Artikel 1. Inhoudelijke voorwaarden bij ontheffing vanwege de aard van het ontslag
In afwijking van artikel 138, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 132, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra vindt geen vermindering van de bekostiging plaats indien wordt voldaan aan de voorwaarden
gesteld in de artikelen 2, 3 en 4 en sprake is van één van de volgende ontslaggronden:
-
a. onbekwaamheid of ongeschiktheid van de ontslaguitkeringsgerechtigde ex-werknemer voor
de door hem uitgeoefende functie anders dan op grond van ziels- of lichaamsgebreken;
-
b. een onherroepelijk geworden vonnis waarbij een ontslaguitkeringsgerechtigde ex- werknemer
is veroordeeld tot vrijheidsstraf wegens een misdrijf;
-
c. ontslag of ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een van de volgende gewichtige
redenen indien, met het oog op de belangen van de instelling en van het onderwijs,
de mogelijkheid van benoeming in een vacature redelijkerwijs uitgesloten moet worden
geacht:
-
1. onverenigbaarheid van karakters,
-
2. onherstelbaar verstoorde werkrelatie, of
-
3. onoplosbare verschillen van inzicht omtrent de wijze waarop de taken van de ontslaguitkeringsgerechtigde
ex werknemer moeten worden uitgevoerd;
-
d. ziekte of arbeidsongeschiktheid die ten minste 24 maanden heeft geduurd en binnen
6 maanden na die 24 maanden geen herstel te verwachten is of was en een functie ongeschiktheidadvies
is afgegeven voor de eigen functie door het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
en voor zover het herplaatsingsonderzoek heeft uitgewezen dat herplaatsing in de eigen
functie bij de eigen werkgever niet tot de mogelijkheden behoort.
Artikel 2. Administratieve voorwaarden bij ontheffing vanwege de aard van het ontslag
In geval van ontheffing vanwege de aard van het ontslag moet in de personeelsadministratie
van het bevoegd gezag in ieder geval van de betreffende ontslaguitkeringsgerechtigde
ex-werknemer aanwezig zijn:
-
a. een afschrift van de akte van aanstelling van zijn laatste functie bij het bevoegd
gezag, waaruit in ieder geval blijkt in welke functie betrokkene was aangesteld,
-
b. een afschrift van de akte van ontslag van betrokkene waarin de ontslagreden expliciet
is opgenomen of, in geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter,
de uitspraak van de kantonrechter, in voorkomend geval aangevuld met het verzoekschrift
van het bevoegd gezag, waaruit de reden van ontbinding expliciet blijkt,
-
c. een verklaring van betrokkene waarin hij aangeeft dat hij op de hoogte is van de inhoud
van deze regeling en van de redenen op grond waarvan het bevoegd gezag toepassing
heeft gegeven aan deze regeling.
Artikel 3. Geldigheid van de ontheffing vanwege de aard van het ontslag
-
1 Bij de ontslagreden, genoemd in artikel 1, onder a, b en d, is de ontheffing geldig voor alle vacatures in gelijksoortige functies aan alle
scholen van dezelfde schoolsoort, vallend onder het bevoegd gezag van de school waaraan
betrokkene laatstelijk is ontslagen.
-
2 Bij de ontslagreden, genoemd in artikel 1, onder c. 1, 2 en 3, is de ontheffing geldig voor alle vacatures in gelijksoortige functies die ontstaan
aan dezelfde school als waar betrokkene laatstelijk werd ontslagen. Slechts in die
bijzondere gevallen waarbij de ontslagreden ook is vastgesteld op andere scholen van
hetzelfde bevoegd gezag, is de ontheffing ook geldig voor die scholen. Uit de in de
personeelsadministratie opgenomen documenten blijkt in dat geval dat betrokkene voorafgaand
aan zijn ontslag, in het kader van een reïntegratietraject of anderszins, ook aan
die scholen te werk is gesteld en dat ook daar de ontslagreden is geconstateerd.
Artikel 4. Duur van de ontheffing vanwege de aard van het ontslag
-
1 Bij de ontslagreden, genoemd in artikel 1, onder c. 1 en 2, is de duur van de ontheffing tijdelijk. In het kader van deze automatische ontheffing
wordt de periode van de tijdelijke ontheffing vastgesteld op 1 schooljaar. De ontheffing
wordt aan het begin van ieder schooljaar opnieuw vastgesteld.
-
3 Bij de ontslagreden, genoemd in artikel 1, onder c. 3, is de duur van de ontheffing tijdelijk. De ontheffing wordt bij iedere vacature
opnieuw vastgesteld.
Artikel 5. Ontheffing wegens vacatures in de loop van het jaar
In afwijking van artikel 138, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 132, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra vindt geen vermindering van de bekostiging plaats bij een vacature:
-
a. die in de loop van een schooljaar ontstaat, en
-
b. waarin slechts kan worden voorzien door middel van benoeming van een ontslaguitkeringsgerechtigde
ex-werknemer, nadat in verband met de bevoegdheden van de beschikbare ontslaguitkeringsgerechtigde
ex-werknemer een roosterwijziging is getroffen, en
-
c. in verband waarmee het bevoegd gezag overgaat tot benoeming van een ander dan de ontslaguitkeringsgerechtigde
ex-werknemer.
De ontheffing geldt tot uiterlijk het einde van het schooljaar.
Artikel 6. Ontheffing bij uitbreiding van de benoeming van zittend parttime onderwijspersoneel
en bij geringe omvang van de voormalige betrekking
-
1 In afwijking van artikel 138, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 132, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra, vindt geen vermindering van de bekostiging plaats indien:
-
a. de omvang van de vrijkomende formatieruimte kleiner dan 8 uur per week is en die formatieruimte
kan worden toegewezen aan een zittende parttimer, tewerkgesteld bij de school waar
de formatieruimte is ontstaan, of
-
b. de omvang van de voormalige betrekking van de ontslaguitkeringsgerechtigde ex-werknemer
op grond waarvan een ontslaguitkering is verleend, kleiner is dan 8 uur per week.
Artikel 7. Ontheffing bij gedwongen meeverhuizen met de partner
-
1 In afwijking van artikel 138, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 132, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra vindt geen vermindering van de bekostiging plaats indien:
-
a. het ontslag heeft plaatsgevonden wegens meeverhuizen met de partner;
-
b. het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen de verhuizing heeft aangemerkt als
onvermijdelijk, en
-
c. het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen tevens heeft vastgesteld dat in
redelijkheid niet van betrokkene verlangd kan worden om heen en weer te reizen tussen
de nieuwe woonplaats en de plaats waar de vroegere dienstbetrekking werd uitgeoefend.
De ontslaguitkeringsgerechtigde ex-werknemer toont dit aan door overlegging van een
uitkeringsbeschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen. Betrokkene
verklaart voorts dat hij met goedkeuring van het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
is vrijgesteld van de verplichting om in de oude woonplaats en bij de ex-werkgever
aangeboden vacatures te accepteren.
-
2 De ontheffing vervalt zodra de ontslaguitkeringsgerechtigde ex-werknemer aan zijn
ex-werkgever kenbaar maakt dat hij in verband met een nieuwe verhuizing naar een woonplaats
die dichter bij één van de scholen van dit bevoegd gezag is gelegen, weer in aanmerking
wil komen voor vacante betrekkingen.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
het Gele katern waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling achterwege laten vermindering van de
bekostiging bij niet-herbenoeming ontslaguitkeringsgerechtigde ex-werknemers primair
onderwijs.