Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
De directeur, de plaatsvervangend directeur, het hoofd van het Dienstonderdeel Opsporing
en de hoofdinspecteurs van de Algemene Inspectiedienst zijn gemachtigd om namens de
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen
betreffende de afdoening van klachten betreffende gedragingen van ambtenaren van de
Algemene Inspectiedienst, voorzover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl
ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klachten niet voortvloeit
dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal
dient te worden ondertekend.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 3, luidt:
‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
de Directeur van de Algemene Inspectiedienst,’,
onderscheidenlijk
‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
de plaatsvervangend Directeur van de Algemene Inspectiedienst,’,
onderscheidenlijk
‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
de Hoofdinspecteur van de Algemene Inspectiedienst,’,
onderscheidenlijk
‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
de plaatsvervangend Hoofdinspecteur van de Algemene Inspectiedienst,’.
onderscheidenlijk
‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
Het Hoofd Bedrijfsbureau van de Algemene Inspectiedienst,’.