Verordening bestemmingsheffing voegbedrijf 2006

[Regeling materieel uitgewerkt per 06-01-2007.]
Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 18-02-2006 en zichtdatum 18-02-2006.
Geldend van 18-02-2006 t/m heden

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 9 november 2005, houdende regels terzake van de door het hoofdbedrijfschap aan de ondernemers die het voegbedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2006 (Verordening bestemmingsheffing voegbedrijf 2006)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

Gelet op artikel 95, tweede lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gezien het advies van de Commissie voegbedrijf;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen en toepassingsgebied

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2

De verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven, waarin het voegbedrijf wordt uitgeoefend.

§ 2. De heffing

Artikel 3

  • 1 Aan de ondernemers die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening het voegbedrijf uitoefenen, wordt voor het jaar 2006 een heffing opgelegd ten behoeve van de bevordering van de sociaal economische ontwikkeling van de voegbranche door middel van scholing en opleiding, informatieverstrekking/voorlichting, ICT, imagoverbetering, certificering of erkenningsregeling (en), helpdesk en deelname aan normcommissies en regelgevende instanties.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid bedraagt voor iedere onderneming waarin het voegbedrijf wordt uitgeoefend:

    • a. € 100 voor ondernemingen met 0 en 1 werkzame persoon;

    • b. € 150,- voor ondernemingen met 2 tot 5 werkzame personen;

    • c. € 175,- voor ondernemingen met 5 tot 10 werkzame personen;

    • d. € 200,- voor ondernemingen met 10 tot 15 werkzame personen;

    • e. € 250,- voor ondernemingen met 15 tot 20 werkzame personen;

    • f. € 300,- voor ondernemingen met 20 tot 30 werkzame personen;

    • g. € 400,- voor ondernemingen met 30 tot 60 werkzame personen;

    • h. € 600,- voor ondernemingen met 60 of meer werkzame personen.

Artikel 4

  • 1 Aan de ondernemer die lid is van de Vereniging Nederlandse Voegbedrijven (VNV) en over het jaar 2005 aan deze vereniging contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan van 50% van de bruto heffing met een maximum van 50% van de betaalde contributie over 2005 (exclusief BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit door de vereniging verstrekte opgaven blijkt dat de contributie is betaald.

  • 2 Op het in het eerste lid bedoelde maximum van 50% van de betaalde contributie wordt in mindering gebracht de aftrek op de heffing Hoofdbedrijfschap Ambachten 2006 of de heffing Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2006.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan.

  • 5 Op een verzoek als in het vierde lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten beslist.

§ 3. Vermindering van heffing

Artikel 5

De voorzitter vermindert de opgelegde heffing met 25% indien van de omzet in de onderneming over het jaar 2005, minder dan 25% is behaald bij de uitoefening van het voegbedrijf.

Artikel 6

  • 1 Bij cumulatie van onderhavige bestemmingsheffing met een of meer andere aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten te betalen bestemmingsheffingen, wordt de heffing tot nihil verminderd, indien de uitoefening van het voegbedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzichte van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.

  • 2 De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de vestiging of onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.

Artikel 7

Vermindering als bedoeld in artikel 5 en 6 wordt slechts verleend op aanvraag. De aanvrager toont ten genoegen van de voorzitter aan dat aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan. De voorzitter kan de ondernemer daartoe verzoeken een accountantsverklaring over te leggen.

Den Haag, 9 november 2005

P. Kalle

voorzitter

J.W. Nelson

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 23 december 2005 en door de Minister van Economische Zaken mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 7 februari 2006, nr. EP/MW 6009899.