Wijzigingswet Kwaliteitswet zorginstellingen en Wet klachtrecht cliënten zorgsector

[Regeling vervallen per 01-01-2016.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 17-06-2005.]
Geraadpleegd op 12-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2000 en zichtdatum 08-11-2024.
Geldend van 17-06-2005 t/m 31-12-2015

Wet van 7 april 2005 tot wijziging van de Kwaliteitswet zorginstellingen en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van de kwaliteit van de zorg wenselijk is in de Kwaliteitswet zorginstellingen de verplichting voor de zorgaanbieder neer te leggen tot het melden van calamiteiten en seksueel misbruik, in de Wet klachtrecht cliënten zorgsector regels te stellen omtrent het toezicht op de naleving van die wet, en in beide wetten verdere eisen te stellen aan de verslaglegging;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

In afwijking van artikel 2, zevende lid, van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector kan in het openbaar verslag over het kalenderjaar, voorafgaande aan het jaar waarin deze wet in werking treedt, worden volstaan met het aangeven van het aantal en de aard van de door de klachtencommissie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector behandelde klachten.

Artikel IV

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Op verzoekschriften, die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op grond van artikel 3 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector bij de kantonrechter zijn ingediend, blijft dat artikel van toepassing.

Artikel V

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 7 april 2005

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de derde mei 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner