Hoofdstuk 13. Overgangsrecht
Artikel 120. Samenloop met WAO en WAMIL
Geen recht op uitkering op grond van deze wet heeft de persoon die:
Artikel 121. Overgangsrecht in verband met nawerking verzekering
-
2 Indien het eerste lid toepassing vindt, wordt in artikel 10, eerste lid, voor «beschouwd alsof hij verzekerd was gebleven» gelezen: beschouwd alsof hij verzekerd
is.
Artikel 123. Overgangsrecht met betrekking tot de vrijwillige verzekering
-
2 Indien het eerste lid toepassing vindt, wordt op verzoek van de vrijwillig verzekerde
de hoogte van het dagloon op grond waarvan de uitkering van de vrijwillige verzekering
wordt berekend, gewijzigd dan wel wordt de vrijwillige verzekering beëindigd met ingang
van het tijdstip, bedoeld in het eerste lid. Artikel 21 is van overeenkomstige toepassing.
-
3 Het verzoek, bedoeld in het tweede lid, wordt binnen drie maanden na het tijdstip,
bedoeld in het eerste lid bij het UWV gedaan.
-
5 Voor de toepassing van artikel 18, eerste lid, onderdelen a en c, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en artikel 19, eerste lid, onderdelen a en c, en derde lid, onderdeel a, wordt mede verstaan onder «verplichte verzekering»: verplichte verzekering op grond
van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Artikel 123a. Overgangsrecht in verband met artikel 23, derde lid
In afwijking van artikel 23, derde lid, worden bij het bepalen van de wachttijd tot 1 september 2005 de volgende perioden
in aanmerking genomen:
-
a. perioden waarin recht bestaat op ziekengeld als bedoeld in de Ziektewet en de daarop berustende bepalingen worden in aanmerking genomen en worden samengeteld,
indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen;
-
b. perioden die niet al op grond van onderdeel a meetellen, maar waarin de verzekerde
ongeschikt is geweest voor zijn arbeid.
Deze perioden worden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder
dan vier weken opvolgen.
Bij het vaststellen van de periode van vier weken, bedoeld in dit artikel blijven
perioden waarin uitkering in verband met zwangerschap en bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, buiten beschouwing.
-
1 De artikelen 25, negende, tiende tot en met vijftiende lid, 26, derde lid, 64, tweede lid, derde zin, derde, vierde, zesde tot en met negende lid en 102, derde lid, van deze wet en de artikelen 629 lid 3, onderdeel f, en lid 11, onderdeel a, en 670 lid 10, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zijn niet van toepassing op personen die voor 15 augustus 2004 arbeidsongeschikt
zijn geworden.
-
2 Op personen die voor 15 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden zijn de artikelen 71a, negende lid, en 71b, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor «artikel 34, derde lid»
wordt gelezen «artikel 64, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen,
voor «artikel 34a» wordt gelezen «artikel 65 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen»
en voor «verplichtingen op grond van het eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid
dan wel krachtens het zevende lid gestelde regels» wordt gelezen: verplichtingen op
grond van artikel 25, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dan wel de krachtens het zevende
lid van dat artikel gestelde regels.
Artikel 123c. Overgangsrecht in verband met artikel 59, derde lid
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Bij de toepassing van artikel 59, derde lid, van deze wet is de duur van de te ontvangen loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering
niet korter dan de nog resterende duur van de beëindigde en niet herleefde loongerelateerde
uitkering op grond van de Werkloosheidswet.
Terugwerkende kracht
Stb. 2009, 319, datum inwerkingtreding 01-08-2009, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
Het artikel is nieuw toegevoegd.
De terugwerkende kracht geldt voor zover het beschikkingen betreft aangaande de duur
van de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering, die op de datum van inwerkingtreding
van de Verzamelwet SZW-wetgeving 2009 nog niet rechtens onaantastbaar zijn.
Artikel 124. Overgangsrecht in verband met arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijke
arbeidsgeschiktheid bij aanvang van de verzekering
Indien een persoon op de dag voorafgaand aan de verzekering op grond van deze wet
verzekerd was op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt in artikel 46 onder een ontheffing van de verplichtingen op grond van deze wet mede verstaan een
ontheffing van de verplichtingen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en wordt gelezen voor:
Artikel 126. Overgangsrecht in verband met artikel 51
De hoogte van de arbeidsongeschiktheiduitkering, bedoeld in artikel 51, eerste lid, wordt op 75% van het maandloon vastgesteld op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, waarin tevens kan worden bepaald dat die verhoging terugwerkt tot en met
een in dat besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 127. Overgangsrecht betreffende de duur van de loongerelateerde uitkering
van de WGA-uitkering
Voor de verzekerde wiens recht op uitkering ontstaat voor 1 januari 2008, wordt artikel 59, eerste lid, als volgt gelezen:
In gedingen aangevangen voor het van toepassing worden van artikel 99, vierde lid, bepaalt de rechter op verzoek van een van de partijen of ambtshalve een termijn
waarbinnen partijen de gelegenheid wordt geboden hun stellingen en conclusies voor
zover nodig aan te passen aan artikel 99, vierde lid. Stelt de rechter partijen tot een zodanige aanpassing in de gelegenheid, dan staat
tegen die beslissing geen rechtsmiddel open; wijst de rechter een daartoe strekkend
verzoek af, dan staat een rechtsmiddel daartegen slechts gelijktijdig met de einduitspraak
open.
Artikel 130. Overgangsrecht inzake publicatie instroomcijfers WGA
De openbaarmaking, bedoeld in artikel 40, vindt voor het eerst plaats in 2008.
Artikel 131. Overgangsrecht inzake delegatiebevoegdheid nadere regels maatregeloplegging
-
1 Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip luidt artikel 90, derde lid, als volgt:
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot het eerste lid, voorzover dat betrekking heeft op nadere regels
omtrent een maatregel als bedoeld in artikel 89.
-
2 Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip wordt aan artikel 90 een lid toegevoegd, luidende:
4. Het UWV stelt nadere regels met betrekking tot het eerste lid, voorzover dat betrekking
heeft op nadere regels omtrent een maatregel als bedoeld in artikel 88, waarbij in ieder geval kan worden geregeld in welke gevallen het UWV kan afzien
van het opleggen van een maatregel.
Artikel 133. Overgangsrecht inzake de periode van eigenrisicodragen
Ten aanzien van uitkeringen waarvan het recht is ontstaan op of na de dag van inwerkingtreding
van hoofdstuk 7 maar voor 1 januari 2007 bedraagt de periode, bedoeld in artikel 82, eerste lid, onderdeel b: vier jaar.
Artikel 133c. Overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Wet van 12
december 2007, houdende regels tot bevordering van de activering van personen die
aanspraak maken op een uitkering op grond van de Ziektewet (Stb. 2007, 553)
Ten aanzien van personen van wie de eerste dag van de wachttijd is gelegen voor de
inwerkingtreding van de Wet van 12 december 2007, houdende regels tot bevordering
van de activering van personen die aanspraak maken op een uitkering op grond van de
Ziektewet (Stb. 2007, 553) is artikel 26, zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van eerstgenoemde wet van toepassing.
Artikel 37a vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Hoofdstuk 15. Slotbepalingen
Artikel 137. Vervallen particuliere verzekering
-
1 Een overeenkomst met betrekking tot de verzekering van geldelijke gevolgen van langdurige
arbeidsongeschiktheid waaronder mede wordt verstaan gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid,
gesloten door de persoon, die verplicht verzekerd wordt, vervalt met ingang van de
dag, waarop de verzekeraar van de verzekerde mededeling van het verplicht verzekerd
worden ontvangt, voorzover aan de overeenkomst rechten kunnen worden ontleend, gelijkwaardig
aan die, welke uit de in deze wet geregelde verplichte verzekering voortvloeien. Bereikt
deze mededeling de verzekeraar vóór de dag, waarop de betrokkene verplicht verzekerd
wordt, dan vervalt de overeenkomst met ingang van die dag.
-
2 De premie, die de persoon, wiens verzekering op grond van het eerste lid geheel of
gedeeltelijk is vervallen, heeft vooruitbetaald, wordt door de verzekeraar al naar
gelang van het vervallen gedeelte der overeenkomst terugbetaald, onder aftrek van
ten hoogste 25 procent van het terug te betalen bedrag voor administratiekosten.
Artikel 138. Buiten toepassingverklaring van Algemene termijnenwet
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de termijnen, gesteld in de artikelen 10, eerste lid, 23, derde en vijfde lid, 49, tweede lid, 60, tweede en derde lid, 61, zevende lid, en 74.
Artikel 139. Evaluatiebepaling
Onze minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal
een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister de nummering van de artikelen,
paragrafen en hoofdstukken van deze wet opnieuw vast waarbij rekening wordt gehouden
met de artikelen die in het bij koninklijke boodschap van 17 mei 2005 ingediende voorstel
van wet, betreffende regels omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en
inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op
de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) (Kamerstukken II 2004/05, 30 118, nr. 2) worden ingevoegd en brengt hij de in deze
wet voorkomende aanhalingen van artikelen, paragrafen en hoofdstukken met de nieuwe
nummering in overeenstemming.
Artikel 141. Inwerkingtreding
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.