Bijlage
[Regeling vervallen per 17-07-2012 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2012]
Controleprotocol
Algemeen:
1. In dit protocol wordt verstaan onder de accountant: de accountant die door de het
bestuur van de stichting VSO is aangewezen overeenkomstig het bepaalde in artikel
onder 11 sub 5 van de statuten van de stichting.
2. De accountant verricht de controle in overeenstemming met algemeen aanvaarde controlegrondslagen
met inachtneming van de bepalingen in dit controleprotocol.
3. De accountantsdienst van BZK heeft het recht van review. Dat betekent dat zij op
grond van eigen initiatief informatie kan inwinnen bij de accountant om zich een nader
beeld te kunnen vormen over de uitgevoerde controle.
Reikwijdte van de controle:
4. Getrouwheid
De rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven is getrouw indien deze
is opgesteld overeenkomstig hetgeen maatschappelijk en in het accountantsberoep gebruikelijk
is.
5. Rechtmatigheid
De rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven is rechtmatig indien kan
worden vastgesteld dat het financiële beheer en de verantwoording daarover in de administratie
tot stand zijn gekomen overeenkomstig de relevante regelgeving en voorts of het financieel
beheer ordelijk en controleerbaar is. Dat houdt in dat de inkomsten en uitgaven in
overeenstemming moeten zijn met de goedgekeurde begroting (begrotingsrechtmatigheid),
met de vastgestelde bevoegdheden binnen de stichting (beheersrechtmatigheid) en de
doelstelling van de subsidieregeling (bestuursrechtmatigheid).
6. Doelmatigheid
De accountant beoordeelt de opzet en de werking van het stelsel van maatregelen gericht
op de doelmatigheid, waaronder het management control systeem en de maatregelen ten
behoeve van een economisch verantwoorde middelenverwerving. De beoordeling moet voldoen
aan de redelijkerwijs te stellen eisen van doelmatigheid.
7. Tolerantie van de controle
Bij zijn oordeelsvorming streeft de accountant naar een zo hoog mogelijke mate van
zekerheid. De accountant hanteert een foutfractie, uitgedrukt in geld, van ten hoogste
1%. Deze foutfractie dient door de accountant gehanteerd te worden op het niveau van
de te onderscheiden geldstromen. Opgemerkt wordt dat fouten in absolute zin worden
opgevat, zodat saldering van fouten niet is toegestaan.