Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
-
a. de minister: de Minister van Economische Zaken;
-
b. ondernemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon
die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt;
-
c. publiek gefinancierde kennisinstelling:
-
1°. een onder a of b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs en een onder i van de bijlage van die wet
bedoeld academisch ziekenhuis;
-
2°. een andere dan onder 1° bedoelde meerjarig en voor tenminste eenderde door de rijksoverheid
gefinancierde onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met
als doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden;
-
3°. een openbare instelling voor hoger onderwijs en een daaraan verbonden ziekenhuis gelijkwaardig
aan een instelling respectievelijk academisch ziekenhuis als bedoeld onder 1°, welke
meerjarig en voor tenminste eenderde wordt gefinancierd door een ander land, of
-
4°. een onderzoeksinstelling zonder winstoogmerk die activiteiten verricht met als doel
de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te breiden, welke meerjarig
en voor tenminste eenderde wordt gefinancierd door een ander land;
-
d. adviescommissie: Adviescommissie IOP-TTI;
-
e. programmacommissie: adviescommissie die wordt ingesteld in het kader van een IOP;
-
f. innovatiegericht onderzoeksprogramma of IOP: een op innovatie gericht onderzoeksprogramma
met als zwaartepunt fundamenteel onderzoek en bestaande uit een samenhangend geheel
van onderzoeksprojecten welke door publiek gefinancierde kennisinstellingen en ondernemers
worden uitgevoerd;
-
g. strategisch onderzoeksprogramma: een op innovatie gericht onderzoeksprogramma, bestaande
uit een combinatie van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en/of preconcurrentiële
ontwikkeling dat door ondernemers en publiek gefinancierde kennisinstellingen wordt
uitgevoerd;
-
h. IOP-project: een onderzoeksproject passend binnen een IOP, bestaande uit een voor
Nederland nieuw, planmatig en met elkaar samenhangend geheel van activiteiten op het
terrein van fundamenteel onderzoek of een combinatie van fundamenteel onderzoek met
industrieel onderzoek en/of preconcurrentiële ontwikkeling;
-
i. IOP-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband van publiek
gefinancierde kennisinstellingen en ondernemers, waaronder tenminste een Nederlandse
publiek gefinancierde kennisinstelling en tenminste twee Nederlandse ondernemers;
-
j. Technologisch Topinstituut of TTI: een rechtspersoon, die uitsluitend voor de uitvoering
van een strategisch onderzoeksprogramma is opgericht door ondernemers en publiek gefinancierde
kennisinstellingen, waaronder tenminste drie Nederlandse ondernemers en tenminste
drie Nederlandse publiek gefinancierde kennisinstellingen;
-
k. fundamenteel onderzoek: de uitbreiding van de algemene wetenschappelijke en technische
kennis, zonder industriële of commerciële doelstellingen;
-
l. industrieel onderzoek: onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis met
het doel deze te gebruiken bij de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of
diensten of om bestaande producten, processen of diensten aanmerkelijk te verbeteren;
-
m. preconcurrentiële ontwikkeling: het omzetten van de resultaten van industrieel onderzoek
in plannen, schema’s of ontwerpen voor nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten,
processen of diensten;
-
n. innovatie: technologische innovatie, met inbegrip van niet-technologische aspecten
voorzover ze dienstbaar zijn aan technologische innovatie;
-
o. IOP-projectsubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 2;
-
p. TTI-subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 3.
-
q. MKB-ondernemer: ondernemer die een kleine of middelgrote onderneming in stand houdt
in de zin van de verordeningen (EG) nr. 70/2001 en Verordening 364/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 januari 2001 betreffende de
toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine
en middelgrote ondernemingen (PbEG L 10).