Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel

Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 26-03-2008 en zichtdatum 02-10-2024.
Geldend van 21-10-2005 t/m 31-08-2008

Wet van 28 september 2005 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (Pb EU L 143) (Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om wettelijke voorzieningen te treffen ter uitvoering van de verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (Pb EU L 143);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder «verordening»: verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (Pb EU L 143).

Artikel 2

  • 1 Een verzoek om waarmerking van een door een Nederlands gerecht gegeven beslissing of een of meer gedeelten daarvan als Europese executoriale titel als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de verordening wordt bij verzoekschrift gedaan aan de voorzieningenrechter van dat gerecht. Betreft het een beslissing van een kantonrechter, dan wordt het verzoek gedaan aan de kantonrechter. Betreft het een beslissing van een gerechtshof, dan wordt het verzoek gedaan aan het gerechtshof. De rechter beslist onverwijld op het verzoek. De schuldenaar wordt niet opgeroepen.

  • 2 Bij het verzoekschrift, bedoeld in het eerste lid, worden een authentiek afschrift van de beslissing waarvan de waarmerking wordt gevraagd, en het procesinleidend stuk dat tot de beslissing heeft geleid, overgelegd. Het verzoekschrift bevat daarnaast voor zover mogelijk de gegevens die de rechter nodig heeft om de beslissing volgens bijlage I bij de verordening als Europese executoriale titel te kunnen waarmerken. Bij ongenoegzaamheid van de bij het verzoekschrift overgelegde documenten of gegevens wordt aan de verzoeker de gelegenheid tot aanvulling gegeven.

  • 3 Het verzoekschrift, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend door een deurwaarder of een procureur. Voor de waarmerking van een beslissing van de kantonrechter is de bijstand van een deurwaarder of procureur niet vereist.

  • 4 Een verzoek om waarmerking van een beslissing als Europese executoriale titel kan ook worden gedaan in het geding dat tot die beslissing moet leiden. Alsdan wordt het verzoek gedaan in het procesinleidend stuk of in de loop van het geding. Een dergelijk verzoek wordt niet aangemerkt als een verandering of een vermeerdering van eis.

Artikel 3

Artikel 2 is van overeenkomstige toepassing op een verzoek tot afgifte van een bewijs dat een beslissing niet of beperkt uitvoerbaar is als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de verordening of een verzoek tot afgifte van een vervangend bewijs als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de verordening.

Artikel 4

  • 1 Een verzoek tot rectificatie van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder a, van de verordening, wordt gedaan door indiening van het formulier, bedoeld in artikel 10, derde lid, van de verordening bij het gerecht dat het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel heeft verstrekt. Artikel 2, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Is het verzoek, bedoeld in het eerste lid, afkomstig van de schuldeiser op wiens verzoek de waarmerking heeft plaatsgevonden, dan vindt indiening plaats onder bijvoeging van zo mogelijk het originele bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel waarvan rectificatie wordt gevraagd. De schuldenaar wordt niet opgeroepen. De rectificatie wordt op een door de rechter nader te bepalen dag uitgesproken met vermelding van deze dag in de beschikking en onder afgifte van een gerectificeerd bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel. Het eerder verstrekte bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel verliest hierdoor zijn kracht. Bij weigering van het verzoek vindt teruggave van het bij het verzoek gevoegde bewijs van waarmerking plaats.

  • 3 Is het verzoek, bedoeld in het eerste lid, afkomstig van de schuldenaar, dan gaat de rechter niet tot rectificatie over dan na de schuldeiser en schuldenaar in de gelegenheid te hebben gesteld zich daarover uit te laten. De rectificatie wordt op een door de rechter nader te bepalen dag uitgesproken met vermelding van deze dag en van de naleving van de vorige volzin in de beschikking en onder afgifte van een gerectificeerd bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel. Het eerder verstrekte bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel verliest hierdoor zijn kracht. De rechter gelast de schuldeiser het bewijs van waarmerking als bedoeld in de vorige zin, af te geven aan de griffier.

Artikel 5

  • 1 Een verzoek tot intrekking van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b, van de verordening, wordt gedaan door indiening van het formulier genoemd in artikel 10, derde lid, van de verordening. Indiening geschiedt bij het gerecht dat het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel heeft verleend. Artikel 2, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Intrekking geschiedt, nadat partijen in de gelegenheid zijn gesteld zich over de intrekking uit te laten, door een daartoe strekkende uitspraak van de rechter op een door hem nader te bepalen dag. De rechter kan de schuldeiser gelasten het bewijs van waarmerking als bedoeld in het eerste lid, af te geven aan de griffier.

Artikel 6

Een verzoek tot waarmerking van een gerechtelijke schikking als Europese executoriale titel als bedoeld in artikel 24 van de verordening, wordt gedaan aan de voorzieningenrechter van de rechtbank waarvoor de schikking is getroffen. Betreft het een voor een kantonrechter getroffen schikking, dan wordt het verzoek gedaan aan de kantonrechter. Betreft het een voor een gerechtshof getroffen schikking, dan wordt het verzoek gedaan aan dat gerechtshof. De artikelen 2 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

De instantie aangewezen voor de waarmerking van een authentieke akte als Europese executoriale titel als bedoeld in artikel 25 van de verordening, is de voorzieningenrechter van de rechtbank van de plaats van vestiging van de notaris die de authentieke akte heeft verleden. De artikelen 2 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8

  • 1 Ten aanzien van beslissingen over niet-betwiste schuldvorderingen in de zin van de verordening kan de schuldenaar een verzoek tot heroverweging doen bij het gerecht dat de beslissing heeft gegeven op de gronden genoemd in artikel 19, eerste lid, onder a en b, van de verordening.

  • 3 Betreft de beslissing een beschikking, dan wordt verzoek tot heroverweging gedaan bij verzoekschrift.

  • 4 Het beroep moet worden ingesteld:

    • a. in het geval bedoeld in artikel 19, eerste lid, onder a, van de verordening, binnen vier weken nadat de beslissing aan de schuldenaar bekend is geworden;

    • b. in het geval bedoeld onder artikel 19, eerste lid, onder b, van de verordening, binnen vier weken nadat de daargenoemde gronden hebben opgehouden te bestaan.

Artikel 9

Het afschrift van de beslissing, de schikking of authentieke akte, als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onder a, van de verordening en het afschrift van het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel als bedoeld onder artikel 20, tweede lid, onder b, van de verordening, worden tezamen aangemerkt als grosse voor de toepassing van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op een door een buitenlands gerecht of een buitenlandse bevoegde autoriteit ingevolge de verordening als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissing.

Artikel 10

  • 1 Een door een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte dient voor de toepassing van artikel 20, tweede lid, onder a, van de verordening te zijn gesteld of vertaald in de Nederlandse taal of in een taal die de schuldenaar begrijpt.

  • 2 Een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel in de zin van artikel 20, tweede lid, onder b, van de verordening kan in de Engelse taal worden ingevuld.

Artikel 11

  • 2 Bij rectificatie van het bewijs van waarmerking als bedoeld in artikel 10 van de verordening of afgifte van een vervangend bewijs van waarmerking als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de verordening, kan een in Nederland reeds aangevangen executie van een door een daartoe bevoegde autoriteit van een andere lidstaat als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte slechts worden voortgezet met inachtneming van de rectificatie of de in het vervangend bewijs van waarmerking opgenomen wijzigingen ten opzichte van het eerder verstrekte bewijs van waarmerking.

  • 3 De bevoegdheid tot executie in Nederland van een door een daartoe bevoegde autoriteit van een andere lidstaat als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte, eindigt van rechtswege door intrekking van het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel. Was de executie van een als Europese executoriale titel gewaarmerkte beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte in Nederland reeds aangevangen, dan wordt deze onmiddellijk beëindigd.

Artikel 12

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 13

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 28 september 2005

Beatrix

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de dertiende oktober 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner