Verordening monitoring Aviaire influenza (PPE) 2005

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014.]
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-07-2013 en zichtdatum 02-05-2015.
Geldend van 01-07-2009 t/m 30-06-2014

Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 14 april 2005 houdende regels ter zake van de monitoring op Aviaire influenza (Verordening monitoring Aviaire influenza (PPE) 2005)

Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren;

Gelet op beschikking (EG) nr. 2004/111 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 januari 2004 betreffende het in 2004 uit te voeren onderzoek naar aviaire influenza bij pluimvee en bij in het wild levende vogels in de lidstaten (PbEU L 32) en beschikking (EG) nr. 2004/615 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 2004 (PbEU L 278) tot wijziging van beschikking nr. 2004/111/EG betreffende het in 2004 uit te voeren onderzoek naar aviaire influenza bij pluimvee en bij in het wild levende vogels in de lidstaten, alsmede artikel 3a, eerste en tweede lid, van de Regeling monitoring Aviaire Influenza 2003 en de artikelen 96, 97, en 100, derde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Besluit:

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

productschap

:

Productschap Pluimvee en Eieren;

b.

bestuur

:

bestuur van het productschap;

c.

voorzitter

:

voorzitter van het productschap;

d.

Aviaire influenza

:

Aviaire influenza voor zover het de subtypen H5 en H7 betreft;

e.

vleeskuikens

:

kippen, waarvan de punt van het borstbeen nog niet is verbeend, die worden gehouden voor de vleesproductie;

f.

vleeseenden

:

eenden die worden gehouden voor de vleesproductie;

g.

vleeskalkoenen

:

kalkoenen die worden gehouden voor de vleesproductie;

h.

hanen

:

vleeskalkoenen van het mannelijke geslacht;

i.

hennen

:

vleeskalkoenen van het vrouwelijke geslacht;

j.

ganzen

:

ganzen (anas domestica) die worden gehouden voor de productie van vlees of broedeieren;

k.

kwartels

:

kwartels (cortunix) die worden gehouden voor de productie van vlees of broedeieren;

i.

parelhoenders

:

parelhoenders (numida) die worden gehouden voor de productie van vlees of broedeieren;

m.

loopvogels

:

loopvogels (ratites) die worden gehouden voor de productie van vlees of broedeieren;

n.

vermeerderingsdieren

:

kippen, eenden of kalkoenen die worden gehouden voor de productie van broedeieren;

o.

opfokvermeerderingsdieren

:

kippen, eenden of kalkoenen die tot vermeerderingsdieren worden opgefokt;

P.

leghennen

:

kippen die worden gehouden voor de productie van andere eieren dan broedeieren;

q.

opfokleghennen

:

kippen die tot leghennen worden opgefokt;

r.

pluimvee

:

vleeskuikens, vleeseenden, vleeskalkoenen, ganzen, kwartels, parelhoenders, loopvogels, vermeerderingsdieren of leghennen die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of voor de productie van eieren;

s.

pluimveebedrijf

:

voorziening - die een inrichting kan omvatten - die wordt gebruikt voor het op een locatie (op)fokken of houden van pluimvee en die als zodanig bij het productschap is geregistreerd, dan wel geregistreerd had moeten zijn;

t.

koppel

:

groep pluimvee met dezelfde gezondheidsstatus en van dezelfde leeftijd, die een epidemiologische eenheid vormt;

u.

productieronde

:

periode waarbinnen vleeskalkoenen vanaf de geboorte worden opgefokt totdat zij slachtrijp zijn;

v.

ondernemer

:

een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een pluimveebedrijf uitoefent;

w.

Elisa-test

:

Enzym gekoppelde immuun absorberende test voor Aviaire influenza;

x.

Agp-test

:

Agargelprecipitatietest voor Aviaire influenza;

y.

dierenarts

:

diegene die is ingeschreven in het register van praktiserende dierenartsen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990.

Paragraaf 2. Onderzoek op Aviaire influenza

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 De ondernemer zorgt ervoor dat overeenkomstig de artikelen 3 en 4, op zijn kosten bloedmonsters worden genomen van het op zijn pluimveebedrijf aanwezige pluimvee en zorgt ervoor dat deze bloedmonsters op zijn kosten worden onderzocht op de aanwezigheid van antistoffen tegen Aviaire influenza.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde onderzoek van bloedmonsters wordt uitgevoerd door een laboratorium dat is erkend door de voorzitter.

  • 3 Het bestuur stelt bij besluit voorwaarden vast op grond waarvan een erkenning als bedoeld in het tweede lid wordt verleend.

  • 4 De voorzitter kan de in het tweede lid bedoelde erkenning intrekken indien het laboratorium niet of niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden.

  • 5 Het in het derde lid bedoelde besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Paragraaf 3. Monitoringsprogramma

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Ter uitvoering van het in artikel 2, eerste lid, bedoelde onderzoek, zorgt de ondernemer ervoor dat, indien de ondernemer :

    • a. vleeskuikens, parelhoenders, loopvogels of kwartels houdt, jaarlijks bloed wordt afgenomen van 30 vleeskuikens, parelhoenders, loopvogels of kwartels met een leeftijd van tenminste 4 weken;

    • b. vleeseenden of ganzen houdt, jaarlijks bloed wordt afgenomen van 40 vleeseenden of ganzen met een leeftijd van tenminste 4 weken;

    • c. vleeskalkoenen houdt, bij elke productieronde bloed wordt afgenomen van 30 hanen met een leeftijd van tenminste 18 weken;

    • d. geen andere vleeskalkoenen dan hennen houdt, bij elke productieronde bloed wordt afgenomen van 30 hennen met een leeftijd van tenminste 13 weken;

    • e. opfokvermeerderingsdieren houdt, jaarlijks bloed wordt afgenomen van tenminste 30 opfokvermeerderingsdieren met een leeftijd van tenminste 15 weken;

    • f. vermeerderingsdieren houdt, jaarlijks bloed wordt afgenomen van tenminste 30 vermeerderingsdieren met een leeftijd van tenminste 45 weken;

    • g. opfokleghennen houdt, jaarlijks bloed wordt afgenomen van tenminste 30 opfokleghennen met een leeftijd van tenminste 8 weken; en

    • h. leghennen houdt, jaarlijks bloed wordt afgenomen van tenminste 30 leghennen met een leeftijd van tenminste 45 weken.

  • 3 Indien van het pluimvee, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met h, koppels worden verplaatst naar een ander pluimveebedrijf, zorgt de ondernemer ervoor dat de in het eerste lid, onder a tot en met h bedoelde monsterneming, in afwijking van het eerste lid, onder a tot en met h, vóór elke verplaatsing wordt uitgevoerd bij het betreffende koppel, ongeacht de leeftijd van het pluimvee, en dat de uitslag van het onderzoek bekend is voordat de verplaatsing van het pluimvee plaatsvindt.

  • 4 Onverminderd het eerste, tweede en derde lid, zorgt de ondernemer ervoor dat, indien het pluimvee, bedoeld in het eerste lid onder a tot en met h, in meerdere stallen op het pluimveebedrijf is gehuisvest, uit elke stal naar evenredigheid van het aantal dat in die stallen wordt gehouden, bloedmonsters worden genomen van het aldaar gehouden pluimvee, met een minimum van 5 bloedmonsters per stal.

  • 5 De voorzitter kan bepalen in welke periode de in het eerste, tweede en vierde lid bedoelde bloedmonsters moeten worden genomen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Paragraaf 4. Administratie

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

De ondernemer bewaart de resultaten van het in artikel 2, eerste lid bedoelde onderzoek, gedurende een periode van tenminste twee jaren in zijn bedrijfsadministratie.

Paragraaf 5. Bijzondere bepalingen

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 2 Aan een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in het eerste lid, kunnen voorschriften of voorwaarden worden verbonden.

  • 3 Een verleende ontheffing als bedoeld in het eerste lid, kan te allen tijde worden ingetrokken.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Het Interim-Besluit monitoring Aviaire influenza (PPE) 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 8a

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld zoals voorzien in de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.

Artikel 8b

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften wordt namens het productschap uitgeoefend door een door het bestuur bij besluit aangewezen dienst en door het bestuur aangewezen personen.

  • 2 Ondernemers zijn verplicht:

    • a. aan de door het bestuur aangewezen dienst en personen al die gegevens te verstrekken of te doen verstrekken, die nodig zijn voor de vervulling van hun taak;

    • b. aan de door het bestuur aangewezen dienst en personen inzage te geven of te doen geven in die boeken en bescheiden, die nodig zijn voor de vervulling van hun taak;

    • c. aan de door het bestuur aangewezen dienst en personen te allen tijde toegang te geven of te doen geven tot hun bedrijfsruimten en tot die plaatsen of vervoermiddelen, waar dan wel waarin voorraden (waaronder begrepen pluimvee, karkassen, monsters en verpakkingsmateriaal), tot het bedrijf van de ondernemer behorende, zijn opgeslagen dan wel worden vervoerd;

    • d. te gedogen dat de door het bestuur aangewezen dienst en personen monsters nemen uit de voorraden van het bedrijf van de ondernemer (waaronder begrepen pluimvee, karkassen, monsters en verpakkingsmateriaal), ongeacht de plaats waar of waarin zich die voorraden bevinden en de ondernemer zal alsdan de van hem gevorderde medewerking verlenen overeenkomstig de aanwijzingen van de door het bestuur aangewezen dienst en personen.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde personen zijn bevoegd berechtingsrapporten ten behoeve van tuchtrechtelijke afhandeling van overtredingen op te maken.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 10-08-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2014]

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als Verordening monitoring Aviaire influenza (PPE) 2005.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst.

Zoetermeer, 14 april 2005

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 8 juni 2005 nr. TRCJZ/2005/1286.