Wet van 8 juni 2005 tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (verjaring
van en heffing bij planschadevergoedingsaanspraken, alsmede planschadevergoedingsovereenkomsten)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is met spoed in de Wet op de Ruimtelijke Ordening te voorzien in een bevoegdheid voor het betrokken bestuursorgaan overeenkomsten met
betrekking tot de vergoeding van planschade te sluiten, verjaringstermijnen voor schadevergoedingsaanspraken
op te nemen en te voorzien in de heffing van een recht voor de behandeling van een
aanvraag om vergoeding van schade;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: