Algemene Instructie
[Regeling vervallen per 12-05-2011]
§ 1. Mandaat en machtiging ter uitvoering van artikel 20, tweede tot en met vierde
lid, en elfde lid, van de Tracéwet
[Regeling vervallen per 12-05-2011]
1. Bij het Besluit mandaat en machtiging projectuitvoering Hanzelijn en Sloelijn worden
aan de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken van ProRail, hierna te noemen de
Manager Grondverwerving en Juridische Zaken, de navolgende bevoegdheden en taken in
mandaat en machtiging verleend:
-
1. de bevordering van de gecoördineerde voorbereiding van besluiten. Daaronder wordt
hier onder meer verstaan het inventariseren en analyseren van alle benodigde vergunningen,
hun onderlinge samenhang en de benodigde afstemming daartussen, de clustering van
vergunningen, het daartoe samenstellen, beleggen, voeren van (voor)overleg met de
aanvrager en de betrokken bestuursorganen;
-
2. het met het oog op de gecoördineerde voorbereiding van besluiten vorderen van de medewerking
van de betrokken bestuursorganen. In geval die medewerking niet wordt verleend stelt
de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken de minister tijdig daarvan op de hoogte;
-
3. de toepassing van artikel 20, vierde lid, van de Tracéwet op de voorbereiding van de voor de uitvoering van de projecten Hanzelijn en Sloelijn
benodigde besluiten. Onder deze activiteiten wordt onder meer begrepen: het in goed
overleg met de betrokken bestuursorganen bepalen binnen welke termijn de ontwerpbesluiten
door de betrokken bestuursorganen aan de minister moeten worden toegezonden, dan wel
binnen welke termijn de besluiten door deze bestuursorganen moeten worden genomen,
(het toezien op) de publicatie en verzending van de ontwerpbesluiten, de mededeling
en de terinzagelegging daarvan, het houden van een gecombineerde hoorzitting, het
maken van een verslag, en het houden van een bedenkingenoverleg;
-
4. (het toezien op) de bekendmaking van de voor de uitvoering van de projecten Hanzelijn
en Sloelijn benodigde besluiten.
2. In voorkomende gevallen informeert de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken
de minister tijdig over het nemen van mogelijk beleids- en bestuurlijk-juridisch gevoelige
beslissingen, en stelt hij de minister in de gelegenheid hem aanwijzingen te geven.
Zonodig treedt de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken met de minister in overleg.
3. Het overleg, als bedoeld in onderdeel 2, vindt in ieder geval plaats in die gevallen,
waarin de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken geen overeenstemming heeft kunnen
bereiken met het betrokken vergunningverlenend bestuursorgaan over de bepaling van
de termijn, waarbinnen de ontwerpbesluiten door dat bestuursorgaan aan de minister
moeten worden toegezonden, dan wel waarbinnen de besluiten door dat bestuursorgaan
moeten worden genomen (artikel 20, vierde lid, onderdelen a en d, van de Tracéwet).
4. De Manager Grondverwerving en Juridische Zaken voert bij de uitoefening van zijn
mandaat en machtiging een ordentelijke en voor de minister transparante administratie.
Hij verschaft de minister desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de
uitoefening van het bij het Besluit verleende mandaat en machtiging.
5. De Manager Grondverwerving en Juridische Zaken en de onder zijn verantwoordelijkheid
werkzame functionarissen zijn niet rechtstreeks betrokken bij, noch verantwoordelijk
voor het aanvragen van vergunningen door (functionarissen van andere dienstonderdelen
van) ProRail, die nodig zijn voor de realisatie van de tracés Hanzelijn en Sloelijn.
6. De Manager Grondverwerving en Juridische Zaken en de onder zijn verantwoordelijkheid
werkzame functionarissen laten zich bij de uitoefening van hun mandaat en machtiging
niet alleen leiden door het belang van de aanvrager van de vergunningen, maar wegen
zorgvuldig dit belang af tegen de belangen van de betrokken bestuursorganen.
§ 2. Mandaat en machtiging voor de behandeling van verzoeken om schadevergoeding in
het kader van de projecten Hanzelijn en Sloelijn
[Regeling vervallen per 12-05-2011]
1. Gemandateerde houdt een archief bij met ten minste afschriften van ieder besluit
en verslagen van hoorzittingen.
2. Gemandateerde beslist niet op bezwaar dan nadat terzake advies is uitgebracht door
een commissie, tenminste bestaande uit:
-
a. Een vertegenwoordiger van ProRail als voorzitter, niet zijnde de projectmanager Hanzelijn
dan wel de projectmanager Sloelijn;
-
b. Een vertegenwoordiger van het ministerie van Verkeer en Waterstaat;
-
c. Een vertegenwoordiger van de betrokken regionale directie Rijkswaterstaat (Oost-Nederland
of Ijsselmeergebied) waarbinnen het onderhavige project is gelegen.
3. Gemandateerde stelt de minister onder opgave van redenen in kennis van het voornemen
af te wijken van het advies van de commissie.
4. Gemandateerde verstrekt de minister desgevraagd alle inlichtingen omtrent de behandeling
van bezwaarschriften.
5. Gemandateerde neemt beslissingen van principiële aard dan wel met buitengewone
consequenties of een grote precedentwerking niet dan nadat deze zijn voorgelegd aan
de minister.