-
a. verzekeraar: een verzekeringsonderneming als bedoeld in de richtlijn solvabiliteit
II;
-
b. zorgverzekeraar: een verzekeraar, voor zover deze zorgverzekeringen aanbiedt of uitvoert;
-
c. verzekeringnemer: een persoon die met een zorgverzekeraar een zorgverzekering heeft
gesloten;
-
d. zorgverzekering: een tussen een zorgverzekeraar en een verzekeringnemer ten behoeve
van een verzekeringsplichtige gesloten schadeverzekering, die voldoet aan hetgeen
daarover bij of krachtens deze wet is geregeld, en waarvan de verzekerde prestaties
het bij of krachtens deze wet geregelde niet te boven gaan;
-
e. verzekeringsplichtige: degene die op grond van artikel 2 verplicht is zich krachtens een zorgverzekering te verzekeren of te laten verzekeren;
-
f. verzekerde: degene wiens risico van behoefte aan zorg of overige diensten, als bedoeld
in artikel 10, door een zorgverzekering wordt gedekt;
-
g. verplicht eigen risico: een bedrag aan kosten van zorg of overige diensten als bedoeld
bij of krachtens artikel 11, dat voor rekening van de verzekerde blijft;
-
h. vrijwillig eigen risico: een door de verzekeringnemer met de zorgverzekeraar als onderdeel
van de zorgverzekering overeengekomen bedrag aan kosten van zorg of overige diensten
als bedoeld bij of krachtens artikel 11, dat de verzekerde voor zijn rekening zal nemen;
-
i. zorgpolis: de akte waarin de tussen een verzekeringnemer en een zorgverzekeraar gesloten
zorgverzekering is vastgelegd;
-
j. modelovereenkomst: model van een zorgverzekering, waarin een overzicht wordt gegeven
van de rechten en plichten die de verzekeringnemer, de verzekerde en de zorgverzekeraar
jegens elkaar zullen hebben indien een overeenkomst volgens het desbetreffende model
wordt gesloten;
-
k.
[Red: vervallen;]
-
l. inhoudingsplichtige: de inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 dan wel de werkgever in de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen;
-
m. instelling:
-
1°. een instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen;
-
2°. een organisatorisch verband dat gevestigd is buiten het grondgebied van het Europese
deel van Nederland en overeenkomstig de daar geldende wetgeving rechtmatig gezondheidszorg
verstrekt als bedoeld bij en krachtens artikel 11;
-
n. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
o. zorgautoriteit: de Nederlandse Zorgautoriteit, bedoeld in de Wet marktordening gezondheidszorg;
-
p. Zorginstituut: het Zorginstituut Nederland, genoemd in artikel 58, eerste lid;
-
q. Zorgverzekeringsfonds: het fonds, genoemd in artikel 39;
-
r. richtlijn solvabiliteit II: richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings-
en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PbEU 2009, L 335);
-
s. Wlz-uitvoerder: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg;
-
t. loontijdvak: het loontijdvak, bedoeld in artikel 25, eerste en vierde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964;
-
u. inspecteur: de functionaris van de rijksbelastingdienst die als zodanig bij regeling
van Onze Minister van Financiën is aangewezen;
-
v. burgerservicenummer: het nummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
-
w. premie: de premie, bedoeld in afdeling 3.3.1;
-
x. bestuursrechtelijke premie: de premie, bedoeld in de artikelen 18d en 18e;
-
y.
[Red: door verlettering vervallen;]
-
z. kwaliteitsstandaard: richtlijn, module, norm, zorgstandaard dan wel organisatiebeschrijving,
die:
-
1°. betrekking heeft op het gehele zorgproces of een deel van een zorgproces,
-
2°. vastlegt wat noodzakelijk is om vanuit het perspectief van de cliënt goede zorg te
verlenen, en
-
3°. overeenkomstig artikel 66b in een openbaar register is opgenomen;
-
aa. meetinstrument: een middel waarmee een indicatie kan worden verkregen van de kwaliteit
van de geleverde zorg.