Hoofdstuk III. Toelating en bouwprocedure
Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld:
-
a. de wijze waarop een aanvraag om een toelating bij Onze Minister wordt ingediend;
-
b. welke gegevens bij de aanvraag worden overgelegd;
-
c. met betrekking tot aanvragen waarop Onze Minister beslist met toepassing van artikel 7: de termijn na de aanvang van een periode van telkens twee jaar, waarbinnen aanvragen
in behandeling worden genomen met het oog op het toepassen van de beleidsregels, bedoeld
in artikel 4. De eerste periode van twee jaar vangt aan op het tijdstip van inwerkingtreding van
deze wet dan wel, indien dat tijdstip niet 1 januari van enig jaar is, op 1 januari
van het jaar, volgend op dat waarin deze wet in werking treedt.
-
1 Indien een organisatorisch verband, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie, een toelating vraagt voor het verlenen van zorg ten behoeve
waarvan een bij die maatregel aangewezen vorm van bouw plaatsvindt, beslist Onze Minister
vóór het eind van de tweejaarlijkse periode, bedoeld in artikel 6, onder c, waarin de aanvraag in behandeling is genomen. Onze Minister stelt de zorgverzekeraars
in de zin van artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet gezamenlijk in de gelegenheid hun zienswijze kenbaar te maken.
Indien het verlenen van een toelating niet mogelijk is op grond van artikel 7, derde lid, onderdeel b, houdt Onze Minister op verzoek van de aanvrager van de toelating de beslissing op
diens aanvraag aan tot de eerstvolgende keer dat op grond van artikel 7 over aanvragen moet worden beslist.
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stb. 2016, 270, datum inwerkingtreding 01-08-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
Abusievelijk geeft het Staatsblad een wijzigingsopdracht voor het derde lid in plaats
van het tweede lid.
2 Van de verleende toelatingen doet Onze Minister mededeling in de Staatscourant en
aan de beheerder van het register van zorgaanbieders, bedoeld in artikel 14 van de
Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg alsmede, indien de toelating een instelling
met artsen of psychotherapeuten betreft, de beheerder van de autorisatielijst van
jeugdhulpaanbieders, bedoeld in artikel 7.2.7 van de Jeugdwet.
-
4 Indien binnen de in het derde lid genoemde termijn geen besluit tot goedkeuring of
verdaging, dan wel binnen de termijn waarvoor het besluit is verdaagd, geen besluit
omtrent goedkeuring is genomen, wordt een besluit tot goedkeuring geacht te zijn genomen.
In de beslissing tot toelating met toepassing van artikel 7 of in de vergunning op grond van artikel 11 kan Onze Minister onderscheidenlijk het College bouw opnemen dat voor de eindverantwoording
van bouw goedkeuring is vereist van het College bouw. Het College bouw toetst daarbij
aan hetgeen waarvoor het vergunning heeft verleend dan wel, indien een vergunning
niet was vereist, aan hetgeen waarvoor Onze Minister een toelating heeft verleend.
Het College bouw zendt afschrift van zijn beschikkingen aan Onze Minister en van zijn
beschikkingen die betrekking hebben op academische ziekenhuizen als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, een afschrift aan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Hoofdstuk IV. Exploitatie
-
1 Een instelling voldoet, voorzover van toepassing, aan de eisen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en in artikel 7, derde lid, onder c, onderscheidenlijk artikel 9, eerste lid, onder b. Onze Minister kan aan een toelating andere voorschriften verbinden. De voorschriften
kunnen worden gewijzigd of ingetrokken en nieuwe voorschriften kunnen worden gesteld.
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
2 Alvorens over te gaan tot een maatregel als bedoeld in het eerste lid, onder b of
d, stelt Onze Minister de zorgverzekeraars in de zin van artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet, waarmee de instelling een overeenkomst heeft gesloten, het college van burgemeester
en wethouders van de gemeente waarin de instelling zich bevindt, en het bestuur en
medewerkers van de betrokken instelling de gelegenheid om binnen een door Onze Minister
te bepalen termijn hun opmerkingen omtrent dit voornemen aan hem kenbaar te maken.
-
3 Onze Minister doet van een beslissing tot beperking of intrekking van een toelating
op grond van het eerste lid, onder b of d, mededeling in de Staatscourant en zendt
een afschrift van deze beschikking aan het College sanering en aan de beheerder van
het register van zorgaanbieders, bedoeld in artikel 14 van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg alsmede, indien het een beslissing tot beperking of intrekking van een toelating
van een instelling met artsen of psychotherapeuten betreft, de beheerder van de autorisatielijst
van jeugdzorgaanbieders, bedoeld in artikel 2y van de Wet op de jeugdzorg.
Terugwerkende kracht
Stb. 2016, 270, datum inwerkingtreding 01-08-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
3 Onze Minister doet van een beslissing tot beperking of intrekking van een toelating
op grond van het eerste lid, onder b of d, mededeling in de Staatscourant en zendt
een afschrift van deze beschikking aan het College sanering en aan de beheerder van
het register van zorgaanbieders, bedoeld in artikel 14 van de Wet gebruik burgerservicenummer
in de zorg alsmede, indien het een beslissing tot beperking of intrekking van een
toelating van een instelling met artsen of psychotherapeuten betreft, de beheerder
van de autorisatielijst van jeugdhulpaanbieders, bedoeld in artikel 7.2.7 van de Jeugdwet.
Het bestuur van een instelling stelt overeenkomstig door Onze Minister, voor zoveel
nodig in overeenstemming met Onze Ministers die het mede aangaat, te stellen regelen
de begroting, de balans en de resultatenrekening alsmede de daarbij behorende toelichting
met betrekking tot de instelling vast en legt volledige afschriften daarvan ter inzage
voor een ieder ter plaatse, door Onze Minister te bepalen.
Het bestuur van een instelling, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie, verstrekt aan Onze Minister of aan een bij die maatregel aangewezen
bestuursorgaan de bij of krachtens die maatregel omschreven gegevens betreffende de
exploitatie van de instelling.
Hoofdstuk X. Overgangs- en slotbepalingen
[Red: Wijzigt de Ziekenfondswet.]
[Red: Wijzigt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.]
-
2 Een aanvraag om een toelating, waarop op het tijdstip van inwerkingtreding van deze
wet nog niet is beslist, wordt gelijkgesteld met een aanvraag om een toelating als
bedoeld in artikel 5, eerste lid.
Een vergunning, verleend op grond van artikel 6 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt gelijkgesteld
met een toelating als bedoeld in artikel 5. De aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen gelden als voorschriften
en beperkingen op grond van de artikelen 13 onderscheidenlijk 14.
-
1 Bouw waarvoor vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een verklaring is
afgegeven als bedoeld in artikel 7 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet luidde tot bedoeld tijdstip, bij welke verklaring op grond van artikel 10, vijfde lid, van die wet is bepaald dat een aanvraag om goedkeuring van stukken als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder b of c, van die wet of om een vergunning als bedoeld in artikel 6 van die wet, binnen een daarbij aangegeven termijn niet in behandeling wordt genomen, welke termijn
op bovenbedoeld tijdstip nog niet is verstreken, wordt gelijkgesteld met bouw waarvoor
een aanvraag om een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze wet is ingediend. Het bepaalde krachtens artikel 7, derde lid, onder a, is op die aanvraag niet van toepassing.
-
2 Een verklaring ter zake van bouw als bedoeld in artikel 7 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, waarbij
niet een bepaling is opgenomen als bedoeld in het eerste lid of waarbij de daarbedoelde
termijn reeds is verstreken, en die nog niet is gevolgd door een vergunning als bedoeld
in artikel 6 van die wet, wordt gelijkgesteld met een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze wet. De artikelen 11 en 12 zijn van overeenkomstige toepassing.
-
3 Een aanvraag om een verklaring, waarop op het tijdstip van inwerkingtreding van deze
wet nog niet is beslist, wordt gelijkgesteld met een aanvraag om een toelating als
bedoeld in artikel 5, eerste lid.
Na de inwerkingtreding van deze wet berusten de regels, vastgesteld krachtens de artikelen 2a, zevende lid, 18b, vierde lid, 22 en 23 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet tot die inwerkingtreding luidde, achtereenvolgens op de artikelen 20, zevende lid, 17, vierde lid, 16 en 15 van deze wet.
Afwikkeling van de maatregelen, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals dat lid luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, met inbegrip
van daartegen ingesteld beroep, vindt plaats met inachtneming van de daarop betrekking
hebbende bepalingen van die wet zoals die luidden tot bedoeld tijdstip.
De Overgangswet verzorgingshuizen wordt ingetrokken, met dien verstande dat:
-
a. in wettelijke procedures en rechtsgedingen tegen besluiten die op grond van die wet zijn genomen, dan wel op tegen die besluiten in te stellen of ingestelde beroepen,
zowel in eerste aanleg als in verdere instantie, de regels van toepassing blijven
die golden voor 1 januari 2001;
-
b.
die wet van toepassing blijft op de financiële verantwoording, vaststelling en uitbetaling
van op grond van die wet verleende subsidies en uitkeringen.
[Red: Wijzigt de Wet ambulancevervoer.]
[Red: Wijzigt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.]
[Red: Wijzigt de Woningwet.]
[Red: Wijzigt de Ambtenarenwet.]
Artikel 56
[Vervallen per 01-01-2007]
[Red: Wijzigt de Wet tarieven gezondheidszorg.]
[Red: Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]
[Red: Wijzigt de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen.]
[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Ziekenfondswet en de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen
(invoeren van de aanspraak op medisch-specialistische zorg, verleend door of vanwege
een ziekenhuis).]
[Red: Wijzigt de Provinciewet.]
[Red: Wijzigt de Wet op de economische delicten.]
De vaststelling van de algemene maatregelen van bestuur, bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid, de visie en het daarin opgenomen financieel kader, bedoeld in artikel 3, eerste lid, het geven van beschikkingen door Onze Minister als bedoeld in de artikelen 7, 13 en 14, alsmede de goedkeuring van de prestatie-eisen, bedoeld in artikel 10, een en ander voor zover zij betrekking hebben op academische ziekenhuizen als bedoeld
in artikel 1.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, vinden plaats in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, zo nodig in afwijking van deze wet, tijdelijke
voorzieningen worden getroffen voor het geval het College bouw of het College sanering
zijn uit de wet voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren nakomt.
Een krachtens deze wet vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide
Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Zij treedt in werking op een tijdstip dat nadat
dertig dagen na de overlegging zijn verstreken, bij koninklijk besluit wordt vastgesteld,
tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven
dat het in de algemene maatregel geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld. In dat
geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend en
wordt de algemene maatregel ingetrokken.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet toelating zorginstellingen.