Stb. 2016, 270, datum inwerkingtreding 01-08-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.
1 Onze Minister stelt jaarlijks voor 1 december het budget voor de beheerskosten van
het College sanering voor het volgende kalenderjaar vast.
2 Onze Minister kan besluiten het budget voor de beheerskosten van het College sanering
te wijzigen.
3 Indien gedurende het jaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan
tussen de werkelijke en de begrote baten en lasten, doet het College sanering daarvan
onverwijld mededeling aan Onze Minister, onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.
4 Het College sanering gaat met betrekking tot de beheerskosten geen verplichtingen
aan en doet geen uitgaven die leiden tot overschrijding van het vastgestelde budget
voor de beheerskosten.
5 Indien het budget voor de beheerskosten niet is vastgesteld voor 1 januari van het
kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, is het College sanering bevoegd,
teneinde zijn activiteiten gaande te houden, te beschikken over ten hoogste een derde
gedeelte van het budget dat laatstelijk voor hem voor een geheel jaar is vastgesteld.
6 Onze Minister kan besluiten dat het College sanering in een geval als bedoeld in het
vijfde lid, kan beschikken over meer dan een derde gedeelte van het budget dat laatstelijk
voor hem voor een geheel jaar is vastgesteld.
7 Het door Onze Minister vastgestelde budget voor de beheerskosten van het College sanering
wordt gedekt uit 's Rijks kas.
Stb. 2016, 270, datum inwerkingtreding 01-08-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.
1 Onze Minister stelt jaarlijks voor 1 december het budget voor de beheerskosten van
het College sanering voor het volgende kalenderjaar vast.
2 Onze Minister kan besluiten het budget voor de beheerskosten van het College sanering
te wijzigen.
3 Indien gedurende het jaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan
tussen de werkelijke en de begrote baten en lasten, doet het College sanering daarvan
onverwijld mededeling aan Onze Minister, onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.
4 Het College sanering gaat met betrekking tot de beheerskosten geen verplichtingen
aan en doet geen uitgaven die leiden tot overschrijding van het vastgestelde budget
voor de beheerskosten.
5 Indien het budget voor de beheerskosten niet is vastgesteld voor 1 januari van het
kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, is het College sanering bevoegd,
teneinde zijn activiteiten gaande te houden, te beschikken over ten hoogste een derde
gedeelte van het budget dat laatstelijk voor hem voor een geheel jaar is vastgesteld.
6 Onze Minister kan besluiten dat het College sanering in een geval als bedoeld in het
vijfde lid, kan beschikken over meer dan een derde gedeelte van het budget dat laatstelijk
voor hem voor een geheel jaar is vastgesteld.
7 Het door Onze Minister vastgestelde budget voor de beheerskosten van het College sanering
wordt gedekt uit 's Rijks kas.