Regeling seed capital technostarters

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-08-2014 en zichtdatum 22-08-2021.
Geldend van 22-12-2007 t/m 31-12-2008

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 24 maart 2005, nr. WJZ 5017251, houdende regels inzake het verstrekken van middelen in verband met de verschaffing van risico-kapitaal aan bedrijven van technostarters (Regeling seed capital technostarters)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b. groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

    • 1°. een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die direct of indirect:

      • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

      • volledig aansprakelijk vennoot is van of

      • overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

    • 2°. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;

  • c. kapitaalvennootschap:

    • 1°. een vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB EG L 65), of

    • 2°. een kapitaalvennootschap die is ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die rechtspersoonlijkheid bezit, een apart vermogen heeft dat bij uitsluiting voor de schulden van de vennootschap kan worden aangesproken en op grond van haar nationale wetgeving onderworpen is aan garantievoorwaarden zoals bedoeld in Richtlijn 68/151/EEG van de Raad om de belangen van zowel deelgerechtigden als derden te beschermen.

  • d. technostarter: een rechtspersoon die een onderneming drijft:

    • 1°. die voor eigen rekening en risico producten, processen of diensten – niet zijnde adviezen – verkoopt en levert, die zijn gebaseerd op een nieuwe technische vinding of een nieuwe toepassing van bestaande technologie;

    • 2°. die ten hoogste vijf jaar geleden is ingeschreven in het handelsregister van een Kamer van Koophandel en Fabrieken;

    • 3°. die ten tijde van de eerste verstrekking van risicodragend kapitaal op grond van deze regeling voldoet aan de definitie van middelgrote, kleine en micro-ondernemingen, opgenomen in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PbEG L 10);

  • e. technostartervennootschap: een technostarter die

    • 1°. een onderneming drijft in de vorm van een kapitaalvennootschap, en

    • 2°. zijn primaire bedrijfsactiviteiten in Nederland uitvoert,

      behoudens voor zover de onderneming behoort tot de economische sectoren van landbouw, visserij, aquacultuur of scheepsbouw of tot de EGKS-sectoren;

  • f. startersfonds: een vennootschap

    • 1°. in de vorm van een kapitaalvennootschap of een vennootschap met een afgescheiden vermogen, ingericht naar het recht van één van de andere lidstaten van de Europese Unie;

    • 2°. die blijkens de akte waarbij haar statuten zijn vastgesteld of blijkens de overeenkomst waarbij zij is aangegaan uitsluitend tot doel heeft het verstrekken van risicodragend kapitaal aan technos⁠tartervennootschappen teneinde winst te behalen; en

    • 3°. waarin ten minste drie aandeelhouders of hoofdelijk aansprakelijke vennoten deelnemen respectievelijk samenwerken zonder dat twee of drie van hen tot dezelfde groep behoren en zonder dat één van hen een meerderheidsbelang in het fonds heeft;

  • g. achtergestelde vordering: een vordering van een startersfonds ten laste van een technostartervennootschap

    • 1°. die het startersfonds heeft verkregen door aan de technostartervennootschap geld ter leen te verstrekken,

    • 2°. die niet door enige vorm van zekerheid is gedekt, en

    • 3°. waarop de debiteur krachtens een daartoe strekkende bepaling in de akte van geldlening in geval van ontbinding, een akkoord na verlening van surséance van betaling of een akkoord in faillissement van de debiteur, eerst verplicht is rente en aflossing te betalen nadat alle andere op dat moment bestaande schulden van de debiteur zijn voldaan, met uitzondering van de schulden die voortvloeien uit leningen waaraan een bepaling van gelijke aard als voornoemde bepaling is verbonden,

    • 4°. terwijl ingevolge de vorenbedoelde akte van geldlening de crediteur afstand heeft gedaan van alle rechten tot verrekening van de rente en aflossing;

  • h. participatie: risicodragend kapitaal in de vorm van

    • 1°. aandelen in het kapitaal van een technostartervennootschap die het startersfonds rechtstreeks van de technostartervennootschap heeft verkregen tegen volstorting van die aandelen in geld, of door omzetting van een achtergestelde vordering; of

    • 2°. aandelen in het kapitaal van een technostartervennootschap als bedoeld onder 1° in combinatie met een achtergestelde vordering;

  • i. verkrijgingsprijs van een participatie: het bedrag in geld waarvoor het startersfonds de participatie heeft verkregen;

  • j. fondsplan: een plan van een startersfonds tot uitvoering van een met elkaar samenhangend geheel van activiteiten die bestaan uit het verkrijgen, beheren en beëindigen van participaties en het begeleiden van de desbetreffende technostartervennootschappen;

  • k. investeringsperiode: de periode gedurende welke een startersfonds activiteiten verricht ter verkrijging van participaties;

  • l. investeringsbudget: de financiële middelen die een startersfonds beschikbaar heeft of zal hebben en die bestemd zijn om de verkrijgingsprijs van participaties te voldoen;

  • m. inkomsten: alle op geld waardeerbare voordelen die een startersfonds heeft uit een participatie, waaronder dividend, rente, aflossingen, opties, de prijs waartegen de participatie is vervreemd, de prijs waartegen de participatie door de technostartervennootschap is ingekocht of terugbetaald en de liquidatie-uitkering;

  • n. beheerskosten: alle kosten die een startersfonds maakt voor het verkrijgen, behouden en beëindigen van participaties, met inbegrip van de kosten van begeleiding van technostartervennootschappen, uitgezonderd de verkrijgingsprijs van de participaties;

  • o. referentierente: de referentierentevoet, bedoeld in de Mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PbEG 1997, C 273), zoals laatstelijk vastgesteld voor Nederland, en vermeerderd met 4%.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De minister verleent op aanvraag een subsidie in de vorm van een geldlening aan een startersfonds voor het uitvoeren van een fondsplan dat is gebaseerd op de uitgangspunten dat:

    • a. het startersfonds participaties verkrijgt gedurende een investeringsperiode van ten hoogste zes jaar, en deze uiterlijk zes jaar na afloop van de investeringsperiode vervreemdt;

    • b. de totale verkrijgingsprijs van de participaties die gedurende de investeringsperiode in één technostartervennootschap worden verkregen, ten minste € 100.000,– en ten hoogste € 2.500.000,– bedraagt;

    • c. de gemiddelde totale verkrijgingsprijs van de participaties die een startersfonds gedurende de investeringsperiode per technostartervennootschap verkrijgt, over alle technostartervennootschappen genomen ten hoogste € 800.000,– bedraagt;

    • d. de middelen die door een startersfonds per half jaar aan een technostartervennootschap worden verstrekt ten hoogste € 500.000,– bedragen;

    • e. de beheerskosten jaarlijks ten hoogste 5% bedragen van het investeringsbudget;

    • f. de fondsbeheerder voor zijn werkzaamheden een beloning verkrijgt die afhankelijk is van zijn individuele prestatie;

    • g. de relatieve omvang van achtergestelde vorderingen zodanig wordt beperkt dat ten hoogste 35% van het totaal van de verkrijgingsprijzen van de participaties betrekking heeft op achtergestelde vorderingen;

    • h. voor achtergestelde vorderingen een rente wordt bedongen die ten minste gelijk is aan de referentierente;

    • i. de participaties verkregen worden in technostartervennootschappen waarvan de rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven ten minste redelijk zijn;

    • j. bij de beslissing van het startersfonds inzake de verkrijging van een participatie rekening wordt gehouden met het ondernemingsplan van de desbetreffende technostartervennootschap;

    • k. de participaties verkregen worden in technostartervennootschappen waarin niet eerder een participatie is verkregen door een investeringsfonds, niet zijnde een startersfonds, behoudens indien de eerdere participatie is verkregen door een investeringsfonds dat uitsluitend het verstrekken van risicodragend kapitaal aan technostartervennootschappen tot doel heeft en dat naar het oordeel van de minister niet in staat is nieuwe participaties in de technostartervennootschap te verkrijgen.

  • 2 De verstrekking van de geldlening vindt plaats onder de voorwaarde dat binnen twee weken na de beschikking tot verstrekking van de geldlening een overeenkomst tot geldlening wordt gesloten tussen de Staat en het startersfonds.

  • 3 De Staat doet een aanbod een overeenkomst tot geldlening te sluiten, die is opgesteld overeenkomstig het model dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

  • 4 In de overeenkomst tot geldlening wordt onder meer bepaald dat:

    • a. de geldlening een bedrag betreft dat ten hoogste door het startersfonds kan worden opgenomen;

    • b. ingevolge de geldlening het startersfonds bedragen in contanten kan opnemen, telkens indien het startersfonds een participatie verkrijgt, voor zover het totaal van de verstrekte middelen niet hoger is dan het maximale bedrag van de geldlening;

    • c. het startersfonds een deel van de inkomsten uit participaties overboekt aan de minister;

    • d. het startersfonds geen andere activiteiten verricht dan de uitvoering van het fondsplan.

  • 5 De minister kan in aanvulling op het model in het aanbod voor de overeenkomst tot geldlening bepalingen opnemen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De geldsom die op grond van de in artikel 2, tweede lid bedoelde overeenkomst tot geldlening ten hoogste kan worden geleend, bedraagt 50 procent van het investeringsbudget, maar niet meer dan een plafond-bedrag dat bij ministeriële regeling wordt vastgesteld.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde plafond-bedrag bedraagt € 4.000.000,– voor het in 2005 verstrekken van een geldlening op grond van deze regeling.

  • 3 Indien een ander bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Gemeenschappen een financiële bijdrage aan het investeringsbudget van het startersfonds heeft verstrekt, wordt op grond van deze regeling slechts een zodanige geldlening verstrekt, dat het totaal van de geldlening en de andere financiële bijdragen niet meer bedraagt dan het in het eerste lid bedoelde percentage.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Er is een Adviescommissie seed capital technostarters die tot taak heeft de minister op zijn verzoek te adviseren omtrent aanvragen om verstrekking van een geldlening op grond van deze regeling.

  • 2 De adviezen van de commissie gaan vergezeld van een deugdelijke motivering.

  • 3 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vier en ten hoogste zes andere leden. De leden beschikken tezamen over deskundigheid op het terrein van de verstrekking van risico-kapitaal aan beginnende ondernemingen en de beoordeling van ondernemingsplannen. De leden zijn geen ambtenaren, werkzaam bij de rijksoverheid.

  • 4 De voorzitter en de andere leden worden door de minister voor een termijn van ten hoogste drie jaar benoemd. Zij zijn opnieuw benoembaar voor een termijn van ten hoogste drie jaar.

  • 5 De commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 6 Een lid van de commissie neemt niet deel aan de voorbereiding en vaststelling van een advies, indien hij een persoonlijk belang heeft bij de beschikking op de aanvraag.

  • 7 De minister kan waarnemers aanwijzen, die het recht hebben de vergaderingen van de commissie bij te wonen.

  • 8 In het secretariaat van de commissie wordt door de minister voorzien.

  • 9 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 10 De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

  • 11 De commissie stelt jaarlijks voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Op verzoek van de minister stelt de commissie tevens een evaluatieverslag op, waarin zij aandacht besteedt aan de doelmatigheid en doeltreffendheid van haar taakvervulling. Het jaarverslag en het evaluatieverslag worden aan de minister toegezonden en algemeen verkrijgbaar gesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Het subsidieplafond voor het in 2005 verstrekken van geldleningen op aanvragen op grond van deze regeling, bedraagt € 20.600.000,–.

  • 2 Bij ministeriële regeling wordt een plafond vastgesteld voor het verstrekken van geldleningen op aanvragen op grond van deze regeling die na 2005 zijn ontvangen in een periode als bedoeld in artikel 6, tweede lid. Daarbij kunnen afzonderlijke subsidieplafonds worden vastgesteld voor aanvragen die betrekking hebben op participaties in bepaalde categorieën technostarters of voor aanvragen die worden gedaan in een bepaalde periode, bedoeld in artikel 6, tweede lid.

  • 3 Indien het plafond met betrekking tot enig kalenderjaar nog niet is vastgesteld op 1 januari van dat jaar, bedraagt het plafond met betrekking tot de aanvraagperiode in dat jaar € 11.600.000,–.

§ 2. Aanvraag en beslissing op de aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Aanvragen om verstrekking van een geldlening op grond van deze regeling worden in 2005 gedaan op een zodanig tijdstip dat zij worden ontvangen in de periode van 1 april tot en met 30 juni.

  • 2 Aanvragen om verstrekking van een geldlening op grond van deze regeling worden in de jaren vanaf 2005 gedaan op een zodanig tijdstip dat zij worden ontvangen in de periode van 1 januari tot en met 31 maart, of in een andere periode indien deze bij ministeriële regeling is vastgesteld.

  • 3 Een aanvraag om verstrekking van een geldlening wordt ingediend met gebruikmaking van een formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 4 De aanvraag gaat vergezeld van een fondsplan en een begroting voor het fondsplan alsmede van andere bescheiden, overeenkomstig hetgeen in het formulier is vermeld.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Binnen dertien weken na de laatste dag van de bij artikel 6, eerste lid, vastgestelde periode, geeft de minister een beschikking omtrent in die periode ontvangen aanvragen om verstrekking van een geldlening.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De minister wint omtrent de aanvragen het advies in van de Adviescommissie seed capital technostarters.

  • 2 De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien hij, daarbij geadviseerd door de commissie, van oordeel is dat:

    • a. de aanvraag niet voldoet aan deze regeling;

    • b. onvoldoende aannemelijk is dat het startersfonds gedurende de investeringsperiode daadwerkelijk zal beschikken over de middelen die het fonds aan het investeringsbudget bijdraagt;

    • c. onvoldoende vertrouwen bestaat dat het startersfonds bij het verkrijgen, beheren en beëindigen van participaties het ontstaan van belangenverstrengeling zal voorkomen;

    • d. onvoldoende vertrouwen bestaat dat de betrokkenen de capaciteiten hebben voor het verkrijgen van participaties en voor het beheer van het startersfonds op een wijze zoals bij participatiefondsen gebruikelijk is;

    • e. het fondsplan onvoldoende is onderbouwd;

    • f. onvoldoende vertrouwen bestaat dat het fondsplan naar behoren wordt uitgevoerd.

  • 3 De minister rangschikt, daarbij geadviseerd door de commissie, de aanvragen waarop hij niet afwijzend beschikt zodanig, dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naar mate:

    • a. de aanvrager meer kan steunen op relevante ervaring en deskundigheid;

    • b. het fondsplan meer bijdraagt aan de opbouw van succesvolle ondernemingen door technostartervennootschappen;

    • c. het fondsplan doelmatiger is ingericht.

  • 4 De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van de rangschikking.

  • 5 Indien een aanvraag is gedaan om verstrekking van een geldlening voor een bedrag dat hoger is dan het in artikel 3, eerste en tweede lid, bedoelde plafond-bedrag en indien die aanvraag voor het overige kan worden toegewezen, kan de minister in afwijking van het bepaalde in artikel 3, eerste onderscheidenlijk tweede lid het maximale bedrag van de geldlening bepalen op een hoger bedrag dan het plafond-bedrag indien het op grond van artikel 5 beschikbare bedrag daarvoor toereikend is.

  • 6 Bij de toepassing van het vijfde lid wordt voorrang gegeven aan aanvragen die hoger in de rangschikking zijn geplaatst.

  • 7 Voor de rangschikking wegen de in het derde lid genoemde criteria even zwaar.

§ 3. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In 2005 worden slechts geldleningen op grond van deze regeling verstrekt indien de Europese Commissie de minister heeft bericht dat deze regeling verenigbaar is met de regels van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van staatssteun.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling seed capital technostarters.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 2, 3, 4, 5 en 6 die ter inzage worden gelegd bij TechnoPartner, SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, Den Haag.

Den Haag, 24 maart 2005

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

C.E.G. van Gennip

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Model geldleningsovereenkomst

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Overeenkomst tussen:

1. De Staat der Nederlanden, hierna te noemen: de Staat,

vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken;

2. ...., hierna te noemen startersfonds;

Partijen zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b. kapitaalvennootschap:

    • 1°. een vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB EG L 65), of

    • 2°. een kapitaalvennootschap die ten tijde van de eerste verstrekking van risicodragend kapitaal op grond van deze regeling is ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die rechtspersoonlijkheid bezit, een apart vermogen heeft dat bij uitsluiting voor de schulden van de vennootschap kan worden aangesproken en op grond van haar nationale wetgeving onderworpen is aan garantievoorwaarden zoals bedoeld in Richtlijn 68/151/EEG van de Raad om de belangen van zowel deelgerechtigden als derden te beschermen;

  • c. technostarter: een rechtspersoon

    • 1°. die voor eigen rekening en risico producten, processen of diensten – niet zijnde adviezen – verkoopt en levert, die zijn gebaseerd op een nieuwe technische vinding of een nieuwe toepassing van bestaande technologie;

    • 2°. die zijn onderneming heeft ingeschreven in het handelsregister van een Kamer van Koophandel en Fabrieken maar niet langer dan 5 jaar;

    • 3°. wiens onderneming voldoet aan de definitie van een kleine of middelgrote onderneming, bedoeld in artikel 2, aanhef en onder b, van verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PbEG L 10);

  • d. technostartervennootschap: een technostarter die

    • 1°. een onderneming drijft in de vorm van een kapitaalvennootschap, en

    • 2°. zijn primaire bedrijfsactiviteiten in Nederland uitvoert,

      behoudens voor zover de onderneming behoort tot de economische sectoren van landbouw, visserij, aquacultuur of scheepsbouw of tot de EGKS-sectoren;

  • e. achtergestelde vordering: een vordering van het startersfonds ten laste van een technostartervennootschap

    • 1°. die het startersfonds heeft verkregen door aan de technostartervennootschap geld ter leen te verstrekken,

    • 2°. die niet door enige vorm van zekerheid is gedekt, en

    • 3°. waarop de debiteur krachtens een daartoe strekkende bepaling in de akte van geldlening in geval van ontbinding, een akkoord na verlening van surseance van betaling of een akkoord in faillissement van de debiteur, eerst verplicht is rente en aflossing te betalen nadat alle andere op dat moment bestaande schulden van de debiteur zijn voldaan, met uitzondering van de schulden die voortvloeien uit leningen waaraan een bepaling van gelijke aard als voornoemde bepaling is verbonden,

    • 4°. terwijl ingevolge de vorenbedoelde akte van geldlening de crediteur afstand heeft gedaan van alle rechten tot verrekening van de rente en aflossing;

  • f. groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

    • 1°. een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die direct of indirect:

      • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

      • volledig aansprakelijk vennoot is van of

      • overwegende zeggenschap heeft over

        een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

    • 2°. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;

  • g. participatie: risicodragend kapitaal in de vorm van

    • 1°. aandelen in het kapitaal van een technostartervennootschap die het startersfonds rechtstreeks van de technostartervennootschap heeft verkregen tegen volstorting van die aandelen in geld, of door omzetting van een achtergestelde vordering; of

    • 2°. aandelen in het kapitaal van een technostartervennootschap als bedoeld onder 1° in combinatie met een achtergestelde vordering;

  • h. verkrijgingsprijs van een participatie: het bedrag in geld waarvoor het startersfonds de participatie heeft verkregen;

  • i. fondsplan: een plan van het startersfonds tot uitvoering van een met elkaar samenhangend geheel van activiteiten die bestaan uit het verkrijgen, beheren en beëindigen van participaties en het begeleiden van de desbetreffende technostartervennootschappen;

  • j. investeringsperiode: de periode gedurende welke het startersfonds activiteiten verricht ter verkrijging van participaties;

  • k. investeringsbudget: de financiële middelen die het startersfonds beschikbaar heeft of zal hebben en die bestemd zijn om de verkrijgingsprijs van participaties te voldoen;

  • l. inkomsten: alle op geld waardeerbare voordelen die het startersfonds heeft uit de participatie, waaronder dividend, rente, aflossingen, opties, de prijs waartegen de participatie is vervreemd, de prijs waartegen de participatie door de desbetreffende technostartervennootschap is ingekocht of terugbetaald en de liquidatie-uitkering;

  • m. beheerskosten: alle kosten die het startersfonds maakt voor het verkrijgen, behouden en beëindigen van participaties, met inbegrip van de kosten van begeleiding van technostartervennootschappen, uitgezonderd de verkrijgingsprijs van de participaties.

  • n. fondspartij: een aandeelhouder of hoofdelijk aansprakelijk vennoot van het startersfonds;

  • o. eigen bijdrage: de geldelijke middelen die door de fondspartijen in het investeringsfonds zijn ingebracht en die daadwerkelijk zijn gebruikt voor het verkrijgen van participaties;

  • p. referentierente: de referentierentevoet, bedoeld in de Mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld(PbEG 1997, C 273), zoals laatstelijk vastgesteld voor Nederland, en vermeerderd met 4%.

Artikel 2. Verstrekking lening

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. De Staat verstrekt het startersfonds voor het verkrijgen van participaties een renteloze geldlening tot een bedrag van € ..........., ...., met een looptijd van .... jaar, gegeven een investeringsbudget van € ..........., .....

2. De Staat kan de in het eerste lid genoemde termijn op verzoek van het startersfonds verlengen indien daarvoor zwaarwegende economische redenen zijn.

3. Het startersfonds kan bedragen in contanten opnemen, telkens indien het startersfonds een betaling verricht ter verkrijging van een participatie, voor zover het totaal van de opgenomen bedragen niet hoger is dan het maximale bedrag van de geldlening.

4. Telkens indien het startersfonds inkomsten heeft verkregen uit een participatie boekt het een deel van deze inkomsten over aan de Staat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.

5. Het startersfonds is niet gehouden de uitstaande hoofdsom af te lossen, anders dan door de overboekingen bedoeld in het vierde lid.

Artikel 3. Opname van de lening

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. Indien het startersfonds een participatie heeft verkregen na de indiening van de aanvraag om subsidie op grond van de Regeling seed capital technostarters en over gaat of over is gegaan tot betaling aan de technostartervennootschap van de verkrijgingsprijs of van een deel daarvan, verricht de Staat op verzoek van het fonds een betaling aan het fonds ter hoogte van dat bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat het maximale bedrag van de geldlening vormt van het investeringsbudget, met dien verstande dat de middelen die door een startersfonds per half jaar aan een technostartervennootschap worden verstrekt ten hoogste € 500.000,– bedragen.

2. Het startersfonds doet het verzoek om betaling met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig een model dat als bijlage 1 bij deze overeenkomst is gevoegd, onder bijvoeging van de overeenkomst tot verkrijging van de participatie en van andere bescheiden als genoemd in het model.

3. De Staat verricht de betaling binnen twee weken na ontvangst van het verzoek om betaling, tenzij hij van oordeel is dat het startersfonds niet heeft voldaan aan de ingevolge deze overeenkomst voor hem geldende verplichtingen, dan wel indien het startersfonds failliet is verklaard of aan het fonds surséance van betaling is verleend of ten aanzien van fonds de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

4. De Staat bericht het startersfonds na afloop van de investeringsperiode wat het totale bedrag is dat op grond van deze overeenkomst is opgenomen.

Artikel 4. Overboeking van inkomsten uit participaties

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. Indien het startersfonds inkomsten heeft uit een participatie, wordt daarvan een deel binnen een maand overgeboekt aan de Staat.

2. Het deel van de inkomsten dat aan de Staat wordt overgeboekt verschilt al naar gelang de inkomsten worden ontvangen in één van de volgende perioden:

  • a. periode A: vanaf het totstandkomen van deze overeenkomst tot het tijdstip waarop het totaal van de door het startersfonds uit de participaties verkregen inkomsten na aftrek van het totaal van de aan de Staat overgeboekte bedragen gelijk is aan de eigen bijdrage voor de verkregen participaties;

  • b. periode B: vanaf het onder a bedoelde tijdstip tot het tijdstip dat het totaal van de aan de Staat overgeboekte bedragen gelijk is aan het totaal op grond van de leningsovereenkomst opgenomen bedrag;

  • c. periode C: vanaf het tijdstip dat het totaal van de aan de Staat overgeboekte bedragen gelijk is aan het totaal op grond van de leningsovereenkomst opgenomen bedrag.

3. Het deel van de inkomsten dat aan de Staat wordt overgeboekt is

  • a. in periode A: 20 procent van de inkomsten, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller bestaat uit het maximale bedrag van de geldlening en de noemer uit het investeringsbudget met uitzondering van de geldlening van de Staat;

  • b. in periode B: 50 procent van de inkomsten, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller bestaat uit het maximale bedrag van de geldlening en de noemer uit het investeringsbudget met uitzondering van de geldlening van de Staat;

  • c. in periode C: 20 procent van de inkomsten, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller bestaat uit het maximale bedrag van de geldlening en de noemer uit het investeringsbudget met uitzondering van de geldlening van de Staat.

4. Telkens indien het startersfonds een bedrag overboekt aan de Staat, informeert het de Staat over de aard van de inkomsten met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig een model, dat als bijlage 2 bij deze overeenkomst is gevoegd, onder bijvoeging van bescheiden als genoemd in het model, waaronder in geval van inkomsten uit vervreemding van de participatie de overeenkomst tot vervreemding van de participatie.

5. Indien het startersfonds inkomsten heeft uit een participatie die niet bestaan uit een geldsom, maakt het deze inkomsten te gelde voor het verloop van de in artikel 2, eerste lid, genoemde termijn.

6. Zodra de in het vijfde lid bedoelde inkomsten te gelde zijn gemaakt, boekt het startersfonds het in overeenstemming met het derde lid bepaalde deel van deze gelden over aan de Staat.

7. Op verzoek van de Staat verstrekt het startersfonds een accountantsverklaring dat het startersfonds bij de verkrijging, het bezit of de vervreemding van de participatie waaruit inkomsten aan de Staat zijn overgeboekt, in overeenstemming met deze overeenkomst heeft gehandeld.

Artikel 5. Verkrijging van participaties

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. Het startersfonds hanteert bij het verkrijgen van participaties in technostartervennootschappen de volgende voorwaarden:

  • a. de participaties worden verkregen gedurende een investeringsperiode van ten hoogste zes jaar, en deze worden uiterlijk zes jaar na afloop van de investeringsperiode vervreemd;

  • b. de totale verkrijgingsprijs van de participaties die gedurende de investeringsperiode in één technostartervennootschap worden verkregen, bedraagt ten minste € 100.000,– en ten hoogste € 2.500.000,–;

  • c. de gemiddelde totale verkrijgingsprijs van de participaties die een startersfonds gedurende de investeringsperiode per technostartervennootschap verkrijgt, bedraagt over alle technostartervennootschappen genomen ten hoogste € 800.000,–;

  • d. de relatieve omvang van achtergestelde vorderingen wordt zodanig beperkt dat ten hoogste 35% van het totaal van de verkrijgingsprijzen van de participaties betrekking heeft op achtergestelde vorderingen;

  • e. voor achtergestelde vorderingen wordt een rente bedongen die ten minste gelijk is aan de referentierente;

  • f. de participaties worden verkregen in technostartervennootschappen waarvan de rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven ten minste redelijk zijn;

  • g. bij de beslissing van het startersfonds inzake de verkrijging van een participatie wordt rekening gehouden met het ondernemingsplan van de desbetreffende technostartervennootschap.

2. Bij of in verband met het verkrijgen van een participatie verstrekt het startersfonds geen andere goederen dan geld.

3. Het startersfonds verkrijgt geen participatie in een technostartervennootschap indien in de voorafgaande periode van twaalf maanden meer middelen aan de technostartervennootschap zijn onttrokken ten behoeve van derden dan noodzakelijk voor een redelijk te achten bedrijfsvoering, dan wel een verplichting tot een zodanige onttrekking is aangegaan.

4. Het startersfonds verkrijgt geen participatie in een technostartervennootschap indien een ander investeringsfonds in deze vennootschap reeds een participatie heeft, behoudens

  • a. indien dit investeringsfonds een ander startersfonds is en voor zover als gevolg van de nieuwe participatie het in het eerste lid, onder b, bedoelde maximum niet wordt overschreden;

  • b. indien dit investeringsfonds

    • 1°. de vorm heeft van een kapitaalvennootschap of een vennootschap met een afgescheiden vermogen, ingericht naar het recht van één van de andere lidstaten van de Europese Unie;

    • 2°. blijkens de akte waarbij de statuten van de vennootschap zijn vastgesteld of blijkens de overeenkomst waarbij de vennootschap is aangegaan uitsluitend tot doel heeft het verstrekken van risicodragend kapitaal aan technostartervennootschappen teneinde winst te behalen; en

    • 3°. naar het oordeel van de minister niet in staat is nieuwe participaties in de technostartervennootschap te verkrijgen,

    voor zover als gevolg van de nieuwe participatie het in het eerste lid, onder b, bedoelde maximum niet wordt overschreden.

5. Het startersfonds verkrijgt of behoudt geen participatie in de vennootschap van een technostarter indien een fondspartij, bestuurder of een beheerder of andere betrokkene bij het startersfonds een bedrijf uitoefent dat gelijk of verwant is aan het bedrijf van de technostarter terwijl tussen beide bedrijven een vaste afnemersrelatie bestaat.

6. Het startersfonds brengt voor het verkrijgen van participaties eigen geldelijke middelen in het investeringsbudget in tot ten hoogste € ..........., ....euro.

7. Het startersfonds verricht geen andere activiteiten dan de uitvoering van het fondsplan.

Artikel 6. Vervreemding van participaties

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. Het startersfonds vervreemdt een participatie niet eerder dan twee jaar na de verkrijging ervan, tenzij de Staat desgevraagd met vervreemding binnen deze termijn heeft ingestemd.

2. Het startersfonds draagt ervoor zorg dat vervreemding van een participatie gebeurt tegen een marktconforme prijs.

3. Indien het startersfonds een participatie geheel of voor een deel vervreemdt aan één van zijn fondspartijen, bestuurders, beheerders of andere betrokkenen, draagt het er voor zorg dat ten minste een derde deel van de participatie wordt vervreemd aan onafhankelijke derden dan wel dat de prijs waartegen de vervreemding plaats vindt, is gebaseerd op een taxatie van twee onafhankelijke deskundigen.

Artikel 7. Fondsbeheer algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. Het startersfonds voert het fondsplan uit, voert daarbij een actief en winstgericht beleid voor het verkrijgen, behouden en beëindigen van participaties en begeleidt in dat kader technostartervennootschappen waarin een participaties is verkregen.

2. Het startersfonds hanteert een expliciete gedragslijn om het ontstaan van belangenverstrengeling te voorkomen en neemt ook overigens de in dit verband noodzakelijke maatregelen.

3. Desgewenst kan een door de minister daartoe gemachtigde persoon als toehoorder deelnemen aan overleg van een orgaan van het startersfonds over de uitvoering van het fondsplan.

4. Het startersfonds staat er voor in dat fondspartijen, bestuurders, beheerders of andere betrokkenen bij een startersfonds geen medewerking verlenen aan investeringen door een ander dan het startersfonds in een technostartervennootschap waarin het startersfonds een participatie heeft verkregen, indien deze investeringen niet tegen marktconforme voorwaarden plaatsvinden.

5. Het startersfonds bedingt van technostarters die in verband met participaties worden geadviseerd of begeleid geen vergoeding voor deze advisering respectievelijk begeleiding die hoger is dan hetgeen in de markt gebruikelijk is.

6. Het startersfonds richt het beheer zodanig in dat de jaarlijkse beheerskosten ten hoogste 5% van het investeringsbudget bedragen.

7. De fondsbeheerder verkrijgt voor zijn werkzaamheden een beloning die afhankelijk is van zijn individuele prestatie.

Artikel 8. Administratie en informatieverstrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. Het startersfonds draagt ervoor zorg dat een administratie wordt gevoerd die zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze gegevens kunnen worden afgelezen over de verkrijging, het beheer en de vervreemding van participaties, over de inkomsten uit deze participaties, over de ondernemingsresultaten van de desbetreffende technostarters en over de kosten van het fondsbeheer.

2. Het startersfonds informeert steeds na afloop van een periode van zes maanden de Staat schriftelijk over de voorstellen voor participaties die in de voorafgaande periode van zes maanden zijn ontvangen van technostartervennootschappen en over de besluitvorming die hierover bij het startersfonds heeft plaatsgevonden.

3. Het startersfonds brengt steeds binnen zes maanden na afloop van een periode van twaalf maanden aan de Staat schriftelijk verslag uit over de uitvoering van het fondsplan, met in het bijzonder een overzicht over de verkregen en de vervreemde participaties, de gerealiseerde verkrijgingsprijzen, de beheerskosten en de inkomsten, welk verslag vergezeld gaat van een accountantsverklaring die is opgesteld overeenkomstig een model dat als bijlage 3 bij deze overeenkomst is gevoegd, en met gebruikmaking van een controleprotocol dat als bijlage 4 bij deze overeenkomst is gevoegd.

4. Desgevraagd verstrekt het startersfonds de Staat gegevens en bescheiden over het beheer van het fonds en de verkregen participaties.

5. Na afloop van de looptijd van deze overeenkomst brengt het startersfonds een eindverslag uit omtrent de uitvoering en de resultaten van het fondsplan.

6. De Staat bericht het startersfonds na afloop van de looptijd van deze overeenkomst of het startersfonds naar zijn oordeel bij het verkrijgen en vervreemden van participaties in overeenstemming met deze overeenkomst heeft gehandeld.

Artikel 9. Status van startersfonds

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. Het startersfonds zal tijdens de looptijd van deze overeenkomst haar statuten of de overeenkomst waarbij zij is aangegaan niet wijzigen dan wel meewerken aan vermindering van haar kapitaal of aan een vermindering van het aantal aandeelhouders of hoofdelijk aansprakelijke vennoten die niet behoren tot dezelfde groep tot minder dan drie, tenzij de Staat desgevraagd hiermee heeft ingestemd.

2. Het startersfonds doet onverwijld mededeling aan de Staat van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot verlening van surseance van betaling aan hem, een verzoek tot faillietverklaring van hem of een verzoek om ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing te verklaren.

Artikel 10. Opzegging

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. De Staat is gerechtigd deze overeenkomst schriftelijk op te zeggen indien

  • a. het startersfonds tekort schiet bij de nakoming van één van zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst;

  • b. het aantal aandeelhouders of hoofdelijk aansprakelijke vennoten die niet behoren tot dezelfde groep kleiner is geworden dan drie, behoudens voor zover de Staat desgevraagd hiermee heeft ingestemd;

  • c. ten aanzien van het startersfonds een verzoek bij de rechtbank is ingediend tot verlening van surseance van betaling, een verzoek tot faillietverklaring of een verzoek tot van toepassing verklaring van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of een buitengerechtelijk akkoord aan crediteuren wordt aangeboden;

  • d. het startersfonds is ontbonden;

  • e. de Regeling seed capital technostarters niet langer verenigbaar is met de regels van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van staatssteun.

2. Een opzegging op grond van het eerste lid, onder a en b, geschiedt uitsluitend nadat de Staat het startersfonds op de hoogte heeft gesteld van het voornemen tot opzegging en nadat deze in de gelegenheid is gesteld om een tekortschieten dat hersteld kan worden te herstellen binnen een redelijke termijn.

3. Bij een opzegging als bedoeld in het eerste lid, onder a, b en c, kan de Staat van het startersfonds het totale bedrag dat hij overeenkomstig artikel 3 aan het startersfonds heeft betaald, verminderd met het bedrag dat het startersfonds overeenkomstig artikel 5 aan hem heeft overgeboekt, direct opeisen.

Artikel 11. Geschillen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

1. Ieder geschil ten aanzien van deze overeenkomst zal bij uitsluiting worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement Den Haag.

2. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

Artikel 12. Adressering schriftelijke stukken

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Schriftelijke stukken ter uitvoering van deze overeenkomst bestemd voor de onder 1 gemelde partij worden gericht aan

Ministerie van Economische Zaken,

TechnoPartner, SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, Den Haag.

Schriftelijke stukken ter uitvoering van deze overeenkomst bestemd voor de onder 2 gemelde partij worden gericht aan

.....

Artikel 13. Betalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Alle betalingen in verband met deze overeenkomst door het startersfonds geschieden door overmaking van de betreffende bedragen naar rekeningnummer 19.23.24.217 bij de Rabobank, ten name van TechnoPartner/SenterNovem, onder vermelding van het projectnummer

Artikel 14. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze overeenkomst treedt in werking door de ondertekening daarvan door de partijen.

........., ten deze vertegenwoordigd door

1. ...

2. ...

Deze overeenkomst is getekend op ..... te Den Haag

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij TechnoPartner, SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij TechnoPartner, SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij TechnoPartner, SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij TechnoPartner, SenterNovem te Den Haag.]

Bijlage 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

[Red: Ligt ter inzage bij TechnoPartner, SenterNovem te Den Haag.]