëring.
Een aantal fondsen kent subsidieregelingen die mogelijk worden gemaakt met middelen
uit het HGIS-Cultuurbudget. Voor activiteiten en/of projecten die qua karakter passen
binnen deze regelingen, kan géén additioneel beroep gedaan worden op het HGIS-Cultuurbudget.
Kleinschalige HGIS-Cultuurprojecten
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Voor ondersteuning van kleinschalige internationale HGIS-Cultuurprojecten op het
gebied van internationale podiumkunsten, amateurkunst, beeldende kunsten, vormgeving,
museale presentaties, gemeenschappelijk cultureel erfgoed, architectuur en letteren
waarbij de subsidiebehoefte minder is dan € 150.000, kunnen respectievelijk het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten, de Mondriaan Stichting, de Stichting Stimuleringsfonds voor Architectuur en het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds worden benaderd. Deze fondsen publiceren hun regelingen voor de besteding van de
HGIS-Cultuurmiddelen afzonderlijk, maar in principe gelden dezelfde uitgangspunten
en criteria.
Omvang van de subsidie
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Bij de beoordeling wordt nadrukkelijk gekeken naar de omvang van de bijdrage uit de
HGIS-Cultuurmiddelen in relatie tot het totale project. In de regel zal de bijdrage
maximaal 30 tot 40% van de totaalbegroting dekken. De bijdrage uit het HGIS-Cultuurbudget
is alleen bedoeld als financiële ondersteuning, daarom dienen de eigen bijdrage en
de financiële participatie van derden, zoals buitenlandse partners en sponsors, een
wezenlijk deel uit te maken van het dekkingsplan. Indien het project een coproductie
betreft, is een evenwichtige inbreng van de verschillende partijen noodzakelijk. Alleen
de directe projectkosten worden uit het HGIS-Cultuurbudget betaald; inkomstenderving
in Nederland komt niet voor ondersteuning in aanmerking. De beheerslasten c.q. overheadkosten
verbonden aan een project mogen in principe maximaal 7,5% van de activiteitenlasten
bedragen. Garantiesubsidies worden niet verleend.
Vormvereisten
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Een subsidieverzoek dient goed gemotiveerd en in het Nederlands te worden opgesteld
op basis van het door BZ en OCW gehanteerde aanvraagformulier met begrotingsmodel.
Dit formulier is aan te vragen bij het hieronder genoemde secretariaat HGIS-Cultuurmiddelen
van BZ en OCW en staat tevens op de internetsite van BZ (www.minbuza.nl → buitenlands
beleid → cultuurbeleid).
De aanvrager stuurt een origineel, ondertekend aanvraagformulier met de daarop vermelde
(en eventuele andere) bijlagen aan het secretariaat HGIS-Cultuur bij BZ én aan het
secretariaat HGIS-Cultuur bij OCW.
Aanvragen die niet voldoen aan de vormvereisten of aanvragen die niet compleet zijn,
worden niet in behandeling genomen. Aanvragen die niet voldoen aan de in deze brochure genoemde
voorwaarden en aanvragen waarvoor – door het HGIS-Cultuurbudget ondersteunde – specifieke
subsidieregelingen bij andere fondsen bestaan, komen evenmin in aanmerking voor subsidie.
Projectbeoordeling
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
De staatssecretarissen van Europese Zaken en Cultuur & Media zijn eindverantwoordelijk
voor de beoordeling van de ingediende projecten en beslissen gezamenlijk over subsidiëring.
Zij worden hierbij geadviseerd door een ambtelijke commissie, die is samengesteld
uit vertegenwoordigers van de ministeries van BZ en OCW. De commissie staat onder
voorzitterschap van de Ambassadeur voor Internationale Culturele Samenwerking (BZ).
De commissie streeft er naar om projectaanvragen zoveel mogelijk gezamenlijk te beoordelen
en ten opzichte van elkaar af te wegen, binnen de beschikbare financiële ruimte.
Voor zover relevant worden projectaanvragen voor advies voorgelegd aan de culturele
afdeling van een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in het buitenland. Projecten
op het vlak van het gemeenschappelijk cultureel erfgoed worden daarnaast voor advies
voorgelegd aan het Gemeenschappelijk Erfgoed Overleg, een commissie van vertegenwoordigers
uit de verschillende erfgoed disciplines. De departementen zijn als waarnemende leden
vertegenwoordigd.
Termijnen
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Met het oog op een zorgvuldige afweging dienen aanvragen minimaal 13 weken vóór aanvang
van een project te worden ingediend. Een onvolledige aanvraag die niet voldoet aan
de hierboven genoemde vormvereisten wordt niet in behandeling genomen. Vooraankondigingen
e.d. worden niet beschouwd als een aanvraag.
Een besluit op een aanvraag wordt in principe binnen dertien weken bekendgemaakt,
tenzij aanvullende gegevens nodig blijken te zijn. In dat geval zal de aanvrager schriftelijk
worden geïnformeerd en wordt de behandelingstermijn verlengd.
De hierboven genoemde ambtelijke commissie komt tenminste vier maal per jaar bijeen.
Datum van ingang
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
De in deze brochure vermelde subsidiemogelijkheden, behandelingsprocedure en criteria
worden gehanteerd met ingang van bekendmaking in de Staatscourant.
Aanvragen en informatie
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Aanvragen voor ondersteuning uit de HGIS-Cultuurmiddelen die voldoen aan de hierboven
genoemde vormvereisten, moeten tegelijkertijd worden ingediend bij beide secretariaten:
-
• Ministerie van Buitenlandse Zaken
Directie Culturele Samenwerking, Onderwijs en Onderzoek
Afdeling Internationaal Cultuurbeleid (DCO/IC)
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Voor informatie: secretariaat HGIS-Cultuur,
mw. Chantal Hakbijl, (070) 3484394 (chantal.hakbijl@minbuza.nl)
www.minbuza.nl → buitenlands beleid → cultuurbeleid
-
• Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Directie Internationaal Beleid
Internationaal Cultuurbeleid
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
Voor informatie: secretariaat HGIS-Cultuur,
dhr. Wim Duindam, (070) 412 4480 (w.j.duindam@minocw.nl)
www.minocw.nl → cultuur
III Diversen
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
HGIS-Cultuurmiddelen bij fondsen
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten, de Mondriaan Stichting, het Stimuleringsfonds
voor Architectuur en het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds kennen
subsidieregelingen voor internationale uitwisseling, die worden mogelijk gemaakt met
middelen uit het HGIS-Cultuurbudget. Voor nadere informatie over de subsidievoorwaarden
kan contact worden opgenomen met deze instellingen.
Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten: www.fapk.nl
Mondriaan Stichting: www.mondriaanfoundation.nl
Stichting Stimuleringsfonds voor Architectuur: www.archfonds.nl
Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds: www.nlpvf.nl
Voor financiering van Europese samenwerkingsprojecten met minimaal drie Europese partners,
zie Cultuur 2000: www.sica.nl/ccp Voor meer informatie over andere EU-fondsen en internationale financiering:
www.sica.nl. Bij de Stichting Internationale Culturele Activiteiten / SICA kunt u
tevens meer informatie krijgen over de internationale bezoekersprogramma’s (HGIS-Cultuur).
Subsidieplafond
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Het plafond van het HGIS-Cultuurbudget voor de jaarlijks vrij besteedbare middelen
die bestemd zijn voor de hierboven genoemde programma’s (inclusief de afspraken met
culturele fondsen), wordt zo nodig jaarlijks vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant.
Verder lezen
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Internationaal cultuurbeleid: uitgangspunten zijn vastgelegd in de beleidsbrief ‘Internationaal
cultuurbeleid 2005–2008’ van 21 september 2004 (kamerstuk 28989); brieven van 14 juli
1999, kamerstuk 26 682 nr. 1 en van 15 oktober 1999, kamerstuk 26 591, nr. 3
Ministerie OCW, Cultuurnota 2005–2008, (www.cultuurnota.nl)
Ministerie OCW, Meer dan de Som, Beleidsbrief Cultuur 2004–2007 (november 2003)
Wet op het specifiek cultuurbeleid, (Staatsblad 11 maart 1993, 193, laatstelijk gewijzigd bij wet van 31 maart 2004,
Stb. 2004, 17)